Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Prospectieve studie van ctDNA-analyse voor detectie van recidief na chirurgie voor colorectaalcarcinoom (0)
2025-04-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  VICTORI study CRC MRD detection
Dr. Emma TitmussAnalyse van circulerend tumor DNA (ctDNA) voor detectie van minimaal residuele ziekte (MRD) na chirurgie voor colorectaalcarcinoom (CRC) heeft prognostische waarde, maar in veel gevallen wordt ctDNA niet gedetecteerd voordat klinisch recidief is opgetreden. De prospectieve VICTORI-studie van BC Cancer (Vancouver, Canada) heeft een ultrasensitieve MRD-assay (‘NeXT Personal’) in patiënten na resectie van CRC geëvalueerd. Dr. Emma Titmuss presenteert de studie op de Annual Meeting van AACR in Chicago.1



Deze link leidt naar de slides van de presentatie. De patiënten ondergingen na resectie whole genome sequencing van weefselmonsters om een gepersonaliseerd panel van tot ongeveer 1800 somatische varianten voor detectie van MRD te genereren, dat detectie van ctDNA in de grootte-orde van 1 part per million (PPM) mogelijk maakt. De patiënten stonden bloedmonsters af voor aanvang van chirurgie, na twee, vier, zes en acht weken, en vervolgens iedere drie maanden gedurende drie jaar.

Titmuss presenteert voorlopige resultaten van 474 monsters van de eerste 68 patiënten (51 stadium I tot en met III; 17 stadium IV) met een mediane follow-up van 387 dagen. Pre-chirurgie positiviteit in behandelings-naïeve patiënten was 93,8%, en 72,4% in patiënten die neoadjuvante therapie hadden gekregen. Zevenzestig patiënten waren evalueerbaar voor klinische uitkomsten, onder wie 23 met recidief. Na exclusie van twee patiënten zonder beschikbare monsters waren 21 van 21 patiënten ctDNA-positief voorafgaan aan recidief. ctDNA-detectie ging mediaan 194 dagen (range 1-416) vooraf aan detectie van klinisch recidief. De meeste (86%; 18/21) gevallen van ctDNA-recidief werden gedetecteerd binnen acht weken na chirurgie. Het mediane detectieniveau in het eerste post-chirurgie MRD-positieve monster was 54,9 PPM. Hogere ctDNA-niveaus bij eerste detectie waren geassocieerd met kortere tijd tot klinisch recidief.

De onderzoekers concluderen dat de VICTORI-studie laat zien dat de NeXT Personal MRD-assay ctDNA in ultralage niveaus kan detecteren en reeds binnen twee weken na chirurgie voor CRC prognostisch is voor recidief.

1.Titmuss E et al. AACR Annual Meeting 2025, abstr. 3774

Summary: The prospective VICTORI study at BC Cancer (Vancouver, Canada) found that among patients after resection for CRC, the NeXT Personal ctDNA assay detected MRD at ultralow levels and was prognostic for recurrence as early as two weeks post-surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter retrospectieve studie van digitale histopathologie voor geautomatiseerde classificatie van pediatrische sarcomen (0)
2025-04-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  pediatric sarcoma automated classification
Dr. Adam ThiesenPediatrische sarcomen zijn uiteenlopende typen tumoren, die worden onderscheiden in subtypen op basis van weefsel van ontstaan en verscheidene moleculaire kenmerken. Een multicenter retrospectieve studie heeft artificial intelligence (AI) voor subtypering van pediatrische sarcomen geëvalueerd. Dr. Adam Thiesen (University of Connecticut, Mansfield) presenteert de studie op de Annual Meeting van AACR in Chicago.1

Deze link leidt naar de slides van de presentatie. De studie includeerde 691 digitale images van pathologie-slides die werden gebruikt voor het trainen van AI-algoritmen voor het herkennen van patronen die met de negen onderscheiden subtypen samenhingen. De AI-gedreven modellen onderscheidden Ewing sarcoom van andere typen sarcoom in 92,2% van de gevallen; niet-rhabdomyosarcoom wekedelensarcoom van rhabdomyosarcoom wekedelensarcoom in 93,8% van de gevallen; alveolair rhabdomyosarcoom van embryonaal rhabdomyosarcoom in 95,1% van de gevallen; en alveolair rhabdomyosarcoom van embryonaal rhabdomyosarcoom en spindelcel rhabdomyosarcoom in 87,3% van de gevallen.

De onderzoekers concluderen dat digitale histopathologie kan leiden tot betrouwbare geautomatisceerde classificatie van pediatrische sarcomen.

