Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van eerstelijns durvalumab plus carboplatine en etoposide voor ES-SCLC in patiënten met slechte performance status (0)
2025-09-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  ES-SCLC
Dr. Tetsuhiko AsaoBehandelen van patiënten met extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (ES-SCLC) en een slechte performance status vormt een aanzienlijke uitdaging. De multicenter fase 2-studie NEJ045A van de North East Japan Study Group heeft de eerstelijns combinatie van durvalumab met carboplatine en etoposide voor deze patiënten geëvalueerd. Dr. Tetsuhiko Asao (Juntendo Universiteit, Tokio) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Respiratory Medicine.1

De studie includeerde 43 patiënten met performance status 2 en 14 met performance status 3. De mediane leeftijd was 73,5 jaar (IQR 69,0-77,5) en 79% waren mannen. De patiënten kregen vier cycli durvalumab-carboplatine-etoposide als inductietherapie, gevolgd door durvalumab onderhoudsbehandeling. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten die de inductietherapie voltooiden. Dit was het geval voor 67% van de patiënten met performance status 2 en 50% van de patiënten met performance status 3, hoger dan de vooraf-gespecificeerde drempel. Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 93% van de patiënten, en 21% discontinueerde de behandeling wegens AEs. De één-jaars overlevingspercentages waren 50,0% (80%-bti 39,1-60,9) onder patiënten met performance status 2 en 18,2% (5,0-41,5) onder patiënten met performance status 3.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van durvalumab, carboplatine, en etoposide als eerstelijns behandeling voor ES-SCLC in patiënten met slechte performance status verdragen werd en veelbelovende activiteit had.

1.Asao T, Saida Y, Watanabe S et al. Durvalumab, carboplatin, and etoposide in patients who are treatment-naïve with extensive-stage small-cell lung cancer and poor performance status (NEJ045A): a single-arm phase 2 trial. Lancet Respir Med 2025-00240-1

Summary: The multicenter phase 2 NEJ045A trial in Japan found that the first-line combination of durvalumab, carboplatin, and etoposide for ES-SCLC in patients with poor performance status was tolerated and had promising efficacy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve analyse van real-world uitkomsten met eerstelijns anti-PD-1 plus chemotherapie voor U/M slokdarmcarcinoom (0)
2025-09-29 15:01   ( Nieuws )
Tags:  unresectable or metastatic ESCC
Prof. Sook Ryun ParkDe combinatie van anti-PD-1 middelen en chemotherapie is standaard eerstelijns behandeling voor niet-resectabel of metastatisch slokdarm squameus celcarcinoom (U/M ESCC), maar is zijn slechts beperkte real-world data van deze behandeling bekend. Een multicenter retrospectieve analyse in Zuid-Korea heeft uitkomsten met eerstelijns anti-PD-1 en chemotherapie geïnventariseerd. Prof. Sook Ryun Park (Asan Medisch Centrum, Seoel) en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 87 patiënten met niet-eerder behandeld U/M ESCC, die eerstelijns pembrolizumab of nivolumab plus fluoropyrimidine en platina-gebaseerde chemotherapie kregen. De objective response rate was 48,3% en de disease control rate was 77,0%. De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 5,6 maanden (95%-bti 4,5-8,7) respectievelijk 13,1 maanden (10,6-NR). Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 51,7% van de patiënten. ECOG performance status 2 of hoger, verhoogd CRP, en lagere PD-L1 combined positive score waren onafhankelijk geassocieerd met slechtere PFS en OS. Een prognostische score op basis van deze kenmerken stratificeerde patiënten in vier prognostische groepen, met mediane PFS niet bereikt in de laagste-risico groep en 2,1 maanden in de hoogste-risicogroep.

De onderzoekers concluderen dat eerstelijns anti-PD-1 therapie in combinatie met chemotherapie leidde tot gunstige uitkomsten onder patiënten met U/M ESCC, en dat het voorgestelde prognostisch scoresysteem wellicht kan bijdragen aan individualiseren van behandelingen.

