Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van gedeëscaleerd neoadjuvant nab-paclitaxel plus pyrotinib en trastuzumab voor intrinsiek HER2-verrijkt mammacarcinoom (0)
2025-07-21 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NJMU-BC01
Dr. Wenbin ZhouEr is behoefte aan nieuwe neoadjuvante gedeëscaleerde-chemotherapie strategieën voor HER2-positief mammacarcinoom. Pyrotinib is een irreversibele pan-HER receptor TKI. De multicenter fase 2-studie NJMU-BC01 in China heeft de neoadjuvante combinatie van gedeëscaleerd nab-paclitaxel met pyrotinib en trastuzumab geëvalueerd voor intrinsiek HER2-verrijkt mammacarcinoom. Dr. Wenbin Zhou (Medische Universiteit Nanjing) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1

De studie includeerde 74 patiënten met HER2-positief mammacarcinoom (klinisch stadium IIA-IIIC). De patiënten kregen eenmaal pyrotinib 400mg plus zes drie-weekse cycli van trastuzumab (8mg/kg loading dose gevolgd door 6 mg/kg maintenance dose) en nab-paclitaxel 260 mg/m2 op dag één van elke cyclus. Onder de 43 patiënten met BluePrint HER2-verrijkt mammacarcinoom hadden 23 totale pathologisch complete respons in borst en axilla (53%; 95%-bti 38-69) en hadden 28 borst-pCR (65%; 49-79). Onder de 23 patiënten met non-HER2 verrijkte subtypen hadden 7 tpCR (30%; 95%-bti 13-53) en hadden 10 bpCR (43%; 23-66). Onder de 66 patiënten met een MammaPrint risicoscore-index was het percentage met tpCR in de MammaPrint ultra-high groep (24 van 39) significant hoger dan in de MammaPrint high groep (6 van 26; p=0,0024). Met mediaan 19,9 maanden follow-up (IQR 15,5-25,4) werden geen gevallen van redicief, metastase of overlijden gezien. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 23% van de patiënten; er waren geen graad 5 TRAEs en geen patiënten die de behandeling discontinueerden vanwege ziekteprogressie tijdens de neoadjuvante therapie.

De onderzoekers concluderen dat dit regime van neoadjuvante gedeëscaleerde chemotherapie veelbelovende werkzaamheid had voor BluePrint HER2-verrijkt mammacarcinoom.

1.Pan H, Ren Y, Zha M et al. De-escalated neoadjuvant nab-paclitaxel combined with pyrotinib and trastuzumab in intrinsic HER2-enriched breast cancer (NJMU-BC01): a multicenter, single-arm, phase 2 trial. eClinMed 2025.103376

Summary: The multicenter phase 2 NJMU-BC01 trial multicenter phase 2 NJMU-BC01 trial in China found promining efficacy of a de-escalated chemotherapy regimen for intrinisic HER2-enriched breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van veiligheid en werkzaamheid van oncolytische virotherapie onder patiënten met maligniteiten (0)
2025-07-21 12:00   ( Nieuws )
Tags:  oncolytic virotherapy
Prof. Hong LiuOncolysische virotherapie (IOV) is een veelbelovende vorm van immuuntherapie die gemodificeerde op kankercellen gerichte virussen gebruikt voor het versterken van antitumor-immuniteit. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde artikelen heeft veiligheid en werkzaamheid van OV voor maligniteiten. Prof. Hong Liu (Centrale Zuidelijk Universiteit, Changsa, China) en collega’s publiceren de analyse in eClinicalMedicine.1

In de literatuur tot en met eind april 2025 identificeerden de onderzoekers 186 studies die aan de inclusiecriteria voldeden, met tezamen 6979 deelnemers. De meest-gerapporteerde met OV samenhangende adverse events waren vermoeidheid (1,98% van de patiënten), pyrexie (2,16%), koorts (3,32%), en chills (1,65%) met neutropenie 1,07%) en lymfocytopenie (0,71%) als meest-gerapporteerde ernstige AEs. De werkzaamheid van OV monotherapie was hoger vergeleken met immuuntherapie en combinatieregimes, maar het risico van toxiciteit met OV was hoger dan met conventionele behandelingen. Vooral combinaties met chemotherapie of radiotherapie waren geassocieerd met significant hogere risico’s van AEs vergeleken met alleen chemotherapie of radiotherapie, terwijl OV gecombineerd met immuuntherapie een meer gunstig veiligheidsprofiel had. De werkzaamheid liep uiteen tussen verschillende behandelstrategieën, gebruikte virussen, toedieningsroutes, en leeftijdsgroepen van de patiënten.

De onderzoekers concluderen dat de analyse robuuste evidentie levert voor de tolerabiliteit en werkzaamheid van OV in de behandeling van maligniteiten.

1.Lau P, Liang L, Chen X et al. Comparative safety and efficacy of oncolytic virotherapy for the treatment of individuals with malignancies: a systematic review, meta-analysis, and Bayesian network meta-analysis. eClinMed 2025.103362

Summary: Systematic review and meta-analysis of 186 studies with 6979 participants found robust evidence of tolerability and efficacy of oncolytic virotherapy for treatment of cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van impact van GVHD-profylaxe op risico van tweede primaire maligniteiten na alloHSCT (0)
2025-07-21 06:48   ( Nieuws )
Tags:  allogeneic hematopoietic stem cell transplantation
Dr. Fotios MichelisTweede primaire maligniteiten (SPMs) zijn een bekende late complicatie van allogene hematopoïetische stamceltransplantatie (alloHSCT). Een retrospectieve studie van Princess Margaret Cancer Centre (Toronto, Canada) heeft de impact van GVHD-profylaxe met anti-thymocytglobuline en post-transplant cyclofosfomide (ATG-PTCy) op de incidentie van SPMs vergeleken met andere GVHD-profylactische regimes geïnventariseerd. Dr. Fotios Michelis en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1

De studie includeerde 1418 patiënten. Tijdens 6125 patiënt-jaren follow-up ontwikkelden 138 patiënten een SPM, met een cumulatieve incidentie na vijf jaar van 10,6%. Gebruik van ATG-PTCy was onafhankelijk geassocieerd met verlaagd risico van ontwikkelen van SPM (HR 0,65; p=0,02), terwijl hogere leeftijd en matig-tot-ernstige chronische GVHD geassocieerd waren met verhoogd risico van ontwikkelen van SPM. Vergeleken met de algemene bevolking hadden alloHSCT-ontvanger een 2,45 maal verhoogd risico van SPM. Het drie-jaars overall survival percentage vanaf de SPM-diagnose was 69,8%, met hematologische SPM geassocieerd met slechtere overleving (HR 2,40; p<0,01). Vijftien patiënten ontwikkelden meer dan één SPM.

De onderzoekers concluderen dat ATG-PTCy het risico van SPM na alloHSCT verlaagde.

1.Desai N, Al-Shaibani E, Alfaro-Moya T et al. Impact of graft-versus-host disease prophylaxis on second primary malignancies after allogeneic haematopoietic stem cell transplantation. Br J Haematol 2025.70006

Summary: A retrospective study at Princess Margaret Cancer Centre (Toronto, Canada) found that ATG-PTCy for GVHD prophylaxis after allogeneic hematopoietic stem cell transplantation was associated with reduced risk of second primary malignancies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van neoadjuvant camrelizumab plus chemotherapie of apatinib voor stadium IIA-IIIA NSCLC (0)
2025-07-20 15:00   ( Nieuws )
Tags:  resectable stage IIA-IIIA neoadjuvant camrelizumab
Prof. Yuming ZhuEr is behoefte aan nieuwe neoadjuvante immuuntherapie-combinaties voor resectabel niet-kleincellig longcarcinoom. Een multicenter niet-gerandomiseerde fase 2-studie in China heeft neoadjuvant camrelizumab (anti-PD-1) in combinatie met chemotherapie of de VEGFR-2 remmer apatinib voor resctabel stadium IIA-IIIA NSCLC geëvalueerd. Prof. Yuming Zhu (Tongji Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in BMC Medicine.1

De studie, uitgevoerd in vier centra in China, includeerde patiënten die twee tot vier cycli neoadjuvante behandeling kregen gevolgd door chirurgie. Patiënten in arm AR (n=28) kregen camrelizumab 200 mg iedere drie weken plus platina-gebaseerde chemotherapie, ongeacht de PD-L1 status. Arm BR includeerde patiënten met PD-L1 positieve ziekte; deze patiënten kregen camrelizumab 200 mg iedere drie weken plus apatinib 250 mg eenmaal daags. Het primaire eindpunt was majeure pathologische respons. Het MPR-percentage was 25,0% (95%-bti 10,7-44,9) in arm AR en 60,0% (26,2-87,8) in arm BR.De figuur toont gebeurenisvrije overleving en overall survival in beide armen (mediaan 24,8 respectievelijk 38,3 maanden in arm AR en 28,7 respectievelijk niet bereikt in arm BR).

