Dr. Dean Bajorin (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s hebben een inventarisatie gemaakt van het optreden van vasculaire trombo-embolische gebeurtenissen (VTEs) in patiënten die verschillende platina-bevattende chemotherapieregimes kregen voor metastastisch of niet-resectabel urotheliaalcarcinoom. De uitkomsten worden vandaag online gepubliceerd in Cancer.¹ De vergeleken regimes zijn gemcitabine en carboplatine (GCb), gemcitabine en carboplatine en bevacizumab (GCbBev), en gemcitabine en cisplatine (GCis). VTE werd gedefinieerd als veneuze of arteriële trombose. VTEs werden geacht behandelingsgerelateeerd te zijn als ze optraden binnen vier weken na het beëindigen van de behandeling.

Het studiecohort bestond uit 198 patiënten. VTEs werden gezien in 13 van 51 patiënten die werden behandeld met GCbBev (26%), 22 van 92 patiënten die werden behandeld met GCb (24%), en 8 van 55 patiënten die werden behandeld met GCis (15%). De patiëntkenmerken waren significant verschillend tussen de drie groepen in termen van leeftijd, eerdere cystectomie, tumorlocatie, en gebruik van anticoagulantia. De incidentie van VTE en type VTE (arterieel versus veneus) verschilde niet per type chemotherapie. Eerder cystectomie was geassocieerd met verhoogd VTE-risico (OR 2,2; p=0,047).

De onderzoekers concluderen dat de incidentie van VTE in Cis-behandelde patiënten overeenkomt met wat eerder is gepubliceerd. De VTE-incidentie in Cb-behandelde patiënten was hoger dan verwacht. De hoge incidentie van Cis- en Cb-gerelateerde VTEs vraagt om aandacht van behandelaars en verdient nadere bestudering.

1.Tully CM, Apolo AB, Zabor EC et al. The high incidence of vascular thromboembolic events in patients with metastatic or inresectable urothelial cancer treated with platinum chemotherapy agents. Cancer 2015; epub ahead of print