1.Jeong J, Seo S, Kim S-B et al. Real-world outcomes and biomarker analysis based on routine clinical, laboratory, and pathologic parameters in metastatic or unresectable esophageal cancer treated with first-lin anti-PD-1 plus fluoropyrimidine and platinum. Cancers 2025;17:3149

Summary: A real-world retrospective analysis of South Korean patients with unresectable or metastatic esophageal squamous cell carcinoma found that first-line anti-PD-1 therapy plus chemotherapy demonstrated favorable outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Discontinuering van PSA-surveillance na zeven-jaars PSA ≤ 0,2 ng/ml na HDR brachytherapie voor prostaatcarcinoom (0)
2025-09-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  prostate cancer high-dose-rate brachytherapy
Dr. Tomoyuki MakinoRichtlijnen voor follow-up na definieve behandeling voor prostaatcarcinoom specificeren niet duidelijk wanneer de follow-up veilig kan worden gestopt. Een retrospectieve studie van de universiteit van Kanazwa (Japan) heeft de optimale timing van discontinuering van PSA-monitoring na hoge-dosering brachytherapie (HDR-BT) gecombineerd met external beam radiotherapy (EBRT) geïnventariseerd. Dr. Tomoyuki Makino en collega’s publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 338 patiënten die vanaf begin 2006 HDR-BT gecombineerd met EBRT kregen en tenminste vijf jaar follow-up hadden. De mediane duur van follow-up was 8,9 jaar (range 5,0-19,0). Het tien-jaars recidiefvrije overlevingspercentage was 92,0%. In multivariate analyse was een PSA-niveau hoger dan 0,2 ng/ml na vijf jaar significant geassocieerd met recidief (HR 117,57; p=0,001). In geen enkele patiënt met PSA-niveau 0,2 ng/ml of lager na zeven jaar werd tijdens de follow-up recidief gezien.

De onderzoekers concluderen dat PSA-monitoring veilig kan worden gediscontinueerd onder prostaatcarcinoom-patiënten die zeven jaar na HDR-BT en EBRT een PSA-niveau 0,2 ng/ml of lager hebben.

1.Makino T, Sakurai T, Takamatsu S et al. Seven-year PSA ≤ 0.2 ng/mL after high-dose-rate brachytherapy indicates eligibility for discontinuing PSA surveillance in prostate cancer. Cancers 2025;17:3151

Summary: A retrospective study at Kazanawa University (Japan) found that after high-dose-rate brachytherapy and external beam radiotherapy for prostate cancer, patients who have PSA levels of ≤ 0.2ng/mL seven years after treatment can safely discontinue PSA monitoring.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Baseline prognostische biomarkers met laterelijns sacituzumab govitecan voor metastatisch triple-negatief mammacarcinoom (0)
2025-09-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  mTNBC SG
Dr. Malgorzata PieniazekEr is behoefte aan prognostische biomarkers voor patiënten die tweede- of laterelijns behandeling krijgen voor metastatisch triple-negatief mammacarcinoom. Een real-world retrospectieve analyse heeft baseline prognostische biomarkers van 83 mTNBC-patiënten van vier centra in Polen die sacituzumab govitecan (SG) kregen na progressie op eerstelijns therapie geïnventariseerd. Dr. Malgorzata Pieniazek (Medische Universiteit van Wroclaw) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De mediane leeftijd van de 83 patiënten was 54 jaar (IQR 46-65); 67,5% waren postmenopauzaal, en 41% hadden comorbiditeiten. De patiënten kregen SG in initiële dosering 10,0 mg/kg; lokale behandelaars konden de dosering aanpassen. Het mediane aantal SG-cycli was 5 (IQR 3-9). De mediane progressievrije overleving met SG was 4,07 maanden (95%-bti 3,05-6,18) en de mediane overall survival was 8,01 maanden (6,05-9,75). Lagere baseline hemoglobineconcentratie was geassocieerd met slechtere PFS (HR 0,82; 95%-bti 0,69-0,98) maar niet OS (0,93; 0,77-1,12). Hogere baseline neutrofiel/lymfocyt-ratio was geassocieerd met slechtere OS (HR 1,18; 95%-bti 1,02-1,38) maar niet PFS (1,09; 0,93-1,27). Trombocyt/lymfocyt-ratio en systemische immuuninflammatie index waren niet significant geassocieerd met uitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten kunnen bijdragen aan rationele behandelkeuze voor mTNBC na progressie op eerstelijns behandeling.

