Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Gezondheidsuitkomsten na de leeftijd 50 jaar in overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (0)
2025-08-12 12:15   ( Nieuws )
Tags:  CCSs health outcomes after age 50 years
Dr. Rusha BhandariEr zijn slechts beperkte gegevens beschikbaar over gezondheidsuitkomsten in de groeiende populatie van childhood cancer survivors (CCSs) in de leeftijd van 50 jaar en ouder. Een analyse in het cohort van de Childhood Cancer Survivor Study heeft deze uitkomsten geïnventariseerd. Dr. Rusha Bhandari (City of Hope centrum, Duarte CA) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1

De analyse includeerde 7490 CCSs die op de leeftijd van 50 jaar in leven waren. De volgende vijf-, tien-, en vijftien-jaars mortaliteit was 8% respectievelijk 18% en 32%. De overall standardized mortality ratio (SMR) was 3,2 (95%-bti 3,0-3,4). De SMRs waren het hoogst voor overlijden aan een nieuwe maligniteit (SMR 4,7; 95%-bti 4,2-5,2). In een subset-analyse hadden CCSs zonder blootstelling aan radiotherapie vergelijkbare nieuwe maligniteitenpercentages als de algemene bevolking, met aan radiotherpie population attributable fraction van nieuwe maligniteiten van 40%. Overlevers hadden vergeleken met siblings een meer dan tweemaal verhoogd risico van ernstige, levensbedreigende, of fatale chronische gezondheidsaandoeningen (enkele: RR 2,6; 95%-bti 2,2-3,2; meerdere: 3,3; 2,5-4,4). Er waren geen associaties tussen chemotherapie en late gezondheidsuitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat oudere CCSs een verhoogd risico hadden van premature mortaliteit, nieuwe maligniteiten, en ongunstige gezondheidsuitkomsten, met name onder overlevers die radiotherapie hadden gekregen.

1.Bhandari R, Chen Y, Chow EJ et al. Health outcomes beyond age 50 years in survivors of childhood cancer: a report from the Childhood Cancer Survivor Study. J Clin Oncol 2025-00385

Summary: Analysis in the cohort of the Childhood Cancer Survivor Study found that after the age of 50 years, survivors continued to have an elevated burden of premature mortality, new cancers, and adverse health outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van lymfeklier-gericht mKRAS-specifiek vaccin voor pancreas- en colorectaalcarcinoom (0)
2025-08-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  AMPLIFY-201 trial ELI002 2P
Prof. Zev WainbergCellulaire immuniteit, gemedieerd door tumorantigeen-specifieke CD4+ en CD8+ T-cellen speelt een rol in het succes van immuuntherapie voor maligniteiten. De multicenter fase 1-studie AMPLIFY-201 in de Verenigde Staten heeft het off-the-shelf ELI-002 2P voor gemuteerd KRAS-specifiek vaccin geëvalueerd onder patiënten met pancreascarcinoom of colorectaalcarcinoom. Prof. Zev Wainberg (University of California Los Angeles) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1


Het op lymfeklieren gerichte ELI-002 2P omvat mutant-KRAS peptide antigenen (G12D en G12R). De studie includeerde 20 patiënten met pancreascarcinoom en vijf met colorectaalcarcinoom die standaard-behandeling hadden voltooid maar minimale residuele mKRAS-ziekte in het bloed hadden. Na gemiddeld 19,7 maanden follow-up na toediening van het vaccin werden sterke T-celresponsen tegen de mutant-KRAS tumoreiwitten gezien in 68% van de patiënten. De mediane radiografisch recidiefvrije overleving vanaf toediening van het vaccin werd in deze patiënten niet bereikt, vergeleken met 3,02 maanden in patiënten zonder de responsen (HR 0,12; p=0,0002); de mediane overall survival was niet bereikt versus 15,98 maanden (HR 0,23; p=0,0099).

De onderzoekers concluderen dat off-the-shelf lymfeklier-gerichte mKRAS-specifieke vaccinatie persistente T-celresponsen kan induceren die kunnen resulteren in verbetering van de uitkomsten van patiënten met KRAS-mutant positieve tumoren.

