
Het cohort telt 4402 overlevers van childhood cancer van wie er 495 (11,2%) tijdens de follow-up tezamen 1269 SNs ontwikkelden. De onderzoekers bepaalden met whole-genome sequencing van circulerend DNA het voorkomen van PGMs in 127 genen van zes DRG-routes. In 98 van deze PGMs vonden ze 538 PGMs (onder andere POLG, MUTYH, ERCC2, en BRCA2) in DNA van 508 overlevers. Mutaties in homologe-recombinatie (HR)-genen waren significant geassocieerd met verhoogd risico van mammacarcinoom in vrouwen (RR 3,7; 95%-bti 1,8-7,7), vooral onder overlevers die cumulatief 20 Gy of meer naar de borst hadden gekregen (RR 4,4; 95%-bti 1,6-12,4) of met een cumulatieve dosering van anthracyclines in het tweede of derde tertiel (RR 4,4; 95%-bti 1,7-11,4). Mutaties in HR-genen waren ook geassocieerd met verhoogd risico van sarcoom onder overlevers die doseringen van alkylerende middelen in het derde tertiel hadden gekregen (RR 14,9; 95%-bti 4,0-38,0). Mutaties in nucleotide-excisieherstelgenen waren geassocieerd met verhoogd risico van schildkliercarcinoom onder overlevers die hals-RT 30 Gy of meer hadden gekregen (RR 12,9; 95%-bti 1,6-46,6).
De onderzoekers concluderen dat de studie nieuwe inzichten verschaft heeft in de bijdrage van de combinatie van erfelijke aanleg met blootstellingen tijdens de behandeling aan het risico van SNs in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd.
1.Qin N, Wang Z, Liu Q et al. Pathogenic germline mutations in DNA repair genes in combination with cancer treatment exposures and risk of subsequent neoplasms among long-term survivors of childhood cancer. J Clin Oncol 2020; epub ahead of print
Summary: An analysis in the St Jude Lifetime Cohort investigated the impact of pathogenic germline mutations in DNA repair genes in combination with cancer treatment exposures on the risk of subsequent neoplasms in long-term survivors of childhood cancer.