In de ACRIN
(American College of Radiology Imaging)
6666-studie is ultrasonografie (US) vergeleken met mammografie voor de
screening op mammacarcinoom. Prof. Wendie Berg (Magee-Womens Hospital,
Pittsburgh PA) en collega’s publiceren uitkomsten van ACRIN 6666 online in het Journal
of the National Cancer Institute.1 De studie had 2809
deelneemsters, die gescreend werden in twintig centra in de Verenigde Staten,
Canada en Argentinië.
Van de
deelneemsters ondergingen er 2662 drie jaarlijkse screens met US (7473 screens)
en film-screen (n=4351) of digitale (n=3122) mammografie, en hadden een biopsie
of werden twaalf maanden gevolgd. In 110 deelneemsters werden 111
mammacarcinoom-gebeurtenissen vastgesteld (89 invasieve carcinomen, mediane
grootte 12 mm). Er waren 129 US-screens of 127 mammografiescreens nodig voor
het detecteren van één mammacarcinoom. Met US werden 58 van 111 mammacarcinomen
gedetecteerd; met mammografie 59 van 111 (p=0,90). De US-gedetecteerde gevallen
waren vaker invasief (53 van 58) dan mammografie-gedetecteerde gevallen (41 van
59; p<0,001). US-gedetecteerde invasieve carcinomen waren vaker
kliernegatief (34 van 53) dan mammografie-gedetecteerde invasieve carcinomen
(18 van 41). De recall rate was 10,7%
met US versus 9,4% met mammografie (p=0,03); de biopsy rate was 5,5% met US versus 2,0% met mammografie (p<0,001);
en de PPV3 was 11,7% met US versus 38,1% met mammografie.
De
onderzoekers concluderen dat US en mammografie even effectief zijn voor het
detecteren van mammacarcinoom, met een hoger percentage invasieve en
kliernegatieve carcinomen gedetecteerd met US. US-screening heeft vaker
vals-positieve uitkomsten.
1.Berg WA, Bandos AI, Mendelson EB et al.
Ultrasound as the primary screening test for breast cancer: analysis from ACRIN
6666. J Natl Cancer Inst 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)