1.Thiesen A et al. AACR Annual Meeting 2025, abstr. 2423

Summary: A multicenter retrospective study in the USA found that use of digital histopathology can lead to automated classification of pediatric sarcomas with a high degree of accuracy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van niet-operatief management van mismatch repair deficiënte tumoren (0)
2025-04-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  MMRd cancers dostarlimab
Dr. Andrea CercekNeoadjuvante checkpointblokkade van lokaal-gevorderd mismatch repair deficient (MMRd) rectumcarcinoom resulteert in een hoog percentage patiënten met complete klinische respons, voor wie chirurgie wellicht achterwege kan blijven. Een fase 2-studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) heeft onderzocht in hoeverre dit ook het geval is voor andere typen tumoren. Dr. Andrea Cercek presenteert de studie op de Annual Meeting van AACR in Chicago.1 De studie is gelijktijdig gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.

Deze link leidt naar de slides van de presentatie. De studie includeerde 103 patiënten met stadium 2 of 3 resectabele MMRd tumoren in twee cohorten. Cohort 1 bestond uit 49 patiënten met rectumcarcinoom, en cohort 2 uit 54 patiënten met maag/slokdarm, hepatobiliaire, genito-urinaire, en gynecologische maligniteiten. De patiënten kregen zes maanden neoadjuvant dostarlimab (anti-PD1). Patiënten met klinisch complete respons konden kiezen voor niet-operatief management. In cohort 1 hadden alle 49 patiënten klinisch complete respons; in cohort 2 was dit het geval voor 35 van 54 patiënten (65%). Onder de 84 patiënten met klinisch complete respons in de twee cohorten kozen 82 voor het achterwege laten van chirurgie. In cohort 1 was 92% van de patiënten nog ziektevrij na twee jaar. Op het moment van de presentatie hadden vier patiënten al vijf jaar complete respons.

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante PD-1 blokkade de mogelijkheid biedt van niet-operatief curatief management voor patiënten met vroeg-stadium MMRd maligniteiten.

1.Cercek A et al. AACR Annual Meeting 2025, abstr. CT003

Summary: A phase 2 study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that in the curative setting, neoadjuvant PD-1 blockade offers the option of nonoperative management for most patients with early-stage MMRd malignancies regardless of tumor type.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van toevoegen van perioperatief pembrolizumab aan standaard-behandeling voor HNSCC (0)
2025-04-28 13:30   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-689
Dr. Ravindra UppaluriPatiënten met nieuw-gediagnostiseerd resectabel lokaal-gevorderd squameus celcarcinoom van hoofd en hals (LA HNSCC) worden gewoonlijk behandeld met chirurgie, gevolgd door bestraling met of zonder chemotherapie. De uitkomsten voor veel patiënten zijn niet bevredigend, aldus dr. Ravindra Uppaluri (Brigham and Women’s Hospital, Boston), die op de Annual Meeting van AACR de multinationale fase 3-studie KEYNOTE-689 presenteert.1 De studie evalueerde toevoegen van perioperatief pembrolizumab aan standaard-behandeling (SOC) voor nieuw-gediagnostiseerd resectabel LA-HNSCC.

Deze link leidt naar de slides van de presentatie. De studie includeerde 714 patiënten met stadium 3-4 HNSCC die werden gerandomiseerd naar perioperatief pembrolizumab plus SOC (n=363) of alleen SOC (n=351). Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving (EFS). Op het moment van de eerste interimanalyse was de mediane duur van follow-up 38,3 maanden (range 9,0-66,5). Onder de patiënten met PD-L1 combined positive score (CPS) 10% of hoger was de mediane EFS 59,7 maanden in de pembrolizumab plus SOC-groep versus 26,9 maanden in de SOC-groep (HR 0,66; p=0,00217). Onder de patiënten met CPS 1% of hoger was de mediane EFS 59,7 maanden versus 29,6 maanden (HR 0,70; p=0,00140). Onder alle patiënten was de mediane EFS 51,8 versus 30,4 maanden (HR 0,73; p=0,00411). Ook voor het eindpunt majeure pathologische respons (mPR) waren de resultaten significant beter met pembrolizumab plus SOC dan met alleen-SOC. Additionele follow-up voor overall survival is ongoing. Frequentie van graad 3 en hoger treatment-related adverse events was niet significant verschillend tussen pembrolizumab plus SOC (44,6%) en alleen-SOC (42,9%).

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van perioperatief pembrolizumab aan SOC resulteerde in significant betere EFS en mPR onder patiënten met resectabel LA HNSCC, ongeacht CPS.

