Het is niet duidelijk of single-hormone receptor positive tumoren, dus ER+/PR- en ER-PR+, een afzonderlijke groep mammacarcinomen vormen, of dat ze kunnen worden beschouwd als algemeen hormoonreceptorpositieve ziekte. Een analyse van de SEER-database includeerde 823.399 patiënten (5397 mannen) met mammacarcinoom en bekende
HR-status en bekende mammacarcinoom-specifieke overleving (BCSS). De mediane
leeftijd bij diagnose was 60 jaar (range 8-108) en de mediane duur van
follow-up was 71 maanden (range 0-311). Deze figuur toont de percentages patiënten met de afzonderlijke subtypen. Deze figuur laat zien dat patiënten met
enkele-HR negatieve ziekte slechtere BCSS hadden dan patiënten met dubbele-HR
positieve ziekte, maar betere BCSS hadden dan patiënten met dubbele-HR
negatieve ziekte, en dat patiënten met ER-positieve/PR-negatieve ziekte betere
BCSS hadden dan patiënten met ER-negatieve/PR-positieve ziekte.
De
onderzoekers concluderen dat patiënten met enkele-HR positieve ziekte slechtere
BCSS hadden dan patiënten met dubbele-HR positieve ziekte.
1.Li
Y, Yang D, Yin X et al. Clinicopathological
characteristics and breast cancer-specific survival of patients with single
hormone receptor-positive breast cancer. JAMA Network Open 2020;3:e1918160
Summary: An analysis of the SEER database found
that patients with single hormone receptor-positive subtypes had worse breast
cancer-specific survival than patients with double hormone receptor-positive
subtypes but better BCSS than patients with double hormone receptor-negative
subtypes. Patients with ER+/PR- subtype had better BCSS than patients with ER-/PR+
subtype. The differences were significant.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)