Er bestaat
controverse over de leeftijdspecifieke effecten van mammografiescreening op de
mammacarcinoomspecifieke mortaliteit. In 1982 begon in Gothenburg een
gerandomiseerde studie van mammografiescreening iedere achttien maanden. Deelnemende
vrouwen werden gerandomiseerd naar screening of gebruikelijke zorg. De
interventiegroep bestond uit 11.792 vrouwen in de leeftijd van 39 tot en met 49
jaar, en 10.112 vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 59 jaar; de
controlegroep bestond uit 14.321 vrouwen in de leeftijd van 39 tot en met 49
jaar, en 15.997 vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 59 jaar. Prof. Stephen
Duffy (Queen Mary University of London) en collega’s publiceren online in Cancer een update van de mammacarcinoomspecieke mortaliteit in de Gothenburg-studie tot
eind 2007.1
Deze figuur toont de cumulatieve mammacarcinoomspecifieke mortaliteit in beide
armen. In de interventiearm overleden 79 vrouwen aan mammacarcinoom, versus 156
in de controlearm; overeenkomend met een 30% lagere borstkankersterfte in de
groep die was uitgenodigd voor screening (RR 0,70; p=0,01). In de vrouwen in de
leeftijd van 39 tot en met 49 jaar bedroeg de met screening samenhangende reductie in borstkankersterfte
40% (RR 0,60; p=0,003). In de vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 59 jaar
was de 18% reductie in borstkankersterfte niet significant (RR 0,82; p=0,4).
De onderzoekers
concluderen dat het aanbieden van mammografiescreening geassocieerd is met
substantiële verlaging van de mammacarcinoomspecifieke mortaliteit.
1.Bjurstam
NG, Bjöneld LM, Duffy SW. Updated
results of the Gothenburg Trial of Mammographic Screening. Cancer 2016; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)