Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Impact van postoperatieve radiotherapie op prognose van vroeg-stadium squameus celcarcinoom van de tong (0)
2024-04-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  pT1-2N0M0 OTSCC PORT
Het is niet duidelijk welke subgroepen van patiënten met vroeg-stadium (pT1-2N0M0) squameus celcarcinoom van de tong (OTSCC) baat hebben bij postoperatieve radiotherapie (PORT). Een retrospectieve cohortstudie van Zhejiang Universiteit (Hangzhou, China) heeft deze groepen geïdentificeerd. Prof. Qichun Wei en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde 528 patiënten (mediane leeftijd 62 jaar; IQR 52-69) met een diagnose vroeg-stadium OTSCC die tussen 2009 en 2022 chirurgie ondergingen, onder wie 145 ook PORT kregen. In multivariate analyse was PORT geassocieerd met betere overlevingsuitkomsten, terwijl matig-tot-slechte differentiatie, perineurale invasie (PNI), lymfovasculaire invasie (LVI), en toenemende diepte van invasie (DOI) geassocieerd waren met slechtere overlevingsuitkomsten. Onder patiënten met matig-tot-slechte differentiatie was chirurgie plus PORT geassocieerd met betere uitkomsten dan alleen chirurgie. Na propensity score matching was in deze groep de vijf-jaars overall survival 97% met chirurgie plus PORT versus 69% met alleen chirurgie (p=0,003) en de ziektevrije overleving 88% versus 50% (p=0,001). Vergelijkbare overlevingswinst met PORT werd gezien in de 104 patiënten met PNI en/of LVI. In subgroepen met DOI groter dan 5 mm resulteerde toevoeging van PORT aan chirurgie in verbetering van de ziektevrije overleving maar niet overall survival.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met pT1-2N0M0 OTSCC de subgroepen met matig-tot slechte differentiatie, PNI, en LVI betere OS en DFS hadden met chirurgie plus PORT dan met alleen chirurgie, terwijl de subgroep met DOI groter dan 5 mm betere DFS had met toevoeging van PORT aan chirurgie.

1.Tian Q, Jiang L, Dai D et al. Impact of postoperative radiotherapy on the prognosis of early-stage (pT1-2N0M0) oral tongue squamous cell carcinoma. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective cohort study at Zhejiang University (Hangzhou, China) found that among patients with pT1-2N0M0 oral tongue squamous cell carcinoma, subgroups with moderate-to-poor differentiation, perineural invasion, lymphovascular invasion, and depth of invasion > 5 mm benefited from addition of postoperative radiotherapy to surgery.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen blootstelling aan polybroomdifenylethers en risico van maligniteiten-gerelateerde mortaliteit (0)
2024-04-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  PBDEs cancer mortality
Prof. Wei BaoPolybroomdifenylethers (PBDEs) zijn vlamvertragers, die worden gebruikt in een groot aantal huishoudelijke voorwerpen, waaronder stoffen, meubels, en elektronica. De productie en het gebruik van PBDEs zijn in veel landen verboden onder de Stockholm Convention on Persistent Organic Pollutants, maar ze komen in water, lucht, en bodem nog veel voor. Ze worden in het milieu afgebroken door debrominatiereacties, waarbij toxische lager-gebromineerde PBDE-congeneren ontstaan. Een prospectieve analyse van PBDE-serumniveaus van deelnemers aan de Amerikaanse National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) in 2003 en 2004 gelinkt aan mortaliteitsgegevens tot eind 2019 heeft de associatie tussen blootstelling aan PBDEs en mortaliteit geïnventariseerd. Prof. Wei Bao (University of Science and Technology of China, Anhui) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1


De studie includeerde 1100 deelnemers die in 2003-2004 ouder waren dan 19 jaar. De gemiddelde leeftijd was 42,9 ± 0,6 jaar; 51,8% waren vrouwen. Tijdens 16.162 persoonsjaren follow-up (mediaan 15,8 jaar; IQR 15,2-16,3) overleden 199 deelnemers. Na correctie voor leeftijd, geslacht, ras/etniciteit, leefstijl en sociaal-economische factoren, en body mass index, hadden deelnemers met hogere PBDE-serumniveaus verhoogd risico van mortaliteit. Deelnemers in het hoogste vergeleken met het laagste serum-PBDE tertiel hadden een ruim 300% verhoogd risico van mortaliteit door maligniteiten (HR 4,09; 95%-bti 1,71-9,79), maar geen significant verschillende all-cause mortaliteit (1,43; 0,98-2,07) of cardiovasculaire mortaliteit (0,92; 0,41-2,08).

