Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Waarde van alloSCT voor volwassen Ph+ALL-patiënten in eerste complete moleculaire remissie (0)
2024-02-06 14:30   ( Nieuws )
Tags:  Ph+ALL in first CMR allogeneic stem cell transplantation
Prof. Hitoshi KiyoiDe waarde van allogene stamceltransplantatie (alloSCT) voor patiënten met Philadelphia chromosoom-positief (Ph+ALL) in eerste complete remissie (CR1) is niet duidelijk. Een multicenter retrospectieve analyse in Japan heeft uitkomsten van alloSCT voor patiënten met Ph+ALL in CR1 die binnen drie maanden na het begin van de behandeling complete moleculaire remissie (CMR) bereikten. Prof. Hitoshi Kiyoi (Universiteit van Nagoya) en collega’s publiceren de analyse in het American Journal of Hematology.1



De analyse includeerde deelnemers die CR1 bereikten in prospectieve studies in Japan. Onder de 147 patiënten met CMR binnen drie maanden waren er 101 die alloSCT ondergingen en 46 die geen alloSCT ondergingen. In multivariate analyses was alloSCT geassocieerd met betere overall survival (aHR 0,54; p=0,04) en relapsevrije overleving (aHR 0,21; p<0,001). De vijf-jaars OS- en RFS-percentages waren 73% respectievelijk 70% in het alloSCT-cohort versus 50% en 20% in het cohort zonder alloSCT. Ondanks de hogere non-relapse mortaliteit (aHR 3,49; p=0,03) was alloSCT significant geassocieerd met lager relapse-percentage (aHR 0,10; p<0,001). Bovendien was alloSCT ook geassocieerd met superieure GVHD-vrije relapsevrije overleving (aHR 0,43; p=0,002). Propensity score-gematchte analyse bevestigden deze resultaten.

De onderzoekers concluderen dat onder Ph+ALL patiënten met CMR binnen drie maanden, alloSCT geassocieerd was met superieure overlevingsuitkomsten en lager relapse-percentage.

1.Nishiwaki S, Sugiura I, Fujisawa et al. Utility of allogeneic stem cell transplantation for adult Ph+ALL with complete molecular remission. Am J Hematol 2024; 27237

Summary: A multicenter retrospective study multicenter retrospective study in Japan found that among Ph+ALL patients who achieved first complete molecular remission within 3 months, alloSCT was associated with superior survival and lower relapse rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde studie van chirurgie versus chemotherapie voor pancreascarcinoom in Denemarken (0)
2024-02-06 13:00   ( Nieuws )
Tags:  pancreatic cancer surgery versus chemotherapy
Dr. Jakob KirkegårdEr is geen duidelijkheid over de relatieve effectiviteit van chirurgie en chemotherapie voor pancreascarcinoom. Een hypothetische gerandomiseerde studie op basis van gegevens in Deense registraties heeft beide behandelingen vergeleken. Dr. Jakob Kirkegård (Universiteit van Aarhus) en collega’s publiceren de studie in het Journal of the National Cancer Institute.1


De studie includeerde patiënten met een diagnose T1-3NxM0 pancreascarcinoom tussen begin 2008 en eind 2021. De blootstelling was chirurgie of chemotherapie binnen zestien weken na de diagnose. Op het moment van diagnose werden gegevens van iedere patiënt gedupliceerd om te worden verwerkt volgens het chirurgieprotocol en het chemotherapieprotocol van de hypothetische studie, met censoring als de toegewezen behandeling afweek van de waargenomen behandeling. Niet-gecensureerde patiënten werden gewogen op basis van confounders.

De mediane leeftijd van de 1744 geïncludeerde patiënten was 68 jaar; 73,6% ondergingen chirurgie en 18,6% chemotherapie zonder chirurgie (7,8% werden niet behandeld). De drie-jaars overall survival was 39,7% (95%-bti 36,7-42,6) na chirurgie en 22,7% (17,7-28,4) na chemotherapie, overeenkomend met een absoluut verschil van 17,0% (10,8-23,1). Conventionele analyse op basis van propensity score-IPW resulteerde eveneens in superieure OS na chirurgie versus chemotherapie (23,0%; 17,0-29,0).

