Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van stereotactische ablatieve radiotherapie voor primair niercelcarcinoom (0)
2024-02-28 16:00   ( Nieuws )
Tags:  FASTRACK II trial RCC SABR
Prof. Shankar SivaStereotactische ablatieve radiotherapie (SABR) is een optie voor patiënten met primair niercelcarcinoom (RCC) die geen chirurgische resectie ondergaan. De fase 2-studie FASTRACK II, in zeven centra in Australië en één centrum in Nederland, evalueerde SABR voor primair RCC. Prof. Shankar Siva (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met behandeling-vereisend biopsie-bevestigd RCC (één lesie, maximaal 10 cm in grootste diameter) die geen kandidaten waren voor chirurgische resectie, en een ECOG performance status 2 of beter. De patiënten hadden geen eerdere systemische behandeling voor RCC gekregen. De patiënten kregen een enkele fractie SABR 26 Gy voor tumoren 4 cm of kleiner, of 42 Gy in drie fracties voor tumoren van 4 tot 10 cm. Het primaire eindpunt was lokale controle na een jaar.

De studie includeerde 70 patiënten (mediane leeftijd 77 jaar; IQR 70-82; 49 mannen en 21 vrouwen). De mediane grootte van de tumoren was 4,6 cm (IQR 3,7-5,5). Alle patiënten hadden T1-T2a en N0-N1 ziekte. Drieëntwintig patiënten kregen enkele-fractie SABR en 47 kregen drie-fractie SABR. De mediane follow-up was 43 maanden (IQR 38-60). Lokale controle na een jaar was 100%. Zeven patiënten (10%) hadden graad 3 treatment-related adverse events; er waren geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat SABR een effectieve behandelstrategie was voor RCC in patiënten die geen chirurgie konden of wilden ondergaan, met een acceptabel bijwerkingenprofiel en nierfunctie na SABR.

1.Siva S, Bressel M, Sidhom M et al. Stereotactic ablative body radiotherapy for primary kidney cancer (TROG 15.03 FASTRACK II): a non-randomised phase 2 trial. Lancet Oncol 2024;25:308-316

Summary: The multicenter phase 2 FASTRACK II trial found that among patients with primary renal cell carcinoma who did not undergo surgical resection, SABR was an effective treatment strategy, with an acceptable side-effect profile and renal function after SABR.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Resectie van de primaire tumor voorafgaan aan systemische therapie voor coloncarcinoom met niet-resectabele metastasen (0)
2024-02-28 14:30   ( Nieuws )
Tags:  SYNCHRONOUS and CCRe-IV pooled analysis
Prof. Jürgen WeitzChemotherapie is de primaire behandeling voor patiënten met stadium IV coloncarcinoom met niet-resectabele metastasen. Het is niet duidelijk of resectie van de primaire tumor voorafgaand aan de chemotherapie geassocieerd is met langere overleving. Een gepoolde analyse van de gerandomiseerde studies SYNCHRONOUS en CCRe-IV studies heeft de prognostische waarde van PTR in patiënten met nieuw-gediagnostiseerd stadium IV coloncarcinoom met niet-resectabele metastasen geëvalueerd. Prof. Jürgen Weitz (Technische Universität Dresden, Duitsland) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of Clinical Oncology.1


De analyse includeerde patiënten van honderd centra in Duitsland, Oostenrijk, en Spanje die tussen oktober 2011 en april 2017 gerandomiseerd werden naar PTR gevolgd door chemotherapie (n=187) of geen PTR (n=206). Het chemotherapieregime werd gekozen door de lokale onderzoekers. Chemotherapie werd niet gegeven aan 6,4% van de patiënten in de No PTR groep en 24,1% van de patiënten in de PTR-groep. De mediane overall survival was 16,7 maanden (95%-bti 13,2-19,2) in de PTR-groep en 18,6 maanden (16,2-22,3) in the No PTR groep (p=0,191). Ook in multivariate analyse was er geen significant verschil in OS tussen beide groepen (p=0,65). Er waren geen patiënten-subgroepen die wel OS-profijt hadden van PTR. Ernstige adverse events waren meer frequent iIn de No PTR groep (10,2% versus 18,0%; p=0,027).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met coloncarcinoom en synchrone niet-resectabele metastasen PTR voorafgaand aan systemische chemotherapie niet geassocieerd was met langere overleving.

