Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multinationale fase 3-studie van belantamab mafodotin, bortezomib, en dexamethason voor multipel myeloom (0)
2024-06-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  DREAMM-7 previously treated MM BVd versus DVd
Prof. Victoria MateosBelantamab mafadotin, een antibody-drug conjugate gericht op BCMA, had in een eerdere studie single-agent activiteit voor recidiverend of refractair multipel myeloom (MM). De multinationale fase 3-studie DREAMM-7 vergeleek de combinatie belantamab mafadotin plus bortezomib en dexamethason (BVd) met de combinatie daratumumab plus bortezomib en dexamethason (DVd) voor patiënten met progressief MM na tenminste één eerdere lijn therapie. Prof. Victoria Mateos (Hospital Universario de Salamanca, Spanje) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

DREAMM-7 includeerde 494 patiënten die werden gerandomiseerd naar BVd (n=243) of DVd (n=251). Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving. De mediane follow-up was 28,2 maanden (range 0,1-40,0). De mediane PFS was 36,6 maanden met BVd versus 13,4 maanden met DVd (HR 0,41; p<0,001). De overall survival percentages na 18 maanden waren 84% met BVd en 73% met DVd. Complete respons of beter plus MRD-negatieve status werd gezien in 25% van de patiënten in de BVd-groep en 10% van de patiënten in de DVd-groep. Graad 3 of hoger adverse events werden gezien in 95% van de patiënten in de BVd-groep en 78% van de patiënten in de DVd-groep. Oculaire gebeurtenissen waren meer frequent in de BVd-groep dan in de DVd-groep (79% versus 29%); deze gebeurtenissen werden gemanaged met doseringsreducties.

De onderzoekers concluderen dat vergeleken met DVd-therapie, BVd-therapie resulteerde in significant betere PFS onder patiënten met recidiverend of refractair MM na tenminste één lijn behandeling.

1.Hungria V, Robak P, Hus M et al. Belantamab mafadotin, bortezomib, and dexamethasone for multiple myeloma. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 DREAMM-7 trial found that, as compared to daratumumab-bortezomib-dexamethasone, the combination of belantamab vedotin plus bortezomib and dexamethasone conferred a significant benefit with respect to progression-free survival among patients who had relapsed or refractory multiple myeloma after at least one line of therapy. Most patients had grade 3 or higher adverse events.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van nivolumab plus relatlimab voor eerder-behandeld MSI-H/dMMR metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2024-06-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 142 MSI-H dMMR mCRC nivolumab plus relatlimab
Dr. Michael OvermanPD-1 remmers zoals nivolumab hebben lange-termijn overlevingsvoordeel laten zien in eerder-behandelde patiënten met MSI-H/dMMR metastatisch colorectaalcarcinoom (mCRC). Relatlimab is een LAG-3 remmer met bewezen werkzaamheid in combinatie met nivolumab voor melanoom. De multinationale fase 2-studie CheckMate 142 heeft nivolumab plus relatlimab geëvalueerd voor eerder-behandeld MSI-H/dMMR mCRC. Dr. Michael Overman (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1



CheckMate 142, uitgevoerd in dertien centra in zeven landen, includeerde 50 patiënten die intraveneus nivolumab 240 mg plus relatlimab 160 mg iedere twee weken kregen. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde objective response rate. De figuur laat zien dat de ORR 50% bedroeg (95%-bti 36-65) en de disease control rate 70% (55-82). De mediane tijd tot respons was 2,8 maanden (range 1,3-33,1) en de mediane duur van respons was 42,7 maanden (2,8-47,0+). De mediane follow-up was 47,4 maanden (range 43,9-49,2). Deze figuur laat zien dat de door lokale onderzoekers beoordeelde mediane progressievrije overleving 27,5 maanden was (95%-bti 5,3-43,7) met een drie-jaars PFS-percentage 38%, en dat de mediane overall survival niet bereikt werd met een drie-jaars OS-percentage vavn 56%. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 14% van de patiënten, en TRAEs resulterend in discontinuering voor 8%. Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van nivolumab en relatlimab duurzaam klinisch profijt leverde en goed verdragen werd onder patiënten met eerder-behandeld MSI-H/dMMR mCRC.