De onderzoekers concluderen dat chirurgie superieur was aan chemotherapie voor het bereiken van lange-termijn overleving van patiënten met pancreascarcinoom. Het verschil in overleving tussen beide behandelingen was kleiner met de clone-sensor weight benadering dan met conventionele overlevingsanalyse.

1.Kirkegård J, Gaber C, Heide-Jørgenson U et al. Effect of surgery versus chemotherapy in pancreatic cancer patients: a target trial emulation. J Natl Cancer Inst 2024; djae024

Summary: A population-based study in Denmark found that among patients with pancreatic cancer, surgery was superior to chemotherapy in achieving long-term survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Preoperatief CA 19-9 voorspelt ziekteprogressie na CRS-HIPEC voor peritoneale metastase van colorectaalcarcinoom (0)
2024-02-05 16:00   ( Nieuws )
Tags:  CRS-HIPEC for CRPM preoperative CA 19-9
Dr. Jonathan GreerPatiënten met peritoneale metastasen van colorectaalcarcinoom (CRPM) worden in toenemende mate behandeld met cytoreductieve chirurgie en hyperthermische intraperitoneale chemotherapie (CRS-HIPEC). Er is weinig informatie beschikbaar over preoperatieve risicofactoren voor slechte oncologische uitkomsten na deze procedure. Een retrospectieve analyse door het US HIPEC Collaborative heeft de associatie van preoperatief CEA, CA 125 en CA 19-9 met ziekteprogressie na CRS-HIPEC voor CRPM geïnventariseerd. Dr. Jonathan Greer (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s publiceren de analyse in Annals of Surgical Oncology.1

De analyse includeerde 279 patiënten (van twaalf centra) die tussen begin 2000 en eind 2017 CRS-HIPEC ondergingen voor CRPM. Tijdens de follow-up werd in 63,8% van de patiënten recidief of progressie gezien, met een mediane progressievrije overleving van 11 maanden (IQR 5-20). De figuur laat zien dat verhoogd CA 19-9 (maar niet CEA of CA 125) geassocieerd was met slechtere twee-jaars PFS (8,9% versus 30% voor niet-verhoogd CEA 19-9; p<0,001). Onder de 113 patiënten die upfront CRS-HIPEC ondergingen was CA 19-9 de enige marker die onafhankelijk voorspellend was voor slechtere PFS (HR 2,88; p=0,048). In de subgroep van 166 patiënten die neoadjuvante therapie hadden gekregen was geen variabele onafhankelijk voorspellend voor PFS.

De onderzoekers concluderen dat verhoogd CA 19-9 geassocieerd was met slechtere PFS na CRS-HIPEC voor CRPM.

1.Fackche NT, Schmocker RK, Nudotor R et al. Preoperative CA 19-9 predicts disease progression in colorectal peritoneal metastases treated with cytoreductive surgery and hyperthermic intraperitoneal chemotherapy: an analysis from the US HIPEC Collaborative. Ann Surg Oncol 2024; 14890-0

Summary: A retrospective analysis by the US HIPEC Collaborative found that among patients undergoing CRS-HIPEC for peritoneal metastases from colorectal cancer, preoperative elevated CA 19-9 was associated with decreased progression-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van klinische uitkomsten van ICIs met of zonder SRS voor hersenmetastasen van melanoom (0)
2024-02-05 14:30   ( Nieuws )
Tags:  MBM ICI with or without SRS
Dr. Kamran AhmedOnder asymptomatische patiënten met hersenmetastasen van melanoom (MBM) heeft upfront duale checkpointremming (ICI) activiteit laten zien. Een retrospectieve studie van Moffitt Cancer Center and Research Institute (Tampa FL) heeft uitkomsten van ICIs met nivolumab en ipilimumab plus stereotactische radiochirurgie (SRS) vergeleken met uitkomsten met alleen nivolumab en ipilimumab. Dr. Kamran Ahmed en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1


