
AVATAR includeerde aPDAC-patiënten die 1:2 werden gerandomiseerd naar conventionele behandeling volgens de voorkeur van de behandelaar (arm A) of behandeling volgens precisiegeneeskunde (arm B). Patiënten in arm B ondergingen tumorbiopsie voor whole-exome sequencing (WES) en voor het genereren van avatar-muismodellen en organoïden voor fenotypische drug screening, met uiteindelijke behandeling aanbevolen door de molecular tumor board. Het primaire eindpunt was overall survival.
Arm A telde 44 patiënten en arm B 81. WES werd uitgevoerd in 65 patiënten in arm B (80,3%), resulterend in de detectie van potentieel actionabele mutaties in 14 patiënten (21,5%). Experimentele modellen werden gegenereerd in 16 van 81 patiënten (19,8%). Negendertig patiënten in arm B werden behandeld, onder wie slechts vier (10,2%) gepersonaliseerde behandeling kregen, terwijl 35 geen gematchte therapie kregen vanwege snelle klinische verslechtering, vertraging in het verkrijgen van studieresultaten, of afwezigheid van actionabele targets. De mediane progressievrije overleving was 3,8 maanden in arm A en 4,3 maanden in arm B (p=0,563) en de mediane overall survival was 8,7 maanden in arm A en 8,6 maanden in arm B (p=0,849). Onder de vier patiënten die gepersonaliseerde behandeling kregen was de mediane overall survival 19,3 maanden.
De onderzoekers concluderen dat gepersonaliseerde behandeling lastig te implementeren is onder aPDAC-patiënten, en dat de overleving beter was onder patiënten die gematchte behandeling kregen.
1.Sarno F, Tenorio J, Perea S et al. A phase III randomized trial of integrated genomics and avatar models for personalized treatment of pancreatic cancer: the AVATAR trial. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print
Summary: The multicenter phase 3 AVATAR trial found that personalized therapy was challenging to implement in most patients with PDAC, and that survival was improved in the subset of patients who did receive matched therapy.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)