Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Analyse van trends en determinanten van postoperatieve hoest in patiënten met slokdarmcarcinoom (0)
2024-05-20 12:00   ( Nieuws )
Tags:  esophageal cancer postoperative cough
Hoest is een veel-voorkomend symptoom met impact op herstel en kwaliteit van leven in patiënten na oesofagectomie voor slokdarmcarcinoom. Een prospectieve studie van Peking Union Medical College van de Chinese Academie van Medische Wetenschappen (Beijing) heeft trends en determinante van postoperatieve hoest in deze patiënten geïnventariseerd. Prof. Jianjun Qin en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1

De studie includeerde 208 patiënten die de dag voorafgaand aan chirurgie, en na één week, één maand, en drie maanden de in het Mandarijn Chinees vertaalde versie van de Leicester Cough Questionnaire (LCQ-MC) beantwoordden. De figuur laat zien de LCQ-MC scores na de chirurgie lager waren dan voor de chirurgie. Factoren geassocieerd met hoest één week na de chirurgie waren klinisch stadium van het slokdarmcarcinoom, anastomotische positie, duur van chirurgie, en subcarinale lymfeklierdissectie. Factoren geassocieerd met hoest een maand na chirurgie waren klinisch stadium, anastomotische positie, en het handhaven van een semi-liggende houding. Factoren geassocieerd met hoest drie maanden na de chirurgie waren klinisch stadium en anastomotische positie.

De onderzoekers concluderen dat de factoren die van invloed zijn op postoperatieve hoest varieerden in de tijd na oesofagectomie.

1.Sun J, Liang R, Zhang Q et al. Analysis of the trends and influencing factors for postoperative cough in patients with esophageal cancer based on patient-reported outcomes. Ann Surg Oncol 2024-15413-7

Summary: A prospective study in China found that factors influencing postoperative cough varied over time following esophagectomy for esophageal cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn resultaten met hypo- versus conventioneel gefractioneerde radiotherapie voor laag-risico prostaatcarcinoom (0)
2024-05-19 15:00   ( Nieuws )
Tags:  RTOG 0415 low-risk prostate cancer H-RT versus C-RT
Dr. Robert LeeDe NRG Oncology RTOG 0415 is een multicenter gerandomiseerde fase 3-studie in de Verenigde Staten die conventioneel gefractioneerde (C-RT; 73,8 Gy in 41 fracties) vergeleek met hypogefractioneerde radiotherapie (H-RT; 70 Gy in 28 fracties) onder patiënten met laag-risico prostaatcarcinoom. In 2017 is gepubliceerd dat met mediaan 5,8 jaar follow-up H-RT niet-inferieur was aan C-RT voor het primaire eindpunt ziektevrije overleving. Dr. Robert Lee (Duke University Medical Center, Durham NC) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology lange-termijn resultaten van de studie, na mediaan 12,8 jaar follow-up.1

De C-RT groep telde 547 patiënten en de H-RT groep 554. Het twaalf-jaars DFS-percentage was 56,1% (95%-bti 51,5-60,5) in de C-RT groep en 61,8% (57,2-66,0) in de H-RT groep, waarmee de noninferioriteit van H-RT ten opzichte van C-RT bevestigd werd (p<0,001). Twaalf-jaars cumulatieve incidentie van biochemisch falen (BF) was 17,0% met C-RT en 9,9% met H-RT (HR 0,55; 95%-bti 0,39-0,78). De incidentie van late graad 3 of hoger gastroïntestinale adverse events was 3,2% met C-RT versus 4,4% met H-RT (RR 1,39; 95%-bti 0,75-2,55) en de incidentie van late graad 3 of hoger genito-urinaire AEs was 3,4% versus 4,2% (1,26; 0,69-2,30).

De onderzoekers concluderen dat H-RT versus C-RT resulteerde in vergelijkbare DFS, superieure BF, en geen verschil in late graad 3 of hoger GI/GU AEs.

1.Lee RW, Dignam JJ, Amin MB et al. Long-term analysis of NRG Oncology RTOG 0415: a randomized phase III noninferiority study comparing two factionation schedules in patients with low-risk prostate cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Long-term analysis of RTOG 0415 found that among patients with low-risk prostate cancer and median 12.8 years follow-up, hypofractionated RT versus conventionally fractioated RT was noninferior for disease-free survival, superior for biochemical failure, while there were no significant differences in late grade ≥3 GI/GU toxicities.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world resultaten van toevoegen van pembrolizumab aan chemotherapie voor aNSCLC met PD-L1 lager dan 50% in oudere patiënten (0)
2024-05-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced non-small cell lung cancer with PD-L1&lt;50% in elderly patients
Dr. Florian GuisierEr zijn slechts beperkte gegevens beschikbaar over het management van gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) in patiënten in de leeftijd van 70 jaar of ouder. Het is niet duidelijk of deze patiënten baat hebben bij immuunchemotherapie. Een retrospectieve studie in het Academisch Ziekenhuis van Rouen (Frankrijk) heeft toevoeging van pembrolizumab aan carboplatine en wekelijks paclitaxel voor aNSCLC met PD-L1 expressie lager dan 50% in oudere patiënten geëvalueerd. Dr. Florian Guisier en collega’s publiceren de studie in Clinical Lung Cancer.1

De studie includeerde 105 oudere patiënten met aNSCLC met negatieve PD-L1 expressie (65%) of PD-L1 expressie 1% tot en met 49% (35%). Van deze patiënten kregen 48 carboplatine plus wekelijks paclitaxel plus pembrolizumab (CwPP) en 57 alleen carboplatine plus wekelijks paclitaxel (CwP). De response rate was 47% met CwPP en 23% met CwP (p<0,001). De mediane progressievrije overleving was 7,4 maanden met CwPP en 3,4 maanden met CwP (p<0,001) en de mediane overall survival was 12,5 maanden met CwPP en 5,9 maanden met CwP (p=0,003). Er waren geen graad 5 treatment-related adverse events; het percentage met graad 3 of 4 TRAEs was numeriek maar niet statistisch significant hoger met CwPP dan met CwP (28% versus 19%; p=0,12).

De onderzoekers concluderen dat onder oudere patiënten met aNSCLC met PD-L1 expressie lager dan 50% toevoegen van pembrolizumab aan carboplatine en wekelijks paclitaxel feasible is en resulteert in substantiële verbetering van responspercentage en overlevingsuitkomsten.

1.Rousseau G, Dantoing E, Léturgie B et al. Brief report: carboplatin, weekly paclitaxel and pembrolizumab in elderly patients for advanced non-small cell lung cancer with PD-L1<50%: real-world data. Clin Lung Cancer 2024.05.005

Summary: A retrospective study at the University of Rouen (France) found that among elderly patients with aNSCLC with PD-L1 < 50% addition of pembrolizumab to carboplatin and weekly paclitaxel was feasible and resulted in substantial improvement of response rate and survival outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid van cytoreductieve chirurgie plus HIPEC voor maagcarcinoom met peritoneale metastase: meta-analyse (0)
2024-05-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  GCPM CRS plus HIPEC
Dr. Lodovica LangellottiPatiënten met maagcarcinoom met peritoneale metastasen (GCPM) hebben een slechte prognose, met een mediane overall survival van 3 tot 6 maanden en een vijf-jaars overleving van 0%. De richtlijnen van het National Comprehensive Cancer Network bevelen palliatieve systemische chemotherapie (pSC) of beste ondersteunende zorg aan voor GCPM. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft overlevingsuitkomsten van GCPM na pSC vergeleken met die na cytoreductieve chirurgie plus hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS+HIPEC). Dr. Lodovica Langellotti (Katholieke Universiteit van het Heilig Hart, Rome) en collega’s publiceren de analyse in Cancers.1

In de literatuur tot en met februari 2024 identificeerden de onderzoekers 24 voor het onderwerp relevante studies (twee gerandomiseerde gecontroleerde studies, twee niet-gerandomiseerde klinische studies, en negentien retrospectieve cohortstudies), met tezamen 1369 patiënten die CRS+HIPEC kregen en 103 patiënten die pSC kregen. De figuur laat zien dat de mediane overall survival in de CRS+HIPEC studies 9,8 tot 28,8 maanden bedroeg, vergeleken met 4,9 tot 8,0 maanden in de pSC-studies.

De onderzoekers concluderen dat onder GCPM-patiënten CRS+HIPEC versus pSC resulteerde in overlevingsvoordeel.