De onderzoekers concluderen dat de neoadjuvante combinatie van camrelizumab plus chemotherapie gunstige veiligheid en werkzaamheid had voor stadium IIA-IIIA NSCLC, ongeacht de PD-L1 status, en dat onder patiënten met PD-L1-positieve ziekte de combinatie van camrelizumab plus apatinib resulteerde in verder verbeterde werkzaamheid.

1.Ji S, Sheng Z, Bian D et al. Neoadjuvant camrelizumab plus chemotherapy or apatinib for resectable stage IIA-IIIA NSCLC: a multicenter, two-arm, phase II exploratory trial. BMC Medicine 2025;23:429

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that neoadjuvant camrelizumab plus platinum-based chemotherapy had promising efficacy and tolerability for resectable stage IIA-IIIA NSCLC, regardless of PD-L1 status. In PD-L1-positive patients, neoadjuvant camrelizumab plus apatinib showed safety and effectiveness.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter retrospectieve studie van abemaciclib plus endocriene therapie voor HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (0)
2025-07-20 12:00   ( Nieuws )
Tags:  locally advanced or metastatic breast cancer
Dr. Mark NathanCDK4/6-remmers in combinatie met endocriene therapie worden op basis van resultaten van de fase 3-studies MONARCH 2 en MONARCH 3 gezien als standaard-behandeling in eerste- en tweedelijns setting van HR-positief HER2-negatief lokaal-gevorderd of metastatisch mammacarcinoom (aBC). Een multicenter retrospectieve studie in het Verenigd Koninkrijk heeft uitkomsten met deze behandeling in de klinische praktijk geïnventariseerd. Dr. Mark Nathan (Guy’s and St Thomas’ NHS Foundation Trust, Londen) en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

De studie includeerde 174 volwassen patiënten van negen centra, die tussen juli 2021 en juni 2022 begonnen met de behandeling en tenminste drie maanden follow-up hadden. De mediane leeftijd bij inclusie was 65,2 jaar. Complete respons op abemaciclib plus endocriene therapie werd gezien in 0,7% van de patiënten; partiële respons in 27,9%; stabiele ziekte in 59,6%; en progressieve ziekt in 11,8%. De mediane tijd tot progressie werd niet bereikt onder de patiënten die abemaciclib plus endocriene therapie in eerste lijn kregen en was 27,7 maanden (95%-bti 11,7-NR) in tweede lijn en 19,3 maanden (7,7-21,9) in derde lijn.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten gebruik van abemaciclib plus endocriene therapie voor HR-positief HER2-negatief aBC steunen.

1.King J, Fakhouri W, Jarvis R et al. Abemaciclib in combination with endocrine therapy for the treatment of HR-positive/HER2-negative locally advanced/metastatic breast cancer in the UK: an observational study. BMC Cancer 2025;25:1189

Summary: A multicenter retrospective real-world study in the UK found benefit of abemaciclib plus endocrine therapy for HR-positive, HER2-negative locally advanced or metastatic breast cancer in first, second, and third line.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overlevingsimpact van GLP-1RAs, SGLT2-remmers, en DPP4-remmers onder oudere patiënten met maligniteiten en T2D (0)
2025-07-19 15:00   ( Nieuws )
Dr. Jingchuan GuoEr is geen duidelijkheid over de overlevingsimpact van nieuwere glucoseverlagende middelen onder oudere patiënten met maligniteiten en type 2 diabetes (T2D). Een retrospectieve analyse van Medicare-gegevens in de periode begin 2013 tot eind 2020 heeft overleving met glucagon-like peptide-1 receptor agonisten, sodium-glucose cotransporter-2 remmers, en dipeptidylpeptidase-4 remmers (GLP-1RAs, SGLT2is, DPP4is) vergeleken onder oudere patiënten met T2D en een maligniteit. Dr. Jingchuan ‘Serena’ Guo (University of Florida, Gainesville) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde patiënten in de leeftijd van 66 jaar of ouder met T2D en één van negen maligniteiten (schildklier, pancreas, blaas, colorectaal, long, nier, borst, endometrium, of prostaat) die behandeling met GLP-1RA, SGLT2i, of DPP4i begonnen en tenminste één jaar overleefden. In propensity score gematchte analyse waren er 2553 gematchte paren voor de vergelijking van GLP-1RA versus SGLT2i (gemiddelde leeftijd 73,9 ± 5,5 jaar; mediane follow-up 1,65 jaar; IQR 0,76-2,76) en 2564 gematchte paren voor de vergelijking van GLP-1RA versus DPP4i (gemiddelde leeftijd 74,1 ± 5,6 jaar; mediane follow-up 1,73; IQR 0,83-2,79). De figuur aat zien dat de all-cause mortaliteit niet significant verschillend was tussen gebruikers van GLP-1RA en SGLT2i (HR 1,03; 95%-bti 0,85-1,23) maar wel significant lager was met GLP-1RA dan met DPP4i (0,60; 0,51-0,70).

