Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Verschillende activiteit van PARP-remmers in BRCA1- versus BRCA2-veranderd metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom


Prof. Emmanuel AntonarakisEr zijn twee PARP-remmers goedgekeurd voor behandeling van metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) met BRCA1/2-mutaties, te weten olaparib en rucaparib. Een multicenter retrospectieve studie heeft onderzocht of de PARP-remmers verschillende activiteit hebben voor BRCA1- versus BRCA2-veranderd mCRPC. Prof. Emmanuel Antonarakis (Johns Hopkins University School of Medicine, Baltimore MD) en collega’s publiceren de studie in JCO Precision Oncology.1

De studie, in twaalf centra in de Verenigde Staten, includeerde 123 patiënten met mCRPC, onder wie 13 met BRCA1- en 110 met BRCA2-mutatie. De meeste patiënten kregen olaparib (n=116), drie kregen rucaparib, twee talazoparib, en twee veliparib. Bij diagnose had 72% van de patiënten Gleason 8 tot en met 10 ziekte. De BRCA1-patiënten hadden hogere waarschijlijkheid van metastatische ziekte bij presentatie (69% versus 37%; p=0,04). Leeftijd, baseline PSA, en eerdere systemische behandelingen waren similar tussen de groepen.Er waren gelijke percentages kiemlijnmutaties in beide groepen (51% versus 46%; p=0,78). De BRCA1-patiënten hadden numeriek meer frequent monoallelische mutaties (56% versus 41%) en concurrente TP53-mutaties (55% versus 36%; p=0,32).

Het primaire werkzaamheids-eindpunt was het percentage patiënten met tenminste 50% PSA-afname. Dit percentage was 23% in de BRCA1-groep versus 63% in de BRCA2-groep (p=0,01). De BRCA2-groep had langere PSA-PFS (HR 1,94; p=0,08), klinische of radiografische PFS (HR 2,08; p=0,05), en OS (HR 3,01; p=0,008). Biallelische versus monoallelische mutaties, truncerende versus missense mutaties, en afwezigheid van concurrente TP53-mutatie waren geassocieerd met gevoeligheid voor PARP-remmer.

De onderzoekers concluderen dat PARP-remmer werkzaamheid voor BRCA1-veranderd mCRPC lager is dan voor BRCA2-veranderd mCRPC. Dit hangt niet samen met inbalans in kiemlijnmutaties, maar kan wellicht verklaard worden uit meer monoallelische mutaties en/of concurrente TP53-veranderingen in de BRCA1-groep.

1.Taza F, Holler AE, Fu W et al. Differential activity of PARP inhibitors in BRCA1- versus BRCA2-altered metastatic castration-resistant prostate cancer. JCO Precision Oncol 2021; epub ahead of print

Summary: A multicenter retrospective study in the USA found that PARP inhibitor efficacy was diminished in BRCA1- versus BRCA2-altered mCRPC. This is not due to an imbalance in germline mutations but might be related to more monoallelic mutations and/or concurrent TP53 alterations in the BRCA1 group.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren