Dr. Mark
Tyson (Vanderbilt University, Nashville TN) en collega’s hebben een analyse
uitgevoerd van variatie tussen Amerikaanse urologen in het gebruik van
observatie over alle risicostrata van prostaatcarcinoom. De uitkomsten van de analyse zijn online gepubliceerd in JAMA Surgery.1 Observatie werd in de analyse gedefinieerd
als achterwege blijven van definitieve behandeling binnen een jaar vanaf de
diagnose.
De
onderzoekers vonden in de SEER-database gegevens van 57.639 mannen met een
diagnose prostaatcarcinoom tussen 2004 en 2010, die waren behandeld door 1884
urologen. Van de mannen met laag-risico ziekte kreeg 27,8% observatie, met
aanzienlijke variatie op niveau van individuele urologen (range 5,1%-71,2%). Voor
intermediair-risico ziekte werd in 11,1% van de patiënten observatie
voorgeschreven, met minder variatie op het niveau van individuele urologen
(4,8%-31,5%). Voor hoog-risico ziekte werd in 5,8% van de patiënten observatie
voorgeschreven, met een range op niveau van individuele urologen van 3,2%- 16,5%. Het gebruik van observatie voor
laag- en hoog-risico ziekte was gecorreleerd op het niveau van de uroloog
(p<0,001), ook onder urologen met hoog-volume prostaatcarcinoompraktijken
(p<0,001).
De onderzoekers
concluderen dat er aanzienlijke variatie is tussen Amerikaanse urologen in het voorschrijven
van observatie voor prostaatcarcinoom.
1.Tyson
MD, Graves AJ, O’Neil B et al. Urologist-level
correlation in the use of observation for low- and high-risk prostate cancer. JAMA
Surg 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)