Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Lange-termijn risico van maligniteiten onder gebruikers van GLP-1 agonisten in Denemarken (0)
2025-06-16 15:00   ( Nieuws )
Tags:  GLP-1 agonists cancer risk
Mads GamborgGlucagon-like peptide-1 receptor agonists (GLP-1RAs) worden in toenemende mate gebruikt voor de behandeling van type 2 diabetes en obesitas. Een retrospectieve studie in Denemarken heeft het risico van maligniteiten onder gebruikers van GLP-1RAs geïnventariseerd, met gebruikers van dipeptidyl peptidase 4-remmers (DPP-4i) als vergelijkingsgroep. PhD-student Mads Gamborg (Kræftens Bekæmpelse. Kopenhagen) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Regional Health Europe.1


De studie includeerde alle inwoners van Denemarken in de leeftijd van 50 jaar of ouder, die tussen begin 2007 en eind 2019 begonnen met aanhoudend gebruik van GLP-1RA (n=38.713) of DPP-4i (n=88.646). Na propensity score matching ontstonden twee groepen van ieder 19.730 personen. Tijdens 195.702 persoonsjaren follow-up ontwikkelden 4758 deelnemers een maligniteit. De figuur laat zien dat na tien jaar gebruik per honderd deelnemers 4,1 (95%-bti 0,4-7,2) meer GLP-1RA gebruikers dan DPP-41 gebruikers een maligniteit ontwikkelden (tijdens jaar zes tot en met tien HR 1,35; 95%-bti 1,05-1,73). Het excess risico was 6,6 (95%-bti 1,8-10,7) per honderd vrouwen en 2,2 (-2,2 tot tot 6,2) per honderd mannen. Death without prior cancer (secundair eindpunt) was lager onder gebruikers van GLP-1RA (per honderd -4,9; 95%-bti -7,6 tot -2,4).

De onderzoekers concluderen dat lange-termijn gebruikers van GLP-1RA vergeleken met DPP-4i een verhoogd risico van maligniteiten hadden, mogelijk verklaard door een overlevingsvoordeel. Residuele confounding door body mass index is niet uitgesloten.

1.Gamborg M, Klinten Grand M, Grell K et al. Long-term cancer risk in users of GLP-1 agonists in Denmark: a nationwide emulated trial. Lancet Regional Health Europe 2025.101346

Summary: A retrospective study in Denmark found that long-term sustained users of GLP-1RA had a small increased risk of cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overall survival met allogene transplantatie voor gevorderd cutaan T-cel lymfoom (0)
2025-06-16 13:30   ( Nieuws )
Tags:  CUTALLO
Prof. Régis Peffault de LatourGevorderd cutaan T-cel lymfoom is geassocieerd met slechte prognose. De multicenter prospectieve propensity score-gematchte CUTALLO studie in Frankrijk, heeft allogene hematopoïetische stamceltransplantatie voor aCTCL vergeleken met standaard-behandeling voor patiënten zonder beschikbare donor. In 2023 is gepubliceerd dat na 12,6 maanden follow-up de progressievrije overleving in de HSCT-groep significant langer was dan in de niet-HSCT groep, hoewel er geen significant verschil was voor het eindpunt overall survival. Prof. Régis Peffault de Latour (Université Paris Cité) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical Oncology OS-resultaten van de studie na langere follow-up.1

De studie includeerde 99 patiënten, onder wie 55 in de HSCT-groep en 44 in de niet-HSCT groep. De mediane follow-up op het moment van de nu gepubliceerde analyse was 38,9 maanden. Tijdens de follow-up overleden 29% van de patiënten in de HSCT-groep en 50% van de patiënten in de niet-HSCT groep. De mediane OS werd niet bereikt in de HSCT-groep en was 51,5 maanden in de niet-HSCT groep (HR 0,40; 95%-bti 0,20-0,80).

De onderzoekers concluderen dat onder aCTCL-patiënten allogene HSCT geassocieerd was met significante verlenging van de OS.

