
In de National Cancer Database identificeerden de onderzoekers 10.870 patiënten met SM-negatieve resectie voor stadium III tot IVB squameus celcarcinoom van de mondholte, orofarynx, hypofarynx en larynx zonder ECE tussen 2004 en 2013. Van deze patiënten kreeg 47% CRT en 53% alleen RT. Gebruik van CRT werd vaker gezien in patiënten jonger dan 65 jaar, contralaterale of bulky neck disease, en meer positieve lymfeklieren. De figuur laat zien dat gebruik van CRT versus RT geassocieerd was met betere overall survival (HR 0,902; p<0,001). De mediane overleving (median survival time, MST) was 109 maanden met alleen RT versus 115 maanden met CRT. CRT versus RT bood geen OS-voordeel voor patiënten met nul positieve lymfeklieren (n=2728), een klein maar statistisch significant voordeel voor patiënten met één positieve lymfeklier (n=3515), en een groter voordeel voor patiënten twee of meer positieve lymfeklieren (n=4627).
De onderzoekers concluderen dat het gebruik van CRT voor SM-negatief LAHNC zonder ECE frequent voorkomt. Het aantal betrokken lymfeklieren kan een goede selectiefactor zijn in nader onderzoek van de waarde van toevoegen van chemotherapie aan postoperatieve radiotherapie voor deze patiënten.
1.Trifiletti DM, Smith A, Mitra N et al. Beyond positive margins and extracapsular extension: evaluating the utilization and clinical impact of postoperative chemoradiotherapy in resected locally advanced head and neck cancer. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print