Immuuntherapie
met PD-1/PD-L1 remmers heeft activiteit laten zien voor gevorderd
niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC), maar slechts in een subset van de
patiënten. Dr. Jong-Mu Sun (Samsung Medisch Centrum, Seoel) en collega’s hebben
onderzocht wat de impact is van deze immuuntherapie op de respons op
volgende-lijn salvage chemotherapie (salvage
chemotherapy after immunotherapy, SCAI). Ze publiceren de studie online in het Journal of Thoracic
Oncology.1
De studie
includeerde 73 patiënten met beschikbare SCAI-reponsdata. Tien patiënten kregen
PD-1/PD-L1 remmers als eerstelijns therapie. Van de overige 63 waren gegevens
beschikbaar over de respons op last
chemotherapy before immunotherapy (LCBI). Objectieve respons werd gezien in
39 van 73 patiënten die SCAI kregen (53,4%), terwijl de objectieve respons op
LCBI slechts werd gezien in 22 van 63 (34,9%; p=0,03). De ORRs na
platina-doublet therapie waren 16 van 24 voor SCAI (66,7%) respectievelijk 17
van 43 voor LCBI (39,5%; p=0,03), en de ORRs na niet-platina SCAI en LCBI monotherapie
waren 23 van 49 (46,9%) respectievelijk 5 van 20 (25,0%; p=0,09).
De
onderzoekers concluderen dat de ORR op SCAI significant hoger was dan de ORR op
LSBI. Deze resultaten suggereren dat anti-PD-1/PD-L1 immuuntherapie tumoren
meer gevoelig maakt voor volgende chemotherapie.
1. Park SE, Lee SH, Ahn JS et al. Increased
response rates to salvage chemotherapy administered after PD-1/PD-L1 inhibitors
in patients with non-small cell lung cancer. J Thor Oncol 2017; epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)