De studie includeerde 49 patiënten met 158 niet-eerder behandelde MBM die tussen begin 2015 en eind 2022 bij Moffitt Cancer Center nivolumab plus ipilimumab kregen, onder wie 24 patiënten met 84 MBM die concurrent SRS kregen. Er waren geen verschillen tussen de groepen met en zonder SRS in leeftijd (p=0,96), Karnofsky performance status (p=0,85), bestaan van symptomen (p=0,79), eerdere MBM (p=0,68), eerdere MBM-gerichte chirurgie (p=0,96) of MBM-gerichte SRS (p=0,68), MBM-grootte (p=0,67), of aantal MBM (p=0,94). In de SRS-groep voltooide een hoger percentage patiënten de nivolumab en ipilimumab behandeling (54% versus 24%; p=0,0029). Patiënten in de SRS-groep hadden vaker eerdere immuuntherapie gekregen dan de patiënten in de ICI-alleen groep (54% versus 8%; p<0,001). De figuur laat zien dat er geen significante verschillen tussen beide groepen waren in één-jaars overall survival (72% met SRS versus 71% zonder SRS) en één-jaars afstandsmetastasevrije intracraniële overleving (63% versus 51%; p=0,26), maar dat de één-jaars lokale controle significant beter was in de groep met SRS (92% versus 64%; p=0,002). In multivariabele analyse was de lokale controle beter in de groep met SRS (aHR 0,38; p=0,01). SRS was niet geassocieerd met hogere toxiciteit.

De onderzoekers concluderen dat patiënten met niet-eerder behandelde MBM betere lokale controle hadden met nivolumab en ipilimumab plus SRS dan met alleen nivolumab en ipilimumab.

1.Tong JD, Mills MN, Nakashima J et al. Clinical outcomes of melanoma brain metastases treated with nivolumab and ipilimumab alone versus nivolumab and ipilimumab with stereotactic radiosurgery. J Neuro-Oncol 2024-04543-9

Summary: A retrospective study at Moffitt Cancer Center (Tampa, FL) found that patients with melanoma brain metastases had superior local control with nivolumab and ipilimumab plus stereotactic surgery compared with nivolumab and ipilimumab alone.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Systematisch overzicht van werkzaamheid van immuuncheckpointremmers in microsatelliiet-stabiel colorectaalcarcinoom (0)
2024-02-05 13:00   ( Nieuws )
Tags:  MSS CRC efficacy of ICIs
Dr. Ibrahim Halil SahinIntroductie van immuuncheckpointremmers (ICIs) heeft geresulteerd in aanzienlijke verbeteringen van de uitkomsten van patiënten met maligniteiten, in het bijzonder patiënten met tumoren met immuuninflammatie of hoge tumormutatiebelasting, zoals microsatelliet-instabiel colorectaalcarcinoom (CRC). De werkzaamheid van ICIs voor microsatelliet-stabiel (MSS) CRC is beperkt. Een systematisch overzicht van gepubliceerde studies heeft ICI monotherapie en combinatie van ICIs met andere middelen voor MSS CRC geïnventariseerd. Dr. Ibrahim Halil Sahin (University of Pittsburg PA) en collega’s publiceren het overzicht in The Oncologist.1

In de literatuur tot en met 14 november 2022 identificeerden de onderzoekers 53 voor het onderwerp relevante studies. ICI monotherapie en ICI-ICI combinaties hadden slechts beperkte activiteit voor MSS CRC, met overall response rates lager dan 10% in de meeste studies. ICIs in combinatie met tyrosinekinaseremmers (TKIs) resulteerden in ORRs 10% tot 40%, en waren vooral effectief in patiënten zonder actieve levermetastasen. Combinatie van ICIs met anti-VEGF middelen resulteerden in bescheiden ORRs. Er is behoefte aan goed-gedefinieerde biomarkers om patiënten te identificeren met het meeste profijt van deze combinaties. De combinatie vanICIs met BRAF-remmers resulteerde in veelbelovende activiteit in moleculair-gedefinieerde subgroepen.

