Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Retrospectieve studie van real-world uitkomsten met tweedelijns cabozantinib voor gevorderd levercelcarcinoom (0)
2025-08-11 13:30   ( Nieuws )
Tags:  aHCC second-line cabozantinib
Prof. Daniel AhnCabozantinib is geïndiceerd voor gevorderd levercelcarcinoom (aHCC) na eerstelijns sorafenib, maar de eerstelijns standaard is tegenwoordig een immuun-oncologie (IO)-gebaseerd regime. Een retrospectieve studie op basis van Amerikaanse verzekeringsclaims heeft real-world uitkomsten met tweedelijns cabozantinib geïnventariseerd na eerstelijns behandelingen, waaronder nieuwere regimes. Prof. Daniel Ahn (Mayo Clinic, Phoenix AZ) en collega’s publiceren de studie in The Oncologist.1

De studie includeerde 148 patiënten die tweedelijns cabozantinib kregen na eerstelijns IO monotherapie of IO + IO combinatietherapie (n=28), eerstelijns IO plus non-IO combinatietherapie (n=54), of eerstelijns TKI-monotherapie (n=66). Onder alle patiënten was de mediane real-world tijd tot discontinuering van de behandeling 3,2 maanden, met mediane real-world tijd tot nieuwe behandeling of overlijden 7,6 maanden, en overall survival percentage na 12 maanden 61,6%. Er waren geen significante verschillen in deze uitkomsten tussen de drie groepen. Onder de 66 patiënten die tweedelijns cabozantinib startten in dosering 60 mg per dag was doseringsreductie vereist in 39,6% en onder de 56 patiënten die tweedelijns cabozantinib startten in dosering 40 mg per dag was doseringsreductie vereist in 16,1%.

De onderzoekers concluderen dat cabozantinib als tweedelijns behandeling voor aHCC consistente werkzaamheid en veiligheid laat zien, ongeacht het voorafgaande eerstelijns regime.

1.Ahn DH, Park NJ, Locker M et al. Real-world outcomes of cabozantinib as a second-line treatment for advanced hepatocellular carcinoma: a retrospective US claims analysis. The Oncologist 2025.oyaf252

Summary: A retrospective US claims analysis found that among patients with aHCC, second-line cabozantinib showed consistent effectiveness and safely regardless of the previous first-line regimen.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van peri- en post-transplantatie ruxolitinib voor myelofibrose (0)
2025-08-11 12:00   ( Nieuws )
Dr. Gabriela HobbsEen fase 2-studie in vijf centra in de Verenigde Staten heeft continue toediening van ruxolitinib voorafgaand aan, tijdens, en na allogene stamceltransplantatie in patiënten met myelofibrose (MF) geëvalueerd. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten met GVHD-vrije relapsevrije overleving (GRFS) na een jaar. Dr. Gabriela Hobbs (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s publiceren de studie in JCO Oncology Advances.1


Tussen begin 2018 en eind 2023 includeerde de studie 43 deelnemers, die verlaagde-intensiteit alloHCT ondergingen van 7/8 of 8/8 HLA-gematcthe donoren, met tacrolimua en methotrexaat als GVHD-profylaxe. Vanaf veertien dagen voor de start tot een jaar na voltooiing van de HCT kregen de deelnemers ruxolitinib 5 mg tweemaal daags. De mediane follow-up was 27 maanden (range 1-64). Het één-jaars GRFS-percentage was 71%. De figuur laat zien dat de twee-jaars percentages voor overall survival, progressievrije overleving, cumulatieve incidentie van nonrelapse mortaliteit, en ziekterecidief 82% respectievelijk 72%, 12% en 16% waren. De cumulatieve incidentie van graad 3 or 4 acute GVHD na zes maanden was 2,4%, en de twee-jaars incidentie van matige of ernstige chronische GVHD was 15%.

De onderzoekers concluderen dat continue toediening van ruxolitinib voor, tijdens, en na alloHCT voor MF veilig was, goed verdragen werd, en geassocieerd was met lage percentages klinisch relevante GVHD en bemoedigende overlevingsuitkomsten.