1.Pieniazek M, Polakiewicz-Gilowska A, Las- Jankowska M et al. Baseline hemoglobin and neutrophil-to-lymphocyte ratio as prognostic biomarkers in patients with metastatisc triple negative breast cancer treated with sacituzumab govitecan in second line and beyond: a real-world analysis. Breast Cancer Res Treat 2025-07825-0

Summary: Real-world retrospective analysis of mTNBC-patients receiving second or later-line sacituzumab govitecan in four centers in Poland identified lower baseline hemoglobin as predictor of worse PFS and higher baseline NLR as predictor of worse OS.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van neoadjuvant chidamide plus chemotherapie voor HR-positief HER2-negatief mammacarcinoom (0)
2025-09-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  MUKDEN 05 trial chidamide
Prof. Caigang LiuChidamide, ook bekend als tucidinostat, is een oraal beschikbare histondeacetylaseremmer. De fase 2 MUKDEN 05 studie in drie centra in China heeft neoadjuvant chidamide in combinatie met chemotherapie geëvalueerd voor HR-positief HER2-negatief mammacarcinoom. Prof. Caigang Liu (China Medical University, Shenyang) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Regional Health Western Pacific.1

De studie includeerde 54 patiënten (mediane leeftijd 50 jaar; range 26-75) met stadium II of III HR+ HER2- mammacarcinoom en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten kregen drieweekse cycli van oraal chidamide 20 mg eens per dag op dagen één, vier, acht, en elf, gecombineerd met vier drieweekse cycli epirubicine en cyclofosfamide, gevolgd door vier cycli docetaxel. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met residual cancer burden (RCB) 0 of 1. Dit percentage bedroeg 35,2% (95%-bti 22,7-49,4). De figuur laat het percentage met RCB 0 of 1 in subgroepen zien.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van chidamide en chemotherapie een neoadjuvante behandelingsoptie is voor patiënten met HR+ HER2- mammacarcinoom.

1.Xue J, Shan H, Qiu F et al. Neoadjuvant chidamide combined with chemotherapy in patients with hormone receptor-positive, human epidermal growth factor receptor 2-negative breast cancer (MUKDEN 05): a multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Regional Health Western Pacific 2025.101700

Summary: The multicenter MUKDEN 05 trial in China found that the combination of the HDAC inhibitor chidamide (aka tucidinostat) with chemotherapy is a neoadjuvant treatment option for HR+/HER2- breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world studie van amivantamab voor eerder-behandeld EGFR exon-20 gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2025-09-28 12:00   ( Nieuws )
Tags:  Amexon 20 GFPC study
Prof. Christos ChouaïdAmivantamab is een bispecifiek anti-EGFR-MET antichaam. De retrospectieve Amexon 20 GFPC studie in Frankrijk heeft amivantamab geëvalueerd voor eerder behandeld niet-kleincellig longcarcinoom met EGFR exon-20 insertiemutaties (EGFR-ex20ins). Prof. Christos Chouaïd (CHI Créteil) en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 39 patiënten (mediane leeftijd 60 jaar; 64% vrouwen; 54% never-smokers; 33% met ECOG performance status 2 of hgoer; 67% met baseline hersenmetatasen). Amivatamab was tweedelijns therapie in 30% en laterelijns therapie in 70%. Onder 37 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten resulteerde amivantamab in partiële respons in 35% (95%-bti 17-49) en ziektecontrole in 62% (44-76); onder de patiënten met hersenmetastasen was het percentage met partiële respons 23% en het percentage met ziektecontrole 69%. De mediane progressievrije overleving was 3,5 maanden (95%-bti 2,6-5,8) en de mediane overall survival was 11,3 maanden (8,0-17,8). Doseringsreductie was vereist in 18% van de patiënten en permanente discontinuering wegens adverse events in 10%.

De onderzoekers concluderen dat amivantamab klinische activiteit had voor eerder-behandeld NSCLC met EGFR-ex20ins, inclusief in patiënten met hersenmetastasen, met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Pierret T, Greillier L, Guisier F et al. Real-world efficacy and safety of amivantamab in EGFR exon-20-mutant non-small cell lung cancer in a French early-access program: Amexon 20 GFPC study. Lung Cancer 2025-00658-0