1.Rahbari NN, Biondo S, Frago R et al. Primary tumor resection before systemic chemotherapy in patients with colon cancer and unresectable metastases: combined results of the SYNCHRONOUS and CCRe-IV trials. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Pooled analysis of the SYNCHRONOUS and CCRe-IV trials found that among patients with colon cancer and synchronous unresectable metastases, resection of the primary tumor before systemic chemotherapy was not associated with prolonged overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van topisch diclofenac versus placebo voor preventie van capecitabine-geassocieerd hand-voetsyndroom (0)
2024-02-28 13:00   ( Nieuws )
Tags:  D-TORCH trial capecitabine-associated hand-foot syndrome topical diclofenac
Dr. Atul BatraHand-voet syndroom (HFS) is een doseringslimiterende bijwerking van capecitabine. Celecoxib kan bijdragen aan preventie van HFS door remming van COX-2 dat opgereguleerd wordt door de onderliggende geassocieerde inflammatie. Systemische bijwerkingen van celecoxib beperken echter routinematig gebruik. Topisch diclofenac remt lokaal COX-2 met minimaal risico van systemische adverse events. De fase 3-studie D-TORCH van het All India Institute of Medical Science (Delhi) heeft de werkzaamheid van topisch diclofenac voor preventie van capecitabine-geassocieerd HFS geïnventariseerd. Dr. Atul Batra en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 264 patiënten met mammacarcinoom of GI-maligniteiten voor wie capecitabine-gebaseerde behandeling gepland was. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar topisch diclofenac gel (n=131) of placebo gel (n=133) gedurende twaalf weken of tot ontwikkeling van HFS. Het primair eindpunt van de studie was incidentie van graad 2 of 3 HFS. Deze incidentie was 3,8% in de diclofenacgroep versus 15,0% in de placebogroep (p=0,003). Ook de incidentie van graad 1 tot en met 3 HFS was significant lager in de diclofenacgroep dan in de placebogroep (6,1% versus 18,1%). Capecitabine-doseringsreducties wegens HFS was significant minder frequent in de diclofenacgroep dan in de placebogroep (3,8% versus 13,5%).

De onderzoekers concluderen dat topisch diclofenac het risico van ontwikkeling van capecitabine-geassocieerd HFS significant verlaagde.

1.Santhosh A, Sharma A, Bakhshi S et al. Topical diclofenac for prevention of capecitabine-associated hand-foot syndrome: a double-blind randomized controlled trial. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The phase 3 D-TORCH trial at the All India Institute of Medical Science (Delhi) found activity of topical diclofenac for prevention of hand-foot syndrome in patients receiving capecitabine.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-3 studie van gallium-68 RM2 PET-MRI voor evaluatie van patiënten met biochemisch recidief van prostaatcarcinoom (0)
2024-02-27 16:00   ( Nieuws )
Tags:  recurrent prostate cancer gallium-68 PET-MRI
Prof. Andrei IaguruDe NCCN-richtlijnen bevelen PSMA-gerichte PET aan voor detectie van biochemisch recidief van prostaatcarcinoom, maar het inventariseren van een enkel tumorkenmerk geeft wellicht niet voldoende informatie. In prostaatcarcinoom is overexpressie waargenomen van gastrin releasing peptide receptors (GRPR). Een fase 2-3 studie van Stanford University (CA) heeft de diagnostische waarde van het GRPR-gerichte radiofarmaceuticum 68Ga-RM2 geëvalueerd. Prof. Andrei Iagaru en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met biochemisch recidief van prostaatcarcinoom, een Karnofsky performance status 50 of hoger, PSA-concentratietoename na prostatectomie of radiotherapie, en niet-bijdragende conventionele imaging (negatieve CT of MRI en botscan). Alle patiënten ondergingen 68Ga-RM2 PET-MRI. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten met PET-positieve bevindingen met 68Ga-RM2 PET-MRI vergeleken met alleen MRI. Elke PET-scan werd geblindeerd beoordeeld door drie readers. Onder de 100 geïncludeerde patiënten was 68Ga-RM2 PET-MRI positief in 69 patiënten en alleen MRI in 40 patiënten (p<0,0001). 68GA-RM2 PET-MRI detecteerde significant meer lesies dan alleen MRI (143 versus 96; p<0,0001). Er waren geen graad 1 of hoger adverse events.

De onderzoekers concluderen dat 68Ga-RM2 PET-MRI betere diagnostische performance had dan alleen MRI onder patiënten met biochemisch recidief van prostaatcarcinoom.

