Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Gerandomiseerde fase 2-studie van toevoegen van camrelizumab aan neoadjuvante chemotherapie voor stadium III NSCLC (0)
2023-08-04 13:30   ( Nieuws )
Tags:  TD-FOREKNOW trial stage IIIA or IIIB non-small cell lung cancer camrelizumab
Ongeveer 30% van de patiënten met een nieuwe diagnose niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) hebben stadium III ziekte. Onder patiënten met resectabel stadium III NSCLC kan preoperatieve therapie bijdragen aan downstaging van de tumor en verhoging van de mogelijkheid van complete resectie. De gerandomiseerde fase 2-studie TD-FOREKNOW, in twee centra in China (Medische Universiteit van de Luchtmacht en Lanzhou Universiteit), heeft toevoegen van camrelizumab (anti-PD-1) aan neoadjuvante nab-paclitaxel plus platina-gebaseerde chemotherapie geïnventariseerd. Dr. Tao Jiang (Luchtmachtuniversiteit, Xi’an) en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

De studie includeerde 88 volwassen patiënten (mediane leeftijd 61 jaar; 84,1% mannen) met resectabel stadium IIIA of IIIB (T3N2) die werden gerandomiseerd naar drie cycli camrelizumab plus chemotherapie (n=43) of alleen chemotherapie (n=45), vier tot zes weken lager gevolgd door chirurgie.Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pathologisch complete respons. pCR werd gezien in 32,6% van de patiënten met camrelizumab plus chemotherapie versus 8,9% van de patiënten met alleen chemotherapie (OR 4,95; p=0,008). Majeure pathologische respons werd gezien in 65,1% versus 15,6% in de twee groepen. Met mediaan 14,1 maanden follow-up werd de mediane gebeurtenisvrije overleving in geen van beide groepen bereikt. Toxische effecten van toevoeging van camrelizumab aan chemotherapie waren manageable.

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van camrelizumab aan neoadjuvante chemotherapie voor stadium IIIA of IIIB (T3N2) NSCLC resulteerde in verhoging van het pCR-percentage en verdragen werd (visual abstract).

1.Lei J, Zhao J, Gong L et al. Neoadjuvant camrelizumab plus platinum-based chemotherapy vs chemotherapy alone for Chinese patients with resectable stage IIIA of IIIB (T3N2) non-small cell lung cancer. The TD-FOREKNOW randomized clinical trial. JAMA Oncol 2023.2751

Summary: The randomized phase 2 TF-FOREKNOW trial, at two centers in China, found that among patients with resectable stage IIIA or IIIB (T3N2) non-small cell lung cancer, addition of camrelizumab to neoadjuvant chemotherapy was associated with an improved pCR rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten met neoadjuvant cemiplimab voor gevorderd resectabel cutaan squameus celcarcinoom van hoofd en hals (0)
2023-08-04 12:00   ( Nieuws )
Tags:  CSCC-HN neoadjuvant cemiplimab
Dr. Renata FerrarottoEen fase 2-studie van MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) evalueerde neoadjuvant cemiplimab (anti-PD-1) voor cutaan squameus celcarcinoom van hoofd en hals (CSCC-HN). In 2021 is gepubliceerd dat pathologische respons werd gezien in 15 van 20 patiënten (75%). Lange-termijn uitkomsten van de studie zijn nu gepubliceerd in JAMA Otolaryngology – Head and Neck Surgery.1

De mediane follow-up was 42,3 maanden (range 7,7-50,6). Zeventien patiënten (85%) bleven ziektevrij, en in drie patiënten (15%) werd recidief gezien. Geen van de vijftien patiënten met pathologische respons op neoadjuvant cemiplimab had recidief (hoewel een van de patiënten overleed aan niet met de ziekte samenhangende oorzaak). Voor het gehele cohort was het drie-jaars ziektevrije-overlevingspercentage 83,9% (95%-bti 68,7-100), het drie-jaars ziektespecifieke overlevingspercentage 95% (85,9-100), en het drie-jaars overall survival percentage 90% (77,8-100). Patiënten met pathologische respons op neoadjuvant cemiplimab hadden significant betere DFS dan patiënten zonder pathologische respons (HR 0,092; 95%-bti 0,010-0,866).

De onderzoekers concluderen dat patiënten met CSCC-HN en respons op neoadjuvant cemiplimab gunstige lange-termijn uitkomsten hadden.

