Er is
behoefte aan praktische biomarkers voor het identificeren van patiënten met
metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom die respons zullen vertonen
op de androgeenrececptor (AR)-antagonist enzalutamide. Weefselbiopsie stuit in
de meeste mCRPC-patiënten op praktische bezwaren. Dr. Alexander Wyatt
(University of British Columbia, Vancouver) en collega’s hebben onderzocht of
analyse van celvrij DNA (cfDNA) in het plasma bruikbare informatie oplevert
over de kans op respons op enzalutamide. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA Oncology.1
De onderzoekers
namen bloedmonsters van 65 mCRPC-patiënten bij aanvang, na twaalf weken, en aan
het eind van de enzalutamidebehandeling (160 mg eenmaal daags). In het cfCNA
bepaalden ze AR-gen copy numbers en AR-genmutaties. De mediane leeftijd van de
patiënten was 74 jaar (range 68 tot 79 jaar), de PSA-respons op enzalutamide
was 38% (25 van 65), en de mediane klinische of radiografische progressievrije
overleving was 3,5 maanden. AR-mutaties
en/of copy number veranderingen werden gezien in 48% (31 van 65) van de
monsters bij aanvang van de behandeling en in 60% (18 van 30) van de monsters
bij progressie. AR-amplificatie (HR
2,92), twee of meer AR-mutaties (HR
3,94) en RB1-verlies (HR 4,46) waren
significant geassocieerd met slechter PFS. Ten tijde van progressie werden AR-veranderingen gedetecteerd in alle
geteste patiënten.
De
onderzoekers concluderen dat klinisch-informatieve genomische profilering
mogelijk was in bijna alle mCRPC-patiënten. De profilering kan inzicht geven in
enzalutamiderespons en –resistentie.
1.Wyatt
AW, Azad AA, Volik SV et al. Genomic
alterations in cell-free DNA and enzalutamide resistance in castration-resistant
prostate cancer. JAMA Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)