Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van neoadjuvant atezolizumab plus duale HER2-blokkade plus epirubicine voor vroeg HER2-positief mammacarcinoom (0)
2025-01-18 16:00   ( Nieuws )
Tags:  ABCSG-52 ATHENE trial
Prof. Gabriel RinnerthalerCardiotoxiciteit maakt het gebruik van anthracyclines in de behandeling van vroeg mammacarcinoom (EBC) onaantrekkelijk, maar vanwege hun immunogene effecten zijn anthracyclines wel veelbelovende combinatiepartners voor immuuntherapie. De multicenter neoadjuvante fase 2-studie ABCSG-52/ATHENE in Oostenrijk heeft gedeëscaleerd epirubicine in combinatie met immuuntherapie voor vrouwen met HER2-positief EBC geëvalueerd. Prof. Gabriel Rinnerthaler (Medische Universiteit Graz) en collega’s publiceren de studie in Nature Cancer.1

De figuur toont de opzet van ABCSG-52. De 58 geïncludeerde patiënten werden in het eerste chemotherapievrije deel van de studie 1:1 gerandomiseerd naar twee cycli duale HER2-blokkade met trastuzumab en pertuzumab (TP) plus atezolizumab (TP-A) of alleen TP. In het tweede deel van de studie kregen alle patiënten vier cycli TP-A in combinatie met epirubicine. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pathologisch complete respons (pCR). Dit percentage bedroeg 60,3% (95%-bti 47,5-71,9) met 19 pCR-patiënten (65,5%) in de TP-A groep en 16 (55,2%) in de TP-groep. Het residual cancer burden 0/1-percentage was 80,0% (95%-bti 67,6-88,4; 44 van 55 patiënten) en de objective response rate was 89,3% (78,5-95%; 50 van 56 patiënten). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor zeventien patiënten (29,3%).

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvante deëscalatie van chemotherapie met een regime van T-P, A, en epirubicine effectief en veilig is voor patiënten met HER2-positief EBC.

1.Rinnerthaler G, Egle D, Bartsch R et al. Neoadjuvant atezolizumab in combination with dual HER2 blockade plus epirubicin in women with early HER2-positive breast cancer: the randomized phase 2 ABCSG-52/ATHENE trial. Nature Cancer (2025) 024-00890-2

Summary: The multicenter phase 2 ABCSG-52 trial in Austria found that a neoadjuvant chemotherapy de-escalation immunotherapy regimen with trastuzumab, pertuzumab, atezolizumab and epirubicin is effective and safe in patients with HER2-positive early breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van neoadjuvant talimogene laherparepvec voor moeilijk-resecteerbaar cutaan basaal celcarcinoom (0)
2025-01-18 14:30   ( Nieuws )
Tags:  NeoBCC trial cutaneous basal cell carcinoma T-VEC
Dr. Julia Maria ResslerCutaan basaal celcarcinoom (BCC) is wereldwijd de meest-voorkomende maligniteit, met een incidentie die de laatste twee decennia is verdubbeld en naar verwachting verder zal toenemen. De fase 2-studie NeoBCC van de Medische Universiteit van Wenen (Oostenrijk) heeft neoadjuvante therapie met het oncolytische virus talimogene laherparepvec (T-VEC) voor moeilijk-resecteerbaar BCC geëvalueerd. Dr. Julia Maria Ressler en collega’s publiceren de studie in Nature Cancer.1

De Simon’s two-stage fase 2-studie includeerde 18 patiënten met moeilijk-resecteerbaar BCC, gedefinieerd als noodzaak van huid-flap of –transplantatie voor het sluiten van de wond. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten die na zes cycli T-VEC (13 weken) resectabele ziekte hadden zonder noodzaak van reconstructieve plastische chirurgie. Dit eindpunt werd reeds na het eerste stadium bereikt (9 van 18 patiënten; 50%) waarna de studie gesloten werd wegens vroeg succes. De objective response rate was 55,6% en de complete pathological response rate was 33,3%. De behandeling leidde tot slechts milde adverse events. De zes-maands percentages voor recidiefvrije overleving en overall survival waren beide 100%. In twee patiënten werd een nieuw BCC gediagnostiseerd. T-VEC resulteerde in significante toename van cytotoxische T-cellen, B-cellen, en myeloïde cellen en afname van regulatorische T-cellen in de micro-omgeving van de tumoren.

De onderzoekers concluderen dat neoadjuvant T-VEC een viabele behandelingsoptie is voor patiënten met moeilijk-resecteerbaar BCC.

