
De studie werd uitgevoerd in 21 Duitse centra. De mediane follow-up was 11,7 maanden. Er waren 260 patiënten die SBRT kregen, 27 patiënten die 3DCRT/IMRT kregen, en 79 patiënten die Pall-RT kregen. Deze 326 patiënten hadden tezamen 366 adrenale metastasen, van NSCLC (52,5%), SCLC (16,3%), melanoom (6,7%), en andere primaire maligniteiten. De freedom from local progression was langer na SBRT dan na Pall-RT (p=0,026), terwijl de verschillen in competing risk-adjusted local recurrence rate tussen de drie groepen niet significant waren (één-jaars CRA-LRR 13,8% versus 17,4% versus 27,7%). De overall survival was langer met in de SBRT-groep dan in de beide andere groepen (p<0,05). De toxiciteit was mild, met slechts vier gevallen van bijnierinsufficiëntie.
De onderzoekers concluderen dat radiotherapie voor bijniermetastasen geassocieerd was met een mild toxiciteitenprofiel in alle groepen. De één-jaars CRA-LRR was gunstig na SBRT of 3DCRT/IMRT.
1.Buergy D, Würschmidt F, Gkika E et al. Stereotactic or conformal radiotherapy for adrenal metastases – patient characteristics and outcomes in a multicenter analysis. Int J Cancer 2021; epub ahead of print
Summary: A multicenter study in Germany compared stereotactic, palliative, and highly conformal fractionated radiotherapy for adrenal metastases. Toxicity was mild in all groups. The one-year competing risk-adjusted local recurrence rate was favorable after SBRT and 3DCRT/IMRT. One-year freedom from local progression was associated with overall survival.