De onderzoekers concluderen dat PBDE-blootstelling significant geassocieerd was met verhoogd risico van mortaliteit door maligniteiten.

1.Liu B, Lehmler H-J, Ye Z et al. Exposure to polybrominated diphenyl ethers and risk of all-cause and cause-specific mortality. JAMA Network Open 2024;7:e243127

Summary: A USA-representative cohort study found that exposure to polybrominated diphenyl ethers was associated with an increased risk of cancer mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van topische pijncontrole voor schildwachtklier-radiotracerinjecties in patiënten met mammacarcinoom (0)
2024-04-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  pain control for SNL radiotracer injections in breast cancer patients
Dr. Heather NeumanOntvangen van injectie van radiotracers voor schildwachtklier-mapping in mammacarcinoom kan pijnlijk zijn. Een vier-armige gerandomiseerde studie van de University of Wisconsin (Madison) heeft verschillende methoden van topische pijncontrole in deze setting vergeleken. Dr. Heather Neuman en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1



De studie includeerde 167 patiënten die gerandomiseerd werden naar ijs voorafgaand aan de injectie (controle; n=44), ijs plus vibrerend afleidend device (Buzzy; n-39), 4% lidocaïne patch (n=44), of ijs plus Buzzy plus 4% lidocaïne patch (n=40). De patiënten rapporteerden de pijn met gebruik van de Wong-Baker Faces Pain Rating Scale (primair eindpunt) en tevredenheid over de pijncontrole. De analyses lieten geen significante verschillen zien in pijnscores tussen de verschillende groepen. Vijfentachtig procent van de patiënten was tevreden over de ontvangen behandeling, zonder verschillen tussen de groepen. De behandelaars rapporteerden evenmin verschillen in hun perceptie van de pijn, en vonden behandelingen met Buzzy moeilijker toe te dienen.

De onderzoekers concluderen dat gebruik van ijs een redelijke keus is voor topische pijncontrole bij injectie van radiotracer voor mapping van schildwachtklier in patiënten met mammacarcinoom.

1.Wiener AA, Schumacher JR, Perlman SB et al. A four-arm randomized clinical trial of topical pain control for sentinel node radiotracer injections in patients with breast cancer. Ann Surg Oncol 2024-15235-7

Summary: A randomized study at the University of Wisconsin (Madison) found no differences in pain control with ice versus other topical methods among patients receiving radiotracer injections for breast cancer sentinel lymph node mapping.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter gerandomiseerde fase 2-studie van eerstelijns atezolizumab plus mDCF voor gevorderd anuscarcinoom (0)
2024-04-01 15:00   ( Nieuws )
Tags:  SCARCE C17-02 PRODIGE 60 advanced squamous cell carcinoma of the anus
Prof. Stefano KimHet gemodificeerd docetaxel, cisplatine, en fluorouracil (mDCF)-regime heeft werkzaamheid en veiligheid laten zien als eerstelijns behandeling voor gevorderd squameus celcarcinoom van de anus (aASCC). Remmers van PD-(L)1, zoals atezolizumab, hebben enige antitumor-activiteit laten zien als monotherapie voor aASCC dat refractair is tegen chemotherapie. De multicenter fase 2-studie SCARCE C17-02 PRODIGE 60 in Frankrijk heeft de combinatie van mDCF en atezolizumab als eerstelijns behandeling van aASCC geëvalueerd. Prof. Stefano Kim (Academisch Ziekenhuis van Besançon) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 97 volwassen aASCC-patiënten met een ECOG performance status 0 of 1, die 2:1 werden gerandomiseerd naar atezolizumab 800 mg iedere twee weken gedurende ten hoogste een jaar plus acht cycli mDCF (groep A; n=64) of alleen mDCF (groep B; n=33). Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde 12-maands progressievrije-overlevingspercentage. Dit bedroeg 45% in groep A en 43% in groep B. Onder de patiënten met PD-L1 combined positive score 5 of hoger bedroeg PFS12 70% in groep A (95%-bti 47-100) en 40% in groep B (19-85). Atezolizumab-gerelateerde ernstige adverse events werden gezien in 14% van de patiënten in groep A. Er waren geen graad 5 treatment-related adverse events.