1.Ressler JM, Plaschka M, Silmbrod R et al. Efficacy and tolerability of neoadjuvant therapy with talimogene laherparepvec in cutaneous basal cell carcinoma: a phase II trial (NeoBCC trial). Nature Med (2025) 024-00979-x

Summary: The phase 2 NeoBCC trial at the Medical University of Vienna (Austria) found that neoadjuvant therapy with the oncolytic virus talimogene laherparepvec was a viable treatment option for patients with difficult-to-resect basal cell carcinomas.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Mortaliteit na diagnose van een maligniteit onder kinderen met congenitale hartzieke in Zweden en Denemarken (0)
2025-01-18 13:00   ( Nieuws )
Dr. Christina Evmorfia KampitsiDe laatste decennia is de overleving van maligniteiten in kinderen sterk verbeterd, maar er is geen duidelijkheid over de prognose na de diagnose van een maligniteit in kinderen met congenitale hartziekte (CHD), het meest-prevalente geboortedefect. Een bevolkingsgebaseerde studie in Denemarken en Zweden heeft deze prognose geïnventariseerd. Dr. Christina-Evmorfia Kampitsi (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1

De studie includeerde patiënten geboren in Denemarken of Zweden tussen 1970 en 2015, met diagnose van een maligniteit voor de leeftijd 20 jaar (n=20.665). Onder deze patiënten waren er 397 met een CHD-diagnose. Na exclusie van patiënten met het syndroom van Down hadden kinderen met CHD een hogere vijf-jaars mortaliteit na de diagnose van een maligniteit dan kinderen zonder CHD (HR 1,48; 95%-bti 1,18-1,86); dit was in het bijzonder het geval na een diagnose lymfoom (2,17; 1,11-4,25) of neuroblastoom (2,39; 1,11-5.15). In de decennia na 1990 hadden kinderen met CHD dezelfde vijf-jaars mortaliteit na diagnose van een maligniteit als kinderen zonder CHD, met uitzondering van kinderen met lymfoom, onder wie de CHD-geassocieerde mortaliteit verhoogd bleef (HR 3,37; 95%-bti 1,65-6,89).

De onderzoekers concluderen dat kinderen met CHD na diagnose van een maligniteit, in het bijzonder lymfoom, slechtere vijf-jaars mortaliteit hadden dan kinder zonder CHD.

1.Kampitsi C-E, Kenborg L, Mogensen H et al. Mortality after cancer diagnosis among children with congenital heart disease in Denmark and Sweden. J Natl Cancer Inst 2025.djaf010

Summary: A population-based cohort study in Denmark and Sweden found that among children with congenital heart disease (CHD), the prognosis after a cancer diagnosis was worse than among children without CHD.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van associatie tussen centrale obesitas en risico van colorectaalcarcinoom (0)
2025-01-17 16:00   ( Nieuws )
Tags:  UK Biobank central obesity and CRC risk
Prof. Hermann BrennerHet percentage van gevallen van colorectaalcarcinoom (CRC) die toe te schrijven zijn aan hoog lichaamsgewicht, bekend als de population attibutable fraction (PAF), wordt gewoonlijk bepaald op basis van body mass index (BMI)-gegevens. Maten voor centrale obesitas, zoals middelomtrek (WC) en middel-/heup-omtrekverhouding (WHR) zijn wellicht betere indicatoren voor adipositas. Een retrospectieve cohortstudie van deelnemers aan de UK Biobank heeft PAFs van CRC-gevallen die zijn toe te schrijven aan hoge WC en WHR geïnventariseerd en vergeleken met aan hoge BMI toe te schrijven PAFs. Prof. Hermann Brenner (Deutsches Krebsforschungszentrum, Heidelberg) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 458.543 deelnemers die bij inclusie (maart 2006 tot augustus 2010) tussen 40 en 70 jaar oud waren en informatie verschaften over hun lichaamsmaten. Tijdens mediaan 11,8 jaar follow-up (IQR 10,9-12,5) werd incident CRC vastgesteld in 5944 deelnemers. De HRs voor associatie met CRC waren lager voor BMI (laagste versus hoogste kwartiel: HR 1,23; 95%-bti 1,14-1,33) dan voor WC (1,37; 1,27-1,49) en voor WHR (1,40; 1,29-1,51); deze associaties werden alleen vergelijkbaar na correctie voor mogelijke reverse causality (prediagnostisch gewichtsverlies) door het excluderen van de eerste jaren follow-up. De figuur laat de verschillende PAFs zien voor alle deelnemers en voor subgroepen.

De onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie van bijna een half mijoen deelnemers, de PAF van CRC toe te schrijven aan te hoog lichaamsgewicht gedefinieerd als hoge BMI aanzienlijk onderschat werd; PAFs op basis van WC en WHR waren consistent en hoger.