1.De Masson A, Beylot-Barry M, Ram-Wolff C et al. Overall survival after allogeneic transplantation in advanced cutaneous T-cell lymphoma (CUTALLO): a propensity score-matched controlled prospective study. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The French multicenter propensity score-matched prospective CUTALLO study found that compared with standard treatment for advanced CTCL, allogeneic HSCT was associated with prolonged overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van risico van maligniteiten in ontvangers van niertransplantatie in Schotland (0)
2025-06-16 12:00   ( Nieuws )
Tags:  KTRs cancer risk
Dr. Samira BellOntvangers van niertransplantatie (KTRs) hebben een verhoogd risico van het ontwikkelen van maligniteiten. Een Schotland-brede retrospectieve cohortstudie heeft dit risico gekantificeerd. Dr. Samira Bell (University of Dundee) en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

Tussen begin 1997 en eind 2021 kregen 4033 volwassen patiënten in Schotland een eerste niertransplantatie. Onder deze KTRs ontwikkelden 770 een maligniteit, vergeleken met 194 verwachte maligniteiten op grond van gegevens in de algemene Schotse bevolking (SIR 3,9; 95%-bti 3,7-4,2). De figuur toont de SIRs voor verschillende leeftijdsgroepen. Type-specifieke SIRs waren het hoogst voor niet-melanoom huidmaligniteiten, lymfoom, en niercarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat KTRs, met name jonge personen, een verhoogd risico van maligniteiten hebben.

1.Nimmo A, Elyan B, Lakey J et al. Increased cancer risk in kidney transplant patients in Scotland: a national registry linkage study. Br J Cancer 2025-03086-2

Summary: A Scotland-wide registry linkage study found that there is an increased risk of cancer in kidney transplant recipients, particularly in young individuals.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van retifanlimab plus chemotherapie voor LR/M SCC van het anale kanaal (0)
2025-06-15 15:00   ( Nieuws )
Tags:  POD1UM-303 trial LR M SCAC retifanlimab
Dr. Sheela RaoRetifanlimab (anti-PD-1) heeft activiteit laten zien voor PD-L1 positief gevorderd squameus celcarcinoom van het anale kanaal (SCAC). De fase 3-studie POD1UM-303, in zeventig centra in twaalf landen, heeft retifanlimab plus carboplatine en paxlitaxel vergeleken met placebo plus carboplatine en paclitaxel voor niet-eerder behandeld lokaal-recidiverend of metastatisch (LR/M) SCAC. Dr. Sheela Rao (Royal Marsden Hospital, Sutton UK) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1

De studie includeerde 308 volwassen patiënten die niet eerder systemische behandeling hadden ondergaan voor niet-resectabel LR/M SCAC met een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar retifanlimab 500 mg (n=154) of placebo (n=154) iedere vier weken, met standaard carboplatine plus paclitaxel voor ten hoogste een jaar. Patiënten in de placebogroep konden na ziekteprogressie overgaan op retifanlimab monotherapie. Het primaire eindpunt was onafhankelijk centraal beoordeelde progressievrije overleving. Panel A laat zien dat de mediane PFS 9,3 maanden was in de retifanlimabgroep versus 7,4 maanden in de placebogroep (HR 0,63; p=0,0006), en panel B laat zien dat de mediane overall survival 23,0 maanden was in de retifanlimabgroep versus 12,9 maanden in de placebogroep (HR 0,70; 95%-bti 0,49-1,01). Ernstige en graad 3 of hoger adverse events waren meer frequent in de retifanlimabgroep dan in de placebogroep (47,4% versus 38,8% respectievelijk 83,1% versus 75,0%. In de retifanlimabgroep overleden vier patiënten, onder wie één aan behandelings-gerelateerde pancytopenie; in de placebogroep overleed één patiënt aan niet met de behandeling samenhangende oorzaak.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van retifanlimab aan eerstelijns chemotherapie voor gevorderd SCAC resulteerde in klinisch profijt met een manageable veiligheidsprofiel.

1.Rao S, Samalin-Scalzi E, Evesque L et al. Retifanlimab with carboplatin and paclitaxel for locally recurrent or metastatic squamous cell carcinoma of the anal canal (POD1UM-303/InterAACT-2): a global, phase 3 randomised controlled trial. Lancet 2025;405:2144-2152

Summary: The multinational phase 3 POD1UM-303 trial found that retifanlimab provided clinical benefit, with a manageable safety profile, when added to first-line chemotherapy for advanced squamous cell carcinoma of the anal canal.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van cabozantinib plus atezolizumab voor metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (0)
2025-06-15 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CONTACT-02 mCRPC
Prof. Neeraj AgarwalPatiënten met metastatisch castratieresistent prostaatcarcinoom (mCRPC) met extrapelvische weke-weefsel metastasen hebben na progressie op een androgeenreceptor-route remmer (ARPI) slechte prognose en weinig behandelopties. De multinationale fase 3-studie CONTACT-02 evalueerde de combinatie van cabozantinib en atezolzumab voor deze patiënten. Prof. Neeraj Agarwal (University of Utah, Salt Lake City) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

CONTACT-02 werd uitgevoerd in 184 centra in 24 landen. De studie includeerde volwassen patiënten met een ECOG performance status 0 of 1, met mCRPC met meetbare extrapelvische weke-weefsel metastasen na progressie op een ARPI. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar cabozantinib plus atezolizumab (n=289) of switch van de ARPI (abirateron of enzalutamide; n=286). Coprimaire eindpunten waren progressievrije overleving onder de eerste 400 gerandomiseerde patiënten, en overall survival onder alle gerandomiseerde patiënten.

