
Tussen april 2012 en april 2016 werden in de deelnemende centra 1696 patiënten gescreen , van wie 1089 patiënten een genomic grade index (GGI) hoog-risico tumor hadden. Deze patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar vier drie-weekse cycli postoperatieve taxaan-gebaseerde of anthracycline-gebaseerde chemotherapie gevolgd door hormoontherapie (‘chemotherapiegroep’; n=541) of alleen hormoontherapie (‘geen-chemotherapiegroep’; n=548). De mediane leeftijd van de patiënten was 75,1 jaar (IQR 72,5-78,7). De mediane follow-up was 7,8 jaar. De overall survival percentages waren 90,5% na vier jaar en 72,7% na acht jaar in de chemotherapiegroep, vergeleken met 89,3% na vier jaar en 68,3% na acht jaar in de geen-chemotherapiegroep (p=0,21). Tenminste één graad 3 of hoger adverse event werd gerapporteerd 34% van de patiënten in de chemotherapiegroep en 9% van de patiënten in de geen-chemotherapiegroep.
De onderzoekers concluderen dat toevoeging van adjuvante chemotherapie aan hormoontherapie voor hoog-risico ER-positief HER2-negatief mammacarcinoom in vrouwen in de leeftijd van 70 jaar of ouder niet resulteerde in significant betere overleving en wel in hogere frequentie van adverse events.
1.Brain E, Mir O, Bourbouloux E et al. Adjuvant chemotherapy and hormonotherapy versus adjuvant hormonotherapy alone for women aged 70 years and older with high-risk breast cancer based on the genomic grade index (ASTER 70s): a randomised phase 3 trial. Lancet 2025-00832-3
Summary: The multicenter phase 3 ASTER 70s trial in France and Belgium found that addition of adjuvant chemotherapy to hormone therapy conferred no survival benefit in women aged 70 years and above with genomic grade index high-risk ER-positive HER2-negative breast cancer, and was associated with higher frequency of adverse events.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)