
De studie includeerde 100 patiënten (mediane leeftijd 68,5 jaar; IQR 63,9-71,4) met post-RP PSA hoger dan 0,03 ng/ml of ongunstige pathologische kenmerken. De patiënten kregen SBRT 30 tot 34 Gy in vijf fracties naar het prostaatbed. Overige therapie werd gegeven per physician discretion. De mediane duur van follow-up was 43 maanden (IQR 37-53). De twee-jaars cumulatieve incidentie van graad 2 en 3 genitourinaire toxiciteiten was 25% respectievelijk 4%, en de twee-jaars cumulatieve incidentie van graad 2 en 3 gastroïtestinale toxiciteiten was 3% respectievelijk 3%. Het percentage patiënten met verslechtering meer dan tweemaal de minimal clinically important difference (MCID) in PROs was 38,9% voor urine-incontinentie; 17,9% voor urinaire irritatie; en 34,1% voor bowel function. Vergeleken met een cohort van 200 mannen die postoperatieve conventioneel-gefractioneerde radiotherapie (CFRT) kregen was de gecorrigeerde odds ratio voor het veroorzaken van tenminste tweemaal de MCID door SBRT 1,55 (p=0,14) voor urine-incontinentie; 0,94 (p=0,87) voor urinaire irritatie; en 1,03 (p=0,93) voor bowel function.
De onderzoekers concluderen dat post-RP SBRT goed verdragen werd, zonder meetbare twee-jaars verslechtering in PROs vergeleken met CFRT.
1.Nikitas J, Ballas LK, Romero T et al. Patient-reported outcomes with stereotactic intensity modulated radiotherapy after radical prostatectomy. A nonrandomized clinical trial. JAMA Oncol 2025.1059
Summary: A phase 2 trial at two centers in Los Angeles found that among prostate cancer patients, post-RP SBRT was well-tolerated, with no measurably different decline in urinary or bowel PROs through 2 years compared with conventionally fractionated radiotherapy.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)