In de NCDB identificeerden de onderzoekers 16.308 patiënten die tussen begin 2004 en eind 2016 resectie ondergingen voor gelokaliseerd GIST van maag, slokdarm, dunne darm, of colorectum. Onder deze patiënten waren er 865 (5,3%) die eerst tenminste drie maanden NAT kregen. De mediane duur van NAT was 6,3 maanden. Van de NAT-patiënten had 72,8% hoog-risico GIST versus 49,7% van de UR-patiënten. In voor propensiteit-score gewogen analyse was NAT geassocieerd met significant overlevingsvoordeel (HR 0,85; 95%-bti 0,80-0,91). Negentig-dagen postoperatieve mortaliteit was lager in de NAT-groep (0,5%) dan in de UR-groep (2,2%). Er was geen significant verschil tussen beide groepen in percentage patiënten met R0-resectie.
De onderzoekers concluderen dat ondanks een hoger percentage hoog-risico patiënten in de NAT-groep, de NAT-groep vergeleken met de UR-groep een overlevingsvoordeel had en een lager risico van negentig-dagen postoperatieve mortaliteit, zonder ongunstig effect op het bereiken van R0-resectie.
- 1.Marqueen KE, Moshier E, Buckstein M, Ang C. Neoadjuvant therapy for gastrointestinal stromal tumors: a propensity score weighted analysis. Int J Cancer 2021; epub ahead of print
Summary: Analysis of the National Cancer Database found that neoadjuvant systemic therapy for localized GIST was associated with modest survival benefit and lower risk of 90-day postoperative mortality, with (compared to upfront resection) no difference in likelihood of achieving R0 resection.