De
antiangiogene tyrokinaseremmer sorafenib
wordt gebruikt voor systemische behandeling van gevorderd levercelcarcinoom. De
werkzaamheid wordt echter beperkt door verkregen resistentie. Er zijn
aanwijzingen voor intrinsieke resistentie tegen andere antiangiogene middelen
door coöptie van bloedvaten, dat wil zeggen dat de tumoren in staat zijn tot
het kapen van bestaande vasculatuur in organen zoals de longen en de lever, zodat
ze minder behoefte hebben aan nieuwe angiogenese. Dr. Robert Kerbel (Sunnybrook
Research Institute, Toronto) en collega’s hebben onderzocht of vessel co-option een rol speelt bij
verkegen resistentie tegen sorafenib in HCC. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.1
De studie
werd uitgevoerd in een orthotopisch model van menselijk HCC (n= 4-11 per groep),
waarin tumorcellen zijn getagd met een eiwitbiomarker om de ziektelast en
respons op de therapie te monitoren. Veranderingen in de tumorbiologie werden
gevolgd met ultrasound, histopathologie, miRNA-sequencing, en PCR. De
onderzoekers zagen dat sorafenib aanvankelijk de angiogenese remde zodat de
tumorgroei gestabiliseerd werd, en dat geen rebound
van angiogenese optrad tenzij de behandeling gestopt werd. In plaats van gebruik
te maken van nieuwe angiogenese werden resistente tumoren meer lokaal
infiltratief, hetgeen resulteerde in extensieve incorporatie van leverparenchym
en coöptie van lever-geassocieerde bloedvaten. In resistente tumoren werd coöptie
gezien van 75% (± 10,9%) van alle vaten versus 23,3% (±10,3%) in niet-behandelde
controles.
De
onderzoekers concluderen dat dit de eerste demonstratie is van bloedvat-coöptie voor
verkregen resistentie tegen antiangiogene therapie.
1.Kuczynski EA, Yin M. Bar-Zion A et
al. Co-option of liver vessels and not sprouting angiogenesis drives acquired
sorafenib resistance in hepatocellular carrcinoma. I Natl Cancer Inst 2016;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)