De onderzoekers concluderen dat ICI monotherapie weinig activiteit had voor MSS CRC, maar dat combinaties van ICIs met sommige andere middelen de uitkomsten kunnen verbeteren.

1.Guven DC, Kavgaci G, Erul E et al. The efficacy of immune checkpoint inhibitors in microsatellite stable colorectal cancer: a systematic review. The Oncologist2024; oyae013

Summary: Systematic review of published studies found that among patients with microsatellite stable colorectal cancer, ICIs as monotherapy have limited efficacy, but ICIs combined with other agents hold promise to enhance survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-2 studie van oraal decitabine plus cedazurizine en venetoclax voor hoger-risico MDS of CMML (0)
2024-02-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  higher-risk MDS or CMML oral decitabine plus cedazuridine and venetoclax
Prof. Guillermo Garcia--ManeroHypomethylerende middelen zijn goedgekeurd voor hoger-risico MDS. De combinatie van een hypomethylerend met venetoclax is standaard-behandeling voor AML. Een fase 1-2 studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft de eerste volledig-orale combinatie van decitabine plus cedazuridine en venetoclax als eerstelijns behandelng voor hoger-risico MDS en CMML geëvalueerd. Prof. Guillermo Garcia-Manero en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie includeerde patiënten met hoger-risico MDS of CMML (IPSS intermediair-2 of hoger) met excess blasten (>5%). De primaire eindpunten waren veiligheid in fase 1 en overall response rate in fase 2. De mediane leeftijd van de negen patiënten in fase 1 en dertig patiënten in fase 2 was 71 jaar (range 27-94). In fase 1 werd de hoogst-verdragen dosering niet bereikt, en werd de aanbevolen fase 2-dosering bepaald op decitabine 35 mg plus cedazuridine 100 mg per dag op de eerste vijf dagen en venetoclax op de eerste veertien dagen van vier-weekse cycli. De meest-waargenomen graad 3 of 4 adverse events waren trombocyopenie (85% van de patiënten), neutropenie (74%), en febriele neutropenie (21%). Vier patiënten overleden aan oorzaken die niet met de behandeling samenhingen. De mediane follow-up was 10,8 maanden (IQR 5,6-16,4). De ORR was 95% (95%-bti 83-99). Negentien patiënten (49%) ondergingen hematopoïetische stamceltransplantatie.

De onderzoekers concluderen dat de orale combinatie van decitabine met cedurazidine en venetoclax voor hoger-risico MDS en CMML veilig was voor de meeste patiënten, met veelbelovende activiteit.

1.Bataller A, Montalban-Bravo G, Bazinet A et al. Oral decitabine plus cedazuridine and venetoclax in patients with higher-risk myelodysplastic syndromes or chronic myelomoncytic leukaemia: a single-centre, phase 1/2 study. Lancet Haematol 2024; epub ahead of print

Summary: A phase 1-2 study at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found that among patients with higher-risk MDS of CMML, the totally oral combination of dectabine plus cedazuridine and venetoclax was safe in most patients, with encouraging activity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van dabrafenib plus trametinib voor BRAF-gemuteerde gevorderde solide tumoren (0)
2024-02-04 14:30   ( Nieuws )
Tags:  BELIEVE trial BRAF mutated advanced solid tumors dabrafenib plus trametinib
Dr. Noboru YamamotoBRAF V600-mutaties worden veel gezien in melanoom, schildkliercarcinoom, en niet-kleincellig longcarcinoom. De multicenter fase 2-studie BELIEVE in Japan evalueerde de combinatie van dabrafenib en trametinib voor gevorderde andere typen solide tumoren met BRAF V600E/R of niet-V600 BRAF-mutaties. Dr. Noboru Yamamoto (National Cancer Center Hospital, Tokio) en collega’s publiceren de studie in eClinicalMedicine.1