1.Ferrarotto R, Nagarajan P, Maronge JM et al. Outcomes of treatment with neoadjuvant cemiplimab for patients with advanced, resectable cutaneous squamous cell carcinoma of the head and neck: secondary analysis of a phase 2 trial. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2023.1729

Summary: A pilot phase 2 trial at MD Anderson Cancer Center (Houston, TX) evaluated neoadjuvant cemiplimab for CSCC-HN. At a median follow-up of 42.3 months (range 7.7-50.6) 85% of patients remained disease free. Among the 75% of patients with pathologic response to neoadjuvant cemiplimab, none had recurrence. For the entire cohort, 3-year disease-free survival rate was 83.9% and 3-year overall survival rate was 90%.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Veranderingen in diagnosen en stadiumdistributie van maligniteiten tijdens het eerste jaar van de COVID-19 pandemie in de VS (0)
2023-08-03 15:00   ( Nieuws )
Tags:  COVID-19 pandemic changes in cancer diagnoses and stage distribution
Dr. Xuesong HanDe COVID-19 pandemie heeft een aanzienlijke impact gehad op de praktijk van de gezondheidszorg. Een cross-sectionele studie in de Verenigde Staten heeft veranderingen in diagnosen en stadiumdistributie van maligniteiten tijdens het eerste jaar van de COVID-19 pandemie geïnventariseerd. Dr. Xuesong Han (American Cancer Society, Kennesaw GA) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde 2.404.050 volwassen patiënten met een nieuwe diagnose van een eerste maligniteit tussen begin 2018, en eind 2020 (830.528 in 2018; 849.290 in 2019; en 724.232 in 2020). De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 63,5 ± 13,5 jaar; 53,5% waren vrouwen; en 75,5% waren non-Hispanic White. De figuur toont resultaten van de analyses. Na het begin van de pandemie, in maart 2020, nam het aantal nieuwe diagnosen sterk af en nam vervolgens weer toe tot bijna het aantal van voor de pandemie. De afname was het grootst voor diagnosen van stadium I ziekte, resulterend in een lagere waarschijnlijkheid van gediagnostiseerd worden met stadium I ziekte in 2020 dan in 2019 (stadium I versus II tot en met IV aOR 0,946; 95%-bti 0,939-0,952) en een hogere waarschijnlijkheid van gediagnostiseerd worden met stadium IV ziekte in 2020 dan in 2019 (stadium IV versus stadium I tot en met III aOR 1,074; 95%-bti 1,066-1,083). Dit patroon werd gezien voor de meeste typen maligniteiten, en was vooral prominent onder Hispanics, Asian American and Pacific Islanders, onverzekerden, Medicare-verzekerden, volwassenen jonger dan 65 jaar, en inwoners van sociaal-economisch gedepriveerde gebieden.

De onderzoekers concluderen dat gedurende 2020 in de Verenigde Staten substantiële onderdiagnose van maligniteiten en afname van het percentage vroeg-stadium diagnose voorkwam, met name onder medically underserved personen.

1.Han X, Yang NN, Nogueira L et al. Changes in cancer diagnoses and stage distribution during the first year of the COVID-19 pandemic in the USA: a cross-sectional nationwide assessment. Lancet Oncol 2023;24:855-867

Summary: A cross-sectional analysis in the USA found that during the first year of the COVID-19 pandemic substantial cancer underdiagnosis and decreases in the proportion of early stage diagnoses occurred.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van thymectomie op all-cause mortaliteit en risico van maligniteiten in volwassenen (0)
2023-08-03 13:30   ( Nieuws )
Tags:  thymus removal in adults health consequences
Prof. David ScaddenDe functie van de thymus in volwassenen is niet duidelijk. Een case-control study van Massachusetts General Hospital (MGH, Boston) heeft gezondheidsconsequenties van thymectomie in volwassenen geïnventariseerd. Prof. David Scadden en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1


De onderzoekers identificeerden alle volwassen patiënten die in MGH tussen begin 1993 en eind februari 2020 thymectomie ondergingen; patiënten die binnen negentig dagen overleden of binnen vijf jaar niet-laparoscopische cardiothoracale chirurgie ondergingen werden geëxcludeerd. De controlegroep werd samengesteld uit volwassen patiënten die in MGH tussen begin 2000 en eind 2019 niet-laparoscopische cardiothoracale chirurgie ondergingen zonder thymectomie, waarbij eveneens overlijden binnen negentig dagen of tweede ingreep binnen vijf jaar als exclusiecriterium golden.