1.Hobbs GS, Kim HT, Hao R et al. Phase II study of peri- and post-transplant ruxolitinib for patients with myelofibrosis receiving allogeneic hematopoietic cell transplantation. JCO Oncol Adv 2025-00020

Summary: A multicenter phase 2 trial in the USA found that continuous ruxolitinib administration before, during, and after allogeneic hematopoietic stem cell transplantation for myelofibrosis was safe and tolerable, and was associated with low rates of clinically significant GVHD and encouraging survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van adagrasib versus docetaxel voor gevorderd NSCLC met KRAS-G12C mutatie (0)
2025-08-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KRYSTAL-12 KRAS G12C-mutated aNSCLC adagrasib
Prof. Tony MokAdagrasib is een remmer van KRAS-G12C, met veelbelovende activiteit voor gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) met KRAS-G12C mutatie in een fase 2-studie. De fase 3-studie KRYSTAL-12, in 230 centra in 22 landen, vergeleek adagrasib versus docetaxel onder patiënten met KRAS-G12C gemuteerd aNSCLC die eerder chemotherapie en immuuntherapie hadden gekregen. Prof. Tony Mok (Chinese University of Hong Kong) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1

De studie includeerde 453 patiënten die 2:1 werden gerandomiseerd naar oraal adagrasib 600 mg tweemaal daags (n=301; 298 inderdaad behandeld) of intraveneus docetaxel 75 mg/m2 iedere drie weken (n=152; 140 inderdaad behandeld). De behandeling werd voortgezet tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primair eindpunt was centraal geblindeerd beoordeelde progressievrije overleving. De mediane duur van follow-up was 7,2 maanden. De mediane PFS was 5,5 maanden in de adagrasibgroep en 3,8 maanden in de docetaxelgroep (HR 0,58; p<0,0001). Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 47% van de patiënten in de adagrasibgroep en 46% van de patiënten in de docetaxelgroep, met graad 5 TRAEs in vier patiënten versus één patiënt.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met eerder-behandeld aNSCLC met KRAS-G12C mutatie, adagrasib resulteerde in statistisch significant betere PFS dan docetaxel, zonder nieuwe veiligheidssignalen.

1.Barlesi F, Yao W, Duruisseaux M et al. Adagrasib versus docetaxel in KRASG12C-mutated non-small-cell lung cancer (KRYSTAL-12): a randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet 2025;406:615-626

Summary: The multinational phase 3 KRYSTAL-12 trial found that adagrasib demonstrated a statistically significant improvement in progression-free survival over docetaxel in patients with previously treated advanced NSLSC with KRAS-G12C mutation.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Verlenging van endocriene therapie voor postmenopauzaal vroeg-mammacarcinoom na vijf jaar endocriene therapie: meta-analyse (0)
2025-08-10 12:00   ( Nieuws )
Onder postmenopauzale vrouwen met ER-positief vroeg-stadium mammacarcinoom resulteert vijf jaar adjuvant tamoxifen in substantiële verlaging van vijftien-jaars recidief en mortaliteit, terwijl aromataseremmertherapie (AIT) nog effectiever is. Een patient-level meta-analyse door de Early Breast Cancer Trialists’ Collaborative Group heeft de werkzaamheid geïnventariseerd van voortzetting van AIT onder vrouwen die na vijf jaar endocriene therapie recidiefvrij waren. De meta-analyse is gepubliceerd in The Lancet.1

In de literatuur identificeerden de onderzoekers twaalf voor het onderwerp relevante gerandomiseerde studies met tezamen 22.031 vrouwen die vijf jaar tamoxifen, of AIT, of tamoxifen gevolgd door AIT hadden voltooid. De studies vergeleken voortzetting van AIT met geen verdere adjuvante therapie. Onder alle deelnemende vrouwen was voortzetting van AIT geassocieerd met verlaging van het risico van recidief (RR 0,73; p<0,0001). Deze verlaging was sterker na eerder alleen tamoxifen dan na eerdere AIT. Onder vrouwen die eerder AIT hadden gekregen was vijf jaar extra AIT, met mediaan 8,1 jaar follow-up, geassocieerd met verlaging van het risico van recidief (RR 0,71; p<0,0001; 5 tot 15 jaar na diagnose 11,6% versus 15,2%), afstandsrecidief (0,73; p<0,0010; 6,6% versus 8,6%), en niet-significante verlaging van de ziektespecifieke mortaliteit (0,90; p=0,40; 4,4% versus 5,0%). Vijf jaar extra AIT was geassocieerd met verhoging van het vijf-jaars risico van botfractuur (RR 1,53; p=0,0009; 4,6% versus 3,4%). Niet-adherentie aan de gealloceerde behandeling was hoog (39,0% in de voortgezette AIT-groepen versus 37,6% in de placebogroepen in de placebo-gecontroleerde studies).

De onderzoekers concluderen dat voortzetting van AIT geassocieerde was met verlaging van het risico van recidief en afstandsrecidief met ongeveer 25% ondanks substantiële nonadherentie. Het vaststellen van effecten op mortaliteit zou langere follow-up vereist hebben.

