
In de NCDB identificeerden de onderzoekers 115.516 vrouwen in de leeftijd van zeventig jaar of ouder die tussen begin 2004 en eind 2014 BCS ondergingen voor T1-2N0-1M0 mammacarcinoom. Patiënten die geen radiotherapie kregen hadden een hogere mortaliteit dan patiënten die wel radiotherapie kregen (vijf-jaars overleving 71,2% versus 83,8%), met multivariabel gecorrigeerde HRs van 1,65 (95%-bti 1,57-1,72) voor drie-jaars mortaliteit; 1,53 (1,47-1,58) voor vijf-jaars mortaliteit; en 1,43 (1,39-1,48) voor tien-jaars mortaliteit. Deze associatie was zelfs statistisch significant voor patiënten in de leeftijd van negentig jaar en ouder. De associatie werd gezien in alle strata van redenen voor achterwege laten van radiotherapie, ontvangen van endocriene therapie of chemotherapie, kalenderperiode, en ander klinische kenmerken, met 40% tot 65% hogere vijf-jaars mortaliteit voor patiënten zonder radiotherapie.
De onderzoekers concluderen dat, in de klinische praktijk, oudere patiënten die geen radiotherapie kregen na BCS hogere mortaliteit hadden dan patiënten die wel radiotherapie kregen.
1.Wang F, Meszoely I, Pal T et al. Radiotherapy after breast conserving therapy for elderly patients with early-stage breast cancer: a national registry based study. Int J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: Analysis of the National Cancer Database showed that in routine practice elderly early-stage breast cancer patients who received no post-BCS radiotherapy had higher mortality than those who received radiotherapy. The association held even for patients aged 90 years or older.