Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Vroege D-index geleide versus empirische antifungustherapie voor persistente febriele neutropenie


Prof. Yoshinobu KandaEmpirische antifungustherapie (EAT) wordt aanbevolen voor persistente febriele neutropenie (FN), maar is in de meeste patiënten geassocieerd met overbehandeling. De D-index, berekend als het oppervlak omgeven door de neutrofielencurve en de horizontale lijn bij een neutrofielengetal van 500/μl, geeft een indruk van zowel de duur als de diepte van de neutropenie, en maakt real-time monitoring mogelijk van het risico van invasieve fungusinfectie in individuele patiënten. Een multicenter gerandomiseerde noninferioriteits-studie in Japan heeft een nieuwe benadering voor patiënten met persistent FN onderzocht, de D-index geleide vroege antifungustherapie (DET), waarin antifungustherapie wordt uitgesteld tot de D-index de waarde van 5500 bereikt of tot positieve serum- of imaging-testen worden vastgesteld. De studie vergeleek DET met EAT. Prof. Yoshinobu Kanda (Jichi Medische Universiteit, Saitama) en collega’s publiceren de studie online in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 413 patiënten die chemotherapie of hematopoïetische stamceltransplantatie onderging voor hematologische maligniteiten. Profylactisch gebruik van antifungiciden anders dan polyenen, echinocandinen, of voriconazol was toegestaan. Micafungine 150 mg per dag werd toegediend als EAT of DET. De incidentie van waarschijnlijke of bewezen fungusinfectie was 2,5% in de EAT-groep versus 0,5% in de DET-groep, waarmee noninferioriteit van DET versus EAT werd vastgesteld. De overleving na 42 dagen was 98,0% versus 98,6%, en de overleving na 84 dagen was 96,4% versus 96,2%. Gebruik van mucafungine was significant lager in de DET-groep (60,2% versus 32,5%; p<0,001).
De onderzoekers concluderen dat de DET-strategie vergeleken met de EAT-strategie geassocieerd was met verlaagd gebruik van mucafungine zonder verhoogde incidentie van fungusinfecties.


1.Kanda Y, Kimura S-i, Iino M et al. D-index-guided early antifungal therapy versus empirical antifungal therapy for persistent febrile neutropenia: a randomized controlled noninferiority trial. J Clin Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: A randomized noninferiority trial in Japan compared empiric antifungal therapy (EAT) for febrile neutropenia versus D-index-guided early antifungal therapy (DET). The incidence of probable or proven invasive fungal infection was 2.5% with EAT versus 0.5% with DET. The use uf micafungin was sigificantly reduced in the DET group (60.2% versus 32.5%; p<0.001).

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren