Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Associatie van residentiële blootstelling aan UV-straling uit zonlicht met risico van hematologische maligniteiten in kinderen (0)
2024-10-14 12:00   ( Nieuws )
Tags:  solar UV radiation CHM
Prof. Ben SpycherStudies van de associatie tussen blootstelling aan UV-straling (UVR) uit zonlicht en het risico van maligniteiten in kinderen hebben tegenstrijdige resultaten laten zien. Een retrospectieve cohortstudie in Zwitserland heeft de associatie tussen UVR-blootstelling en het risico van hematologische maligniteiten in kinderen (CHM) in de leeftijd tot zestien jaar geïnventariseerd. Prof. Ben Spycher (Universiteit van Bern) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

De studie includeerde 313.700 kinderen in de leeftijd van nul tot en met vijftien jaar die tussen begin 1990 en eind 2016 deelnamen aan de Swiss National Cohort studie, onder wie 1446 gevallen van CHM. Blootstelling aan UVR per woongebied (spatiële resolutie van 1,5-2 km) werd bepaald aan de hand van klimatologische modellen, resulterend in een gemiddelde UV-index (UVI) midden op de dag (11 uur AM tot 3 uur PM) in de maand juli en in het gehele jaar. De analyses werden gecorrigeerd voor geslacht, sociaal-economische positie van de buurt, urbanisatie, luchtverontreiniging, en achtergronds ioniserende straling. De gecorrigeerde HR per eenheid toename van UVI in juli was 0,76 (95%-bti 0,59-0,98) voor leukemie en 0,74 (0.55-0,98) voor acute lymfoblastische leukemie, terwijl er geen associatie werd gezien voor overall lymfoom (1,14; 0,59-2,19). Resultaten voor jaarlijkse blootstelling waren similar, maar met bredere betrouwbaarheidsintervallen die 1 includeerden.

De onderzoekers concluderen dat de studie een inverse associatie tussen blootstelling aan UVR uit zonlicht en het risico van leukemie in kinderen heeft laten zien.

1.Coste A, Kreis C, Backes C et al. Residential exposure to solar ultraviolet radiation and risk of childhood hematological malignancies in Switzerland: a census-based cohort study. Int J Cancer 2024.35214

Summary: A census-based retrospective cohort study in Switzerland found an inverse association between residential exposure to solar ultraviolet radiation and risk of childhood leukemia and ALL, whereas there was no association with the risk of childhood lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Drie-jaars resultaten met adjuvant nivolumab voor hoog-risico spierinvasief urotheelcarcinoom in CheckMate 274 (0)
2024-10-13 15:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 274 high-risk MIUC adjuvant nivolumab
Prof. Matthew GalskyCheckMate 274 is een multinationale fase 3-studie van adjuvant nivolumab versus placebo voor spierinvasief urotheelcarcinoom (MIUC) in patiënten met hoog risico van recidief na radicale resectie. In 2021 is gepubliceerd dat met mediaan 20 maanden follow-up de ziektevrije overleving (DFS) significant langer was in de nivolumabgroep dan in de placebogroep. Prof. Matthew Galsky (Icahn School of Medicine at Mount Sinai, New York) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical Oncology resultaten van de studie na mediaan 36,1 maanden follow-up.1

CheckMate 274 werd uitgevoerd in 156 centra in 29 landen. De nivolumabgroep telde 353 patiënten en de placebogroep 356. Na 36,1 maanden follow-up was de DFS nog steeds beter met nivolumab dan met placebo in de ITT-populatie (HR 0,71; 95%-bti 0,58-0,86) en in de PD-L1 ≥ 1% populatie (0,52; 0,36-0,72). De overall survival was eveneens beter met nivolumab dan met placebo in de ITT-populatie (HR 0,76; 95%-bti 0,61-0,96) en in de PD-L1 ≥ 1% populatie (0,56; 0,36-0,86). In beide populaties was nivolumab vergeleken met placebo ook geassocieerd met profijt voor de eindpunten niet-urotheel recidiefvrije overleving en afstandsmetastasevrije overleving. Exploratieve analyse van patiënten met spierinvasief blaascarcinoom liet eveneens profijt van nivolumab zien. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten nadere steun bieden voor gebruik van adjuvant nivolumab na radicale resectie van hoog-risico MIUC.

1.Galsky MD, Witjes JA, Gschwend JE et al. Adjuvant nivolumab in high-risk muscle-invasive urothelial carcinoma: expanded efficacy from CheckMate 274. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Three-year follow-up of the multinational phase 3 CheckMate 274 trial found that among patients with high-risk muscle-invasive urothelial carcinoma, adjuvant nivolumab versus placebo resulted in improved overall survival and disease-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Waarde van sepsis-surveillance in patiënten die chemoradiotherapie krijgen voor lokaal-gevorderd hoofd-halscarcinoom (0)
2024-10-13 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CRT for LA HNC sepsis surveillance
Dr. Sandeep MuzumderHet infectiepercentage onder patiënten die chemoradiotherapie (CRT) krijgen voor hoofd-halscarcinoom (HNC) is ongeveer 19%, en tussen 3% en 9% van deze patiënten overlijden aan sepsis. Een eerdere studie van St. John’s Medical College and Hospital (Bengaluru, India) vond 12% sepsis-gerelateerd overlijden onder deze patiënten. Dr. Sandeep Muzumder en collega’s van St. John’s publiceren nu in Supportive Care in Cancer een retrospectieve studie van resultaten van sepsis-surveillance en vroege interventie onder patiënten die CRT krijgen voor lokaal-gevorderd (LA) HNC.1


De studie includeerde 54 patiënten die tussen begin 2018 en eind 2021 CRT kregen voor LA HNC en surveillance voor sepsis ondergingen. De surveillance resulteerde in voorschrijven van orale antibiotica aan 21 patiënten (38,9%) en G-CSF op outpatient basis aan 14 patiënten (25,9%). Negenentwintig patiënten (54%) werden in het St. John’s ziekenhuis opgenomen, onder wie 28 (96%) intraveneuze antibiotica kregen en 18 (62%) G-CSF. De mediane tijd tussen het begin van CRT en ontvangen van antibiotica en G-CSF was 5 weken (range 3-8). Slechts één patiënt overleed aan sepsis. Van de 54 patiënten voltooiden 48 (89%) de geplande radiotherapie en 14 (25,9%) alle zes geplande cycli chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat sepsis-surveillance en vroege interventie resulteerde in verlaging van vroege mortaliteit onder patiënten die CRT kregen voor LA HNC.

1.Babu AS, Alexander HN, Muzumder S et al. Sepsis surveillance in patients with head-and-neck cancer undergoing chemo-radiation. Supp Care Cancer 2024;32:724

Summary: A retrospective study at St. John’s Medical College (Bengaluru, India) found that sepsis surveillance and the prompt use of antibiotica and G-CSF, along with early hospitalization, when necessary, reduced the occurrence of sepsis-related early deaths in LA HNC patients undergoing CRT.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van simlukafusp alfa plus atezolizumab voor recidiverend of metastatisch cervix squameus celcarcinoom (0)
2024-10-12 15:00   ( Nieuws )
Tags:  R M cervical SCC FAP-IL2v plus atezolizumab
Prof. Rafal DziadziuszkoSimlukafusp alfa (FAP-IL2v) is een immuuncytokine dat is ontwikkeld voor het bevorderen van immuunresponsen in de micro-omgeving van de tumor. Een multinationale fase 2-studie evalueert FAP-IL2v plus atezolizumab voor recidiverende en/of metastatisch (R/M) solide tumoren. Prof. Rafal Dziadziuszko (Universiteit van Gdansk, Polen) en collega’s publiceren in eBioMedicine resultaten in het cohort van cervix squameus celcarcinoom (SCC) patiënten.1

Het cohort includeerde patiënten met R/M cervix-SCC na progressie op tenminste één lijn behandeling. De patiënten kregen FAP-IL2v 10 mg eens per drie weken (n=47) of eens per week gedurende vier cycli gevolgd door eens per twee weken (n=1), in combinatie met corresponderende drie- of tweewekelijkse atezolizumab-regimes. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde objectieve respons. Onder de 45 voor respons evalueerbare patiënten werden objectieve responsen gezien in twaalf patiënten (27%; 95%-bti 16,0-41,0) onder wie drie patiënten met complete respons. Responsen werden gezien in zes van negentien (32%; 95%-bti 15,4-54,0) PD-L1 positieve patiënten en vijf van vierentwintig (21%; 9,2-35,6) PD-L1 negatieve patiënten (van de twee overige patiënten was de PD-L1 status niet bekend). De mediane duur van respons was 13,3 maanden (95%-bti 7,6-NE) en de mediane progressievrije overleving was 3,7 maanden (3,3-9,0). Adverse events die resulteerden in discontinuering van een van de middelen werden gezien in zes patiënten (13%). De behandeling resulteerde in expansie en activering van NK en CD8 T-cellen in perifeer bloed.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van FAP-IL2v en atezolizumab klinische activiteit en manageable veiligheid heeft onder patiënten met R/M cervix SCC.

