Geringe
spiermassa, muscle attenuation (MA,
een maat voor spierkwaliteit), en lichaamsvetgehalte behoren tot de parameters
van de lichaamssamenstelling die prognostische factoren zijn in patiënten met
maligniteiten. Dr. Mark-David Levin (Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht)
en collega’s hebben een studie uitgevoerd van veranderingen in
lichaamssamenstelling en MA tijdens taxaan- en anthracycline-gebaseerde
chemotherapie voor metastatisch mammacarcinoom, en van de relatie van deze
veranderingen met de overleving. Ze publiceren de studie online in Breast Cancer Research and Treatment.1
De studie
gebruikte de lumbar skeletal muscle index
(LSMI) als marker van spiermassa. De onderzoekers bepaalden voor aanvang en na
eerstelijns behandeling met paclitaxel (n=73) of FAC (n=25) met CT-imaging de
LSMI, MA, subcutaan vetweefsel (SAT), visceraal vetweefsel (VAT), en
intramusculair vetweefsel (IMAT).
Tijdens paclitaxelbehandeling nam MA significant af (-0,9 Hounsfield
units; p=0,03), terwijl LSMI (p=0,40), SAT (p=0,75), VAT (p=0,84), en IMAT
(p=0,10) niet significant veranderden. Tijdens FAC-behandeling werden geen
significante veranderingen van lichaamssamenstellings-parameters gezien.
Eerdere (neo)adjuvante chemotherapie droeg bij aan grotere afname van MA
tijdens de behandeling. De veranderingen in lichaamssamenstelling waren niet
geassocieerd met overall survival.
De
onderzoekers concluderen dat de spierkwaliteit tijdens paclitaxelbehandeling
afnam, terwijl de spiermassa stabiel
bleef. De veranderingen in lichaamssamenstelling waren niet geassocieerd met OS
in afwezigheid van progressieve ziekte..
1.Rier
HN, Jager A, Sleijfer S et al. Changes
in body composition and muscle attenuation during taxane-based chemotherapy in
patients with metastatic breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2017; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)