
De drie studies hadden tezamen 4215 patiënten met vermoeidheidsbepalingen (EORTC QLQ-C30) bij diagnose, in het tweede jaar na het eind van de behandeling, en in het vijfde jaar na het eind van de behandeling. De patiënten waren tussen 18 en 61 jaar oud, hadden een ECOG preformance status 2 of lager, en waren HIV-negatief. Patiënten met hogere tumorlast hadden hogere vermoeidheidsscores bij diagnose: de gemiddelde score was 30,8 (SD 28,0) in HD13; 39,8 (SD 29,4) in HD14; en 49,0 (SD 30,2) in HD15. De scores in het tweede jaar na de behandeling waren 28,5 (SD 24,7) in HD13; 28,8 (SD 24,4) in HD14; en 30,7 (SD 24,4) in HD15. De scores in het vijfde jaar na de behandeling waren 30,8 (SD 26,0) in HD13; 27,1 (SD 24,8) in HD14; en 28,2 (SD 24,9) in HD15. Voorspellers van vermoeidheid in het tweede en vijfde jaar waren vermoeidheid bij diagnose (p<0,0001) en leeftijd als continue variabele (p<0,0001). Geslacht en specifieke HL-risicofactoren waren niet voorspellend voor vermoeidheid. Er waren geen significante effecten van behandeling op de vermoeidheidsscores in het tweede en vijfde jaar na de behandeling.
De onderzoekers concluderen dat er een hoge incidentie is van ernstige acute en persistente vermoeidheid in HL-overlevers, die grotendeels onafhankelijk is van tumorstadium en behandeling.
1.Kreissl S, Mueller H, Goergen H et al. Cancer-related fatigue in patients with and survivors of Hodgkin’s lymphoma: a longitudinal study of the German Hodgkin Study Group. Lancet Oncol 2016; epub ahead of print