1.Langellotti L, Fiorillo C, D’Annibale G et al. Efficacy of cytoreductive surgery (CRS) + HIPEC in gastric cancer with peritoneal metastasis: systematic review and meta-analysis. Cancers 2024;16:1929

Summary: Systematic review and meta-analysis of 24 studies found that among patients with gastric cancer with peritoneal metastasis, overall survival was longer after CRS+HIPEC than after palliative systemic chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven met eerstelijns sintilimab plus chemotherapie voor gevorderd ESCC (0)
2024-05-18 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ORIENT-15 trial advanced esophageal squamous cell carcinoma sintilimab HRQOL
Prof. Lin ShenDe multinationale fase 3-studie ORIENT-15 randomiseerde patiënten met gevorderd squameus celcarcinoom van de slokdarm (aESCC) 1:1 naar eerstelijns sintilimab plus chemotherapie of placebo plus chemotherapie. In 2022 is gepubliceerd dat de progressievrije overleving en overall survival significant beter waren in de sintilimabgroep dan in de placebogroep. Prof. Lin Shen (Beijing University Cancer Hospital and Institute) en collega’s publiceren nu in eClinicalMedicine gezondheids-gerleateerde kwaliteit-van-leven (HRQOL)-uitkomsten in de studie.1



De HRQOL werd bepaald aan de hand van antwoorden op QLQ-C30, QLQ-OES18, en de EQ-5D-5L vragenlijsten. Deze vragenlijsten werden beantwoord door 340 patiënten in de sintilimabgroep en 349 patiënten in de placebogroep. De sintilimabgroep had betere scores voor QLQ-C30 en QLQ-OES18 sociaal functioneren, pijn, vermoeidheid, obstipatie, en slikproblemen. Ook de tijd tot eerste verslechtering voor de eindpunten dysfagie en problemen met slikken van speeksel was langer in de sintilimabgroep dan in de placebogroep. De overall survival was beter onder patiënten met betere scores op verscheidene QLQ-C30 en QLQ-QES18 schalen.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten nadere steun betekenen voor het gebruik van eerstelijns sintilimab plus chemotherapie voor aESCC.

1.Lu Z, Kong L, Wang B et al. Effects of sintilimab plus chemotherapy as first-line treatment on health-related quality of life in patients with advanced esophageal squamous cell carcinoma: results from the randomized phase 3 ORIENT-15 study. eClinMed 2024.102623

Summary: The multinational phase 3 ORIENT-15 study found that among patients with advanced esophageal squamous cell carcinoma, first-line sintilimab plus chemotherapy compared with placebo plus chemotherapy resulted in better scores on HRQOL scales.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Waarde van toevoegen van zes maanden androgeendeprivatietherapie aan postoperatieve radiotherapie voor prostaatcarcinoom (0)
2024-05-18 13:30   ( Nieuws )
Tags:  RADICALS-HD trial prostate cancer adding 6 months of ADT to PORT
Prof. Matthew SydesEr is geen duidelijkheid over de waarde van toevoegen van androgeendeprivatietherapie (ADT) aan postoperatieve radiotherapie (PORT) voor prostaatcarcinoom. De multinationale gerandomiseerde RADICALS-HD studie heeft zes maanden ADT plus PORT vergeleken met geen ADT plus PORT. Prof. Matthew Sydes (University College London, UK) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1


RADICALS-HD werd uitgevoerd in 121 centra in vier landen. De studie includeerde patiënten die radicale prostatectomie voor prostaatcarcinoom hadden ondergaan, een PSA-niveau lager dan 5 ng/ml hadden, en geen aanwijzingen voor metastatische ziekte. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar alleen PORT (n=737) of PORT plus zes maanden ADT (n=743). Het primaire eindpunt was metastasevrije overleving. De figuur laat zien dat er geen significante verschillen tussen beide groepen waren voor dit eindpunt (panel A), en evenmin voor overall survival (B), en vrij blijven van afstandmetastase (C). Graad 3 of hoger toxiciteit werd gezien in 17% van de patiënten in de alleen-PORT groep en 14% van de patiënten in de ADT plus PORT-groep (p=0,15); geen van de patiënten overleed aan een met de behandeling samenhangende oorzaak.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van zes maanden ADT aan PORT na radicale prostatectomie voor prostaatcarcinoom niet resulteerde in verbetering van de metastasevrije overleving.