1.Verlingue L, Italiano A, Prenen H et al. Phase 2 study of the antitumour activity and safety of simlukafusp alfa (FAP-IL2v) combined with atezolizumab in patients with recurrent and/or metastatic cervical squamous cell carcinoma. eBioMed 2024.105374

Summary: A multinational phase 2 basket trial found activity and manageable safety of the combination of FAP-IL2v in patients with recurrent and/or metastatic cervical SCC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van real-world immuun-gerelateerde bijwerkingen van pembrolizumab voor vroeg-stadium TNBC (0)
2024-10-12 13:30   ( Nieuws )
Tags:  early triple-negative breast cancer pembrolizumab irAEs
Dr. Carlos BarcenasToevoeging van pembrolizumab aan chemotherapie voor hoog-risico triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) verbetert de oncologische uitkomsten, maar kan ook resulteren in immune-related adverse events (irAEs). Een retrospectieve studie van MD Anderson Cancer Center (MDACC, Houston TX) heeft real-world patronen van irAEs met pembrolizumab voor vroeg-stadium TNBC geïnventariseerd. Dr. Carlos Barcenas en collega’s publiceren de studie in JCO Oncology Practice.1

Tussen begin 2021 en eind 2023 kregen in MDACC 233 TNBC-patiënten pembrolizumab buiten het kader van klinische studies. De mediane leeftijd was 51 jaar; 62% had stadium II TNBC en 35% had stadium III TNBC. Er werden 100 irAEs gezien in 80 patiënten (34%). De meest-voorkomende irAEs waren endocrinopathieën (52%) en gastroïntestinale irAEs (23%). Zesentwintig irAEs waren graad 3 of hoger en resulteerden alle in hospitalisatie. Systemische steroïden waren vereist voor 45 irAEs, additionele immuunsuppressieve therapie was vereist voor 16 irAEs, en 32 patiënten discontinueerden pembrolizumab vanwege irAEs. Twee patiënten overleden aan pembrolizumab-gerelateerde colitis. De meeste (67 gevallen) irAEs waren op het moment van laatste follow-up nog niet voorbij, hoewel 55% verbeterd waren tot graad 1.

De onderzoekers concluderen dat in deze real-world populatie van TNBC-patiënten pembrolizumab resulteerde in irAEs in 34%.

1.Jayan A, Sukumar JS, Fangman B et al. Real-world immune-related adverse events in patients with early triple-negative breast cancer who received pembrolizumab. JCO Oncology Practice 2024.00371

Summary: A retrospective real-world study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found irAEs in 34% of patients receiving pembrolizumab for early-stage TNBC.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van craniële stereotactische radiochirurgie voor hersentumoren en arterioveneuze malformaties in kinderen (0)
2024-10-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  pediatric cranial SRS
Dr. Erin MurphyEr is slechts beperkte informatie beschikbaar over gebruik en werkzaamheid van craniële stereotactische radiochirurgie (SRS) in pediatrische patiënten. Een meta-analyse van gepubliceerde studies heeft lokale controle na craniële SRS voor hersentumoren en arterioveneuze malformaties (AVM) in kinderen geïnventariseerd. Dr. Erin Murphy (Taussig Cancer Center, Cleveland OH) en collega’s publiceren de analyse in Neuro-Oncology.1

In de literatuur tussen begin 1989 en eind 2021 identificeerden de onderzoekers na exclusie van niet-klinische rapporten, expertopinies, commentare, en overzichtsartikelen 68 voor het onderwerp relevante studies met tenminste vijf pediatrische patiënten. Deze studies telden tezamen 400 patiënten met hersentumoren en 5119 patiënten met AVM die craniële SRS ondergingen. De behandeling resulteerde in lokale controle in 89% (95%-bti 82-95) van de patiënten met benigne tumoren, 71% (59-82) van de patiënten met maligne tumoren, en 65% (60-69) van de patiënten met AVM. Er werden geen significante associaties gezien tussen patiënt-, tumor-, of behandelingsgerelateerde variabelen en lokale controle.

De onderzoekers concluderen dat craniële SRS resulteerde in acceptabele percentages lokale controle in hersentumoren en AVM in pediatrische patiënten.

1.Murphy ES, Sahgal A, Regis J et al. Pediatric cranial stereotactic radiosurgery: meta-analysis and International Stereotactic Radiosurgery Society practice guidelines. Neuro-Oncology 2024.noae204