1.Early Breast Cancer Trialists’ Collaboration Group. Extending the duration of endocrine treatment for early breast cancer: patient-level meta-analysis of 12 randomised trials of aromatase inhibitors in 22 031 postmenopausal women already treated with at least 5 years of endocrine therapy. Lancet 2025;406-603-614

Summary: Patient-level meta-analysis of randomized trials found that among postmenopausal women with early breast cancer who were recurrence-free after five years of endocrine therapy, extending the duration of endocrine treatment with aromatase inhibitors was associated with reduction of subsequent recurrence and distant recurrence rate by about a quarter.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten na diagnose van een maligniteit via spoedeisende hulp in Parijs (0)
2025-08-09 15:00   ( Nieuws )
Tags:  emergency cancer diagnosis
Dr. Matthew BarclayIn veel patiënten wordt een maligniteit gediagnostiseerd binnen dertig dagen na een bezoek aan de afdeling spoedeisende hulp (‘emergency presentatie’). Een retrospectieve studie in ziekenhuizen van de Assistance Publique Hôpitaux de Paris heeft uitkomsten van patiënten met maligniteiten van borst, long, colon, rectum, en pancreas na een emergency presentatie geïnventariseerd. Dr. Matthew Barclay (University College London, UK) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

Tussen begin 2019 en eind juni 2022 kregen in de ziekenhuizen in Parijs 25.845 patiënten een diagnose van een van de genoemde maligniteiten, onder wie 3960 (15,3%) na een emergency presentatie (23% voor pancreascarcinoom, 20% voor coloncarcinoom, 19% voor longcarcinoom, 9% voor rectumcarcinoom, en 6% voor mammacarcinoom). De figuur laat zien dat de mortaliteit onder de patiënten met emergency presentatie diagnose hoger was dan onder patiënten met andere diagnose (49% versus 16% overlijden binnen een jaar na de diagnose), dat het gebruik van imaging na diagnose eveneens hoger was, terwijl minder patiënten na emergency presentatie diagnose chirurgie ondergingen met aanzienlijk lagere frequent van chirurgie op de dag van de diagnose, en dat het percentage patiënten besproken binnen een multidisciplinair team eveens lager was onder patiënten met een emergency presentatie diagnose. Ook na correctie voor metastase-status was emergency presentatie diagnose geassocieerd met slechtere overleving (HR 2,67; 95%-bti 2,52-2,84).

De onderzoekers concluderen dat in de ziekenhuizen in Parijs 15% van de patiënten met maligniteiten de diagnose krijgt binnen een maand na een bezoek aan spoedeisende hulp; deze patiënten hebben significant slechtere uitkomsten dan patiënten met diagnose via een andere route.

1.Barclay ME, Cohen A, Priou S et al. Emergency cancer diagnosis in Paris: a cross-sectional study using AP-HP data. Int J Cancer 2025.70056

Summary: A retrospective study of patients of the Assistance Publique Hôpitaux de Paris (France) found that among patients with cancer, emergency presentation (15.3% of all cancers) was associated with worse survival compared with non-emergency presentation, even after adjustment for metastatic status.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2 studie van eerstelijns acalabrutinib plus lenalidomide en rituximab voor gevorderd-stadium FL met hoge tumorbelasting (0)
2025-08-09 13:30   ( Nieuws )
Tags:  follicular lymphoma
Dr. Paolo StratiFolliculair lymfoom (FL) wordt vooral gezien in oudere en fragiele patiënten, hetgeen gebruik van standaard eerstelijns chemo-immuuntherapie bemoeilijkt. Een fase 2-studie van MD Anderson Cancer Center (Houston TX) heeft werkzaamheid van de eerstelijns combinatie van acalabrutinib met lenalidomide en rituximab geëvalueerd voor patiënten met gevorderd-stadium FL en hoge tumorbelasting. Dr. Paolo Strati en collega’s publiceren de studie in Nature Communications.1



De studie includeerde 24 patiënten met niet-eerder behandeld gevorderd FL. De meest-waargenomen graad 3 of 4 adverse event met eerstelijns combinatie van acalabrutinib-lenalidomide-rituximab was neutropenie, in 58% van de patiënten. Het primaire eindpunt was best complete response rate. Deze bedroeg 92%, en de best overall response rate was 100%. Na dertig maanden had 65% van de patiënten nog complete respons. De figuur laat zien dat bij mediane duur van follow-up 43 maanden de mediane progressievrije overleving niet bereikt was met een twee-jaars PFS-percentage van 79% (95%-bti 65-97) en een drie-jaars PFS-percentage van 62% (45-85), en dat de mediane overall survival niet bereikt was met een twee-jaars OS-percentage van 92% (81-100) en een drie-jaar OS-percentage van 87% (75-100).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van acalabrutinib, lenalidomide, en rituximab een veilige en effectieve eerstelijnsbehandeling is voor patiënten met gevorderd FL en hoge tumorbelasting.

