Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van gemcitabine-cisplatine-nivolumab voor orgaanbehoud in patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (0)
2023-10-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  HCRN GU16-257 trial MIBC organ-sparing chemo-immunotherapy
Prof. Matthew GalskyCystectomie is de standaard-behandeling voor patiënten met spierinvasief blaascarcinoom (MIBC) maar heeft een aanzienlijke ongunstige impact op de kwaliteit van leven. De multicenter fase 2-studie HCRN GU16-257 in de Verenigde Staten heeft de mogelijkheid van blaasbehoud door chemo-immuuntherapie onderzocht. Prof. Matthew Galsky (Icahn School of Medicine at Mount Sinai, New York) en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De figuur toont het CONSORT-diagram van de studie. De 76 geïncludeerde MIBC-patiënten kregen vier cycli gemcitabine, cisplatine en nivolumab, gevolgd door klinische restaging (n=72). Patiënten met klinisch complete respons (cCR) konden cystectomie ontgaan. Co-primaire eindpunten waren percentage patiënten met cCR en positieve voorspellende waarde van cCR voor a) twee-jaars metastasevrije overleving onder de patiënten die geen onmiddellijke cystectomie ondergingen, of b) <ypT1N0 onder patiënten die kozen voor onmiddellijke cystectomie. cCR werd gezien in 33 patiënten (43%; 95%-bti 32-55), en de positieve voorspellende waarde van cCR was 0,97 (0,91-1,00), waarmee voldaan werd aan de vooraf gespecificeerde criteria voor werkzaamheid. De meest-gerapporteerde adverse events waren vermoeidheid, anemie, neutropenie, en misselijkheid.

De onderzoekers concluderen dat cCR na gemcitabine, cisplatine, en nivolumab geassocieerd was met veilig achterwege laten van cystectomie.

1.Galsky MD, Daneshmand S, Izadmehr S et al. Gemcitabine and cisplatin plus nivolumab as organ-sparing treatment for muscle-invasive bladder cancer: a phase 2 trial. Nature Med 2023-02568-1

Summary: A multicenter phase 2 trial in the USA found that among patients with muscle-invasive bladder cancer, chemo-immunotherapy with gemcitabine, cisplatine, plus nivolumab facilitated bladder sparing.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overlevingstrend in Zweedse patiënten met de novo metastatisch prostaatcarcinoom na introductie van doublet-therapie (0)
2023-10-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  doublet therapy for de novo mCSPC survival impact
Dr. Marcus WesterbergRecentelijk zijn levensverlengde behandelingen voor gevorderd prostaatcarcinoom geïntroduceerd in de klinische praktijk. Een bevolkings-gebaseerde cohortstudie in Zweden heeft de real-life impact van deze introductie op de overleving van mannen met de novo metastatisch castratiegevoelig prostaatcarcinoom (mCSPC) geïnventariseerd. Dr. Marcus Westerberg (Universiteit van Uppsala) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 11.382 mannen met een diagnose de novo mCSPC tussen begin 2008 en eind 2020. Gebruik van upfront doublet-therapie (androgeendeprivatie plus remmers van de androgeenreceptor-route) nam toe van 1% van de patiënten in 2016 tot 44% in 2020. Het vijf-jaars overall survival percentage nam toe van 26% (95%-bti 25-28) in de periode van 2008 tot en met 2012 tot 35% (31-40) in de periode van 2017 tot en met 2020. Tijdens de eerste vijf jaar na de diagnose nam de gemiddelde overleving toe van 2,7 jaar (95%-bti 2,6-2,8) in 2008 tot en met 2012 tot 3,2 jaar (3,1-3,2) in 2017 tot en met 2020.




De onderzoekers concluderen dat de studie parallel met verbeteringen in de behandeling voor de novo mCSPC een klinisch relevante toename in overleving van de patiënten heeft laten zien.

1.Corsini C, Garmo H, Wilberg Orrason A et al. Survival trend in individuals with de novo metastatic prostate cancer after the introduction of doublet therapy. JAMA Network Open 2023;6:e2336604

Summary: A population-based cohort study in Sweden found that in parallel with improvements in treatments of mCSPC, a clinically meaningful increase in mean survival was observed between 2008 and 2020.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Klinische uitkomsten met lenvatinib na atezolizumab-bevacizumab voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2023-10-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC lenvatinib after atezolizumab-bevacizumab
Prof. Yoshiki HirookaOp grond van resultaten van de IMbrave150-studie wordt de combinatie van atezolizumab en bevacizumab sinds 2020 veel gebruikt als eerstelijns behandeling voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC). De optimale behandeling na falen van deze eerstelijns therapie is nog niet duidelijk. Een retrospectieve studie van Fujita Health University (Toyoake, Japan) heeft lenvatinib als tweedelijns optie voor aHCC geëvalueerd. Prof. Yoshiki Hirooka en collega’s publiceren de studie in Anticancer Research.1