De studie includeerde 47 patiënten met meetbare ziekte, voornamelijk met de BRAF V600E-mutatie (94%). De primaire locaties van de tumoren waren de schildklier, het centraal zenuwstelsel, lever, galweg, colorectum, en pancreas. De patiënten kregen dabrafenib 150 mg tweemaal daagse en trametinib 2 mg eenmaal daags tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was overall response rate. Deze bedroeg 28,0%, waarmee de studie voldeed aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid. Responsen werden gezien in alle tumortypen. De disease control rate was 84,0%. De mediane progressievrije overleving was 6,5 maanden (95%-bti 4,2-7,2) en de mediane overall survival was 9,7 maanden (7,5-12,2). Graad 3 of hoger adverse events werden gezien in 45,6% van de patiënten,

De onderzoekers concluderen dat dabrafenib plus trametinib veelbelovende activiteit had onder patiënten met veraschillende typen tumoren met BRAF V600-mutaties.

1.Shimoi T, Sunami Km Tahara M et al. Dabrafenib and trametinib administration in patients with BRAF V600E/R or non-V6000 BRAF mutated advanced solid tumours (BELIEVE, NCCH1901): a multicentre, open-label, and single-arm phase II trial. eClinMed 2024.102447

Summary: The multicenter phase 2 BELIEVE study in Japan found promising activity of the comination of dabrafenib and trametinib for BRAF-mutated solid tumors other than melanoma, thyroid cancer, or NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-2 studie van monalizumab plus durvalumab voor gevorderde solide tumoren (0)
2024-02-04 13:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced solid tumors monalizumab plus durvalumab
Dr. Sandip PatelDe combinatie van monalizumab (anti-NKG2A/CD94) en durvalumab (anti-PD-L1) zou de antitumor-respons van het immuunsysteem kunnen versterken door een effect op de aangeboren en de adaptieve immuniteit. Een multicenter fase 1-2 studie evalueerde de combinatie van monalizumab en durvalumab voor gevorderde solide tumoren. Dr. Sandip Patel (University of Calfornia San Diego) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde immuuntherapie-naïeve patiënten met gevorderde ziekte, ECOG performance status 0 of 1, en één tot en met drie eerdere lijnen systemische therapie. In fase 1 deel 1 kregen vijftien patiënten durvalumab 1500 mg iedere vier weken plus monalizumab in oplopende doseringen. In fase 1 deel 2 kregen 15 patiënten met cervixcarcinoom en 15 patiënten met microsatelliet-stabiel (MSS) colorectaalcarcinoom durvalumab 1500 mg iedere vier weken en monalizumab 750 mg iedere twee respectievelijk vier weken. In fase 2 kregen patiënten met MSS-CRC (n=40), NSCLC (n=20), MSS endometriumcarcinoom (n=40), en ovariumcarcinoom (n=40) durvalumab 1500 mg iedere vier weken en monalizumab 750 mg iedere twee weken.

Er waren geen doserings-limiterende toxiciteiten, en de hoogst-verdragen dosering van de combinatie werd niet bereikt. De meest-gerapporteerde treatment-related adverse events waren vermoeidheid (12,1% van de patiënten), asthenie (9,3%), diarree (9,3%), pruritus (7,9%), en pyrexie (7,1%). De figuur laat zien dat de activiteit van de combinatie bescheiden was. De combinatie resulteerde wel in aanhoudende activering van de NK-cellen, proliferatie van CD8+ T-cellen, verhoogde serumniveaus van CXCL 10 en 11, en verhoogde tumorinfiltratie door CD8+ en granzym B+ cellen.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van monalizumab en durvalumab goed verdragen werd en ondanks de bescheiden werkzaamheid resulteerde in bemoedigende immuun-activering in het perifeer bloed en de immuunomgevingvan de tumoren.

1.Patel SP, Alonso-Gordoa T, Banerjee S et al. Phase 1/2 study of monalizumab plus durvalumab in patients with advanced solid tumors. J ImmunoTher Cancer 2024;2023-007340

Summary: A multicenter phase 1-2 trial evaluated the combination of monalizumab and durvalumab for advanced solid tumors. Although the activity was modest, the treatment was well tolerated and resulted in encouraging immune activation in the peripheral blood and the tumor microenvironment.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)