De onderzoekers concluderen dat combineren van atezolizumab met mDCF feasible was. De predictieve waarde van een PD-L1 combined positive score 5 of hoger dient in toekomstige studies bevestigd te worden.

1.Kim S, Ghiringhelli F, de la Fouchardière C et al. Atezolizumab plus modified docetaxel, cisplatin, and fluorouracil as first-line treatment for advanced anal cancer (SCARCE C17-02 PRODIGE 60): a randomised, non-comparative, phase 2 study. Lancet Oncol 2024;25:518-528

Summary: The French multicenter phase 2 SCARCE C17-02 PRODIGE 60 trial found that among patients with advanced squamous cell carcinoma of the anus, combining atezolizumab with modified docetaxel, cisplatin, and fluorouracil as first-line treatment was feasible and resulted in improved progression-free survival among patients with a PD-L1 combined positive score of 5 or greater.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 1-2 studie van LOAd703 plus chemotherapie voor niet-resectabel of metastatisch pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2024-04-01 13:30   ( Nieuws )
Tags:  LOKON001 study aPDAC LOAd703 plus chemotherapy
Dr. Benjamin MusherPancreas ductaal adenocarcinoom wordt gekenmerkt door lage immunogeniciteit en een immuunsuppressieve micro-omgeving van de tumor. LOAd703 is een oncolytisch adenovirus dat leidt tot lysis van selectief maligne cellen, activering van cytotoxische T-cellen, en regressie van tumoren in preklinische modellen. Arm 1 van de fase 1-2 studie LOKON001 van Baylor College of Medicine (Houston TX) evalueerde de combinatie van LOAd703 met chemotherapie voor gevorderd pancreas ductaal adenocarcinoom (aPDAC). Dr. Benjamin Musher en collega’s publiceren resultaten van arm 1 in The Lancet Oncology.1


Arm 1 includeerde 21 aPDAC-patiënten die ten hoogste 12 standaard vier-weekse cycli nab-paclitaxel plus gemcitabine chemotherapie kregen, plus intratumorale injecties van 500μl LOAd703 iedere twee weken, in drie doseringsniveaus uiteenlopend van 5 x 1010 tot 5 x 1011 virusdeeltjes per injectie (in de pancreastumor of een metastase). Primaire eindpunten waren veiligheid en treatment-emergent immuunrespons. Antitumor-activiteit was een secundair eindpunt.

De mediane duur van follow-up was 6 maanden (IQR 4-10). De meest-waargenomen aan LOAd703 toegeschreven adverse events waren koorts (67% van de patiënten), vermoeidheid (38%), chills (33%), en verhoogde leverenzymactiviteit; alle graad 1 of 2 met uitzondering van een transiënte graad 3 aminotransferase verhoging bij het hoogste doseringsniveau. Er werd geen hoogst-verdragen dosering gezien, zodat 5 x1011 virusdeeltjes in combinatie met nab-paclitaxel plus gemcitabine als veilige dosering werd vastgesteld. In 94% van de patiënten resulteerden LOAd-injecties in verhoging van de CD8+ effector memory cells en adenovirus-specifieke T-cellen. Onder de 18 voor activiteit evalueerbare patiënten hadden 8 objectieve respons (44%; 95%-bti 25-66).

De onderzoekers concluderen dat onder aPDAC-patiënten combinatie van nab-paclitaxel en gemcitabine met LOAd703 feasible en veilig was. Arm 2 van LOKON001 evalueert de combinatie van LOAd703 met nab-paclitaxel, gemcitabine, en atezolizumab.