1.Wainberg Z A, Weekes CD, Furqan M et al. Lymph node-targeted, mKRAS-specific amphiphile vaccine in pancreatic and colorectal cancer: phase 1 AMPLIFY-201 trial final results. Nature Med 2025-03876-4

Summary: A multicenter phase 1 trial in the USA found that lymph node-targeting ampiphilic vaccination induced persitent T cell responses targeting oncogenic driver KRAS mutation in pancreatic and colorectal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Follow-up van osteonecrose in pediatrische ALL-patiënten behandeld volgens het NOPHO ALL2008 protocol (0)
2025-08-11 15:00   ( Nieuws )
Tags:  pediatric ALL osteonecrosis
Dr. Riitta NiinimäkiOsteonecrose (ON) is een veel-voorkomend gevolg na behandeling van ALL in kinderen. Een retrospectieve studie in vijf academische centra in Finland heeft de radiologische evolutie van ON-lesies geïnventariseerd in een cohort van pediatrische patiënten die behandeld werden volgens het ALL2008 protocol van de Nordic Society of Paediatric Haematology and Oncology (NOPHO). Dr. Riitta Niinimäki (Universiteit van Oulu) en collega’s publiceren publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1

De studie includeerde 37 patiënten met tezamen 235 ON-lesies. De meeste patiënten waren meisjes (65%) en de gemiddelde leeftijd bij de ALL-diagnose was 10,6 jaar (range 2,0-16,0) terwijl de gemiddelde leeftijd bij ON-diagnose 11,9 jaar was (2,8-18,4). De gemiddelde duur van follow-up was 3,3 jaar (range 0,04-13,5) na de ON-diagnose. Onder de lesies met follow-up scans bleven 55% stabiel, resolveerden 35%, verbeterden 8% naar lagere graad, en vertoonden 2% progressie. Onder de 109 gewichts-ON lesies werd gewrichtscollapse gezien in 18 lesies (17%). Factoren die geassocieerd waren met ongunstige ON-uitkomsten waren vrouwelijk geslacht, hogere leeftijd bij diagnose, en hematopoïetische stamceltransplantatie.

De onderzoekers concluderen dat ON een klinisch relevante bijwerking is van de behandeling van pediatrisch ALL.

1.Rokkanen R, Aarnivala H, Huhtaniska S et al. Follow-up of osteonecrosis in paediatric acute lymphoblastic leukaemia patients treated with the NOPHO ALL2008 protocol. Br J Haematol 2025.70085

Summary: A multicenter retrospective study in Finland followed the evolution of osteonecrosis lesions among pediatric ALL patients who were treated according to the NOPHO ALL2008 protocol.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van real-world uitkomsten met tweedelijns cabozantinib voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2025-08-11 13:30   ( Nieuws )
Tags:  aHCC second-line cabozantinib
Prof. Daniel AhnCabozantinib is geïndiceerd voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) na eerstelijns sorafenib, maar de eerstelijns standaard is tegenwoordig een immuun-oncologie (IO)-gebaseerd regime. Een retrospectieve studie op basis van Amerikaanse verzekeringsclaims heeft real-world uitkomsten met tweedelijns cabozantinib geïnventariseerd na eerstelijns behandelingen, waaronder nieuwere regimes. Prof. Daniel Ahn (Mayo Clinic, Phoenix AZ) en collega’s publiceren de studie in The Oncologist.1

De studie includeerde 148 patiënten die tweedelijns cabozantinib kregen na eerstelijns IO monotherapie of IO + IO combinatietherapie (n=28), eerstelijns IO plus non-IO combinatietherapie (n=54), of eerstelijns TKI-monotherapie (n=66). Onder alle patiënten was de mediane real-world tijd tot discontinuering van de behandeling 3,2 maanden, met mediane real-world tijd tot nieuwe behandeling of overlijden 7,6 maanden, en overall survival percentage na 12 maanden 61,6%. Er waren geen significante verschillen in deze uitkomsten tussen de drie groepen. Onder de 66 patiënten die tweedelijns cabozantinib startten in dosering 60 mg per dag was doseringsreductie vereist in 39,6% en onder de 56 patiënten die tweedelijns cabozantinib startten in dosering 40 mg per dag was doseringsreductie vereist in 16,1%.

De onderzoekers concluderen dat cabozantinib als tweedelijns behandeling voor aHCC consistente werkzaamheid en veiligheid laat zien, ongeacht het voorafgaande eerstelijns regime.

1.Ahn DH, Park NJ, Locker M et al. Real-world outcomes of cabozantinib as a second-line treatment for advanced hepatocellular carcinoma: a retrospective US claims analysis. The Oncologist 2025.oyaf252

Summary: A retrospective US claims analysis found that among patients with aHCC, second-line cabozantinib showed consistent effectiveness and safely regardless of the previous first-line regimen.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van peri- en post-transplantatie ruxolitinib voor myelofibrose (0)
2025-08-11 12:00   ( Nieuws )
Dr. Gabriela HobbsEen fase 2-studie in vijf centra in de Verenigde Staten heeft continue toediening van ruxolitinib voorafgaand aan, tijdens, en na allogene stamceltransplantatie in patiënten met myelofibrose (MF) geëvalueerd. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten met GVHD-vrije relapsevrije overleving (GRFS) na een jaar. Dr. Gabriela Hobbs (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s publiceren de studie in JCO Oncology Advances.1