1.Overman MJ, Gelsomino F, Aglietta M et al. Nivolumab plus relatlimab in patients with previously treated microsatellite instability-high/mismatch repair-deficient metastatic colorectal cancer: the phase II CheckMate 142 study. J ImmunoTher Cancer 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 2 CheckMate 142 study found that the combination of nivolumab plus relatlimab provided durable clinical benefit ans was well tolerated in previously treated patients with MSI-H/dMMR mCRC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van taletrectinib voor ROS1+ niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-06-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  TRUST-I study ROS1+ NSCLC taletrectinib
Prof. Caicun ZhouTaletrectinib is een potente CNS-actieve ROS1-tyrosinekinaseremmer (TKI). De multicenter fase 2-studie TRUST1 in China heeft taletrectinib geëvalueerd onder patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom met ROS1-rearrangement (ROS1+ NSCLC). Prof. Caicun Zhou (Tongji Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


TRUST-I includeerde 173 patiënten (mediane leeftijd 55 jaar; 58% vrouwen, 73% nooit-rokers) onder wie 106 TKI-naïef waren en 67 eerder critozinib hadden gekregen. De patiënten kregen oraal taletrectinib 600 mg eenmaal daags. Het primaire eindpunt was bevestigde objectieve respons (cORR). Onder de TKI-naïeve patiënten was de cORR 91% en de intracraniële cORR 88%; onder de crizotinib-voorbehandelde patiënten was de cORR 52% en de intracraniële cORR 73%. Onder de TKI-naïeve patiënten werden mediane duur van respons en mediane progressievrije overleving niet bereikt met mediaan 22,1 respectievelijk 23,5 maanden follow-up. Onder de crizotinib-voorbehandelde patiënten was de mediane DOR 10,6 maanden (95%-bti 6,3-NR) en de mediane PFS 7,6 maanden (5,5-12,0). Respons werd gezien in acht van twaalf patiënten met G2032R-mutatie. De meest-frequente treatment-emergent adverse events waren verhoogd AST (76% van de patiënten), diarree (70%) en verhoogd ALT (68%); in de meeste gevallen graad 1 of 2. De incidentie van neurologische TEAEs was laag en in de meeste gevallen graad 1. Doseringsreductie wegens TEAEs was vereist in 19% van de patiënten en discontinuering in 5%.

De onderzoekers concluderen dat talectrinib werkzaam en veilig was onder patiënten met ROS1+ NSCLC.

1.Li W, Xiong A, Yang N et al. Efficacy and safety of taletrectinib in Chinese patients with ROS1+ non-small cell lung cancer: the phase II TRUST-I study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 TRUST-I study in China found that among patients with ROS1+ NSCLC, talectrectinib induced high and durable overall responses, prolonged PFS, and had robust activity against intracranial lesions and acquired resistance mutations including G2032R, with a favorable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van asciminib voor nieuw-gediagnostiseerde chronische myeloïde leukemie (0)
2024-06-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  newly diagnosed CML asciminib
Prof. Andreas HochhausEr is behoefte aan meer werkzame en veiligere behandelingen voor nieuw-gediagnostiseerde chronische myeloïde leukemie (CML) dan de huidige ATP-competitieve tyrosinekinasremmers (TKIs). Asciminib is een STAMP-remmer (‘specifically targeting the ABL myristoyl pocket’). De multinationale fase 3-studie ASC4FIRST heeft asciminib vergeleken met TKI naar keuze van de onderzoeker. Prof. Andreas Hochhaus (Universitätsklinikum Jena, Duitsland) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