1.Safizadeh F, Mandic M, Hoffmeister M, Brenner H. Colorectal cancer and central obesity. JAMA Network Open 2025;8:2454753

Summary: A retrospective cohort study using the UK Biobank found that the population attributable fraction (PAF) of colorectal cancer (CRC) attributable to excess weight, defined as high bdy mass index, was considerably underestimated. The PAFs attributable to high waist circumference and high waist to hip ratio were consistent and much higher.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-studie van intratumorale injectie van mRNA-2752 en pembrolizumab voor hoog-risico ductaal carcinoom in situ (0)
2025-01-17 14:30   ( Nieuws )
Tags:  high-risk DCIS intratumoral injection of mRNA-2752 and pembrolizumab
Prof. Laura EssermanIntratumorale immuuntherapie voor ductaal carcinoom in situ (DCIS) kan wellicht de extensie van chirurgische behandeling verminderen. Een fase 1-studie van de University of California San Francisco heeft intratumorale immuuntherapie voor hoog-risico DCIS geëvalueerd. Prof. Laura Esserman en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde patiënten met hoog-risico DCIS, gedefinieerd als tenminste twee van de volgende kenmerken: jonger dan 45 jaar, tumor groter dan 5 cm, hooggradig, palpabele massa, HR-negatief, of HER2-positief. De geïncludeerde patiënten kregen twee tot vier intratumorale injecties iedere twee tot drie weken van pembrolizumab 2 mg tot 8 mg plus mRNA-2752 (combinatie van IL-23. IL-36γ, en OX40L mRNAs) 1 mg tot 4 mg. Het primaire eindpunt was veiligheid van de behandeling; secundaire eindpunten waren radiologische en pathologische responsen.

De mediane leeftijd van de tien geïncludeerde patiënten was 46 jaar (range 35-80). De mediane grootte van de tumoren was 5,3 cm (range 1,0-10,0). Respons op de behandeling werd gezien in acht van tien patiënten; alle acht patiënten het HER2-positief of HR-negatief DCIS. Drie patiënten hadden complete respons. Drie patiënten met negatieve posttreatment core biopsie resultaten weigerden chirurgie en waren één tot twee jaren later nog ziektevrij. Alle patiënten hadden gedurende een week koorts, malaise, griepachtige symptomen, axillare adenopathie, erytheem, injectieplaats-zwelling, en zwelling in de borst. Eén patiënt had intermittente urticaria gedurende drie maanden. De aanbevolen fase 2-dosering in pembrolizumab 4 mg plus mRNA-2752 1 mg.

De onderzoekers concluderen dat intratumorale injectie van pembrolizumab en mRNA-2752 veilig is en snelle regressie van hoog-risico DCIS kan induceren.

1.Ramlingam K, Woody R, Glencer A et al. Intratumoral injection of mRNA-2752 and pembrolizumab for high-risk ductal carcinoma in situ. A phase 1 nonrandomized clinical trial. JAMA Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A phase 1 trial at University of California San Francisco found that intratumoral injection of pembrolizumab and mRNA-2752 is safe and may induce rapid regression of high-risk DCIS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van atezolizumab plus bevacizumab voor eerder lenvatinib-behandeld gevorderd levercelcarcinoom (0)
2025-01-17 13:00   ( Nieuws )
Tags:  aHCC
Dr. Takeshi TereshimaDe combinatie van atezolizumab en bevacizumab is een geaccepteerde eerstelijns optie voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC), maar de werkzaamheid en veiligheid van de combinatie voor aHCC-patiënten die eerder systemische therapie hebben gekregen is niet bekend. Een fase 2-studie in het ziekenhuis van Kanazawa Universiteit (Japan) heeft atezolizumab plus bevacizumab geëvalueerd onder aHCC-patiënten die eerder met lenvatinib behandeld waren. Dr. Takeshi Terashima en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 26 patiënten (allen mannen; mediane leeftijd 73,5 jaar) met lenvantinib-voorbehandeld aHCC, die niet in aanmerking kwamen voor locale therapie, en een ECOG performance status hadden van 2 of beter. De patiënten kregen atezolizumab 1200 mg plus bevacizumab 15 mg/kg iedere drie weken. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving vanaf de start van de behandeling. De mediane PFS was 9,70 maanden (95%-bti 2,76-14,99) waarmee de combinatie voldeed aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid. De objective response rate en disease control rate waren 34,6% respectievelijk 73,1%. Zestien patiënten kregen volgende behandelingen, en de mediane overall survival was 17,23 maanden. Adverse events die resulteerden in discontinuering werden gezien in vijf patiënten (19,2%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van atezolizumab en bevacizumab een effectieve en veilige optie was voor aHCC-patiënten die eerder met lenvatinib behandeld waren.