1.Uppaluri R et al. AACR Annual Meeting 2025; abstr. CT001

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-689 trial found that among patients with newly diagnosed resectable locally advanced HNSCC, addition of perioperative pembrolizumab to standard of care resulted in significant event-free survival and major pathological response, independent of PD-L1 combined positive score. The safety profile of pembrolizumab was consistent with expectations.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van zoldonrasib voor KRAS G12D-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-04-28 12:00   ( Nieuws )
Tags:  KRAS G12D NSCLC zoldonrasib
Dr. Kathryn ArbourPatiënten met KRAS G12D-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom worden gewoonlijk behandeld met chemotherapie en immuuncheckpointremmers, maar hebben niet veel baat bij deze behandeling, en de prognose is slecht. Zoldonrasib is een nieuwe RAS(ON) tri-complex remmer die selectief gericht is op de G12D-mutatie. Een multicenter fase 1-studie in de Verenigde Staten heeft zoldonrasib geëvalueerd voor KRAS G12D-gemuteerd gevorderd NSCLC en andere solide tumoren. Dr. Kathryn Arbour (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) presenteert de studie op de Annual Meeting van AACR in Chicago.1

Deze link leidt naar de slides van de presentatie. De studie includeerde 211 patiënten met eerder-behandel gevorderde KRAS G12D-gemuteerde solide tumoren, die oplopende doseringen zoldonrasib kregen (van 150 tot 1200 mg eenmaal daags en 300 tot 600 mg tweemaal daags. Er waren geen graad 4 of 5 treatment-related adverse events, en de hoogst-verdragen dosering werd niet bereikt. Als aanbevolen fase 2-dosering werd gekozen voor 1200 mg eenmaal daags. Onder de 90 patiënten die met deze dosering werden behandeld waren de meest-gerapporteerde TRAEs misselijkheid (39% van de patiënten), diarree (24%), braken (18%), en rash (12%). De meeste TRAEs waren graad 1 of 2, met uitzondering van één patiënt met graad 3 diarree en één patiënt met graad 3 ALT-verhoging; die beide resolveerden na dosisinterruptie. Onder de 18 patiënten met NSCLC die zoldonrasib 1200 mg eenmaal daags kregen hadden 11 objectieve respons (61%) en 16 ziektecontrole (89%). De mediane tijd tot respons was 1,4 maanden.

De onderzoekers concluderen dat zoldonrasib bemoedigende antitumoractiviteit heeft laten zien voor KRAS G12D-gemuteerd gevorderd NSCLC. De behandeling werd goed verdragen.

1.Arbour KC et al. AACR Annual Meeting 2025; abstr. CT019

Summary: A multicenter phase 1 trial in the United States found that zoldonrasib showed encouraging antitumor activity in patients with KRAS G12D-mutated advanced NSCLC. Tolerability was manageable.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter first-in-human fase 1-2 studie van 9MW2821 voor patiënten met gevorderde solide tumoren (0)
2025-04-27 15:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced solid tumors 9MW2821
Prof. Jian ZhangHet volgende-generatie antibody-drug conjugate 9MW2821 levert monomethylauristatine E af bij cellen met expressie van nectine-4. Een multicenter fase 1-2 studie in China heeft 9MW2821 geëvalueerd voor patiënten met gevorderde solide tumoren. Prof. Jian Zhang (Fudan Universiteit Shanghai) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1

De studie includeerde patiënten met gevorderde solide tumoren die tenminste één eerdere lijn systemische therapie hadden gekregen voor urotheelcarcinoom (n=51), cervixcarcinoom (n=62), slokdarmarcinoom (n=49), triple-negatief mammacarcinoom (n=20), of andere solide tumoren (n=92). De patiënten kregen 9MW2821 in doseringen van 0,33 tot 1,5 mg/kg op dagen één, acht, en vijftien van vier-weekse cycli. Tijdens de doseringsescalatiefase was er één doseringslimiterende toxiciteit in de 1,5 mg/kg-groep (graad 4 neutropenie gedurende langer dan vijf dagen). Op basis van afweging van veiligheid en werkzaamheid werd gekozen voor 1,25 mg/kg als aanbevolen fase 2-dosering. De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger treatment-related adverse events met deze dosering waren afname van neutrofielengetal en leukocytengetal, anemie, toename van gamma-glutamyltransferase, rash, en perifere sensorische neuropathie. Onder de 226 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten waren de objective response rates 54% in urotheelcarcinoom, 32% in cervixcarcinoom, 14% in slokdarmcarcinoom, en 50% in triple-negatief mammacarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten suggereren dat 9MW2821 verdragen werd en klinisch relevante activiteit had onder patiënten met gevorderd urotheelcarcinoom en enige andere typen solide tumoren.