Voor 1146 patiënten die thymectomie hadden ondergaan kon in de controlegroep een matched control worden gevonden (gematcht voor geslacht, ras, leeftijd ± 5 jaar, en geschiedenis van infecties, maligniteiten, en auto-immuunziekte. Vijf jaar na de chirurgie was de all-cause mortaliteit hoger in de thymectomiegroep dan in de controlegroep (8,1% versus 2,8%; RR 2,9; 95%-bti 1,7-4,8). Het risico van een maligniteit was eveneens significant verhoogd in de thymectomiegroep vergeleken met de controlegroep (7,4% versus 3,7%; RR 2,0; 95%-bti 1,3-3,2). Het risico van auto-immuunziekte verschilde niet significant tussen de groepen.

De onderzoekers concluderen dat all-cause mortaliteit en het risico van maligniteiten hoger waren onder patiënten die thymectomie hadden ondergaan dan onder gematchte controlepatiënten.

1.Kooshes KA, Foy BH, Sykes DB et al. Health consequences of thymus removal in adults. N Engl J Med 2023;389:406-417

Summary: A case-control study at Massachusetts General Hospital (Boston) found that among patients who underwent thymectomy, all-cause mortality and risk of cancer were higher than among controls.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van fragmentatie van mitochondriaal DNA met risico van non-Hodgkin lymfoom (0)
2023-08-03 12:00   ( Nieuws )
Tags:  mtDNAfb NHL
Dr. Dean HosgoodEr zijn aanwijzingen dat verhoogd mitochondriaal DNA copy number (mtDNAcn) geassocieerd is met verhoogd risico van non-Hodgkin lymfoom (NHL). De associatie tussen de fractie mitochondriaal DNA met breuken (mtDNAfb) met het NHL-risico is tot op heden niet onderzocht. Een nested case-control study in het cohort van de Alpha-Tocopherol, Beta-Carotene Cancer Prevention (ATBC) Study heeft deze associatie geïnventariseerd. Dr. Dean Hosgood (Albert Einstein College of Medicine, New York) en collega’s publiceren de patiënt-controlestudie in JAMA Network Open.1

De ATBC Study includeerde tussen begin 1985 en eind 1988 in het zuidwesten van Finland 29.133 mannen (allen rokers, leeftijd 50 tot 70 jaar; mediaan 57,2 jaar) die gerandomiseerd werden naar vijf tot acht jaar dagelijkse inname van vitamine E, beta-caroteen, vitamine E plus beta-caroteen, of placebo. De mannen stonden onder meer bloedmonsters af. Tijdens de follow-up tot eind april 2002 werd NHL gediagnostiseerd in 107 mannen in het cohort. Deze mannen werden voor leeftijd (± 5 jaar), body mass index, aantal sigaretten per dag, aantal pakjaren, en mtDNAcn gematcht met 107 mannen die tijdens de follow-up geen NHL ontwikkelden. In de bloedmonsters bepaalden de onderzoekers de gehalten van mtDNAfb. Hogere mtDNAfb-waarden waren dosis-afhankelijk geassocieerd met verhoogd HNL-risico: kwartiel 2 versus 1 OR 1,24 (95%-bti 0,43-3,40); kwartiel 3 versus 1 OR 3,58 (95%-bti 1,39-9,24); en kwartiel 4 versus 1 OR 3,42 (95%-bti 1,30-8,99; p voor trend 0,004).

De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat verhoogd mtDNAfa geassocieerd is met verhoogd risico van toekomstig NHL.

1.Hosgood DH, Davitt M, Cawthorn R et al. Mitochondrial DNA fragmentation and risk of non-Hodgkin lymphoma. JAMA Network Open 2023;6:e2326885