Summary: The retrospective Amexon 20 GFPC study in France found that amivantamab had clinical activity in previously treated EGFR-exon20ins NSCLC, including in patients with brain metastases, with a manageable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen adherentie aan American Cancer Society richtlijn en mortaliteit onder mannen met niet-metastatisch prostaatcarcinoom (0)
2025-09-27 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NMPC adherence to ACS guideline
Dr. Ying WangDe American Cancer Society richlijn voor overlevers van maligniteiten omvat vermijden van obesitas, regelmatige fysieke activiteit, en een gezond voedingspatroon. Een cohortstudie op basis van resultaten van het Cancer Prevention Study-II Nutrition Cohort heeft de associatie tussen adherentie aan de richtlijn en mortaliteit onder patiënten met niet-metastatisch prostaatcarcinoom (NMPC) . geïnventariseerd. Dr. Ying Wang (American Cancer Society, Atlanta GA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 4234 mannen met een diagnose NMPC tussen begin 1992 en eind 2003 (mediane leeftijd bij diagnose 69 jaar; IQR 65-73) met mediane follow-up 14,1 jaar. Bij inclusie beantwoordden de mannen een vragenlijst over (onder meer) hun leefstijl voor en na de diagnose. Op basis van de antwoordden berekenden de onderzoekers een adherentiescore uiteenlopend van 0 (slechte adherentie) tot 8 (hoge adherentie). Tijdens de follow-up waren er 3101 all-cause mortaliteitsuitkomsten (ACM; 73,3%), 912 cardiovasculaire-ziekte mortaliteitsuitkomsten (CVDM; 21,6%), en 453 prostaatcarcinoom-specifieke mortaliteitsuitkomsten (PCSM; 10,7%). Hogere postdiagnose adherentie (6-8 versus 0-3) was geassocieerd met lager risico van ACM (HR 0,77; 95%-bti 0,69-0,85; per één punt toename HR 0,94; 95%-bti 0,91-0,96) en CVDM (0,75; 0,63-0,91; per één punt toename 0,93; 0,89-0,97), terwijl de resultaten voor PCSM niet statistisch significant waren. Patiënten die de adherentie na de diagnose verbeterden ( van lager dan 5 naar 5 of hoger) hadden lagere mortaliteit dan patiënten met blijvend lage adherentie.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met NMPC hogere post-diagnose adherentie aan de ACS-richtlijn geassocieerd was met lagere ACM en CVDM.

1.Elahy V, Newton CC, McCullough ML et al. Adherence to American Cancer Society guideline and mortality in men with nonmetastatic prostate cancer. JAMA Network Open 2025;8:e2533922

Summary: A cohort study of 4234 men with nonmetastatic prostate cancer found that adherence to the ACS guideline of cancer survivors was associated with significantly reduced all-cause mortality and cardiovascular mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Bevolkings-gebaseerde studie van transformatie en overleving van folliculair lymfoom in Finland (0)
2025-09-27 13:30   ( Nieuws )
Tags:  FL transformation and survival
Prof. Sirpa LeppäFolliculair lymfoom (FL) heeft vaak een indolent beloop met goede prognose. FL-patiënten kunnen echter histologische transformatie naar agressief grootcellig B-cel lymfoom krijgen. Een bevolkings-gebaseerde studie in Finland heeft het risico van FL-transformatie en overleving van FL geïnventariseerd. Prof. Sirpa Leppä (Universiteit van Helsinki) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1

De studie includeerde 4014 patiënten met een nieuwe diagnose graad 1 tot en met 3A FL tussen begin 1995 en eind 2018. De mediane leeftijd bij diagnose was 64 jaar; 55% waren vrouwen. De cumulatieve incidentie van transformatie was 4,6% na vijf jaar en 8,4% na tien jaar. De tien-jaars relatieve overleving was 78%, en verbeterde in de loop van de tijd (van 64% in 1995-2006 tot 90,1% in 2009 – 2013). Transformatie was geassocieerd met significant verhoogde mortaliteit (HR 5,0; p<0,001). Graad 3A was geassocieerd met hogere excess mortaliteit vergeleken met lagere graad FL. Lymfoom was de meest-voorkomende doodsoorzaak.

De onderzoekers concluderen dat hoewel de relatieve overleving in de loop van de tijd verbeterde, transformatie en graad 3A FL geassocieerd waren met slechtere prognose.

1.Kalashnikov I, Reunamo T, Tanskanen T et al. Transformation and causes of death in follicular lymphoma: a Finnish nationwide population-based study. Br J Haematol 2025.70181

Summary: A nationwide population-based study among follicular lymphoma (FL) patients in Finland found a 10-year relative survival of 78%, with improvement of prognosis over time from 1995 to 2018. However, histological transfomation was associated with worse prognosis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)