1.Tereshima T, Kido H, Takata N et al. Phase II study of atezolizumab and bevacizumab combination therapy for patients with advanced hepatocellular carcinoma previously treated with lenvatinib. Cancers 2025;17:278

Summary: A phase 2 study at Kanazawa University Hospital (Japan) found that the combination of atezolizumab and bevacizumab was effective and safe for patients with advanced hepatocellular carcinoma previously treated with lenvatinib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van pembrolizumab met of zonder bevacizumab voor platina-resistent recidiverend of metastatisch nasofarynxcarcinoom (0)
2025-01-16 16:00   ( Nieuws )
Tags:  R M NPC pembrolizumab with or without bevacizumab
Prof. Boon-Cher GohVascular endothelial growth factor (VEGF) wordt in nasofarynxcarcinoom (NPC) tot overexpressie gebracht en onderdrukt de antitumor immuunrespons. Een gerandomiseerde fase 2-studie van het National University Cancer Institute en het Tan Tock Seng ziekenhuis, beide in Singapore, heeft de PD-1 remmer pembrolizumab met of zonder de VEGF-remmer bevacizumab geëvalueerd voor platina-resistent recidiverend of metastatisch (R/M) NPC. Prof. Boon-Cher Goh en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 48 volwassen patiënten (in Singapore 21 jaar of ouder) met platina-resistent R/M NPC en een ECOG performance status 0 of 1. De mediane leeftijd was 56 jaar (IQR 48-65) en 17% van de patiënten waren vrouwen. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar pembrolizumab monotherapie (n=24) of pembrolizumab plus bevacizumab (n=24) iedere drie weken tot radiografische progressie van de ziekte, niet-acceptabele toxiciteit, of voltooiing van 32 cycli. Het primaire eindpunt was door onafhankelijke radiologen beoordeelde objective response rate.

De mediane follow-up was 28,3 maanden (IQR 15,1-55,9). De ORR was 58,3% in de groep met pembrolizumab plus bevacizumab versus 12,5% in de groep met alleen pembrolizumab (RR 4,67; p=0,0010). Graad 3 treatment-related adverse events werden gezien in 29% van de patiënten in de groep met pembrolizumab plus bevacizumab en 8% van de patiënten in de groep met alleen pembrolizumab. Er waren geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met platina-resistent R/M NPC de combinatie van pembrolizumab en bevacizumab meer werkzaam was dan pembrolizumab monotherapie, met manageable toxiciteiten.

1.Chong W-Q, Low J-L, Tay JK et al. Pembrolizumab with or without bevacizumab in platinum-resistant recurrent or metastatic nasopharyngeal carcinoma: a randomised, open-label, phase 2 trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: A randomized phase 2 trial at two centers in Singapore found that pembrolizumab plus bevacizumab was more efficacious than pembrolizumab monotherapy in platinum-resistant recurrent or metastatic nasopharyngeal carcinoma, with manageable toxicities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Follow-up van fase 3-studie van trastuzumab emtansine versus trastuzumab voor residueel HER2-positief mammacarcinoom (0)
2025-01-16 14:30   ( Nieuws )
Tags:  KATHERINE trial HER2-positive breast cancer T-DM1
Prof. Charles GeyerDe multinationale fase 3-studie KATHERINE randomiseerde patiënten met HER2-positieve residuele invasieve ziekte in borst of axilla na neoadjuvante therapie met taxaan en trastuzumab naar veertien cycli trastuzumab emtansine (T-DM1; n=743) of trastuzumab (n=743). In 2018 is de primaire analyse van de studie gepubliceerd, die liet zien dat de invasieve-ziektevrije overleving (IDFS) significant beter was in de T-DM1 groep dan in de trastuzumabgroep. Prof. Charles Geyer (University of Pittsburgh PA) en collega’s publiceren nu in The New England Journal of Medicine de finale analyse van de IDFS en een interimanalyse van de overall survival in de studie.1



Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 8,4 jaar. Het eerder gerapporteerde IDFS-voordeel met T-DM1 versus trastuzumab bleef bij langere follow-up behouden (HR 0,54; 95%-bti 0.44-0.66) met zeven-jaars IDFS percentages 80,8% met T-DM1 en 67,1% met trastuzumab. Het risico van overlijden was eveneens significant lager in de T-DM1 groep dan in de trastuzumabgroep (HR 0,66; p=0,001), met zeven-jaars overall survival percentages 89,1% versus 84,4%. Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 26,1% van de patiënten in de T-DM1 groep en 15,7% van de patiënten in de trastuzumabgroep.

De onderzoekers concluderen dat vergeleken met trastuzumab, T-DM1 de overleving verbeterde met aanhoudende IDFS verbetering onder patiënten met HER2-positief mammacarcinoom met residuele invasieve ziekte na neoadjuvante therapie.

1.Geyer CE, Untch M, Huang C-S et al. Survival with trastuzumab emtansine in residuale HER2-positive breast cancer. N Engl J Med 2025;392:249-257

Summary: At median 8.4 years of follow-up of the multinational phase 3 KATHERINE trial, T-DM1 improved overall survival with sustained improvement in invasive disease-free survival among patients with HER2-positive early breast cancer with residual invasive disease after neoadjuvant therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)