Clonal hematopoiesis of indeterminate
potential (CHIP) en clonal cytopenia
of undetermined significance (CCUS) worden gedefineerd door somatische
mutaties in genen die geassocieerd zijn met myeloïde neoplasmen (MNs) met variant allele fraction (VAF) van 0,02
of hoger in afwezigheid respectievelijk aanwezigheid van cytopenie. CHIP en
CHUS zijn zeer prevalent in volwassenen, en er is behoefte aan het
identificeren van voorspellers van het MN-risico. Een analyse van
exoomsequenties van gezonde deelnemers van de U.K. Biobank (n=438.890) in
afzonderlijke ontdekkings- en validatiecohorten, gecombineerd met MN-uitkomsten
heeft geresulteerd in de constructie van een clonal hematopoiesis risk score (CHRS). Dr. Lachelle Weeks
(Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de CHRS in NEJM Evidence.1
Recursive
partitioning onderscheidde patiënten met CHIP/CCUS met tien-jaars
waarschijnlijkheid van MN uiteenlopend van 0,0077 tot 0,85. Multivariabele
analyse valideerde variabelen als voorspellers van MN. Onderdelen van de CHRS
zijn DNMT3A-mutaties,
hoog-risicomutaties, twee of meer mutaties, een VAF van 0,2 of hoger, leeftijd
65 jaar of hoger, CCUS versus CHIP, en rode-bloedcel indices. CHRS
onderscheidde personen in groepen met laag MN-risico (88,4%), intermediair
MN-risico (10,5%), en hoog MN-risico (1,1%). In klinische cohorten werden de
meeste MN-gebeurenissen gezien in hoog-risico patiënten met CHIP/CCUS.
De
onderzoekers concluderen dat de CHRS het risico van MN in personen met CHIP/CCUS
voorspelt.
1.Weeks LD, Niroula A, Neuberg D et
al. Prediction of risk for myeloid malignancy in clonal hematopoiesis. NEJM
Evidence 2023.2200310
Summary: Analysis of sequenced exomes of
U.K. Biobank participants resulted in a clonal hematopoiesis risk score,
defining low-risk (88.4%), intermediate-risk (10.5%), and high-risk (1.1%)
groups. In clinical cohorts, most MN events occurred in high-risk patients with
CHIP/CCUS.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)