ASC4FIRST includeerde 405 patiënten die werden gerandomiseerd naar oraal asciminib 80 mg eens per dag (n=201) of TKI naar keuze van de onderzoeker (n=204). De mediane follow-up in deze twee groepen was 16,3 maanden respectievelijk 15,7 maanden. Het primaire eindpunt was majeure moleculaire respons (BCR::ABL1 transcript niveau ≤0,1%) na 48 weken. Deze werd gezien in 67,7% van de patiënten in de asciminibgroep versus 49,0% van de patiënten in de controlegroep (p<0,001), en in 69,3% van de patiënten met asciminib versus 40,2% van de patiënten met imatinib in het imatinib-stratum (p<0,001), en in 66,0% met asciminib versus 57,8% met tweedegeneratie-TKIs in het tweedegeneratie-TKI stratum (niet significant; geen primair eindpunt van de studie). Graad 3 of hoger adverse events en AEs resulterend in discontinuering waren minder frequent met asciminib (38,0% respectievelijk 4,5%) dan met imatinib (44,4% respectievelijk 11,1%) en tweedegeneratie-TKIs (54,0% respectievelijk 11,1%).

De onderzoekers concluderen dat in deze studie asciminib superieure werkzaamheid en een gunstig veiligheidsprofiel heeft laten zien vergeleken met investigator-selected TKIs en imatinib.

1.Hochhaus A, Wang J, Kim D-W et al. Asciminib in newly diagnosed chronic myeloid leukemia. N Engl J Med 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 ASC4FIRST trial found that among patients with newly diagnosed CML, asciminib showed superior efficacy and a favorable safety profile as compared with investigator-selected TKIs and imatinib.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van ivonescimab plus chemotherapie voor EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-06-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  HARMONi-A study NSCLC with EGFR variant ivonescimab
Prof. Li ZhangPatiënten met EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) en progressie op EGFR-TKI therapie hebben weinig effectieve behandelingsopties. Ivonescimab is een op PD-1 en VEGF gericht bispecifiek antilichaam. De fase 3-studie HARMONi-A, in 55 centra in China, vergeleek ivonescimab plus chemotherapie versus placebo plus chemotherapie voor recidiverend gevorderd of metastatisch EGFR-gemuteerd NSCLC. Prof. Li Zhang (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en collega’s publiceren de studie in JAMA.1




De studie includeerde 322 patiënten met gevorderd of metastatisch NSCLC die progressie hadden op EGFR-TKI therapie. De patiënten kregen ivonescimab (n=161) of placebo (n=161) toegevoegd aan vier drie-weekse cycli pemetrexed-carboplatine, gevolgd door onderhoudstherapie met ivonescimab plus pemetrexed of placebo plus pemetrexed. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving.

Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 7,89 maanden. De mediane PFS was 7,1 maanden in de ivonescimabgroep versus 4,8 maanden in de placebogroep (HR 0,46; p<0,001). Het PFS-profijt met ivonescimab werd gezien in vrijwel alle onderscheiden subgroepen. De ORR was 50,6% versus 35,4% (p=0,006). De mediane overall survival resultaten waren nog niet matuur. Graad 3 of hoger treatment-emergent adverse events werden gerapporteerd voor 61,5% van de patiënten in de ivonescimabgroep en 49,1% van de patiënten in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van ivonescimab aan chemotherapie resulteerde in significante verbetering van de PFS met een tolerabel veiligheidsprofiel in EGFR-TKI voorbehandeld gevorder NSCLC (visual abstract).

1.HARMONi-A Study Investigators. Ivonescimab plus chemotherapy in non-small cell lung cancer with EGFR variant. A randomized clinical trial. JAMA 2024.10613

Summary: The multicenter phase 3 HARMONi-A trial in China found that addition of ivonescimab to chemotherapy significantly improved progression-free survival with a tolerable safety profile among patients with advanced non-small cell lung cancer with EGFR variant who previously underwent EGFR-TKI treatment.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vier-jaars follow-up van GAIA/CLL13: eerstelijns venetoclax-combinaties versus chemo-immuuntherapie voor CLL (0)
2024-06-01 12:00   ( Nieuws )
Tags:  GAIA CLL13 4-year follow-up
Dr. Moritz FürstenauDe multinationale fase 3-studie GAIA/CLL13 randomiseerde fitte patiënten (lage belasting van comorbiditeiten) met niet-eerder behandelde CLL 1:1:1:1 naar chemo-immuuntherapie (CI) of venetoclax-rituximab (VR), venetoclax-obinutuzumab (VO), of venetoclax-obinutuzumab-ibrutinib (VOI). Vorig jaar is gepubliceerd dat VO en VOI superieur waren aan CI voor de eindpunten meetbare residuele ziekte (MRD) en progressievrije overleving (PFS). Dr. Moritz Fürstenau (Universiteit van Keulen) en collega’s publiceren nu in The Lancet Oncology vier-jaars follow-up resultaten van de studie (exploratieve analyse).1