Summary: A nested case-control study in the cohort of the prospective ATBC study found that increased mitochondrial DNA fraction with breaks in blood was associated with increased future risk of non-Hodgkin lymphoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Upfront radiochirurgie versus wait-and-scan benadering voor vestibulair schwannoom kleiner dan 2 cm (0)
2023-08-02 15:00   ( Nieuws )
Tags:  V-REX trial small- or medium-sized VS upfront radiosurgery versus wait-and-scan
Dhanusan DhayalanHet management voor vestibulair schwannoom (VS) van kleine of intermediaire grootte (maximale tumordiameter kleiner dan 2 cm op MRI) is volgens de huidige richtlijnen hetzij upfront radiochirurgie of wachten tot tumorgroei radiografisch gedetecteerd is (wait-and-scan benadering). De gerandomiseerde V-REX studie van Haukeland Universiteit (Bergen, Noorwegen) heeft resultaten van beide benaderingen met elkaar vergeleken. PhD-student Dhanusan Dhayalan en collega’s publiceren de studie in JAMA.1



De studie includeerde 100 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd unilateraal VS (binnen zes maanden na de diagnose) dat kleiner was dan 2 cm. De patiënten werden gerandomiseerd naar upfront radiochirurgie (n=50) of wait-and-scan met behandeling pas als tumorgroei was waargenomen (n=50). De patiënten werden vier jaar gevolgd, met vijf jaarlijkse study visits, bestaande uit klinisch en radiologisch onderzoek, audiovestibulaire testen, en vragenlijsten. Het primaire eindpunt was turmorvolume na vier jaar relatief ten opzichte van baseline tumorvolume (V4:V0). Er waren 26 vooraf-gespecificeerde secundaire uitkomsten, waaronder patiënt-gerapporteerde symptomen, audivestibulaire uitkomsten, en kwaliteit van leven.

Van de 100 geïncludeerde patiënten werden 98 volgens protocol behandeld (48 in de upfront radiochirurgiegroep en 50 in de wait-and-scan groep; mediane leeftijd 54 jaar; 42% vrouwen). In de groep met upfront radiochirurgie kreeg één patiënt herhaalde radiochirurgie vanwege tumorgroei, ondergingen twee salvage microchirurgie, en hadden de overige 45 patiënten (94%) geen nadere behandeling nodig. In de wait-and-scan groep ondergingen 21 patiënten (42%) radiochirurgie vanwege tumorgroei, onderging één patiënt salvage microchirurgie, en bleven 28 patiënten (56%) onbehandeld. V4:V0 was 0,87 in de groep met upfront radiochirurgie versus 1,51 in de wait-and-scan groep (ratio 1,73; p=0,002). Van de 26 secundaire uitkomsten waren er geen significante verschillen voor 25 uitkomsten. Er waren geen bestraling-geassocieerde complicaties.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met nieuw-gediagnostiseerd VS kleiner dan 2 cm, upfront radiochirurgie resulteerde in sterkere vier-jaars volume-vermindering dan wait-and-scan (visual abstract).

1.Dhayalan D, Vesterli Tveityen Ø, Finnkirk M et al. Ypfront radiosurgery vs a wait-and-scan approach for small- or medium-sized vestibular schwannoma. The V-REX randomized clinical trial. JAMA 2023;330:421-431

Summary: The randomized V-REX trial at Haukeland University (Bergen, Norway) found that among patients with small- to medium-sized vestibular schwannoma, upfront radiosurgery resulted in significantly greater tumor volume reduction at 4 years than a wait-and-scan approach with treatment upon tumor growth.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van erdafitinib voor gevorderde solide tumoren met FGFR-veranderingen (0)
2023-08-02 13:30   ( Nieuws )
Tags:  RAGNAR trial
Dr. Shubham PantVeranderingen in genen voor fibroblast growth factor receptors (FGFR) zijn waargenomen in verscheidene typen maligniteiten en kunnen functioneren als oncogene drijvers. Erdafitinib is een oraal beschikbare selectieve pan-EGFR tyrosinekinaseremmer, met bewezen activiteit voor FGFR-veranderd gevorderd urotheelcarcinoom. De multinationale fase 2-studie RAGNAR heeft erdafitinib voor eerder-behandelde gevorderde solide tumoren geëvalueerd. Dr. Shubham Pant (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren in The Lancet Oncology resultaten van het histologie-agnostische cohort van de studie.1

RAGNAR werd uitgevoerd in 156 centra in vijftien landen. Het nu beschreven cohort omvatte patiënten in de leeftijd van twaalf jaar of ouder, met gevorderde of metastatische uiteenlopende solide maligniteiten (met uitzondering van urotheelcarcinoom) met veranderingen in FGFR1-4 (mutaties of fusies) en progressie op tenminste één eerdere lijn systemische behanderling, en geen beschikbare standaard-therapie, en een ECOG performance status 0 of 1. De patiënten kregen erdafitinib 8 mg eenmaal daags tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was centraal-beoordeelde objective response rate.

