Een in 2013
gepubliceerde studie liet een associatie zien tussen de mean
heart dose (MHD) en het optreden van acute coronaire gebeurtenissen (ACEs)
in patiënten die radiotherapie kregen voor mammacarcinoom (BC). Dr. Anne Crijns
(UMC Groningen) en collega’s hebben een cohortstudie uitgevoerd om deze relatie
te valideren en om andere mogelijke voorspellers van ACEs te vinden. De studie is online gepubliceerd in het Journal
of Clinical Oncology.1
Het
studiecohort bestond uit 910 achtereenvolgende vrouwelijke BC-patiënten die RT
kregen na borstsparende chirurgie. De mediane MHD was 2,37 Gy (range 0,51 tot
15,25 Gy).Het primaire eindpunt was de cumulatieve incidentie van ACEs tijdens mediaan
7,6 jaar follow-up. ACEs werden gezien in dertig patiënten. Deze figuur laat zien dat het excess ACE-risico inderdaad toenam met toenemende
MHD, zowel in patiënten zonder (panel A) als in patiënten met (panel B)
cardiale risicofactoren. De toename bedroeg 16,5% per Gy (95%-bti 0,6 tot 35,0;
p=0,042). De belangrijkste prognostische doserings-volume parameter was het 5
Gy-ontvangende volume van de linkerventrikel (LV-V5). Het best-voorspellende
model voor ACEs omvatte LV-V5, leeftijd, en gewogen ACE-risicoscore per patiënt
(c-statistic 0,83; 95%-bti 0,75 tot 0,91).
De
onderzoekers concluderen dat de studie de in 2013 gepubliceerde associatie
tussen MHD en ACEs heeft gevalideerd, en dat LV-V5 een betere voorspeller leek
voor ACEs dan MHD.
1.Van
den Boogaard VAB, Ta BDP, van der Schaaf A et al. Validation and modification of a prediction
model for acute cardiac events in patients with breast cancer treated with
radiotherapy based on three-dimensional dose distributions to cardiac
substructures. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)