Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van pertuzumab plus trastuzumab voor galwegcarcinoom met ERBB2/3-veranderingen (0)
2024-05-17 13:30   ( Nieuws )
Tags:  TAPUR phase 2 basket trial BTC with ERBB2 3 alterations pertuzumab plus trastuzumab
Dr. Pam MangatTargeted Agent and Profiling Utilization Registry (TAPUR) is een fase 2-basketstudie die de antitumor-activiteit van commercieel verkrijgbare targeted agents in patiënten met gevorderde maligniteiten met genomische veranderingen die bekend zijn als targets. Een van de TAPUR-cohorten bestaat uit patiënten die pertuzumab plus trastuzumab krijgen voor gevorderd galwegcarcinoom (aBTC) met ERBB2/3-veranderingen. Dr. Pam Mangat (ASCO, Alexandria VA) en collega’s publiceren in het Journal of Clinical Oncology resultaten van het cohort.1

Het cohort includeerde patiënten met aBTC met ERBB2/3-amplificatie, -overexpressie, of –mutatie, ECOG performance status 2 of beter, adequate orgaanfunctie, en geen standaard-behandelopties. Het primaire eindpunt was ziektecontrole (DC) gedefinieerd als objectieve respons (OR) of stabiele ziekte gedurende tenminste 16 weken (SD16+). Onder de 29 geïncludeerde patiënten waren 28 evalueerbaar voor werkzaamheid. Onder deze patiënten waren er negen met respons (één complete respons) en twee met SD16+, voor een DC-percentage van 40% (90%-bti 27-100) en een OR-percentage van 32% (95%-bti 16-52). Vier patiënten hadden tenminste één graad 3 adverse event dat mogelijk gerelateerd was aan de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van pertuzumab en trastuzumab antitumor-activiteit had onder patiënten met aBTC met ERBB2/3-veranderingen.

1.Cannon TL, Rothe M, Mangat PK et al. Pertuzumab plus trastuzumab in patients with biliary tract cancer with ERBB2/3 alterations: results from the Targeted Agent and Profiling Utilization Registry study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: In a cohort of the phase 2 basket TAPUR trial, pertuzumab plus trastuzumab showed activity for advanced biliary tract cancer with ERBB2/3 alterations.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van perioperatief nivolumab voor resectabel niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-05-17 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CheckMate 77T stage IIa-IIIB NSCLC perioperative nivolumab
Dr. Tina CasconeToevoeging van nivolumab aan neoadjuvante chemotherapie verbetert de uitkomsten van patiënten met resectabel niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Perioperatief nivolumab plus chemotherapie zou de uitkomsten nog verder kunnen verbeteren. De multinationale fase 3-studie CheckMate 77T heeft deze hypothese getoetst. Dr. Tina Cascone (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren een interimanalyse van de studie in The New England Journal of Medicine.1


CheckMate 77T includeerde volwassen patiënten met stadium IIa tot en met IIIB NSCLC. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar vier drie-weekse cycli neoadjuvant nivolumab plus chemotherapie (n=229) of placebo plus chemotherapie (n=232) gevolgd door chirurgie en adjuvant nivolumab of placebo iedere vier weken voor de duur van een jaar. Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving (centraal geblindeerd beoordeeld). Op het moment van data cutoff voor de interimanalyse was de mediane follow-up 25,4 maanden. Het percentage gebeurtenisvrije patiënten na achttien maanden was 70,2% in de nivolumabgroep en 50,0% in de chemotherapiegroep (HR 0,58; p<0,001). Pathologisch complete respons werd gezien in 25,3% van de patiënten in de nivolumabgroep en 4,7% van de patiënten in de chemotherapiegroep (OR 6,64; 95%-bti 3,40-12,96) en majeure pathologische respons in 35,4% versus 12,1% (4,01; 2,48-6,49). Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 32,5% van de patiënten in de nivolumabgroep en 25,2% van de patiënten in de chemotherapiegroep.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met resectabel NSCLC perioperatieve behandeling met nivolumab resulteerde in significant langere gebeurtenisvrije overleving dan chemotherapie (quick take video summary).