GAIA/CLL13 werd uitgevoerd in 159 centra in tien landen. De CI-groep bestond uit 229 patiënten, de VR-groep uit 237 patiënten, de VO-groep uit 229 patiënten, en de VOI-groep uit 231 patiënten. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 50,7 maanden (IQR 44,6-57,9). De VO-groep had significant langere PFS dan de CI-groep (HR 0,47; p<0,001) en de VR-groep (0,57; p=0,0011). Ook de VOI-groep had significant langere PFS dan de CI-groep (HR 0,30; p<0,001) en de VR-groep (0,38; p<0,0001). Er was geen significant verschil in PFS tussen de VOI-groep en de VO-groep. De vier-jaars PFS-percentages waren 85,5% in de VOI-groep; 81,8% in de VO-groep; 70,1% in de VR-groep; en 62,0% in de CI-groep. De VOI-groep had hogere toxiciteit dan de andere groepen. Graad 5 treatment-related adverse events troffen drie patiënten in de CI-groep, geen patiënten in de VR-groep en de VO-groep, en vier patiënten in de VOI-groep.

De onderzoekers concluderen dat met meer dan vier jaar follow-up, VO en VOI significant de PFS verlengden vergeleken met VR en CI onder fitte patiënten met niet-eerder behandelde CLL. De resultaten steunen gebruik van VO in deze patiëntenpopulatie.

1.Fürstenau M, Kater AP, Robrecht S et al. First-line venetoclax combinations versus chemoimmunotherapy in fit patients with chronic lymphocytic leukaemia (GAIA/CLL13): 4-year follow-up from a multicentre, open-label, randomized, phase 3 trial. Lancet Oncol 2024;25:744-759

Summary: Exploratory 4-year follow-up of the multinational phase 3 GAIA/CLL13 trial found that among fit patients with previously untreated CLL, venetoclax-obinutuzumab and venetoclax-obinutuzumab-ibrutinib significantly extende progression-free survival compared with both chemoimmunotherapy and venetoclax-rituximab.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve analyse van associatie tussen cardiovasculaire ziektelast en risico van MACEs in overlevers van childhood cancer (0)
2024-05-31 15:00   ( Nieuws )
Tags:  St Jude Lifetime Cohort Study major adverse cardiovascular events
Dr. Rawan HammoudDe impact van toenemende levenslange belasting met niet-majeure cardiovasculaire aandoeningen op het risico van volgende major adverse cardiovascular events (MACEs) onder overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (CCSs) is niet duidelijk. Een prospectieve analyse in het St Jude Lifetime Cohort heeft deze impact onderzocht. Dr. Rawan Hammoud (St Jude Children’s Research Hospital, Memphis TN) en collega’s publiceren de analyse in The Lancet Oncology.1

De analyse includeerde 9602 tenminste-vijf-jaar overlevers van een maligniteit gediagnostiseerd voor de leeftijd 25 jaar tussen 1962 en 2012, en 737 community controls (gematcht voor leeftijd, geslacht, en ras), die werden gevolgd van 13 september 2007 tot 17 december 2021. De mediane duur van follow-up was 20,3 jaar (IQR 12,0-31,4) vanaf de primaire diagnose van de maligniteit. Tweeëntwintig verschillende typen niet-majeure cardiovasculaire gebeurtenissen werden geklasseerd volgens een gemodificeerde versie van de National Cancer Institute Common Terminology Criteria for Adverse Events.

