Er is niet veel informatie beschikbaar over overleving en predictieve factoren voor neoadjuvante endocriene therapie (NET) voor vroeg-stadium HR-positief /HER2-negatief mammacarcinoom. Een gepoolde analyse van twee Franse prospectieve fase 2-studies (HORGEN en CARMINA02) heeft deze gegevens gezocht. Dr. Florence Lerebours (Institut Curie, Saint Cloud) en collega’s publiceren de analyse online in het British Journal of Cancer.¹

De studies includeerden tezamen 236 postmenopauzale patiënten , die neoadjuvant anastrozol of fulvestrant kregen voor vroeg-stadium HR-positief/HER2 negative ziekte. De mediane follow-up was 65,2 maanden. Na vijf jaar was de recidiefvrije overleving 83,7% (95%-bti 77,9-88) en de overall survival 92,7% (88,2-95,6) zonder significante verschillen tussen de behandelarmen. Baseline factoren die in univariate analyse geassocieerd waren met de RFS waren tumorstadium (T2 versus T3-4 p=0,0001), Ki-67 (≤10% versus >10% p=0,0093), pathologische tumorgrootte (pT1-2 versus pT3-4 p=0,0012) en klierstatus (negatief versus positief p=0,007), adjuvante chemotherapie (p=0,0167), en Preoperative Endocrine Prognostic Index (PEPI)-groep (I+II versus III p=0,0004). In multivariate analyse was PEPI groep III geassocieerd met significant slechtere RFS (HR 3,33; p=0,0069).

De onderzoekers concluderen dat postmenopauzale patiënten die NET kregen voor HR+/HER-2 mammacarcinoom over het algemeen een goede uitkomst hadden. De PEPI-score identificeerde een patiëntengroep met slechtere prognose. Deze patiënten hebben wellicht baat bij additionele behandeling.

1.Lerebours F, Pulido M, Fourme E et al. Predictive factors of 5-year relapse-free survival in HR+/HER2- breast cancer patients treated with neoadjuvant endocrien therapy: pooled analysis of two phase 2 trial. Br J Cancer 2020; epub ahead of print

Summary: A pooled analysis of two phase 2 studies found that postmenopauzal HR+/HER2- breast cancer patients receiving neoadjuvant endocrine therapy generally have a favorable outcome. The PEPI score identifies a subset of patients with poorer prognosis, who are candidates for additional treatment.