Fragiele oudere vrouwen met niet-metastatisch HR-positief mammacarcinoom krijgen vaak primaire endocriene therapie. De uitkomsten van deze therapie in deze populatie is niet goed bestudeerd. Een analyse van de SEER-database heeft deze uitkomsten geïnventariseerd. Dr. Karen Daily (University of Florida, Gainesville) en collega’s publiceren de analyse online in Breast Cancer Research and Treatment.¹

In de database identificeerden de onderzoekers 552 patiënten met een diagnose stadium I-III ER-positief mammacarcinoom tussen begin 2001 en eind 2015 die alleen endocriene therapie kregen; patiënten die chirurgie, bestraling, chemotherapie of gerichte middelen kregen werden niet in de analyse opgenomen. Van deze patiënten was 82,1% ouder dan 79 jaar, en 81,7% non-Hispanic white. PR-positieve ziekte (OR 1,77; p=0,025) en tumor groter dan 50 mm (OR 1,99; p=0,035) waren geassocieerd met hogere adherentie aan de therapie. In multivariate analyse waren adherentie aan de therapie (HR 1,40; p<0,001), grotere tumoren, en meer comorbiditeiten geassocieerd met slechtere overall survival. In een competing risk model was adherentie aan de endocriene therapie niet geassocieerd met mammacarcinoom-specifieke mortaliteit.

De onderzoekers concluderen dat adherentie aan primaire endocriene therapie niet resulteerde in betere overall of mammacarcinoom-specifieke overleving onder oudere vrouwen met niet-metastatisch ER-positief mammacarcinoom.

1.Yuan C, Xie Z, Bian J et al. Outcomes of primary endocrine therapy in elderly women with stage I-III breast cancer: a SEER database analysis. Breast Cancer Res Treat 2020; epub ahead of print

Summary: An analysis of the SEER database investigated the outcomes of primary endocrine therapy for nonmetastatic ER-positive breast cancer in eldery women. There were no statistically significant differences in breast cancer-specific or overall survival between women who were adherent to the therapy and those who were not.