1.Cascone T, Awad MM, Spicer JD et al. Perioperative nivolumab in resectable lung cancer. N Engl J Med 2024;390:1756-1769

Summary: The multinational phase 3 CheckMate 77T trial found that among patients with resectable NSCLC perioperative nivolumab resulted in significantly longer event-free survival than chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Real-world ervaringen met idecabtagene vicleucel CAR T-celtherapie voor recidiverend of refractair multipel myeloom in Frankrijk (0)
2024-05-16 15:00   ( Nieuws )
Tags:  FENIX RRMM ide-cel
Prof. Bertrand ArnulfIdecabtagene vicleucel (ide-cel), een op BCMA gerichte CAR T-celtherapie kreeg in Frankrijk in april 2021 early access program authorization voor de behandeling van recidiverend of refractair multicpel myeloom (RRMM). De real-world observationele studie FENIX (‘French early nationwide idecabtagene vicleucel experience’) in elf Franse ziekenhuizen heeft uitkomsten met ide-cel voor RRMM geëvalueerd. Prof. Bertrand Arnulf (Université Paris Cité) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1

De studie includeerde 176 RRMM-patiënten die tussen juni 2021 en november 2022 aferese ondergingen, onder wie 159 (90%) die ide-cel kregen. Cytokine release syndrome werd gezien 90% (2% graad 3 of hoger) en neurotoxiciteit werd gezien in 12% (3% graad 3 of hoger). In de eerste zes maanden waren de best overall response rate en ≥ complete response rate 88% respectievelijk 47%. De figuur toont de progressievrije overleving en de overall survival. Patiënten met extramedullaire ziekte hadden slechtere mediane PFS (6,2 versus 14,8 maanden in patiënten zonder EMD).

De onderzoekers concluderen dat de studie laat zien dat ide-cel voor RRMM feasible, veilig, en werkzaam is in de real-world.

1.Ferment B, Lambert J, Caillot D et al. French early nationwide idecabtagene vicleucel chimeric antigen receptor T-cell therapy experience in patients with relapsed/refractory multiple myeloma (FENIX): a real-world IFM study from the DESCAR-T registry. Br J Haematol 2024.19505

Summary: The multicenter real-world observational FENIX study in France found promising efficacy and acceptable safety of ide-cel for RRMM.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Niet-gerandomiseerde gecontroleerde studie van risico van mammacarcinoom na bariatrische chirurgie (0)
2024-05-16 13:30   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer risk after bariatric surgery
Dr. Magdalena TaubeObesitas en hyperinsulinemie zijn risicofactoren voor mammacarcinoom (BC), en retrospectieve studies suggereren dat bariatrische chirurgie geassocieerd is met het risico van BC in vrouwen. Een secundaire analyse onder deelnemers van de prospectieve Swedish Obese Subjects Study heeft deze associatie onderzocht. Dr. Magdalena Taube (Universiteit van Gothenburg) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Surgery.1


Tussen 1987 en 2001 includeerde de studie 2867 obese vrouwen (BMI 38 kg/m2 of hoger) in de leeftijd van 37 tot en met 60 jaar (gemiddeld 48,0 ± 6,2). Onder deze vrouwen ondergingen 1420 bariatrische chirurgie en kregen 1447 gebruikelijke obesitaszorg (UC). Tijdens mediaan 23,9 jaar follow-up (IQR 20,1-27,1) werden in de chirurgiegroep 66 gevallen van BC gediagnostiseerd, vergeleken met 88 in de UC-groep (HR 0,68; p=0,019). Het profijt van chirurgie versus UC was groter in de groep met baseline insulineniveaus hoger dan de mediaan van 15,8 μIU/l (HR 0,48; p=0,001)dan in de groep met lagere insulinespiegels (HR 0,95; p=0,84).

De onderzoekers concluderen dat deze secundaire analyse van een prospectieve studie suggereert dat onder obese vrouwen met hoge insulinespiegels bariatrische chirurgie het BC-risico verlaagt.

1.Kristensson FM, Andersson-Assarsson JC, Peltonen M et al. Breast cancer risk after bariatric surgery and influence of insulin levels. A nonrandomized controlled trial. JAMA Surg 2024.1169

Summary: Secondary analysis of the prospective Swedish Obese Subjects Study found a reduced risk of breast cancer after bariatric surgery. This benefit was predominantly seen among women with hyperinsulinemia.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van leverresectie versus niet-chirurgische behandeling voor vroeg multinodulair levercelcarcinoom (0)
2024-05-16 12:00   ( Nieuws )
Tags:  early multinodular HCC liver resection versus nonsurgical treatments
Dr. Alessandro VitaleRichtlijnen wijzen leverresectie (LR) voor multinodulair levercelcarcinoom (HCC) af. Een retrospectieve cohortstudie in Italië heeft LR voor HCC met twee of drie noduli die ieder niet groter waren dan 3 cm vergeleken met percutane radiofrequentie-ablatie (PRFA) en transarteriële chemoëmbolisatie (TACE) in patiënten die niet in aanmerking kwamen voor levertransplantatie. Dr. Alessandro Vitale (Universiteit van Padua) en collega’s publiceren de studie in JAMA Surgery.1