1.Duan H, Moradi F, Davidzon GA et al. 68Ga-RM2 PET-MRI versus MRI alone for evaluation of patients with biochemical recurrence of prostate cancer: a single-centre, single-arm, phase 2/3 imaging trial. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A phase 2-3 trial at Stanford (CA) University found that among patients with biochemical recurrence of prostate cancer, 68Ga-RM2 PET-MRI showed better diagnostic performance than MRI alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1b-studie van zilovertamab plus paclitaxel voor gevorderd of niet-resectabel HER2-negatief mammacarcinoom (0)
2024-02-27 14:30   ( Nieuws )
Tags:  A U HER2-negative breast cancer zilovertamab plus paclitaxel
Prof. Barbara ParkerZilovertamab is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam gericht of ROR1, een onco-embryonisch antigen dat tot expressie wordt gebracht door maligne cellen van onder meer mammacarcinoom. Een fase 1b-studie van University of California San Diego (La Jolla) heeft de combinatie van zilovertamab met paclitaxel voor lokaal-gevorderd/niet-resectabel of metastatisch HER2-negatief mammacarcinoom geëvalueerd. Prof. Barbara Parker en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research.1



De studie includeerde zestien patiënten die mediaan vier eerdere lijnen therapie hadden gekregen in de gevorderde setting. De ECOG performance status was 2 of beter. De patiënten kregen vier-weekse cycli van intraveneus zilovertamab 600 mg op dagen één en vijftien van de eerste cyclus en vervolgens op dag één van volgende cycli; met intraveneus paclitaxel 80 mg/m2 op dag één van alle cycli. Geen van de patiënten discontinueerde de behandeling wegens aan zilovertamab toegeschreven toxiciteit. Adverse events van de behandeling waren consistent met het bekende veiligheidsprofiel van paclitaxel. Partiële respons en stabiele ziekte als beste tumorrespons werden gezien in zes (38%) respectievelijk zes (38%) patiënten.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van zilovertamab en paclitaxel veilig was en goed verdragen werd onder zwaar-voorbehandelde patiënten met gevorderd HER2-negatief mammacarcinoom.

1.Shatsky RA, Batra-Sharma H, Helsten T et al. A phase 1b study of zilovertamab in combination with paclitaxel for locally advanced/unresectable or metastatic Her2-negative breast cancer. Breast Cancer Res 2024;26:32

Summary: A phase 1b study at University of California San Diego (La Jolla) found that the combination of zilovertamab and paclitaxel was safe and well tolerated in heavily pre-treated advanced breast cancer patient, with partial response in 38% and stable disease in another 38%.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van duale CTLA-4 checkpointremming met PD-1 checkpointremming voor gevorderde solide tumoren (0)
2024-02-27 13:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced solid tumors CS1002 with or without CS1003
Dr. Sarwan BishnoiCS1002 is een anti-CTLA-4 monoklonaal antilichaam en CS1003 (nofazinlimab) is een anti-PD-1 monoklonaal antilichaam. Een fase 1-studie in negen centra in Australië en China heeft CS1002 met of zonder CS1003 voor patiënten met gevorderde solide tumoren geëvalueerd. Dr. Sarwan Bishnoi (University of Adelaide SA) en collega’s publiceren de studie in Cancer.1


De studie werd uitgevoerd in drie delen: een CS1002-doseringsescalatie gedeelte (deel 1; 13 patiënten), een CS1002- plus CS1003-doseringsescalatie gedeelte (deel 2; 18 patiënten), en een expansie-gedeelte (deel 3; 61 patiënten). CS1002 werd gegeven in verschillende schema’s (0,3 of 1 of 3 mg/kg iedere drie weken of 3 mg/kg iedere negen weken). CS1003 werd in deel 3 gegeven in dosering 200 mg iedere drie weken.

Er waren geen doseringslimiterende toxiciteiten, en er werd geen hoogst-verdragen dosering vastgesteld. Treatment-related adverse events werden gezien in 30,8% van de patiënten in deel 1; 83,8% van de patiënten in deel 2; en 75,0% van de patiënten in deel 3, en graad 3 of hoger TRAEs in 15,4% respectievelijk 50,0% en 18,3%. Onder de 61 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten waren er 23 (37,7%) met objectieve respons van verscheidene typen tumoren. Hogere doseringen van CS1002 (1 mg/kg iedere drie weken of 3 mg/kg iedere negen weken) waren geassocieerd met hogere objective response rates dan de lagere dosering (0,3 mg/kg iedere drie weken) in MSI-H/dMMR tumoren (50,0% versus 58,8%), melanoom (14,3% versus 42,9%), en levercelcarcinoom (0% versus 16,7%).

De onderzoekers concluderen dat CS1002 als monotherapie en in combinatie met CS1003 een manageable veiligheidsprofiel had over een brede doserings-range, met veelbelovende antitumor-werkzaamheid.

