Dr. Giuseppe
Sanguineti (Regina Elena Nationaal Kankerinstituut, Rome) en collega’s hebben
een studie uitgevoerd van lange-termijn toxiciteit na concomitante of
sequentiële chemoradiotherapie voor vroeg-stadium mammacarcinoom. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het International Journal of Radiation Oncology.1
Deelneemsters waren vrouwen in de leeftijd van 18 tot 76 jaar die tussen 1997
en 2002 borstsparende chirurgie en axillaire dissectie ondergingen. De
chemotherapie was CMF, en de radiotherapie 50 Gy in twintig fracties in vier
weken. De vrouwen werden gerandomiseerd naar CONC of SEQ radiotherapie.
Tussen maart
en september 2014 werden 154 deelneemsters benaderd voor het onderzoek van late
toxiciteit. Van hen verleenden 102 medewerking aan de studie. Er werden geen
graad 4-toxiciteiten waargenomen. Het aantal graad 3-toxiciteiten was laag
(<8%), zodat de graad 2- en graad 3-toxiciteiten gepoold geanalyseerd konden
worden. Volgorde van de behandeling (CONC versus SEQ) was een onafhankelijke
voorspeller van graad 2/3- fibrose (OR 4,05; p=0,013) en graad
2/3-borstatrofie/retractie (OR 3,87; p=0,008). Er was geen effect van de
volgorde van de behandelingen op telangiectasie.
De
onderzoekers concluderen dat concomitante vergeleken met sequentiële
chemoradiotherapie in lange-termijn follow-up geassocieerd is met een verhoogd
risico van graad 2/3 fibrose en borstatrofie.
1.Pinaro P, Giordano C,
Farneti A et al. Impact of sequencing radiotherapy and chemotherapy on long-term local toxicity for early breast cancer:
results of a randomized study at 15 year follow up. Int J Radiat Oncol Biol
Phys 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)