Op de leeftijd 50 jaar was de cumulatieve incidentie van MACEs 17,7% (95%-bti 15,9-19,5) onder de overlevers versus 0,9% (0,0-2,1) onder de controlepersonen. Toenemende cumulatieve belasting met graad 1 tot en met 4 niet-majeure cardiovasculaire gebeurtenissen was geassocieerd met toenemend risico van toekomstige MACEs: één aandoening RR 4,3 (p<0,0001), twee aandoeningen RR 6,6 (p<0,0001), en drie aandoeningen RR 7,7 (p<0,0001). Er was een toename van het risico van MACEs met specifieke subklinische aandoeningen, zoals graad 1 aritmie (RR 1,5; p=0,0017), graad 2 linkerventrikel systolische dysfunctie (2,2; p<0,001), graad 2 klepaandoeningen (2,2; p=0,013), maar niet graad 1 hypercholesterolemie, graad 1 of 2 hypertriglyceridemie, of graad 1 of 2 vasculaire stenose.

De onderzoekers concluderen dat in een ouder wordend cohort van CCSs de accumulatie van niet-majeure cardiovasculaire gebeurtenissen, inclusief subklinische aandoeningen, geassocieerd was met verhoogd risico van MACEs.

1.Hammoud RA, Liu Q, Dixon SB et al. The burden of cardiovascular disease and risk for subsequent major adverse cardiovascular events in survivors of childhood cancer: a prospective, longitudinal analysis from the St Jude Lifetime Cohort Study. Lancet Oncol 2024;25:811-822

Summary: Prospective analysis in the St Jude Lifetime Cohort found that among an ageing cohort of survivors of childhood cancer, the accumulation of non-major adverse cardiovascular events, including subclinical conditions, increased the risk of major adverse cardiovascular events.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2a dose-finding studie van iadademstat plus azacitidine voor nieuw-gediagnostiseerd AML (0)
2024-05-31 13:30   ( Nieuws )
Tags:  ALICE study newly diagnosed AML iadademstat plus azacitidine
Dr. Olga SalameroIadademstat is een orale selectieve remmer van de transcriptierepressor LSD1 (ook bekend als KDM1A). Preklinische experimenten suggereren synergie van iadademstat en azacitidine. The fase 2a dose-finding studie ALICE, in zes centra in Spanje, heeft de combinatie van iadademstat en azacitidine voor nieuw-gediagnostiseerd AML geëvalueerd. Dr. Olga Salamero (Vall d’Hebron Universiteitsziekenhuis, Barcelona) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

ALICE includeerde 36 volwassen patiënten die niet in aanmerking kwamen voor intensieve chemotherapie, met intermediair- of ongunstig risico AML en een ECOG performance status 2 of beter. De patiënten kregen oraal iadademstat (startdosering 90 μg/m2 eens per dag) 5 days on, 2 days off per week plus subcutaan azacitidine 75 mg/m2 op de eerste 7 van 28 dagen. De mediane duur van follow-up was 22 maanden (IQR 16-31). Het veiligheidsprofiel was manageable. Op basis van veiligheid, farmacokinetische en farmacodynamische data werd 90 μg/m2 gekozen als aanbevolen fase 2-dosering. Objectieve respons werd gezien in 22 van 27 evalueerbare patiënten (82%; 95%-bti 62-94) met complete remissin in 14 van 27 patiënten (52%). Tien van elf evalueerbare patiënten hadden MRD-negatieve remissie.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van iadademstat en azacitidine een manageable veiligheidsprofiel had en veelbelovende activiteit liet zien in patiënten met nieuw-gediagnostiseerd AML.

1.Salamero O, Molero A, Pérez-Simón JA et al. Iadademstat in combination with azacitidine in patients with newly diagnosed acute myeloid leukaemia (ALICE): an open-label, phase 2a dose-finding study. The Lancet Haematology 2024-00132-7

Summary: The multicenter phase 2a ALICE study in Spain found that the combination of iadademstat and azacitidine had a manageable safety profile and showed promising responses in patients with newly diagnosed AML.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)