Summary: Meta-analysis of 68 studies (400 patients) found that cranial SRS provided acceptable rates of local control in pediatric patients with brain tumors and arteriovenous malformation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-2 studie van BMS-986156 met ipilimumab of nivolumab met of zonder SABR voor gevorderde solide maligniteiten (0)
2024-10-11 15:00   ( Nieuws )
Tags:  BMS-986156 advanced solid malignancies
Prof. David HongBMS-986156 is een agonist van het glucocorticoïde-geinduceerde TNFR-gerelateerd eiwit, en bevordert de activering van T-effectorcellen. Een fase 1-2 studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de combinatie van BMS-986156 met ipilimumab of nivolumab met of zonder stereotactische ablatieve radiotherapie (SABR) voor gevorderde solide maligniteiten geëvalueerd. Prof. David Hong en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde patiënten met histologisch-bevestigde stadium IV maligniteiten die resistent waren tegen standaard-behandelingen. Patiënten in groep 1 (n=20) kregen vier drie-weekse cycli van ipilimumab plus BMS-986156; patiënten in groep 2 (n=10) kregen vier drie-weekse cycli van ipiliumab plus BMS-986156 met SABR; patiënten in groep 3 (n=20) kregen vier vier-weekse cycli van nivolumab plus BMS-986156 met SABR. Alle patiënten kregen tot twee jaar onderhoudsbehandeling met nivolumab. Tumor-responsen werden iedere één tot drie maanden bepaald.

De patiënten kregen mediaan drie (IQR 2-4,25) cycli behandeling. BMS-986156 werd in dosering 100 mg samen met ipilimumab goed verdragen, met 5 patiënten die tot discontinuering leidende treatment-related adverse events hadden. Zes patiënten hadden graad 3 TRAEs; er waren geen graad 4 of 5 TRAEs. De figuur laat de werkzaamheidsuitkomsten zien (A: alle patiënten; B en C: groepen met SABR). Onder de 39 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten hadden negentien (48,7%) stabiele ziekte en drie (7,7%) partiële respons. Abscopale ziektecontrole werd gezien in 38,5% en abscopale respons in 7,7% met de hoogste werkzaamheid in groep 3: abscopale ziektecontrole in 50% en abscopale respons in 11,1%.

De onderzoekers concluderen dat BMS-986156 met ipilimumab of nivolumab met of zonder SABR goed verdragen werd en bemoedigende activiteit had onder patiënten met gevorderde solide maligniteiten.

1.Chang JY, Xu X, Shroff GS et al. Phase I/II study of BMS-986156 with ipilimumab or nivolumab with or without stereotactic ablative radiotherapy in patients with advanced solid malignancies. J ImmunoTher Cancer 2024-009975

Summary: A phase 1-2 trial at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that BMS-986156 with ipilimumab or nivolumab with or without SABR was well tolerated and had encouraging activity among patients with advanced solid malignancies resistant to standard treatments.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid en veiligheid van nadunolimab plus chemotherapie voor gevorderd of metastatisch pancreascarcinoom (0)
2024-10-11 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LA M PDAC nadunolimab plus chemotherapy
Prof. Eric van CutsemOpregulering van de interleukine-route speelt een rol bij progressie en therapie-resistentie van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). Nadunolimab is een op IL-1 receptor accessory protein (IL1RAP) gericht antilichaam. Een multinationale studie heeft werkzaamheid en veiligheid van eerstelijns nadunolimab plus gemcitabine en nab-paclitaxel (GN)-chemotherapie voor lokaal-gevorderd of metastatisch (LA/M) PDAC geïnventariseerd. Prof. Eric van Cutsem (KU Leuven, België) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

De studie includeerde 63 patiënten met niet-eerder behandeld LA/M PDAC (mediane leeftijd 63 jaar; range 43-89; 42% vrouwen; 97% metastatische ziekte; 9% na adjuvante chemotherapie). De patiënten kregen nadunolimab in vier doseringen uiteenlopend van 1,0 tot 7,5 mg per kg iedere twee weken met standaard GN. Het primaire eindpunt van de studie was veiligheid. De meest-frequente graad 3 of hoger adverse event was neutropenie (66% van de patiënten; vooral tijdens de eerste cyclus). Infusiereacties werden gezien in 29% (graad 3 in 3%). Slechts één patiënt had graad ≥ 3 perifere neuropathie. Er waren geen opvallende verschillen in veiligheid of werkzaamheid tussen de vier doseringsgroepen. De mediane progressievrije overleving was 7,2 maanden (95%-bti 5,2-8,5) en de mediane overall survival was 13,2 maanden (10,6-15,5) met een één-jaars overlevingspercentage van 58%. De werkzaamheid was beter in patiënten met hoog versus laag baseline Il1RAP-expressie van de tumor (mediane OS 14,2 versus 10,6 maanden; p=0,026).

De onderzoekers concluderen dat nadunolimab in combinatie met GN veelbelovende werkzaamheid en manageable veiligheid had onder patiënten met LA/M PDAC.

1.Van Cutsem E, Collignon J, Eefsen RL et al. Efficacy and safety of the anti-IL1RAP antibody nadunolimab (CAN04) in combination with gemcitabine and nab-paclitaxel in patients with advanced/metastatic pancreatic cancer. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: A multinational study found promising efficacy and manageable safety of first-line nadunolimab plus gemcitabine and nab-paclitaxel chemotherapy among patients with locally advanced or metastatic PDAC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)