Tussen begin 2018 en eind 2023 includeerde de studie 43 deelnemers, die verlaagde-intensiteit alloHCT ondergingen van 7/8 of 8/8 HLA-gematcthe donoren, met tacrolimua en methotrexaat als GVHD-profylaxe. Vanaf veertien dagen voor de start tot een jaar na voltooiing van de HCT kregen de deelnemers ruxolitinib 5 mg tweemaal daags. De mediane follow-up was 27 maanden (range 1-64). Het één-jaars GRFS-percentage was 71%. De figuur laat zien dat de twee-jaars percentages voor overall survival, progressievrije overleving, cumulatieve incidentie van nonrelapse mortaliteit, en ziekterecidief 82% respectievelijk 72%, 12% en 16% waren. De cumulatieve incidentie van graad 3 or 4 acute GVHD na zes maanden was 2,4%, en de twee-jaars incidentie van matige of ernstige chronische GVHD was 15%.

De onderzoekers concluderen dat continue toediening van ruxolitinib voor, tijdens, en na alloHCT voor MF veilig was, goed verdragen werd, en geassocieerd was met lage percentages klinisch relevante GVHD en bemoedigende overlevingsuitkomsten.

1.Hobbs GS, Kim HT, Hao R et al. Phase II study of peri- and post-transplant ruxolitinib for patients with myelofibrosis receiving allogeneic hematopoietic cell transplantation. JCO Oncol Adv 2025-00020

Summary: A multicenter phase 2 trial in the USA found that continuous ruxolitinib administration before, during, and after allogeneic hematopoietic stem cell transplantation for myelofibrosis was safe and tolerable, and was associated with low rates of clinically significant GVHD and encouraging survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van adagrasib versus docetaxel voor gevorderd NSCLC met KRAS-G12C mutatie (0)
2025-08-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KRYSTAL-12 KRAS G12C-mutated aNSCLC adagrasib
Prof. Tony MokAdagrasib is een remmer van KRAS-G12C, met veelbelovende activiteit voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) met KRAS-G12C mutatie in een fase 2-studie. De fase 3-studie KRYSTAL-12, in 230 centra in 22 landen, vergeleek adagrasib versus docetaxel onder patiënten met KRAS-G12C gemuteerd aNSCLC die eerder chemotherapie en immuuntherapie hadden gekregen. Prof. Tony Mok (Chinese University of Hong Kong) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1

De studie includeerde 453 patiënten die 2:1 werden gerandomiseerd naar oraal adagrasib 600 mg tweemaal daags (n=301; 298 inderdaad behandeld) of intraveneus docetaxel 75 mg/m2 iedere drie weken (n=152; 140 inderdaad behandeld). De behandeling werd voortgezet tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primair eindpunt was centraal geblindeerd beoordeelde progressievrije overleving. De mediane duur van follow-up was 7,2 maanden. De mediane PFS was 5,5 maanden in de adagrasibgroep en 3,8 maanden in de docetaxelgroep (HR 0,58; p<0,0001). Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 47% van de patiënten in de adagrasibgroep en 46% van de patiënten in de docetaxelgroep, met graad 5 TRAEs in vier patiënten versus één patiënt.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met eerder-behandeld aNSCLC met KRAS-G12C mutatie, adagrasib resulteerde in statistisch significant betere PFS dan docetaxel, zonder nieuwe veiligheidssignalen.

1.Barlesi F, Yao W, Duruisseaux M et al. Adagrasib versus docetaxel in KRASG12C-mutated non-small-cell lung cancer (KRYSTAL-12): a randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet 2025;406:615-626

Summary: The multinational phase 3 KRYSTAL-12 trial found that adagrasib demonstrated a statistically significant improvement in progression-free survival over docetaxel in patients with previously treated advanced NSLSC with KRAS-G12C mutation.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Verlenging van endocriene therapie voor postmenopauzaal vroeg-mammacarcinoom na vijf jaar endocriene therapie: meta-analyse (0)
2025-08-10 12:00   ( Nieuws )
Onder postmenopauzale vrouwen met ER-positief vroeg-stadium mammacarcinoom resulteert vijf jaar adjuvant tamoxifen in substantiële verlaging van vijftien-jaars recidief en mortaliteit, terwijl aromataseremmertherapie (AIT) nog effectiever is. Een patient-level meta-analyse door de Early Breast Cancer Trialists’ Collaborative Group heeft de werkzaamheid geïnventariseerd van voortzetting van AIT onder vrouwen die na vijf jaar endocriene therapie recidiefvrij waren. De meta-analyse is gepubliceerd in The Lancet.1