1.Strati P, Feng L, Westin JR et al. Frontline acalabrutinib, lenalidomide and rituximab for advanced stage follicular lymphoma with high tumor burden: phase II trial. Nature Communications 2025;16:7300

Summary: A phase 2 trial at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) found safety and efficacy of the combination of acalabrutinib, lenalidomide, and rituximab as first-line treatment for patients with advanced follicular lymphoma and high tumor burden.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van oraal decitabine en cedazuridine onderhoud na HSCT voor zeer-hoog risico AML of MDS (0)
2025-08-09 12:00   ( Nieuws )
Tags:  GFM-DACORAL-DLI trial ASTX727
Prof. Pierre FenauxDe combinatie van een hypomethylerend middel met donor-lymfocytinfusie als onderhoudstherapie na hematopoïetische stamceltransplantatie (HSCT) voor AML of MDS kan wellicht het risico van relapse verlagen. De fase 2-studie GFM-DACORAL-DLI, in twaalf centra in Frankrijk, heeft de werkzaamheid en veiligheid van oraal decitabine en cedazuridine (ASTX727) als onderhoudstherapie na allogene HSCT in AML- of MDS-patiënten met zeer-hoog risico van relapse geëvalueerd. Prof. Pierre Fenaux (Université de Paris Cité) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1

De studie includeerde patiënten in de leeftijd van 18 tot en met 70 jaar met een ECOG performance status 2 of beter. De mediane leeftijd van de 51 patiënten die allogene HSCT ondergingen was 62,0 jaar (IQR 56,5-65,0); 43% waren vrouwen. Vanaf dag 40 na de HSCT kregen 34 patiënten ten hoogste tien cycli oplopende doseringen ASTX727; 7 van deze patiënten kregen tenminste één donor-lymfocytinfusie na vier cycli ASTX727. Veertien patiënten voltooiden de tien cycli. De mediane follow-up was 12,6 maanden (IQR 10,3-14,3). Het ziektevrije-overlevingspercentage één jaar na de HSCT was 70,4% (95%-bti 55,1-89,9). De meest-frequente graad 3 of hoger adverse events waren hematologisch en werden gezien in 74% van de patiënten. Eén patiënt overleed aan met de behandeling samenhangende trombocytopenie.

De onderzoekers concluderen dat ASTX727 een behandeloptie kan zijn na HSCT in patiënten met AML of MDS met zeer-hoog risico van relapse.

1.Robin M, D’Aveni M, Stamatoullas A et al. Oral decitabine and cedazuridine maintenance after haematopoietic stem-cell transplantation in very high-risk acute myeloid leukaemia or myelodysplastic syndrome (GFM-DACORAL-DLI): a multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Haematol 2025-00172-3

Summary: A multicenter phase 2 trial in France found that oral decitabine and cedazuridine maintenance therapy could be a treatment option after HSCT in patients with AML or MDS at very high risk of relapse.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van mupirocine-zalf voor preventie van acute orale mucositis door bestraling voor nasofarynxcarcinoom (0)
2025-08-08 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NPC AROM mupirocin ointment
Dr. Tianzhu LuAcute radiation oral mucositis (AROM) is een doserings-limiterende toxiciteit onder patiënten die radiotherapie krijgen voor nasofarynxcarcinoom. Een gerandomiseerde fase 3-studie van Nanchang Medical College (Beijing, China) heeft bacteriële dekolonisatie door mupirocine-zalf voor preventie van ernstige AROM onder deze patiënten geëvalueerd. Dr. Tianzhu Lu en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1


De studie includeerde 176 patiënten die radiotherapie ondergingen voor NPC. De gemiddelde leeftijd was 52,1 ± 10,1 jaar; 23,9 % waren vrouwen. De patiënten werden gerandomiseerd naar vijf dagen durende bacteriële dekolonisatie (BD) met mupirocine neuszalf vanaf drie dagen voor aanvang van de radiotherapie (n=88) of gebruikelijke zorg (SoC; n=88). Het primaire eindpunt was incidentie van graad 3 en hoger AROM, beoordeeld door onafhankelijke evaluatoren die geblindeerd waren voor de behandelgroep. De figuur laat zien dat in de BD-groep ernstige AROM werd gerapporteerd voor in 22,7% van de patiënten, vergeleken met 47,7% in de SoC-groep (HR 0,41; 95%-bti 0,24-0,70). De BD-groep had ook minder orale pijn en slikproblemen en minder Staphylococcus aureus kolonisatie in neus en mond.

De onderzoekers concluderen dat BD met mupirocine neuszalf werkzaam was tegen ernstige AROM.

1.Liao Z, Xiong Z, Zhao L et al. Bacterial decolonization with mupirocin ointment for acute radiation oral mucositis prevention. A phase 3 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2025.2361

Summary: A phase 3 trial at Nanchang Medical College (Beijing, China) found that bacterial decolonization with mupirocin ointment is a promising strategy for alleviating acute radiation oral mucositis in patients undergoing radiotherapy for nasopharyngeal carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)