Er is geen
informatie over een associatie tussen BRCA-mutaties
en het risico van uteruscarcinoom. De rol van hysterectomie tegelijk met riscoverlagende
salpingo-ovariëctomie (RRSO) is daarom controversieel, schrijven dr. Catherine
Shu (Columbia University, New York) en collega’s in een publicatie die online is in JAMA Oncology.1
In de publicatie beschrijven ze uitkomsten van een studie van het risico van
uteruscarcinoom in BRCA+ vrouwen na
RRSO zonder hysterectomie.
De studie
werd uitgevoerd bij negen academische centra in de Verenigde Staten en het
Verenigd Koninkrijk. Deelneemsters waren 1083 vrouwen met een deleterieuze BRCA-mutatie (627 BRCA1; 453 BRCA2; 3
beide). De vrouwen ondergingen tussen 1995 en 2012 RRSO zonder gelijktijdige of
voorafgaande hysterectomie. De mediane leeftijd was 45,6 jaar. Data-cutoff was in
oktober 2014, na een mediane follow-up van 5,1 jaar. Het eindpunt van de studie
was de incidentie van uteruscarcinoom in het cohort vergeleken met wat kon
worden verwacht op basis van SEER-gegevens.
In het
cohort werden 8 incidente uteruscarcinomen gezien, terwijl er 4,3 verwacht
werden. De observed to
expected (O/E) ratio was 1,9 (p=0,09). Er was in het cohort geen verhoogd
risico van endometrioïd endometriumcarcinoom of sarcoom. Er waren 5
sereuze of serous-like
endometriumcarcinomen (4 BRCA1+ en 1 BRCA2+) 7,2 tot 12,9 jaar na RRSO. Voor
de BRCA1+ vrouwen was de O/E-ratio
22,2 (p<0,001), voor de BRCA2-vrouwen
was de O/E-ratio 6,4 (p=0,15).
De
onderzoekers concluderen dat het risico van overall uteruscarcinoom na RRSO
zonder hysterectomie niet statistisch significant verhoogd was, maar dat het
risico van sereus of serous-like
endometriumcarcinoom verhoogd was in vrouwen met BRCA1-mutatie.
1.Shu CA, Pike MC, Jotwani AR et al.
Uterine cancer after risk-reducing salpingo-oophorectomy without hysterectomy
in women with BRCA mutations. JAMA Oncology 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)