De onderzoekers concluderen dat onder oudere patiënten met maligniteiten en T2D, gebruik van GLP-1RA geassocieerd was met significant lagere mortaliteit dan gebruik van DPP4i, en niet verschillende mortaliteit vergeleken met SGLT2i.

1.Radwan RM, Lu Y, Dai H et al. GLP1-RA use and survival among older adults with cancer and type 2 diabetes. JAMA Network Open 2025;8:e2521887

Summary: A retrospective cohort study using 2013 to 2020 Medicare data found that among older adults with cancer and T2D, mortality risk was not significantly different with use of GLP-1RA versus SLGT2i, while GLP-1RA use was associated with significantly lower mortality than DPP4i use.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale first-in-human studie van givastomig voor CLDN18.2-positieve solide gevorderde of metastatische tumoren (0)
2025-07-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  givastomig
Dr. Geoffrey KuGivastomig is een bispecifiek op CLDN18.2 en 4-1BB gericht antilichaam. Een first-in-human studie in de Verenigde Staten en China heeft givastomig geëvalueerd voor patiënten met CLDN18.2-positieve gevorderde of metastatische tumoren. Dr. Geoffrey Ku (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 75 patiënten, onder wie 36 die in de escalatiefase givastomig in doseringen 0,1 tot 18 mg/kg iedere twee weken kregen. De hoogst-verdragen dosering werd niet bereikt, met als meest-gerapporteerde treatment-related adverse events misselijkheid, anemie, vermoeidheid, leukopenie, braken, en verhoogd alanine-aminotransferase. Als dosering voor expansie werd gekozen voor 12 mg/kg. Met deze dosering werd onder patiënten met CLDN18.2-positief gastro-esofageaal carcinoom (GEC) een objective response rate van 16% gezien.

De onderzoekers concluderen dat givastomig manageable veiligheid had en antitumoractiviteit heeft laten zien onder patiënten met gevorderde solide tumoren, met name CLDN18.2 GEC.

1.Ku G, Shen L, Dayyani F et al. A first-in-human study of givastomig, a CLDN18.2 and 4-1BB bispecific antibody, as monotherapy in patients with CLDN18.2-positive advanced or metastatic solid tumors. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: A first-in-human study in the US and China found manageable safety, dose-proportional exposure, and antitumor activity of givastomig in patients with advanced solid tumors, particularly in CLDN18.2-positive gastroesophageal carcinoma.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van overall survival met protonentherapie voor CNS-tumoren in volwassen en pediatrische patiënten (0)
2025-07-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CNS tumors PBT
Prof. Chi LinEr is geen duidelijkheid over de overall survival onder patiënten die protonentherapie (PBT) krijgen voor tumoren van het centraal zenuwstelsel (CNS). Een retrospectieve analyse van gegevens in de National Cancer Database heeft impact van PBT op overleving onder volwassen en pediatrisch patiënten met CNS-tumoren geïnventariseerd. Prof. Chi Lin (Nebraska Medical Center, Omaha) en collega’s publiceren de analyse in BMC Cancer.1


In de NCDB over de periode van begin 2004 tot eind 2022 identificeerden de onderzoekers 162.506 patiënten met CNS-tumoren, onder wie 5.548 (3,4%) PBT kregen. De figuur laat zien dat het gebruik van PBT voor CNS-tumoren toenam tijdens de studieperiode (a,b) en dat PBT vergeleken met foton-radiotherapie geassocieerd in multivariabele analyse geassocieerd was met significant langere OS onder alle patiënten (c), onder pediatrische patiënten (d), en onder volwassen patiënten (e). Ook in subgroep-analyses van patiënten die chirurgie ondergingen en patiënten die geen chirurgie ondergingen was PBT geassocieerd met significant langere OS vergeleken met foton-radiotherapie.

De onderzoekers concluderen dat onder volwassen en pediatrische patiënten met CNS-tumoren PBT vergeleken met foton-radiotherapie resulteerde in langere OS.

1.Amin S, Amin P, Lin C. Proton beam radiation therapy and the overall survival pf adult and pediatric patients diagnosed with central nervous system tumors. BMC Cancer 2025;25:1187

Summary: A retrospective study using the National Cancer Database found that adult and pediatrics patients with CNS tumors who received proton beam therapy had longer OC compared to patients who received photon radiotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)