1.Bishnoi S, Kotasek D, Aghmesheh M et al. Dual CTLA-4 and PD-1 checkpoint blockade using CS1002 and CS1003 (nofazinlimab) in patients with advanced solid tumors: A first-in-human, dose-escalation, and dose-expansion study. Cancer 2024.35226

Summary: A phase 1 study at nine centers in Australia and China found manageable safety and promising activity of CS1002 as monotherapy and in combination with CS1003 among patients with advanced solid tumors.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ziekenhuis-niveau historische korte-termijn mortaliteit na longcarcinoomresectie en toekomstige lange-termijn overleving (0)
2024-02-26 16:00   ( Nieuws )
Tags:  lung cancer resection historical 90-day mortality association with long-term survival
Dr. Tyler GrendaDe korte-termijn uitkomsten na resectie voor longcarcinoom worden vaak gebruikt als maat voor chirurgische kwaliteit in een ziekenhuis, maar het is niet duidelijk of dat gerechtvaardigd is gelet op de significante variatie in zowel korte-termijn als lange-termijn uitkomsten. Een analyse van de National Cancer Database heeft de associatie tussen historische 90-dagen mortaliteit van afzonderlijke centra met de toekomstige vijf-jaars overleving geïnventariseerd. Dr. Tyler Grenda (Thomas Jefferson University, Philadelphia PA) en collega’s publiceren de analyse in Lung Cancer.1

De analyse includeerde 234.200 patiënten die chirurgie ondergingen voor NSCLC tussen begin 2010 en eind 2016 in 1086 ziekenhuizen. De onderzoekers inventariseerden de associatie van negentig-dagen mortaliteit per centrum tussen begin 2010 en eind 2013 (148.805 patiënten) met de vijf-jaars overleving van patiënten die in de centra resectie ondergingen tussen begin 2014 en eind 2016 (n=85.396). De 90-dagen mortaliteit onder de patiënten in 2010 tot en met 2013 was 3,2%; met 2,6% in het best-performing quartile van de ziekenhuizen en 3,9% in het worst-performing quartile (p<0,0001). Patiënten die in 2014 tot en met 2016 resectie ondergingen in ziekenhuizen in het historical best-performing quartile voor 90-dagen mortaliteit hadden in multivariate analyse significant betere vijf-jaars overleving dan patiënten die resectie ondergingen in ziekenhuizen in het historical worst-performing quartile voor 90-dagen mortaliteit: alle stadia tezamen HR 1,21 (p<0,0001); stadium I HR 1,19 (p<0,0001); stadium II HR 1,20 (p=0,0004); en stadium III HR 1,36 (p<0,0001).

De onderzoekers concluderen dat de 90-dagen mortaliteit na resectie voor NSCLC in een ziekenhuis geassocieerd was met de toekomstige vijf-jaars overleving na resectie in dat ziekenhuis.

1.Lee JD, Zheng R, Okysanya O et al. Association between surgical quality and long-term survival in lung cancer. Lung Cancer 2024.107511

Summary: Analysis of the National Cancer Database found an association between historical reliability-adjusted 90-day mortality rate after lung cancer resection of hospitals and future five-year survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van sapanisertib plus ziv-aflibercept voor gevorderde solide tumoren (0)
2024-02-26 14:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced solid tumors sapanisertib plus ziv-aflibercept
Dr. Niamh ColemanSapanisertib is een remmer van mTORC1/2, en ziv-aflibercept is een anti-angiogeen recombinant fusie-eiwit. Een fase 1- studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de combinatie van beide middelen voor het behandelen van gevorderde solide tumoren geëvalueerd. Dr. Niamh Coleman en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1

De studie includeerde 55 patiënten (73% vrouwen; mediane leeftijd 62 jaar; range 21-79) met een ECOG performance status 0 (16%) of 1 (84%). De patiënten hadden mediaan 4 (range 2-11) eerdere lijnen behandeling gekregen voor ovariumcarcinoom (n=8), colorectaalcarcinoom (n=8), sarcoom (n=8), cervixcarcinoom (n=4), endometriumcarcinoom (n=4), mammacarcinoom (n=3) of andere maligniteiten (n=20). In de doseringsescalatie-fase werd de hoogst-verdragen dosering van de combinatie vastgesteld op oraal sapanisertib 4 mg op de eerste drie van iedere zeven dagen plus intraveneus ziv-aflibercept 3 mg/kg iedere twee weken. In de expansiefase waren met deze dosering de meest-frequent graad 2 en hoger adverse events diarree, misselijkheid, mucositis, en verhoogd serum-lipase. Er waren geen graad 5 gebeurtenissen. De figuur laat zien dat er onder 50 voor respons evalueerbare patiënten twee patiënten bevestigde partiële respons hadden en 37 stabiele ziekte, voor een disease control rate van 78%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van sapanisertib en ziv-aflibercept verderagen werd en antitumor-werkzaamheid had onder zwaar-voorbehandelde patiënten met gevorderde maligniteiten.

1.Coleman N, Stephen B, Fu S et al. Phase I study of sapanisertib (CB-228/TAK-228/MLN0128) in combination with ziv-aflibercept in patients with advanced solid tumors. Cancer Medicine 2024;4.6877

Summary: A phase 1 study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that the combination of sapanisertib and ziv-aflibercept was generally tolerable and demonstrated antitumor activity in heavily pretreated patients with advanced malignancies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)