1.Musher BL, Rowinsky EK, Smaglo BG et al. LOAd703, an oncolytic virus-based immunostimulatory gene therapy, combined with chemotherapy for unresectable or metastatic pancreatic cancer (LOKON001): results from arm 1 of a non-randomised, single-centre, phase 1/2 study. Lancet Oncol 2024;25:488-500

Summary: The phase 1-2 LOKON001 trial at Baylor College of Medicine (Houston, TX) found that combination of the oncolytic adenovirus LOAd703 with chemotherapy for advanced PDAC was safe and feasible, and resulted in objective response in 44% of patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Model voor voorspellen recidiefvrije en ziektespecifieke overleving na schildwachtklierbiopsie in patiënten met melanoom (0)
2024-04-01 12:00   ( Nieuws )
Tags:  melanoma after SLNB predicting RFS and DSS
Dr. Dirk GrünhagenDe introductie van adjuvante systemische behandeling voor hoog-risico melanoom maakt accurate stadiëring van de ziekte noodzakelijk. Er bestaan echter inconsistenties in uitkomsten van AJCC8-gedefinieerde ziektestadia. Een retrospectieve studie in vier Europese centra (in Amsterdam, Berlijn, Rotterdam, en Warschau) heeft geresulteerd in ontwikkeling van een model dat recidiefvrije overleving (DFS) en ziektespecifieke overleving (DSS) van patiënten met stadium pT1b of hoger melanoom na schildwachtklierbiopsie (SLNB) voorspelt. Het model is gevalideerd in een cohort patiënten van het Melanoma Institute Australia (Sydney). Dr. Dirk Grünhagen (Erasmus MC Rotterdam) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1




De studie includeerde patiënten ouder dan 13 jaar met stadium pT1b of hoger melanoom die SLNB ondergingen. Als potentiële voorspellers van RFS en DSS werden geslacht, leeftijd, ulceratie, locatie van de primaire tumor, histologisch subtype, Breslow-dikte, SLN-status, aantal verwijderde SLNs, maximale diameter van de grootste verwijderde SLN-metastase, en Dewar klasse onderzocht.

Het ontwikkelingscohort bestond uit 4071 patiënten (51% vrouwen) onder wie 22% met SLN-positieve ziekte. Het validatiecohort telde 4822 patiënten (59% mannen) onder wie 18% met SLN-positieve ziekte. De mediane follow-up was 4,8 jaar in het ontwikkelingscohort en 5,0 jaar in het validatiecohort. In het ontwikkelingscohort was het vijf-jaars RFS-percentage 73,5% (95%-bti 72,0-75,1) en het vijf-jaars DSS-percentage 86,5% (85,3-87,8); in het validatiecohort waren de corresponderde waarden 66,1% (64,6-67,7) en 83,3% (82,0-84,6). Het uiteindelijke model bevatte zes prognostische factoren (SLN-status, Breslow-dikte, ulceratie, leeftijd bij SLNB, locatie van de primaire tumor, en maximale diameter van de grootste verwijderd SLN-metastase. In het ontwikkelingscohort was de AUC voor voorspelling van RFS 0,80 (95%-bti 0,78-0,81) en voor voorspelling van DSS 0,81 (0,79-0,84); in het validatiecohort waren deze AUCs 0,73 (0,71-0,75) respectievelijk 0,76 (0,74-0,78).

De onderzoekers concluderen dat het model accuraat patiënt-specifieke RFS en DSS voorspelde.