De studie includeerde 720 patiënten met vroeg-stadium multinodulair HCC (75% mannen; 49% ouder dan 70 jaar). De LR-groep telde 296 patiënten, de PRFA-groep 240, en de TACE-groep 184. Een matching-adjusted indirect comparison (MAIC)-methode werd toegepast om potentiële confounding te vermijden. Het vijf-jaars overlevingspercentage was 56,4% in de LR-groep, vergeleken met 39,9% in de PRFA-groep en 29,9% in de TACE-groep. Multivariate analyse liet zien dat de overleving na LR significant beter was dan na PRFA (HR 1,41; p=0,01) en na TACE (HR 1,86; p=0,001).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met vroeg-stadium multinodulair HCC die niet in aanmerking kwamen voor transplantatie, LR resulteerde in betere overleving dan PRFA of TACE.

1.Vitale A, Romano P, Cillo U et al. Liver resection vs nonsurgical treatments for patients with early multinodular hepatocellular carcinoma. JAMA Surg 2024.1184

Summary: A multicenter retrospective cohort study in Italy found that among patients with early multinodular hepatocellular carcinoma, liver resection resulted in better five-year overall survival compared with percutaneous radiofrequency ablation and transarterial chemoembolization. 


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vijf-jaars follow-up van fase 2-studie van neoadjuvant dabrafenib plus trametinib voor stadium III melanoom (0)
2024-05-15 15:00   ( Nieuws )
Tags:  NeoCombi trial stage III melanoma neoadjuvant dabrafenib plus trametinib
De fase 2-studie NeoCombi van het Melanoma Institute Australia (Sydney) includeerde 35 volwassen patiënten met stadium III BRAFV600-gemuteerd melanoom twaalf weken neoadjuvant dabrafenib 150 mg tweemaal daags plus trametinib 2 mg eenmaal daags kregen, gevolgd door chirurgie en veertig weken adjuvant dabrafenib plus trametinib. In 2019 is gepubliceerd dat na de neoadjuvante behandeling hoge percentages patiënten met complete respons (86%) en pathologisch complete respons (49%) werden gezien. Dr. Alexander Menzies en collega’s publiceren nu in Annals of Oncology lange-termijn resultaten van de studie.1

Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 60 maanden (95%-bti 56-72). In 21 van 35 patiënten (60%) was recidief gezien, onder wie twaalf (57%) met eerste recidief locoregionaal gevolgd door later afstandsrecidief in zes, en negen (43%) met eerste recidief op afstand, onder wie drie met recidief in de hersenen. De meeste recidieven werden gezien in de eerste twee jaar, en er waren geen recidieven na drie jaar. Na vijf jaar was het recidiefvrije-overlevingspercentage 40% (95%-bti 27-60), het afstandsrecidiefvrije-overlevingspercentage 57% (42-76), en het overall survival percentage 80% (67-94). Gestratificeerd naar pCR was na vijf jaar het recidiefvrije-overlevingspercentage 53% in de pCR-groep versus 28% in de niet-pCR groep (p=0,087), het afstandsrecidiefvrije-overlevingspercentage 59% versus 55% (p=0,647), en het overall survival percentage 88% versus 71% (p=0,205).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met stadium III melanoom de combinatie van neoadjuvant dabrafenib plus trametinib resulteerde in hoge percentage pCR, maar in lage percentages recidiefvrije overleving.

1.Menzies AM, Lo SN, Shaw RPM et al. Five-year analysis of neoadjuvant dabrafrenib and trametinib for stage III melanoma. Ann Oncol 2024.05.002