1.Zhang J, Liu R, Wang S et al. 9MW2821, a next-generation nectin-4 targeting antibody-drug conjugate, in patients with advanced solid tumors: a first-in-human, open label, multicenter, phase I/II study. Ann Oncol 2025.04.009

Summary: A multicenter, first-in-human, phase 1-2 study in China found tolerability and promising efficacy of the next-generation antibody-drug conjugate 9MW2821 for advanced urothelial cancer and various other types of solid tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van TP53-comutatie op uitkomsten na resectie van EGFR-gemuteerd vroeg-stadium longadenocarcinoom (0)
2025-04-27 12:00   ( Nieuws )
Tags:  resected early-stage EGFR-mutated LUAD TP53 co-mutation
Dr. Yasuhisa OhdeTP53 is het meest-frequent gemuteerde gen in niet-kleincellig longcarcinoom. Een retrospectieve studie van Shizuoka Cancer Center (Shizuoka, Japan) heeft de impact van TP53-comutatie op uitkomsten na resectie van vroeg-stadium EGFR-gemuteerd longadenocarcinoom (LUAD) geïnventariseerd. Dr. Yasuhisa Ohde en collega’s publiceren de studie in Clinical Lung Cancer.1



Onder 400 patiënten met complete resectie van stadium I tot en met III LUAD identificeerden de onderzoekers met whole-exome sequencing 121 patiënten die positief waren voor EGFR-mutaties, onder wie 22 (18,2%) met TP53 comutatie en 99 (81,8%) met wildtype TP53. De TP53-comutatiegroep had significant meer frequent lymfovasculaire invasie (p=0,037) en hogere tumorbelasting (p=0,007) dan de TP53 wildtype-groep. De comutatiegroep had eveneens slechtere recidiefvrije overleving (HR 2,32; p=0,025) en overall survival (HR 2,54; p=0,047), hoewel onder de patiënten die na recidief EGFR-TKIs kregen de progressievrije overleving niet significant verschilde tussen beide groepen.

De onderzoekers concluderen dat TP53-comutaties een ongunstige impact hadden op prognose van patiënten na resectie van vroeg-stadium EGFR-gemuteerd LUAD.

1.Masuda T, Katsumata S, Isaka M et al. Impact of TP53 co-mutation on clinicopathological features, prognosis, recurrence patterns, and the efficacy o EGFR-TKI treatment after recurrence in resected early-stage EGFR-mutated lung adenocarcinoma. Clin Lung Cancer 2025-00080-4

Summary: A single-center retrospective study in Japan found that TP53 co-mutations may negatively affect the prognosis of patients with resected early-stage EGFR-mutated lung adenocarcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van overleving van bij eerste versus latere mammogram gedetecteerde mammacarcinomen in jonge vrouwen (0)
2025-04-26 15:00   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer before age 45 survival after first-mammogram detected cancer
Dr. Avia WilkersonHet is denkbaar dat onder jonge patiënten (jonger dan 45 jaar) detectie van mammacarcinoom (BC) bij een eerste mammografie geassocieerd is met slechtere overleving dan detectie bij latere mammografie. Een retrospectieve studie van de Cleveland Clinic (Cleveland OH) heeft deze hypothese getoetst. Dr. Avia Wilkerson en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 738 vrouwen met een diagnose BC op de leeftijd van 40 tot en met 45 jaar die tussen begin 2010 en eind 2019 in de Cleveland Clinic behandeld werden. First mammogram cancers werden gedefinieerd als gediagnostiseerd binnen drie maanden na het eerste mammogram. Dit was het geval voor 218 patiënten (29,5%), terwijl 520 patiënten (70,5%) bij volgende mammograms gediagnostiseerd werden. De mediane follow-up was 72,2 maanden. Deze figuur laat zien dat patiënten met first mammogram cancers slechtere recidiefvrije overleving hadden, en deze figuur laat zien dat dit ook het geval was voor overall survival.

De onderzoekers concluderen dat onder BC-patiënten met een diagnose op de leeftijd van 40 tot en met 45 jaar, detectie van de ziekte bij een eerste mammogram geassocieerd is met slechtere overlevingsuitkomsten dan detectie bij een later mammogram

1.Wilkerson A, Obi M, Gentle C et al. First mammogram-detected cancer portend worse survival in youg women diagnosed with breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2025-07703-9

Summary: A retrospective study at the Cleveland Clinic (Cleveland, OH) found that among breast cancer patients diagnosed at ages 40-45 years, first mammogram-detected cancers were associated with worse survival outcomes compared with cancers detected by subsequent mammograms.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)