De studie includeerde 20 aHCC-patiënten na falen van eerstelijns atezolizumab-bevacizumab. De mediane leeftijd was 70 jaar (range 42-86), 85% waren mannen, en 70% had BCLC stadium C ziekte. Geen van de patiënten had complete respons op lenvatinib, vijf hadden partiële respons, veertien stabiele ziekte, en één patiënt was niet-evaluabel, voor een RECIST objective response rate van 25% en een disease control rate van 95%. De mediane progressievrije overleving was 6,0 maanden en de mediane overall survival 10,5 maanden. Elf patiënten (55%) hadden adverse events (anorexie en vermoeidheid) die doseringsreducties noodzakelijk maakten, zonder significant impact op PFS of OS.

De onderzoekers concluderen dat lenvatinib een werkzame en veilige tweedelijns behandeling kan zijn voor patiënten met aHCC na falen van eerstelijns atezolizumab-bevacizumab.

1.Muto H, Kuzuya T, Kawabe N et al. Clinical outcomes with lenvatinib in patients treated previously with atezolizumab/bevacizumab for advanced hepatocellular carcinoma. Anticancer Research 2023;43:4673-4682

Summary: A retrospective study in Japan found that among patients with advanced hepatocellular carcinoma after failure of first-line atezolizumab-bevacizumab, second-line lenvatinib was efficacious and safe.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overlevingsimpact van stoppen met roken na diagnose niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2023-10-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  quitting smoking after NSCLC diagnosis survival
Dr. Rachel GemineHet is bekend dat rokers ten tijde van een diagnose niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) slechtere overleving hebben dan niet-rokers. Het effect van stoppen met roken na de diagnose op de overleving is niet bekend. Een multicenterstudie in het Verenigd Koninkrijk heeft de overlevingsimpact van stoppen met roken na een NSCLC-diagnose geïnventariseerd. Dr. Rachel Gemine (Digital Health and Care Wales, Cardiff) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De observationele studie includeerde 2751 patiënten met een nieuwe diagnose NSCLC, die werden gevolgd gedurende ten hoogste twee jaar. Onder deze patiënten waren 646 rokers op het moment van de diagnose. Deze patiënten kregen het advies te stoppen met roken. De actuele rookstatus tijdens de follow-up werd geverifieerd aan de hand van bepaling van de gehalten van koolmonoxide in de uitgeademde lucht. De mediane overleving was 659 dagen onder de patiënten die waren gestopt met roken versus 348 dagen onder de patiënten die waren blijven roken. In multivariate analyse gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, stadium, performance status, chirurgie met curatieve intentie, radicale radiotherapie, en comorbiditeit was de HR voor stoppen met roken bij diagnose 0,75 (95%-bti 0,58-0,98).

De onderzoekers concluderen dat stoppen met roken bij een diagnose NSCLC geassocieerd was met significante overlevingswinst.

1.Gemine RE, Davies G, Lanyon J et al. Quitting smoking improves two-year survival after a diagnosis of non-small cell lung cancer. Lung Cancer 2023.107388

Summary: A multicenter trial in the UK found that quitting smoking at a NSCLC diagnosis was associated with significantly improved survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van FGFR3-mutatie op werkzaamheid van atezolizumab voor metastatisch urotheelcarcinoom (0)
2023-10-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  mUC FGFR3 mutation atezolizumab
Eerdere studies hebben bemoedigende resultaten laten zien met immuuncheckpointremmers (ICIs) voor metastatisch urotheelcarcinoom (mUC). Mutaties in het gen voor de fibroblast-groeifactorreceptor 3 (FGFR3) bevorderen een T-cel arme tumor microömgeving in mUC, hetgeen doet vermoeden dat FGFR3-gemuteerd mUC minder goede respons op ICIs zullen laten zien dan FGFR3-wildtype mUC. Een post-hoc analyse in het cohort van de fase 2-studie IMvigor210 en een meta-analyse hebben deze hypothese getoetst. Dr. Tao Xu (Volksziekenhuis van de Peking Universiteit, Beijing) en collega’s publiceren de analyses in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

