In een
recente meta-analyse van gerandomiseerde studies is overlevingsvoordeel gezien
van toevoegen van gemtuzumab ozogamicine aan standaard inductiechemotherapie
voor AML in volwassenen. De optimale dosering is nog niet duidelijk. Prof. Alan
Burnett (Cardiff University) en collega’s hebben een studie uitgevoerd om twee
doseringen gemtuzumab ozogamicine te vergelijken. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Haematologica.1
De
onderzoekers randomiseerden 788 volwassen AML-patiënten naar toevoeging van gemtuzumab
ozogamicine 3 mg/m2 of 6 mg/m2 aan de eerste cyclus
inductiechemotherapie. De 3 mg/m2-dosering resulteerde in een hoger
percentage complete remissie (82% versus 76%; OR 1,46; p=0,03), maar de 6 mg/m2-dosering
leidde tot een hoger percentage CRi (10% versus 7%) zodat de ORR voor beide
doseringen niet statistisch significant verschilde (89% versus 86%; p=0,17). Er
waren ook geen significante verschillen in vier-jaars relapse (46% versus 54%;
p=0,5) en vier-jaars overleving (50% versus 47%; p=0,3). De dertig-dagen
mortaliteit was hoger met de 6 mg/m2-dosering (7% versus 3%; p=0,02);
dit gold ook voor de zestig-dagen mortaliteit (9% versus 5%; p=0,01) en voor
het percentage met veno-occlusieve ziekte (5,6% versus 0,5%; p<0,0001).
De
onderzoekers concluderen dat gebruik van de 6 mg/m2-dosering geen
voordeel biedt boven de 3 mg/m2-dosering.
1.Burnett A, Cavenagh K, Russell N et al. Defining
the dose of gemtuzumab ozogamicin in combination with induction chemotherapy in
acute myeloid leukemia: a comparison of 3 mg/M2 with 6 mg/M2 in the NCRI AML17
trial. Haematologica 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)