Na mediaan 11,8 maanden follow-up was de PFS significant beter in de cabozantinib-atezolizumabgroep dan in de ARPI-switch groep (mediaan 6,3 versus 4,2 maanden; HR 0,65; p=0,0007). Na mediaan 23,1 maanden follow-up was de OS niet significant verschillend tussen beide groepen (mediaan 14,8 versus 15,0 maanden; HR 0,89; p=0,30). Graad 3 of 4 adverse events werden gezien in 56% van de patiënten in de cabozantinib-atezolizumabgroep versus 26% van de patiënten in de ARPI-switch groep; AEs leidden tot discontinuering van de behandeling in 17% versus 15%. Er waren geen graad 5 treatment-related adverse events.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van cabozantinib plus atezolizumab en optie kan zijn voor patiënten met mCRPC en weke-weefsel metastasen na progressie op een ARPI.

1.Agarwal N, Azad AA, Carles J et al. Cabozantinib plus atezolizumab in metastatic prostate cancer (CONTACT-02): final analyses from a phase 3, open-label, randomised trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 CONTACT-02 trial found promising activity of the combination of cabozantinib and atezolizumab for metastatic castration-resistant prostate cancer with soft-tissue metastases after progression on an ARPI.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Profylaxe van graft-versus-host disease met cyclofosfamide en cyclosporine (0)
2025-06-14 15:00   ( Nieuws )
Tags:  BM12 CAST GVHD prophylaxis after SCT cyclophosphamide and cyclosporin
Prof. David CurtisAllogene perifeer-bloed stamceltransplantatie (alloSCT) van een gematchte verwante donor na myeloablatieve conditionering is de geprefereerde curatieve behandeling voor patiënten met hoog-risico hematologische maligniteiten. In deze patiënten is de combinatie van een calcineurineremmer met een antimetaboliet de standaard GVHD-profylaxe. In recente studies is gezien dat post-alloSCT cyclofosfamide toegevoegd aan of in plaats van de antimetaboliet het GVHD-risico kan verlagen. De BM12 CAST gerandomiseerde studie van de Australasian Leukaemia and Lymphoma Group heeft post-transplantatie cyclofosfamide-cyclosporine (‘experimentele profylaxe’) vergeleken met cyclosporine-methotrexaat (‘standaard profylaxe’). Prof. David Curtis (Alfred Health, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 134 patiënten met SCT na myeloablatieve of gereduceerde-intensiteit conditionering, die werden gerandomiseerd naar experimentele profylaxe (n=66) of standaard profylaxe (n=68). Het primaire eindpunt was GVHD-vrije, relapse-vrije overleving. De figuur laat zien dat deze overleving significant langer was met experimentele profylaxe dan met standaard profylaxe (mediaan 26,2 maanden versus 6,4 maanden; na drie jaar 49% versus 14%; HR 0,42; 95%-bti 0,27-0,66). De cumulatieve incidentie van graad III of IV acute GVHD na drie maanden was 3% versus 10%. Het overall survival percentage na twee jaar was 83% versus 71% (HR 0,59; 95%-bti 0,29-1,19). De incidentie van ernstige adverse events tijdens de eerste honderd dagen na SCT verschilde niet significant tussen de twee groepen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met hematologische maligniteiten die SCT van een verwante gematchte donor ondergingen na myeloablatieve of gereduceerde-intensiteit conditionering, de combinatie van post-SCT cyclofosfamide en cyclosporine resulteerde in lagere GVHD-vrije, relapse-vrije overleving dan standaard profylaxe.

1.Curtis DJ, Patil SS, Reynolds J et al. Graft-versus-host disease prophylaxis with cyclophosphamide and cyclosporin. N Engl J Med 2025; epub ahead of print