1.Parker CC, Clarke NW, Cook AD et al. Adding 6 months of androgen deprivation therapy to postoperative radiotherapy for prostate cancer: a comparison of short-course versus no androgen deprivation therapy in the RADICALS-HD randomised controlled trial. Lancet 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational randomized RADICALS-HD trial found that among prostate cancer patients after radical prostatectomy, addition of six months androgen deprivation therapy to postoperative radiotherapy did not improve metastasis-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lang- versus kortdurende androgeendeprivatietherapie met postoperatieve radiotherapie voor prostaatcarcinoom (0)
2024-05-18 12:00   ( Nieuws )
Tags:  RADICALS-HD trial prostate cancer long-course versus short-course ADT with PORT
Prof. Matthew SydesEr is geen duidelijkheid over de optimale duur van androgeendeprivatietherapie (ADT) in patiënten die postoperatieve radiotherapie (PORT) krijgen na radicale prostatectomie voor prostaatcarcinoom. In de gerandomiseerde RADICALS-HD studie is zes maanden ADT (korte-duur ADT) vergeleken met twee jaar ADT (lange-duur ADT) in deze patiënten. Prof. Matthew Sydes (University College London, UK) en collega’s publiceren de resultaten in The Lancet.1

RADICALS-HD, in 38 centra in vier landen, randomiseerde 1523 patiënten naar korte-duur ADT (n=761) of lange-duur ADT (n=762). De mediane follow-up was 8,9 jaar (IQR 7,0-10,0). Het primaire eindpunt was metastasevrij overleving (MFS). Er waren 313 MFS-gebeurtenissen: 174 in de korte-duur ADT-groep en 139 in de lange-duur ADT-groep (HR 0,773; p=0,029), met tien-jaars MFS-percentages 71,9% respectievelijk 78,1%. Graad 3 of hoger toxiciteit werd gerapporteerd voor 14% van de patiënten in de korte-duur ADT-groep en 19% van de patiënten in de lange-duur ADT-groep (p=0,025), zonder treatment-related deaths.

De onderzoekers concluderen dat vergeleken met zes maanden ADT, twee jaar ADT resulteerde in significante verbetering van de MFS.

1.Parker CC, Kynaston H, Cook AD et al. Duration of androgen deprivation therapy with postoperative radiotherapy for prostate cancer: a comparison of long-course versus short-course androgen deprivation therapy in the RADICALS-HD randomised trial. Lancet 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational randomized RADICALS-HD trial found that among patients receiving postoperative radiotherapy after radical prostatectomy for prostate cancer, compared with addition of 6 months of androgen deprivation therapy, addition of 24 months of androgen deprivation therapy improved metastasis-free survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van senaparib als eerstelijns onderhoudstherapie voor gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2024-05-17 15:00   ( Nieuws )
Tags:  FLAMES trial aOC senaparib maintenance
Prof. Xiaohua WuPARP-remmer onderhoudstherapie na eerstelijns chemotherapie voor gevorderd ovariumcarcinoom (aOC) resulteert in verbetering van de progressievrije overleving, maar niet alle PARP-remmers leveren dit profijt in een niet-biomarker geselecteerde populatie. De multicenter fase 3-studie FLAMES in China heeft senaparib-onderhoudstherapie voor niet-geselecteerde aOC-patiënten geëvalueerd. Prof. Xiaohua Wu (Fudan Universiteit Shanghai) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in Nature Medicine.1

FLAMES includeerde 404 aOC-patiënten met respons op eerstelijns platina-gebaseerde chemotherapie. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar senaparib 100 mg (n=271) of placebo (n=133) eens per dag voor de duur van ten hoogste twee jaar. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. Op het moment van de geprespecificeerde interimanalyse was de mediane PFS niet bereikt met senaparib versus 13,6 maanden met placebo (HR 0,43; p<0,0001). Het profijt van senaparib werd consistent gezien in subgroepen met uiteenlopende BRCA-mutatiestatus en homologe-recombinatiestatus. Graad 3 of hoger treatment-emergent adverse events werden gezien in 66% versus 20%.

De onderzoekers concluderen dat senaparib-onderhoudsbehandeling geassocieerd was met verbetering van de PFS in een niet-geselecteerde aOC-populatie.

1.Wu X, Liu J, Wang J et al. Senaparib as first-line maintenance therapy in advanced ovarian cancer: a randomized phase 3 trial. Nature Med 2024-03003-9

Summary: The multicenter phase 3 FLAMES trial in China found that senaparib significantly improved PFS over placebo in patients with advanced ovarian cancer after response to first-line chemotherapy, irrespective of BRCA1 and BRCA2 mutation status and with consistent benefits observed between homologous recombination subgroups, and was well tolerated.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)