Na neoadjuvante chemotherapie (NACT) voor mammacarcinoom berust planning van de chirurgie op de tumorgrootte die is bepaald met preoperatieve MRI. De werkelijke grootte van de tumor kan na de operatie bepaald worden door pathologische evaluatie. Een retrospectieve studie van Isala Zwolle heeft de correlatie tussen preoperatieve MRI en postoperatieve pathologie geïnventariseerd. Dr. Kiran Rajan en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.¹

De studie includeerde 193 patiënten die tussen januari 2013 en juli 2016 NACT gevolgd door chirurgie ondergingen voor mammacarcinoom. De correlatie voor tumorgrootte tussen preoperatieve MRI en postoperatieve pathologie was 0,63 voor alle patiënten tezamen; 0,39 voor subtype ER-positief/HER2-negatief; 0,51 voor ER-positief/HER2-positief; 0,63 voor ER-negatief/HER2-positief; en 0,85 voor ER-negatief/HER2-negatief. Het gemiddelde verschil tussen preoperatief bepaalde tumorgrootte en postoperatief pathologisch bepaalde tumorgrootte was 4,6 mm onder alle patiënten; 7,6 mm voor subtype ER-positief/HER2-negatief; 0,9 mm voor ER-positief/HER2-negatief; -1,2 mm voor ER-negatief/HER2-positief, en -0,4 mm voor ER-negatief/HER2-negatief.

De onderzoekers concluderen dat er goede correlatie was tussen resultaten van preoperatieve MRI en postoperatieve pathologie voor HER2-positief en ER-negatief/HER2-negatief subtype. Voor de overige subtypen was de correlatie slecht. Bij het plannen van borstsparende chirurgie na NACT dient rekening gehouden te worden met het histologische subtype van de tumor.

1.Rajan KK, Boersma C, Beek MA et al. Optimizing surgical strategy in locally advanced breast cancer: a comparative analysis between preoperative MRI and postoperative pathology after neoadjuvant chemotherapy. Breast Cancer Res Treat 2023-07122-8

Summary: A retrospective study at Isala Zwolle (The Netherlands) found that among patients receiving neoadjuvant chemotherapy for breast cancer, tumor size estimated by preoperative MRI correlated with postoperative pathologic determined size for HER2+ and ER-/HER2- tumor subtypes but not for other subtypes.