Er zijn enige
epidemiologische aanwijzingen voor een associatie van zuivelconsumptie met het
risico van gevorderd prostaatcarcinoom. Mary Kathryn Downer, graduate student aan Harvard School of
Public Health in Boston, en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de
associatie tussen zuivelconsumptie en de overleving na de diagnose
prostaatcarcinoom in een populatie van Zweedse patiënten. Ze publiceren de studie online in het International
Journal of Cancer.1
De
onderzoekers volgden prospectief 525 Zweedse mannen met een nieuwe diagnose
prostaatcarcinoom tussen 1989 en 1995. Tijdens de follow-up tot 2011 overleden 222 deelnemers aan
prostaatcarcinoom en 268 aan andere oorzaken. Bij diagnose consumeerden de
deelnemers gemiddeld vijf porties zuivelproducten per dag. In de gehele groep
was er geen associatie tussen de consumptie van volle melk en de
prostaatcarcinoomspecifieke mortaliteit (p=0,32). Onder patiënten met een
diagnose gelokaliseerd prostaatcarcinoom was consumptie van drie of meer
porties volle melk per dag, vergeleken met consumptie van minder dan één portie
volle melk per dag, geassocieerd met een verhoogd risico van
prostaatcarcinoomspecifieke mortaliteit (HR 6,10; p=0,004). Onder deze
patiënten was consumptie van magere melk geassocieerd met een borderline
verlaagde prostaatcarcinoomspecifieke mortaliteit. Er waren geen associaties
tussen consumptie van volle melk en prostaatcarcinoomspecifieke mortaliteit in
patiënten met een diagnose gevorderd prostaatcarcinoom.
De
onderzoekers concluderen dat de studie een positieve associatie suggereert
tussen consumptie van volle melk en progressie van gelokaliseerd
prostaatcarcinoom.
1.Downer MK, Batista JL, Mucci LA et
al. Dairy intake in relation tot prostate cancer survival. Int J Cancer 2017;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)