Familiegeschiedenis
van maligniteiten is een bekende risicofactor, maar de impact van
familiegeschiedenis op de overleving is minder duidelijk. Prof. Kamila Czene
(Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van
de associatie tussen familiegeschiedenis en overleving in veel-voorkomende
typen kanker in Zweden. De studie is online gepubliceerd in het International
Journal of Cancer.1
De
onderzoekers identificeerden in Zweedse bevolkingsregisters patiënten met de
meest voorkomende maligniteiten, en volgden de patiënten voor ziektespecifieke
mortaliteit tussen 1991 en 2011. Familiegeschiedenis van kanker was in
patiënten met mammacarcinoom (HR 0,88; 95%-bti 0,81-0,96) of prostaatcarcinoom
(HR 0,82; 95%-bti-0,75-0,90) geassocieerd met lagere ziektespecifieke mortaliteit,
terwijl faniliegeschiedenis van kanker geassocieerd was met hogere
ziektespecifieke mortaliteit in patiënten met maligniteiten van het
zenuwstelsel (HR 1,24; 95%-bti 1,05-1,47) of ovariumcarcinoom (HR 1,20; 95%-bti
1,01-1,43). In patiënten met ovariumcarcinoom was familiegeschiedenis van
kanker ook geassocieerd met hoger FIGO-stadium en hoger percentage patiënten
met agressieve sereuze tumoren.
De
onderzoekers vermoeden dat de betere overleving van mamma- en prostaatcarcinoom
in patiënten met familiegeschiedenis verklaard kan worden door intensivering
van medische surveillance van familieleden van kankerpatiënten. Dat dit effect
niet wordt gezien in patiënten met ovariumcarcinoom doet vermoeden dat familiair
ovariumcarcinoom meer agressief is dan sporadisch ovariumcarcinoom.
1.Lee M, Reilly M, Lindström LS, Czene
K. Differences in survival for patients with familial and sporadic cancer. Int
J Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)