1.Stassen RC, Maas CCHM, van der Veldt AAM et al. Development and validation of a novel model to predict recurrence-free survival and melanoma-specific survival after sentinel lymph node biopsy in patients with melanoma: an international, retrospective, multicentre analysis. Lancet Oncol 2024;35:509-517

Summary: A retrospective study at four centers in Europe and one center in Australia resulted in a model predicting recurrence-free and disease-specific survival after sentinel lymph node biopsy in patients with melanoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van pembrolizumab plus chemoradiotherapie voor lokaal-gevorderd HNSCC (0)
2024-03-31 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-412 locally advanced squamous cell carcinoma of the head and neck
Prof. Jean-Pascal MachielsOndanks multimodale therapie is het vijf-jaars overlevingspercentage onder patiënten met lokaal-gevorderd squameus celcarcinoom van hoofd en hals (LA HNSCC) niet hoger dan ongeveer 50%. De multinationale fase 3-studie KEYNOTE-412 heeft toevoeging van pembrolizumab aan concurrente chemoradiotherapie (CRT) voor LA HNSCC geëvalueerd. Prof. Jean-Pascal Machiels (Katholieke Universiteit Leuven) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

KEYNOTE-412 werd uitgevoerd in 130 centra. De studie includeerde 804 patiënten, die 1:1 werden gerandomiseerd naar pembrolizumab plus CRT (n=402) of placebo plus CRT (n=402). Pembrolizumab en placebo werden iedere drie weken gegeven in zeventien doses; één voorafgaand aan CRT, twee tijdens CRT, en veertien als onderhoudstherapie. Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving. De mediane follow-up was 47,7 maanden (IQR 42,1-52,3). De figuur laat zien dat de mediane EFS niet bereikt werd in de pembrolizumabgroep en 46,6 maanden bedroeg in de placebogroep (HR 0,83; p=0,043) waarmee de geprespecificeerde significantiedrempelwaarde van p≤0,024 niet bereikt werd. Graad 3 of hoger adverse events werden gezien in 92% van de patiënten in de pembrolizumabgroep en 88% van de patiënten in de placebogroep. Behandelings-gerelateerd overlijden trof 1% van de patiënten in de pembrolizumabgroep en 2% van de patiënten in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van pembrolizumab aan CRT niet resulteerde in significante verbetering van EFS in een populatie van moleculair-niet-geselecteerde patiënten met LA HNSCC.

1.Machiels J-P, Tao Y, Licitra L et al. Pembrolizumab plus concurrent chemoradiotherapy versus placebo plus concurrent chemoradiotherapy in patients with locally advanced squamous cell carcinoma of the head and neck (KEYNOTE-412): a randomised, double-blind, phase 3 trial. Lancet Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-412 trial found that among patients with locally advanced head and neck squamous cell carcinoma, addition of pembrolizumab to concurrent chemoradiotherapy was not associated with improved overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale retrospectieve studie van anti-CD19 CAR T-celtherapie voor Richter transformatie (0)
2024-03-31 13:30   ( Nieuws )
Tags:  RT CAR-T
Dr. Adam KittaiPatiënten met Richter transformatie (RT) hebben een slechte prognose. Een multinationale retrospectieve studie heeft de werkzaamheid van anti-CD19 CAR T-celtherapie (CAR-T) voor RT geïnventariseerd. Dr. Adam Kittai (The Ohio State University, Columbus) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1



De studie includeerde 69 patiënten die mediaan vier (range 1-15) lijnen therapie voor CLL en/of RT gekregen hadden. Op het moment van de CAR-T infusie was de mediane leeftijd 64 jaar (range 27-80). Het CAR-T product was axicabtagene ciloleucel in 64% van de patiënten, tisagenlecleucel in 25%, lisocabtagene maraleucel in 10%, en brexucabtagene autoleucel in één patiënt. Graad 3 of hoger cytokine release syndrome en ICANS werden gezien in 16% respectievelijk 37%. De overall response rate was 63%, met complete respons in 46%. De mediane duur van respons was 27,6 maanden in patiënten met complete respons. Na mediaan 24 maanden follow-up was de mediane progressievrije overleving 4,7 maanden (95%-bti 2,0-6,9) en de mediane overall survival 8,5 maanden (5,1-25,4) met twee-jaars PFS- en OS-percentage 29% respectievelijk 38%.

De onderzoekers concluderen dat CAR-T klinische activiteit had voor RT.

1.Kittai AS, Bond D, Huang Y et al. Anti-CD19 chimeric antigen receptor T-cell therapy for Richter transformation: an international, multicenter retrospective study. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multinational retrospective study showed that CAR T-cell therapy was effective for patients with Richter transformation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)