
De analyse includeerde 907 patiënten die tussen begin 1994 en eind 2012 complete resectie ondergingen voor thymomen (n=802), thymuscarcinomen (n=88), of neuro-endocriene tumoren (n=17). Met mediane follow-up van 52 maanden was de tien-jaars overall survival 89,5%. Afstands- of locoregionaal recidief werd gezien in 5,8% van de patiënten. Het voorspellingsmodel (C-index 0,86) identificeerde histologisch type en T-stadium als onafhankelijke voorspellers voor recidief. In de laag-risicogroep, bestaande uit patiënten met T1-thymomen of T2-3 type A/AB/B1 thymomen, was de incidentie van recidief significant lager dan in de hoog-risicogroep, bestaande uit patiënten met T2-3 type B2/B3 thymomen plus de patiënten met thymuscarcinomen en NETs (2,7% versus 20,1%; p<0,001). In de hoog-risicogroep werd meer dan de helft (55%) van de recidieven gezien in de eerste drie jaar na de chirurgie, en op één na alle recidieven binnen zes jaar na de chirurgie. In de laag-risicogroep was het optreden van recidief egaal verdeeld over de tien postoperatieve jaren.
De onderzoekers concluderen dat zes jaar actieve surveillance dient te worden overwogen voor hoog-risico patiënten, terwijl jaarlijkse follow-up voldoende kan zijn voor patiënten in de laag-risicogroep.
1.Liu H, Gu ZT, Qiu B et al. A recurrence predictive model for thymic tumors and its implication for postoperative management: a Chinese Alliance for Research in Thymomas database study. J Thor Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: A retrospective analysis of the Chinese Alliance for Research in Thymomas database found histologic type and T stage as independent predictive factors for recurrence after complete resection for thymic tumors. The authors conclude that a 6-year active surveillance should be considered in high-risk patients regardless of adjuvant therapy. For low-risk patients annual follow-up may be sufficient.