In de literatuur identificeerden de onderzoekers twaalf voor het onderwerp relevante gerandomiseerde studies met tezamen 22.031 vrouwen die vijf jaar tamoxifen, of AIT, of tamoxifen gevolgd door AIT hadden voltooid. De studies vergeleken voortzetting van AIT met geen verdere adjuvante therapie. Onder alle deelnemende vrouwen was voortzetting van AIT geassocieerd met verlaging van het risico van recidief (RR 0,73; p<0,0001). Deze verlaging was sterker na eerder alleen tamoxifen dan na eerdere AIT. Onder vrouwen die eerder AIT hadden gekregen was vijf jaar extra AIT, met mediaan 8,1 jaar follow-up, geassocieerd met verlaging van het risico van recidief (RR 0,71; p<0,0001; 5 tot 15 jaar na diagnose 11,6% versus 15,2%), afstandsrecidief (0,73; p<0,0010; 6,6% versus 8,6%), en niet-significante verlaging van de ziektespecifieke mortaliteit (0,90; p=0,40; 4,4% versus 5,0%). Vijf jaar extra AIT was geassocieerd met verhoging van het vijf-jaars risico van botfractuur (RR 1,53; p=0,0009; 4,6% versus 3,4%). Niet-adherentie aan de gealloceerde behandeling was hoog (39,0% in de voortgezette AIT-groepen versus 37,6% in de placebogroepen in de placebo-gecontroleerde studies).

De onderzoekers concluderen dat voortzetting van AIT geassocieerde was met verlaging van het risico van recidief en afstandsrecidief met ongeveer 25% ondanks substantiële nonadherentie. Het vaststellen van effecten op mortaliteit zou langere follow-up vereist hebben.

1.Early Breast Cancer Trialists’ Collaboration Group. Extending the duration of endocrine treatment for early breast cancer: patient-level meta-analysis of 12 randomised trials of aromatase inhibitors in 22 031 postmenopausal women already treated with at least 5 years of endocrine therapy. Lancet 2025;406-603-614

Summary: Patient-level meta-analysis of randomized trials found that among postmenopausal women with early breast cancer who were recurrence-free after five years of endocrine therapy, extending the duration of endocrine treatment with aromatase inhibitors was associated with reduction of subsequent recurrence and distant recurrence rate by about a quarter.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten na diagnose van een maligniteit via spoedeisende hulp in Parijs (0)
2025-08-09 15:00   ( Nieuws )
Tags:  emergency cancer diagnosis
Dr. Matthew BarclayIn veel patiënten wordt een maligniteit gediagnostiseerd binnen dertig dagen na een bezoek aan de afdeling spoedeisende hulp (‘emergency presentatie’). Een retrospectieve studie in ziekenhuizen van de Assistance Publique Hôpitaux de Paris heeft uitkomsten van patiënten met maligniteiten van borst, long, colon, rectum, en pancreas na een emergency presentatie geïnventariseerd. Dr. Matthew Barclay (University College London, UK) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

Tussen begin 2019 en eind juni 2022 kregen in de ziekenhuizen in Parijs 25.845 patiënten een diagnose van een van de genoemde maligniteiten, onder wie 3960 (15,3%) na een emergency presentatie (23% voor pancreascarcinoom, 20% voor coloncarcinoom, 19% voor longcarcinoom, 9% voor rectumcarcinoom, en 6% voor mammacarcinoom). De figuur laat zien dat de mortaliteit onder de patiënten met emergency presentatie diagnose hoger was dan onder patiënten met andere diagnose (49% versus 16% overlijden binnen een jaar na de diagnose), dat het gebruik van imaging na diagnose eveneens hoger was, terwijl minder patiënten na emergency presentatie diagnose chirurgie ondergingen met aanzienlijk lagere frequent van chirurgie op de dag van de diagnose, en dat het percentage patiënten besproken binnen een multidisciplinair team eveens lager was onder patiënten met een emergency presentatie diagnose. Ook na correctie voor metastase-status was emergency presentatie diagnose geassocieerd met slechtere overleving (HR 2,67; 95%-bti 2,52-2,84).

De onderzoekers concluderen dat in de ziekenhuizen in Parijs 15% van de patiënten met maligniteiten de diagnose krijgt binnen een maand na een bezoek aan spoedeisende hulp; deze patiënten hebben significant slechtere uitkomsten dan patiënten met diagnose via een andere route.

1.Barclay ME, Cohen A, Priou S et al. Emergency cancer diagnosis in Paris: a cross-sectional study using AP-HP data. Int J Cancer 2025.70056

Summary: A retrospective study of patients of the Assistance Publique Hôpitaux de Paris (France) found that among patients with cancer, emergency presentation (15.3% of all cancers) was associated with worse survival compared with non-emergency presentation, even after adjustment for metastatic status.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)