IMvigor210 evalueerde atezolizumab voor mUC. Voor de nu gepubliceerde analyse werden 39 patiënten met FGFR3-wildtype mUC propensity score-gematched met 39 patiënten met FGFR3-gemuteerd mUC. De mediane overall survival was 9,2 maanden in de FGFR3-gemuteerde groep versus 21,0 maanden in de FGFR3-wildtypegroep (HR 2,11; p=0,015). Ook het percentage patiënten met ziektecontrole was lager in de FGFR3-gemuteerde groep dan in de FGFR3-wildtypegroep (41,0% versus 66,7%; p=0,023). Om deze bevindingen te valideren voerden de onderzoekers een meta-analyse uit van gepubliceerde studies in in PubMed, Embase, MEDLINE, de Cochrane Library, en ClinicalTrial.gov tot eind november 2022. Ook de meta-analyse (938 ICI-behandelde mUC-patiënten) liet zien dat de FGFR3-mutatie geassocieerd was met slechtere overall survival (HR 1,28; p=0,02).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met ICI-behandeld mUC, een FGFR3-mutatie geassocieerd was met slechtere respons en overleving.

1.Song Y, Peng Y, Qin C et al. Fibroblast growth factor receptor 3 mutation attenuates response to immune checkpoint blockade in metastatic urothelial carcinoma by driving immunosuppressive environment. J ImmunoTher Cancer 2023-006643

Summary: Post-hoc analysis of the IMvigor210 trial and meta-analysis of published studies showed that among patients receiving immune checkpoint inhibitors for metastatic urothelial cancer, FGFR3-mutation was associated with worse response and survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van combinatie van BRAF-, MEK-, en HSP90-remming voor gevorderd BRAF-V600 gemuteerd melanoom (0)
2023-10-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced BRAF V600-mutant melanoma
Dr. Zeynep ErogluIn BRAF-V600 gemuteerd melanoom is resistentie tegen BRAF- en MEK-remmers niet ongebruikelijk. Er zijn aanwijzingen voor betrokkenheid van heat-shock protein 90 (HSP90) bij het ontstaan van deze resistentie. Een fase 1-studie van Moffitt Cancer Center (Tampa FL) heeft de combinatie van de BRAF-remmer vemurafenib en de MEK-remmer cobimetinib met de HSP90-remmer XL888 voor gevorderd BRAF-V600 gemuteerd melanoom geëvalueerd. Dr. Zeynep Eroglu en collega’s publiceren de studie in Cancer.1

De studie includeerde 25 patiënten, die oraal vemurafenib 960 mg tweemaal daags en cobimetinib 60 mg eenmaal daags kregen tijdens de eerste twee weken van drie-weekse cycli, in combinatie met uiteenlopende doseringen oraal XL888 (30 tot 90 mg tweemaal per week). Na doserings-limiterende toxiciteiten (rash en acute nierschade) werden de doseringen van vemurafenib en cobimetinib verlaagd naar 720 respectievelijk 40 mg). De hoogste verdragen XL888-dosering was 60 mg. De behandeling resulteerde in objectieve respons in 19 patiënten (76%) en in mediane progressievrije overleving 7,6 maanden, een vijf-jaar progressievrij-overlevingspercentage van 20%, een mediane overall survival van 41,7 maanden, en een vijf-jaars PS-percentage van 37%.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van vemurafenib en cobimetinib met XL888 significante toxiciteit veroorzaakte, resulterend in doseringsverlaging die mogelijk bijdroeg aan een relatief korte PFS ondanks een hoog responspercentage.

1.Eroglu Z, Chen YA, Smalley I et al. Combined BRAF, MEK, and heat-shock protein 90 (HSP90) inhibition in advanced BRAF V600-mutant melanoma. Cancer 2023.35029

Summary: A phase 1 trial at Moffitt Cancer Center (Tampa, FL) found that among patients with advanced BRAF V600-mutant melanoma, the combination of vemurafenib, cobimetinib, and XL888 resulted in high response rate but also in significant toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vitamine C-inname en overleving van colorectaalcarcinoom met versus zonder KRAS- of BRAF-mutatie (0)
2023-10-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  CRC survival vitamin C intake
Dr. Mingyang SongColorectaalcarcinomen (CRCs) vormen een heterogene groep van ziekten, met in ongeveer 50% activerende KRAS- of BRAF-mutaties. Een analyse in twee grote prospectieve cohorten in de Verenigde Staten heeft de impact van inname van vitamine C op de overleving van patiënten met CRC met versus zonder KRAS- en BRAF-mutaties onderzocht. Dr. Mingyang Song (Harvard School of Public Health, Boston MA) en collega’s publiceren de analyse in het British Journal of Cancer.1




