Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Uitkomsten van verschillende typen nonmyeloablatieve transplantatie voor HL en NHL


Non-myeloablatieve HLA-mismatched hematopoïetische celtransplantatie voor Hodgkin lymfoon (HL) en non-Hodgkin lymfoom (NHL) kan worden uitgevoerd met als bronnen haploïdentiek beenmerg (BM) of haploïdentiek perifeer bloed (PB) of niet-verwant navelstrengbloed (UCB). Een retrospectieve analyse van de databases van de Lymphoma Working Party of the European Society for Blood and Marrow Transplantation, Eurocord, en het Center for International Blood and Marrow Transplant Research heeft de uitkomsten na haploïdentieke versus UCB-transplantatie vergeleken. Dr. Mary Eapen (Medical College of Wisconsin, Milwaukee) en collega’s publiceren de analyse online in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde 283 HL-patiënten en 457 NHL-patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar die tussen begin 2009 en eind 2016 haploïdentieke (n=526; 68% BM, 32% PB) of UCB (n=214) transplantatie ondergingen. Alle patiënten kregen dezelfde conditionering (2 Gy TBI, cyclofosfamide, en fludarabine) en GVHD-profylaxe (calcineurineremmer en mycofenolaat). Patiënten die haploïdentieke transplantatie ondergingen kregen na de transplantatie cyclofosfamide.

Na correctie voor leeftijd, lymfoom-subtype, en ziektestatus was de overleving slechter na UCB vergeleken met haploïdentiek BM (HR 1,55; p=0,001) evenals na UCB vergeleken met haploïdentiek PB (HR 1,59; p=0,005). Ook de progressievrije overleving was slechter na UCB vergeleken met haploïdentiek BM (HR 1,44; p=0,002) en na UCB vergeleken met haploïdentiek PB (HR 1,86; p<0,0001). Na UCB waren de vier-jaars OS en PFS 49% en 36%; vergeleken met 58% en 46% na haploïdentiek BM en 59% en 52% na haploïdentiek PB. De slechtere overleving werd verklaard uit hogere transplantatie-gerelateerde mortaliteit na UCB vergeleken met BM (HR 1,91; p=0,0001) en na UCB vergeleken met PB (HR 2,27; p=0,0002).

De onderzoekers concluderen dat de analyse betere uitkomsten vond na haploïdentieke verwante donor transplantatie dan na UCB transplantatie.

1.Fatobene G, Rocha V, St. Martin A et al. Nonmyeloablative alternatative donor transplantation for Hodgkin and non-Hodgkin lymphoma: from the LWP-EBMT, Eurocord, and CIBMTR. J Clin Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: A comparison of outcomes of nonmyeloablative HLA-mismatched transplantation for Hodgkin or non-Hodgkin lymphoma found better outcomes after haploindeical related donor transplantation than after unrelated cord blood transplantation.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren