Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Hersenmetastasen in volwassen patiënten met melanoom met onbekende primaire tumor in Nederland (0)
2023-05-14 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MUP BMs
Catarina PadillaPatiënten met melanoom met onbekende primaire tumor (MUP) hebben over het algemeen een betere prognose dan patiënten met een zelfde stadium melanoom met bekende primaire tumor. Ontwikkeling van hersenmetastasen (BMs) van MUP kan de prognose verslechteren. Een Nederlandse studie heeft incidentie en uitkomsten van BMs van MUP in de periode van begin 2011 tot eind 2020 geïnventariseerd. PhD-student Catarina Padilla (NKI Amsterdam) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

In de Nederlandse Kankerregistratie identificeerden de onderzoeken in de studieperiode 1779 MUP-patiënten, onder wie 450 met BMs van MUP (25,3%). Onder deze patiënten waren er 381 (84,7%) die naast BMs ook andere metastasen hadden, terwijl 69 (15,3) alleen BMs hadden. BM-MUP patiënten waren voornamelijk mannen (68,2%) en waren bij diagnose mediaan 64 jaar oud (IQR 54-71). Tijdens de studieperiode nam het aantal BMs af. Het één-jaars overlevingspercentage nam toe van 30,0% (95%-bti 19,8-40,9) in 2011-2012 tot 43,6% (34,5-52,3) in 2019-2020 terwijl de mediane overall survival toenam van 4,2 maanden (3,3-6,2) tot 9,8 maanden (7,0-13,2). Onafhankelijke voorspellers van de OS waren leeftijd, locatie van BMs, aanwezigheid van synchrone levermetastase, en behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de prognose van patiënten met BM-MUP in het afgelopen decennium verbeterd is maar slecht blijft.

1.Padilla CS, Ho VKY, Mooijenkind TWAN et al. Brain metastases in adult patients with melanoma of unknown primary in the Netherlands (2011-2020). J Neuro-Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Analysis of patients with brain metastases from melanoma of unknown primary in The Netherlands found improvement in outcomes over the past decade, although the overall prognosis of these patients remains poor.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van cediranib met of zonder lenalidomide voor radiojood-refractair gedifferentieerd schildkliercarcinoom (0)
2023-05-14 11:56   ( Nieuws )
Tags:  iodine 131-refractory DTC cediranib with or without lenalidomide
Dr. Ari RosenbergTyrosinekinaseremmers (TKIs) van de VEGFR-route zijn werkzaam voor gedifferentieerd schildkliercarcinoom (DTC). Er zijn ook aanwijzingen voor activiteit van lenalidomide voor DTC, maar er is geen duidelijkheid over de waarde van de combinatie van VEGFR-gerichte TKI met lenalidomide. Een multicenter fase 2-studie in de Verenigde Staten heeft cediranib met of zonder lenalidomide voor radiojood (RAI)-refractair DTC geëvalueerd. Dr. Ari Rosenberg (The University of Chicago, IL) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1

De studie includeerde 108 volwassen patiënten met progressief RAI-refractair DTC, die niet meer dan één eerdere lijn systemische therapie hadden gekregen. De patiënten werden gerandomiseerd naar cediranib monotherapie of cediranib plus lenalidomide. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De mediane PFS was 14,8 maanden (95%-bti 8,5-23,8) met cediranib monotherapie versus 11,3 maanden (8,7-18,9) met de combinatie (p=0,36). Het twee-jaars overall survival percentage was 64,8% met cediranib versus 75,3% met de combinatie (p=0,80). Ernstige adverse events werden gezien in 41% van de patiënten in de cediranibgroep en 46% van de patiënten in de combinatiegroep.

De onderzoekers concluderen dat cediranib monotherapie veelbelovende activiteit had voor RAI-refractair DTC. Toevoegen van lenalidomide aan cediranib resulteerde niet in klinisch relevante verbetering van de uitkomsten.

1.Rosenberg AJ, Liao C-Y, Karrison T et al. A multicenter open-label randomized phase II study of cediranib with or without lenalidomide in iodine 131-refractory differentiated thyroid cancer. Ann Oncol 2023.05.002

Summary: A multicenter phase 2 trial found promising activity of cediranib for iodine 131-refractory differentiated thyroid cancer. The addition of lenalidomide to cediranib did not improve progression-free or overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van radicale cystectomie versus trimodaliteitentherapie voor spierinvasief blaascarcinoom (0)
2023-05-13 15:00   ( Nieuws )
Tags:  MIBC cystectomy versus trimodality therapy
Prof. Alexandre ZlottaEr zijn geen succesvolle studies uitgevoerd waarin resultaten van radicale cystectomie werden vergeleken met die van trimodaliteitentherapie onder patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (MIBC). Een retrospectieve propensity score gematchte (PSM) en gewogen (IPTW) analyse heeft uitkomsten geïnventariseerd van MIBC-patiënten van drie academische centra in de VS en Canada die hetzij radicale cystectomie ondergingen of transurethrale resectie van de tumor gevolgd door concurrente chemoradiotherapie. Prof. Alexandre Zlotta (Mount Sinai Hospital, Toronto) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

Tussen begin 2005 en eind 2017 werden in de drie centra 722 patiënten met klinisch stadium T2-T4N0M0 MIBC behandeld die als geschikt werden beschouwd voor zowel radicale cystectomie als trimodaliteitemtherapie. Van deze patiënten ondergingen 440 radicale cystectomie en kregen 282 trimodaliteitentherapie. Het primaire eindpunt van de analyse was metastasevrije overleving (MFS) en secundaire eindpunten waren overall survival (OS), ziektespecifieke overleving (CSS), en ziektevrije overleving (DFS). PSM- en IPTW-analyse lieten geen significante verschillen zien tussen beide groepen voor de oncologische uitkomsten MFS, CSS, en DFS. De OS was significant beter met trimodaliteitentherapie dan met radicale cystectomie (IPTW: HR 0,70; p=0,010 en PSM: HR 0,75; p=0,0078).

De onderzoekers concluderen dat trimodaliteitentherapie vergelijkbare oncologische uitkomsten levert als radicale cystectomie. Trimodaliteitentherapie zou moeten worden aangeboden aan alle geschikte MIBC-patiënten, en niet alleen aan patiënten voor wie chirurgie geen optie is wegens comorbiditeiten.

1.Zlotta A, Ballas LK, Niemierko A et al. Radical cystectomy versus trimodality therapy for muscle-invasive bladder cancer: a multi-institutional propensity score matched and weighted analysis. Lancet Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective analysis of patients of three tertiary center in the USA and Canada compared results of MIBC patients undergoing trimodality therapy (maximal transurethral resection followed by concurrent chemoradiation) of radical cystectomy. There were no significant differences in oncological results between both groups, while overall survival favored trimodality therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van eerstelijns dalpiciclib plus endocriene therapie voor HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (0)
2023-05-13 13:30   ( Nieuws )
Tags:  DAWNA-2 trial HR-positive HER2-negative aBC dalpiciclib
Prof. Binghe XuDalpiciclib is een CDK4/6 remmer, die toegevoegd aan fulvestrant resulteerde in significante verlenging van de progressievrije overleving onder patiënten met eerder-behandeld HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (aBC). De multicenter fase 3 DAWNA-2 studie in China heeft toevoegen van dalpiciclib aan eerstelijns endocriene therapie voor HR-positief HER2-negatief aBC geëvalueerd. Prof. Binghe Xu (Chinese Academie van Medische Wetenschappen, Beijing) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

DAWNA-2 werd uitgevoerd in 42 centra. De studie includeerde patiënten met niet-eerder behandeld HR-positief HER2-negatief aBC, leeftijd 18 tot en met 75 jaar, en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar oraal dalpiciclib (150 mg eenmaal daags op dagen 1 tot en met 21 van vier-weekse cycli) of placebo toegevoegd aan letrozol of anastrozol. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde PFS.

De dalpiciclibgroep telde 303 patiënten en de placebogroep 153. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 21,6 maanden (IQR 18,3-25,9). Ziekteprogressie of overlijden was gezien in 34% van de patiënten in de dalpiciclibgroep versus 54% van de patiënten in de placebogroep. De figuur laat zien dat de PFS significant langer was met dalpiciclib plus endocriene therapie (mediaan 30,6 maanden) dan met placebo plus endocriene therapie (18,2 maanden; HR 0,51; p<0,0001). Graad 3 of 4 adverse events werden gerapporteerd voor 90% van de patiënten in de dalpiciclibgroep versus 12% van de patiënten in de placebogroep. Twee patiënten in de dalpiciclibgroep overleden aan onbekende oorzaken.

De onderzoekers concluderen dat dalpiciclib plus letrozol of anastrozol een nieuwe standaard eerstelijns behandeling zou kunnen zijn voor HR-positief HER2-negatief aBC.

1.Zhang P, Zhang Q, Tong Z et al. Dalpiciclib plus letrozole or anastrozole versus placebo plus letrozole of anastrozole as first-line treatment in patients with hormone receptro-positive, HER2-negative advanced breast cancer (DAWNA-2): a multicentre, randomised, double-blind, placebo-controlled, phase 3 trial. Lancet Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: The phase 3 DAWNA-2 trial, at 42 centers in China, found that addition of the CDK4/6 inhibitor dalpiciclib to first-line endocrine therapy for HR-positive, HER2-negative advanced breast cancer resulted in significantly longer progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Majeure chirurgische interventies in lange-termijn overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (0)
2023-05-13 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CCSS cohort cumulative burden of major surgical interventions
Dr. Brent WeilMultimodale therapie voor maligniteiten in kinderen resulteert in verhoogd risico van chronische aandoeningen en volgende maligniteiten. Een analyse in het Childhood Cancer Survivor Study (CCSS)-cohort heeft de cumulatieve last van majeure chirurgische interventies (anesthesie-vereisende) vijf jaar of langer na de diagnose onder overlevers vergeleken met die onder broers of zusters. Dr. Brent Weil (Boston Children’s Hospital) en collega’s publiceren de analyse in The Lancet Oncology.1

De analyse includeerde 25.656 overlevers van een maligniteit gediagnostiseerd voor de leeftijd 21 jaar (mediane leeftijd bij diagnose 6,1 jaar; mediane follow-up 21,8 jaar; IQR 16,5-28,4) en 5045 nearest-age siblings. De overlevers ondergingen 28.202 majeure chirurgische interventies vijf jaar of langer na de diagnose, en de siblings ondergingen 4110 van deze ingrepen. De 35-jaars mean cumulative counts (MCC) van chirurgische interventies was 206,7 (95%-bti 202,7-210,8) per 100 overlevers versus 128,9 (123,0-134,7) per 100 siblings (aRR 1,8; 1,7-1,9). Overlevers met een diagnose in de jaren negentig van de vorige eeuw hadden hoger risico van chirurgische interventie dan overlevers met een diagnose in de jaren zeventig (aRR 1,4; 95%-bti 1,3-1,5). De hoogste cumulatieve belasting van chirurgische interventies werd gezien onder overlevers van Hodgkin lymfoom (35-jaar MCC 333,3 per 100 overlevers0, Ewing sarcoom (322,9) en osteosarcoom (269,6). Locoregionale chirurgie of radiotherapie was geassocieerd met late chirurgische interventie in hetzelfde orgaansysteem of body region.

De onderzoekers concluderen dat overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd een significante belasting hebben van late majeure chirurgische interventies.

1.Dieffenbach BV, Murphy AJ, Liu Q et al. Cumulative burden of late, major surgical intervention in survivors of childhood cancer: a report from the Childhood Cancer Survivor Study (CCSS) cohort. Lancet Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: Analysis of the Childhood Cancer Survivor Study cohort found that childhood cancer survivors have a significant burden of late, major surgical interventions.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Neoadjuvante ET versus gedeëscaleerde chemotherapie, beide met duale HER2-blokkade, voor HR-positief HER2-positief EBC (0)
2023-05-12 15:00   ( Nieuws )
Tags:  WSG-TP-II trial early breast cancer
Prof. Oleg GluzDe combinatie van chemotherapie met (duale) HER2-blokkade is standaard voor HR-positief HER2-positief vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC). De multicenter gerandomiseerde WSG-TP-II studie in Duitsland vergeleek neoadjuvante gedeëscaleerde chemotherapie (CT, paclitaxel 80 mg/m2 eens per week) versus neoadjuvante standaard endocriene therapie (ET, aromataseremmer of tamoxifen), beide in combinatie met trastuzumab en pertuzumab iedere drie weken, in patiënten met HR-positief HER2-positief EBC. Prof. Oleg Gluz (Borstcentrum Niederrhein, Mönchengladbach) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1


De studie, uitgevoerd in 34 centra, includeerde 207 patiënten (mediane leeftijd 53 jaar; range 25-83; 58% met cT2 tot en met cT4 tumoren; 28% met klinisch klierpositieve ziekte). De patiënten werden in de neoadjuvante setting gerandomiseerd naar ET (n=100) of CT (n=107), beide in combinatie met duale HER2-blokkade. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR). Het pCR-percentage was 23,7% in de ET-groep versus 56,4% in de CT-groep (OR 0,24; p<0,001). In beide armen waren immuunhistochemische HER2-score 3 of hoger, en HER2-verrijkt subtype onafhankelijke voorspellers van pCR. Superioriteit van CT over ET werd niet gezien in het kwartiel met de hoogste ERBB2-expressie (bepaald aan de hand van mRNA). In de CT-arm, maar niet in de ET-arm, werd na twaalf weken afname van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gezien.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met HR-positief HER2-positief EBC, neoadjuvante CT plus duale HER2-blokkade resulteerde in beter pCR-percentage dan ET plus duale HER2-blokkade (visual abstract).

1.Gluz O, Nitz UA, Christgen M et al. Efficacy of endocrine therapy plus trastuzumab and pertuzumab vs de-escalated chemotherapy in patients with hormone receptor-positive/ERBB2-positive early breast cancer. The neoadjuvant WSG-TP-II randomized clinical trial. JAMA Oncol 2023.0646

Summary: The multicenter neoadjuvant WSG-TP-II randomized trial in Germany, among patients with HR-positive, HER2-positive early-stage breast cancer, found an excellent pCR rate after 12 weeks of de-escalated chemotherapy plus dual HER2 blockade, that was clearly superior to the pCR rate after endocrine therapy plus dual HER2 blockade.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Absoluut en conditioneel aantal verloren levensjaren door solide maligniteiten in Nederland (0)
2023-05-12 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LOLE CLOLE
Carolien MaasLoss of life expectancy (LOLE) van een patiënt met een maligniteit is gedefinieerd als het verschil tussen de levensverwachting van de patiënt en de levensverwachting van een voor leeftijd, geslacht, en kalenderjaar gematchte groep in de algemene bevolking. Conditionele LOLE (CLOLE) is de LOLE van een patiënt die sinds de diagnose al een zekere periode overleefd heeft. Een studie van Erasmus MC heeft ontwikkelingen van LOLE en CLOLE van patiënten met solide maligniteiten in Nederland tussen 1989 en 2019 geïnventariseerd. PhD-student Carolien Maas en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

In de Nederlandse Kankerregistratie identificeerden de onderzoekers volwassen patiënten met een diagnose van één van zeventien meest frequente solide maligniteiten tussen 1989 en 2019, met follow-up tot 2022. Voor alle maligniteiten tezamen nam de LOLE consistent af van 1989 tot 2019. De afname was het sterkst onder mannen met prostaatcarcinoom (bijvoorbeeld voor 65-jarigen van 6,9 tot 2,7) en onder vrouwen met mammacarcinoom (6,6-1,9). De LOLE onder patiënten met maligniteiten van hoofd en hals en maligniteiten van het centraal zenuwstelsel bleef constant in de loop van de tijd. Deze link leidt naar de LOLE Calculator. De CLOLE nam af met ieder extra jaar dat de patiënten na de diagnose overleefd hadden. Bijvoorbeeld de CLOLE bij een diagnose mammacarcinoom in een 65-jarige vrouw in 2019 was 1,9 jaar, vergeleken met 1,7 jaar na overleving van één jaar na de diagnose, afnemend naar 1,0 jaar na vijf jaar overleving, en 0,5 jaar na tien jaar overleving.

De onderzoekers concluderen dat de ontwikkeling van LOLE onder patiënten met maligniteiten substantieel uiteenloopt voor verschillende typen maligniteiten, leeftijden, en ziektestadia.

1.Maas CCHM, van Klaveren D, Visser O et al. Number of life-years lost at the time of diagnosis and several years post-diagnosis in patients with solid malignancies.: a population-based study in the Netherlands, 1989-2019. eClinMed 2023.101994

Summary: Analysis of data from the Netherlands Cancer Registry found that among patients with one of 17 most frequent malignancies during 1989-2019, the number of life-years lost substantially varied across cancer type, age, and disease stage.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van eerstelijns venetoclax-combinaties voor chronische lymfatische leukemie (0)
2023-05-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CLL first-line venetoclax combinations
Prof. Barbara EichhorstEr zijn geen gerandomiseerde studies uitgevoerd van venetoclax plus anti-CD20 antilichamen als eerstelijns behandeling voor gevorderd chronische lymfatische leukemie (aCLL) in fit patients (gedefineerd als patiënten met lage belasting van comorbiditeiten). Een multinationale fase 3-studie heeft eerstelijns venetoclax-combinaties voor CLL in fit patients vergeleken. Prof. Barbara Eichhorst (Universiteit van Keulen, Duitsland) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 926 patiënten zonder TP53-veranderingen. De patiënten werden 1:1:1:1 gerandomiseerd naar zes cycli standaard chemo-immuuntherapie (n=229), venetoclax-rituximab (n=237), venetoclax-obinituzumab (n=229), of venetoclax-obinutuzumab-ibrutinib (n=231). Primaire eindpunten waren niet-detecteerbare MRD (<10-4) na vijftien maanden en progressievrije overleving.


Na vijftien maanden was het percentage patiënten met niet-detecteerbare MRD significant hoger in de groep met venetoclax-obinutuzumab (85,5%; 97,5%-bti 80,6-91,1) en in de groep met venetoclax-obinutuzumab-ibrutinib (92,2%; 87,3-95,7) dan in de groep met chemo-immuuntherapie (52,0%; 44,4-59,5; p<0,001 voor beide vergelijkingen). Dit was niet het geval in de groep met venetoclax-rituximab (57,0%; 97,5%-bti 49,5-64,2; p=0,32). Het drie-jaars progressievrije-overlevingspercentage was eveneens significant hoger met venetoclax-obinituzumab-ibrutinib (90,5%) en met venetoclax-obinutuzumab (87,5%) dan met chemo-immuuntherapie (75,5%), maar was niet significant hoger met venetoclax-rituximab (80,8%) dan met chemo-immuuntherapie. Graad 3 of 4 infecties waren meer frequent met chemo-immuuntherapie (18,5%) en venetoclax-obinutuzumab-ibrutinib (21,2%) dan met venetoclax-rituximab (10,5%) of venetoclax-obinutuzumab (13,2%).

De onderzoekers concluderen dat onder fit patients met niet-eerder behandeld aCLL zonder TP53-afwijkingen, venetoclax-obinutuzumab met of zonder ibrutinib superieur was aan standaard chemo-immuuntherapie (quick take video summary)

1.Eichhorst B, Niemann CU, Kater AP et al. First-line venetoclax combinations in chronic lymphocytic leukemia. N Engl J Med 2023;388:1739-1754

Summary: A multinational phase 3 trial found that among fit patients with advanced CLL, first-line venetoclax-obinutuzumab with or without ibrutinib was superior to chemoimmunotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)