De prospectieve cohorten in kwestie zijn de Nurses’ Health Study (NHS) en de Health Professionals Follow-up Study (HPFS). NHS includeerde 121.701 vrouwen in de leeftijd van 30 tot en met 55 jaar, en HPFS includeerde 51.529 mannen in de leeftijd van 40 tot en met 75 jaar. Vanaf 1980 respectievelijk 1986 verstrekten de deelnemers iedere vier jaar informatie over hun voedingsgewoonten (door beantwoorden van voedselfrequentievragenlijsten) en over hun gezondheid. Tijdens gemiddeld 12,0 jaar follow-up werd in 2096 deelnemers CRC gediagnostiseerd (1333 in NHS en 763 in HPFS), onder wie 703 met beschikbare gegevens over KRAS- en BRAF-mutatiestatus.

De figuur laat zien dat de postdiagnose-inname van vitamine C onder alle patiënten niet geassocieerd was met de ziektespecifieke en de all-cause mortaliteit (panels a en b) maar dat onder patiënten met KRAS- of BRAF-mutaties de ziektespecifieke mortaliteit afnam met toenemende vitamine C inname (panel c, in multivariate analyse per toename met 400 mg/d HR 0,74; p voor trend <0,05). Analyse in de database van The Cancer Genome Atlas liet zien dat in KRAS- of BRAF-gemuteerde tumoren de mRNA-expressie van SLC2A1 hoger was dan in wildtype tumoren.

De onderzoekers concluderen dat de analyse suggereert dat onder patiënten met KRAS- of BRAF-gemuteerd CRC, hogere postdiagnostische vitamine C inname geassocieerd is met lagere ziektespecifieke mortaliteit.

1.Shi S, Wang K, Ugai T et al. Vitamin C intake and colorectal cancer survival according to KRAS and BRAF mutation: a prospective study in two US cohorts. Br J Cancer 2023; epub ahead of print

Summary: A prospective study in two cohorts found that among patients with KRAS- of BRAF-mutated colorectal cancer, higher intake of vitamin C was associated with lower CRC specific-mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van fuzuloparib plus apatinib voor gevorderd ovariumcarcinoom en triple-negatief mammacarcinoom (0)
2023-10-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  aOC or aTNBC fuzuloparib plus apatinib
Prof. Huiping LiDe combinatie van een antiangiogeen middel met een PARP-remmer kan wellicht patiënten met gevorderde maligniteiten de toxiciteit van conventionele chemotherapie besparen. Een fase 1-studie in tien centra in China heeft de combinatie van apatinib en fuzuloparib voor gevorderd ovariumcarcinoom (aOC) of gevorderd triple-negatief mammacarcinoom (aTNBC) geëvalueerd. Prof. Huiping Li (Peking University Cancer Hospital and Institute, Beijing) en collega’s publiceren de studie in BMC Medicine.1

De 3 +3 dose-escalation study includeerde 30 aOC-patiënten en 22 aTNBC-patiënten, die uiteenlopende doseringen fuzuloparib (tot 100 mg tweemaal daags) en apatinib (tot 500 mg eenmaal daags) kregen. De figuur laat de werkzaamheid van de combinatie zien, met 36,5% objective response rate (95%-bti 23,6-51,0) en 65,4% disease control rate (50,9-78,0). De hoogste doseringen werden gekozen als aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) voor de combinatie. Met de RP2D was de ORR 50,0% (95%-bti 15,7-84,3). Patiënten met kiemlijn BRCA-mutatie hadden hogere ORR en langere mediane progressievrije overleving dan de patiënten met BRCA-wildtype (aOC: 62,5% versus 40,9% respectievelijk 9,4 versus 6,7 maanden; en aTNBC: 66,7% versus 15,8% respectievelijk 5,6 versus 2,8 maanden). De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger behandelingsgerelateerde toxiciteiten waren hypertensie (19,2% van de patiënten), anemie (13,5%), en trombocytopenie (5,8%).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met aOC en aTNBC de combinatie van fuzuloparib en apatinib acceptabele veiligheid had en veelbelovende werkzaamheid.

1.Liu Y, Wang W, Yin R et al. A phase 1 trial of fuzuloparib in combination with apatinib for advanced ovarian and triple-negative breast cancer: efficacy, safety, pharmacokinetics and germline BRCA mutation analysis. BMC Cancer 2023;21:376

Summary: A multicenter phase 1 trial in China found acceptable safety and promising clinical activity of the combination of apatinib and fuzuloparib among patients with advanced ovarian cancer or advanced triple-negative breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)