Summary: The BM12 CAST randomized study by the Australasian Leukaemia and Lymphoma Group found that the combination of post-transplantation cyclophosphamide and cyclosporine led to longer GVHD-free, relapse-free survival that standard prophylaxis after transplantation from a matched related donor with either reduced-intensity or myeloablative conditioning in patients with blood cancers.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Eerstelijns sugemalimab of placebo, in combinatie met chemotherapie, voor mNSCLC: vier-jaars uitkomsten van GEMSTONE-302 (0)
2025-06-14 13:30   ( Nieuws )
Tags:  GEMSTONE-302 sugemalimab
Prof. Caicun ZhouDe fase 3-studie GEMSTONE-302, in 35 centra in China, randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC) zonder bekende sensitiserende veranderingen in EGFR, ALK, ROS1, of RET 2:1 naar sugemalimab (anti-PD-L1) plus platina-gebaseerde chemotherapie (n=320) of placebo plus platina-gebaseerde chemotherapie (n=159) gedurende vier cycli, gevolgd door ten hoogste 35 cycli sugemalimab of placebo (plus pemetrexed voor patiënten met niet-squameuze ziekte). In 2022 is gepubliceerd dat na mediaan 8,6 maanden follow-up de progressievrije overleving en na mediaan 17,8 maanden follow-up de overall survival significant beter waren in de sugemalimabgroep dan in de placebogroep. Prof. Caicun Zhou (Tongji Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren nu in The Lancet Oncology vier-jaars uitkomsten van de studie.1


Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 43,5 maanden in de sugemalimabgroep en 43,0 maanden in de placebogroep; de mediane duur van behandeling was 7,2 maanden versus 4,6 maanden. De mediane progressievrije overleving was 9,0 maanden in de sugemalimabgroep versus 4,9 maanden in de placebogroep (HR 0,49; 95%-bti 0,39-0,60) en de mediane overall survival was 25,2 maanden versus 16,9 maanden (0,68; 0,54-0,85); de vier-jaars OS-percentages waren 32,1% versus 17,3%. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van sugemalimab aan eerstelijns chemotherapie voor mNSCLC zonder bekende driver veranderingen resulteerde in significante verlenging van de overleving.

1.Zhou C, Wang Z, Sun M et al. Sugemalimab versus placebo, in combination with platinum-based chemotherapy, as first-line treatment of metastatic non-small-cell lung cancer (GEMSTONE-302): 4-year outcomes from a double-blind, randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: Four-year outcomes from the multicenter phase 3 GEMSTONE-302 trial in China found that sugemalimab plus chemotherapy showed a superior long-term overall survival benefit compared with placebo plus chemotherapy, as first-line treatment for mNSCLC without known sensitizing EGFR, ALK, ROS1, or RET genomic alterations.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-studie van eerstelijns azacitidine, venetoclax en revumenib voor AML met NPM1-mutatie of KMT2A-rearrangement (0)
2025-06-14 11:50   ( Nieuws )
Tags:  NPM1m or KMT2Ar AML revumenib
Dr. Joshua ZeidnerDe standaard eerstelijns behandeling voor AML in oudere patiënten is de combinatie van azacitidine en venetoclax. De lange-termijn uitkomsten zijn echter slecht. Revumenib is een oraal-beschikbare remmer van menine, met klinische activiteit in AML-patiënten met nucleofosmine-1 mutatie (NPM1m) of lysine-methyltransferase 2A rearrangement (KMT2Ar). Een multicenter fase 1-studie in de Verenigde Staten heeft de eerstelijns combinatie van azacitidine, venetoclax, en revumenib voor AML met NPM1m of KMT2Ar in patiënten in de leeftijd van 60 jaar en ouder geëvalueerd. Dr. Joshua Zeidner (University of North Carolina, Chapel Hill) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 43 patiënten die azacitidine en venetoclax kregen in twee doseringsniveaus (113 mg of 163 mg iedere twaalf uur). Er werd geen hoogst-verdragen dosering geïdentificeerd. Acht patiënten (19%) hadden differentiatiesyndroom en negentien patiënten (44%) hadden QTc Fridericia prolongatie; in geen van deze patiënten was permanente discontinuering van revumenib vereist. De figuur toont de respons in verschillende patiëntengroepen. De mediane tijd tot eerste respons was 28 dagen, en 84% van de responders bereikte remissie tijdens de eerste cyclus. In geen van de 37 geëvalueerde patiënten werden aanwijzingen voor meetbare residuele ziekte gezien.

De onderzoekers concluderen dat de eerstelijns combinatie van azacitidine, venetoclax, en revumenib veilig en actief was voor NPM1m- of KMT2Ar-AML in oudere patiënten.

1.Zeidner JF, Lin TL, Welkie RL et al. Azacitidine, venetoclax, and revumenib for newly diagnosed NPM1-mutated or KMT2A-rearranged AML. J Clin Oncol 2025-00914

Summary: A multicenter phase 1 trial in the USA found tolerability and efficacy of the first-line combination of azacitidine, venetoclax, and revumenib for NPM1-mutated or KMT2A-rearranged AML in older adults.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)