RAGNAR includeerde 217 patiënten (45% vrouwen) met zestien verschillende typen maligniteiten. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 17,9 maanden (IQR 13,6-23,9). Objectieve respons werd gezien in 64 patiënten (30%; 95%-bti 24-36). De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger treatment-emergent adverse events waren stomatitis (12% van de patiënten), palmair-plantair erythrodysesthesie (6%), en hyperfosfatemie (5%). Geen van de patiënten overleed aan met de behandeling samenhangende oorzaken.

De onderzoekers concluderen dat RAGNAR heeft laten zien dat erdafitinib activiteit had voor gevorderde tumoren met FGFR-veranderingen in een tumor-agnostische setting.

1.Pant S, Schuler M, Iyer G et al. Erdafitinib in patients with advanced solid tumors with FGFR alterations (RAGNAR): an international, single-arm, phase 2 study. Lancet Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 2 RAGNAR trial (156 centers in 15 countries) evaluated erdafitinib for advanced solid tumors of any histology (except urothelial carcinoma) with FGFR1-4 alterations. In the primary cohort of RAGNAR, objective response was seen in 30% of patients (95% CI 24-36) across 16 distinct tumor types.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van AI-ondersteunde versus standaard double reading in mammografie (0)
2023-08-02 12:00   ( Nieuws )
Tags:  MASAI trial
Dr. Kristina LångRetrospectieve studies hebben veelbelovende resultaten laten zien van gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) voor het verbeteren van accuratesse van mammografiescreening en voor het verminderen van de werkdruk, maar tot op heden zijn er nog geen gerandomiseerde studies uitgevoerd van AI-ondersteunde versus standaard screening. De Mammography Screening with Artificial Intelligence (MASAI) studie in Zweden heeft de klinische veiligheid van een AI-gesteund screen-reading protocol vergeleken met standaard double reading door radiologen geïnventariseerd. Dr. Kristina Lång (Lund Universiteit, Malmö) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1


MASAI werd uitgevoerd in vier screeningscentra in Zweden, waar vrouwen in de leeftijd van veertig tot tachtig jaar screening ondergingen. De vrouwen die wilden deelnemen aan de studie werden 1:1 gerandomiseerd naar AI-ondersteunde reading (interventiegroep; n=40.003) of standaard double reading (controlegroep; n=40.030). De vooraf-gedefinieerde ondergrens voor veiligheid in de interventiegroep was cancer detection rate (CDR) van 3 per 1000 gescreende deelnemers.

AI-ondersteunde screening onder 39.996 deelnemers resulteerde in 244 screen-detected cancers, 861 recalls, en 46.345 screen readings. Standaard screening onder 40.024 resulteerde in 203 screen-detected cancers, 817 recalls, en 83.231 screen readings. De CDRs waren 6,1 (95%-bti 5,4-6,9) per 1000 in de interventiegroep en 5,1 (4,4-5,8) per 1000 in de controlegroep (p=0,052). Recall rates waren 2,2% (95%-bti 2,0-2,3) in de interventiegroep en 2,0% (1,9-2,2) in de controlegroep. De false positive rate was 1,5% (95%-bti 1,4-1,7) in beide groepen. De screen-reading workload was 44,3% lager met gebruik van AI.

De onderzoekers concluderen dat AI-ondersteunde mammografiescreening vergeleken met standaard screeming resulteerde in vergelijkbare resultaten en substantieel lagere werkdruk. De deelnemers blijven gevolgd worden voor het eindpunt interval cancer rate na twee jaar follow-up.


1.Lång K, Josefsson V, Larsson A-M et al. Artificial intelligence-supported screen reading versus standard double reading in the Mammography Screening with Artificial Intelligence trial (MASAI): a clinical safety analysis of a randomised, controlled, mon-inferiority, single-blinded, screening accuracy study. Lancet Oncol 2023;24:936-944

Summary: Analysis of the cancer detection rate in the Mammography Screening with Artificial Intelligence (MASAI) trial, at four screening centers in Sweden, found that AI-upported mammograpy screening resulted in a similar cancer detection rate compared with standard double reading (6.1 versus 5.1 per 1000 screened participants), with a substantially lower screen-reading workload.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)