Summary: The phase 2 NeoCombi trial, at Melanoma Institute Australia (Sydney) found that among patients with stage III melanoma, neoadjuvant dabrafenib plus trametinib resulted in low rates of 5-year recurrence-free survival. Patients with a pathological complete response still had a high risk of recurrence, unlike what is seen with immunotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Factoren op behandelaars-niveau die bijdragen aan ondergebruik van HCC-surveillance in patiënten met cirrose in de VS (0)
2024-05-15 13:30   ( Nieuws )
Tags:  HCC surveillance in cirrhosis patients clinician-level knowledge
Dr. Robert WongDe surveillance op levercelcarcinoom (HCC) onder patiënten met cirrose in de Verenigde Staten is underused. Het identificeren van potentieel modificeerbare factoren die bijdragen aan barrières voor HCC-surveillance is van belang om uitkomsten van de patiënten te verbeteren. Een survey-studie onder behandelaars in de Verenigde Staten heeft deze factoren geïnventariseerd. Dr. Robert Wong (Stanford University, Palo Alto CA) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De onderzoekers stuurden vragenlijsten naar eerstelijnszorg behandelaars (PCCs), gastroënterologen, en hepatologen. De lijsten omvatten vragen die informeerden naar kennis, attitudes, overtuigingen, gepercipieerde barrières, en COVID-19 gerelateerde verstoringen in HCC-surveillance onder cirrosepatiënten. Van de 1362 benaderde behandelaars beantwoordden 347 de survey (response rate 25,5%), onder wie 142 van 237 PCCs (59,5%) en 48 van 237 gastroënterologen en hepatologen (20,3%). Betreffende kennis van HCC beantwoordden 144 van 270 respondenten (53,3%) vijf of zes van zes vragen correct: 77,1% van de gastroënterologen en hepatologen versus 45,8% van de PCPs (p<0,001). Behandelaars met hogere scores voor HCC-kennis hadden lagere waarschijnlijkheid van de rapporteren van barrières voor HCC-surveillance. PCCs, vergeleken met gastroënterologen en hepatologen, hadden hogere waarschijnlijkheid van het rapporteren van te weinig tijd voor het bespreken van HCC-surveillance, rapporteren van problemen met het identificeren van patiënten met cirrose, en niet up-to-date zijn met HCC-surveillance richtlijnen. De meeste respondenten stelden dat tijdens de COVID-19 pandemie vertraging in de HCC-surveillance was opgetreden, maar volgens 45,6% van de PCCs en 60,0% van de gastroënterologen en hepatologen kunnen cirrosepatiënten tegenwoordig HCC-surveillance zonder vertraging voltooien.

De onderzoekers concluderen dat de survey onder behandelaars belangrijke kennistekorten en gepercipieerde barrières voor HCC-surveillance heeft geïdentificeerd.

1.Wong RJ, Jones PD, Niu B et al. Clinician-level knowledge and barriers to hepatocellular carcinoma surveillance. JAMA Network Open 2024;7:e2411076

Summary: A survey study among clinicians in the USA identified important gaps in knowledge and perceived barriers to HCC surveillance in cirrhosis patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van overlevingspatronen onder patiënten met mammacarcinoom in sub-Sahara Afrika (0)
2024-05-15 12:00   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer in sub-Saharan Africa survival patterns
Dr. Miteku LimenihOnder patiënten met mammacarcinoom (BC) bestaan aanzienlijke regionale dispariteiten in overleving. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde cohortstudies heeft overlevingspatronen van BC-patiënten in Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara (SSA-landen) geïnventariseerd. Dr. Miteku Limenih (Universiteit van Gondar, Ethiopië) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

In de literatuur tot eind 2022 identificeerden de onderzoekers 49 studies met per studie 21 tot 2311 patiënten (totaal 14.459; 1,35% mannen en 93,75% vrouwen en 4,90% niet gespecifieerd; gemiddelde leeftijdsrange 38-71 jaar). Veertig van deze studies werden opgenomen in de meta-analyse. De gepoolde één-, drie-, en vijf-jaars overall survival percentages waren 79% (95%-bti 0,67-0,88) respectievelijk 56% (45-67) en 40% (32-49). In studies uitgevoerd voor 2010 was het gepoolde vijf-jaars OS-percentage 26% (95%-bti 6-65), oplopend tot 47% (32-64) in studies uitgevoerd na 2020. Het vijf-jaars OS-percentage was 36% (95%-bti 25-49) in landen met een lage human development index, vergeleken met 46% (33-60) in landen met een intermediaire HDI en 54% (4-97) in landen met een hoge HDI.

De onderzoekers concluderen dat de overleving van BC in SSA-landen laag is en geassocieerd is met HDI.

1.Limenih MA, Mekonnen EG, Birhanu F et al. Survival patterns among patients with breast cancer in sub-Saharan Africa. A systematic review and meta-analysis. JAMA Network Open 2024;7:e2410260

Summary: Systematic review and meta-analysis of 40 cohort studies found that among breast cancer patients in sub-Saharan Africa, survival rates were 79% at 1 year, 56% at 3 years, and 40% at 5 years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)