Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Hoog risico van veneuze trombo-embolie in het laatste levensjaar van Zweedse patiënten met maligniteiten (0)
2024-12-02 16:00   ( Nieuws )
Tags:  VTE events in last year of life of cancer patients
Prof. Peter StrangHet risico van veneuze trombo-embolie (VTE) is verhoogd onder patiënten met maligniteiten. Een registratiestudie in Zweden heeft het risico van VTE-gebeurtenissen in het laatste levensjaar van deze patiënten geïnventariseerd. Prof. Peter Strang (Karolinska Instituut, Stockholm) en zijn collega dr. Torbjörn Schultz publiceren de studie in Cancers.1

De studie includeerde 27.413 patiënten die tussen begin 2015 en eind 2023 overleden aan een maligniteit. Onder deze patiënten had 13,6% tenminste één VTE-gebeurtenis in het laatste levensjaar. De figuur laat zien dat het risico van VTE toenam tijdens elke volgende maand in het laatste jaar voor overlijden. Deze figuur laat zien dat er een temporele trend was van toename van het risico van VTE-gebeurtenissen in het laatste levensjaar. Factoren die geassocieerd waren met verhoogd risico van VTE-gebeurtenissen in het laatste levensjaar waren jeugdigere leeftijd en vrouwelijk geslacht.

De onderzoekers concluderen dat onder Zweedse patiënten die overleden aan een maligniteit het risico van VTE in het laatste levensjaar hoog was en per maand voor het overlijden toenam.

1.Strang P, Schultz T. High rate of thromboembolic events in the last year of life of cancer patients: a registry study. Cancers 2024;16:4031

Summary: A registry study in Sweden found that venous thromboembolism is common in the last year of life of cancer patients and increases month by month.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van impact van prehabilitatie op uitkomsten van majeure abdominale chirurgie voor maligniteiten (0)
2024-12-02 14:30   ( Nieuws )
Tags:  major abdominal surgery for cancer prehabilitation
Dr. Jolene Si Min WongPrehabilitatie wordt in toenemende mate toegepast voor het optimaliseren van perioperatieve uitkomsten. Een meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCTs) heeft de impact van prehabilitatie op postoperatieve uitkomsten van majeure abdominale chirurgie voor maligniteiten geïnventariseerd. Dr. Jolene Si Min Wong (National Cancer Centre Singapore & Singapore General Hospital) en collega’s publiceren de meta-analyse in Annals of Surgical Oncology.1

In de literatuur tot eind 2023 identificeerden de onderzoekers 27 voor het onderwerp revelante RCTs die prehabilitatie vergeleken met gebruikelijke zorg voor oncologiepatiënten die majeure abdominale chirurgie ondergingen. De studies telden tezamen 2532 patiënten. Het primaire eindpunt was preoperatieve functionele capaciteit bepaald aan de hand van de zes-minuten loopafstand (6MWD). Prehabilitatie was geassocieerd met significante verbetering van de preoperatieve functionele capaciteit (verschil in 6MWD 28,32 meter; p<0,01). Prehabilitatie was ook geassocieerd met significant lager risico van postoperatieve complicaties (OR 0,60; p<0,01). Er was geen significant effect van prehabilitatie op emergency readmission (OR 0,90; p=0,61) of duur van verblijf in het ziekenhuis (gemiddeld verschil -0,42 dagen; p=0,15). Multimodale vergeleken met unimodale prehabilitatie was geassocieerd met grotere verbetering van functionele capaciteit (6MWD gemiddeld 37,35 meter versus 13,38 meter) en lager risico van postoperatieve complicaties (OR 0,61; p<0,01 versus OR 0,63; p=0,10).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die majeure abdominale chirurgie voor maligniteiten ondergaan, prehabilitatie de preoperatieve functionele capaciteit verbetert en het risico van postoperatieve complicaties verlaagt.

1.Soh NH, Yau CRZ, Low XZ et al. Prehabilitation outcomes in surgical oncology patients undergoing major abdominal surgery: A meta-analysis of randomized control trials. Ann Surg Oncol 2024-16527-8

Summary: Meta-analysis of 27 randomized controlled trials (2532 patients) found that among patients undergoing major abdominal surgery for cancer, prehabilitation improves functional capacity and reduces postoperative complications.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie van tijd van de dag van radiotherapie en durvalumab-infusie met tumorcontrole in patiënten met LA-NSCLC (0)
2024-12-02 13:00   ( Nieuws )
Tags:  locally advanced non-small cell lung cancer time of day of RT and durvalumab
Dr. Narek ShaverdianDe circadiane klok regelt expressie van genen die betrokken zijn bij immuniteit en DNA-schadeherstel. Een studie van Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York) heeft de impact van tijd van de dag van radiotherapie en/of infusie van durvalumab op de tumorcontrole in patiënten met lokaal-gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (LA-NSCLC) geïnventariseerd. Dr. Narek Shaverdian en collega’s publiceren de studie in Radiotherapy & Oncology.1




De studie includeerde 178 achtereenvolgende patiënten met niet-resectabel LA-NSCLC die tussen mei 2017 en september 2022 definitieve chemoradiotherapie ondergingen gevolg door durvalumab-behandeling. De mediane follow-up was 48,0 maanden vanaf de start van durvalumab. De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 26,2 maanden respectievelijk 50,0 maanden. De mediane locoregionale controle en afstandsmetastasevrije overleving waren niet-bereikt respectievelijk 41,0 maanden.

Patiënten die meer dan 50% van de radiotherapiesessies kregen binnen drie uur na zonsopgang (n=23) hadden vergeleken met de 155 patiënten die meer dan 50% van de sessies later op de dag kregen jeugdigere leeftijd; verder waren er geen verschillen tussen deze twee cohorten. Er waren geen significante verschillen in kenmerken tussen patiënten die meer dan 50% van de infusies van durvalumab binnen drie uur na zonsopgang kregen (n=23) en patiënten die meer dan 50% van de infusies later op de dag kregen (n=155). In multivariate analyse was ontvangen van meer dan 50% van de radiotherapiesessies binnen drie uur na zonsopgang onafhankelijk geassocieerd met lager risico van progressie (HR 0,39; p=0,017) en afstandsmetastase (HR 0,27; p=0,007), en was ontvangen van meer dan 50% van de durvalumab-infusies binnen drie uur na zonsopgang geassocieerd met hoger risico van afstandsmetastase (HR 2,13; p=0,025). De timing van chemotherapie was niet geassocieerd met ziekte-uitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met LA-NSCLC de tijd van de dag van radiotherapiesessies en durvalumab-infusies geassocieerd kan zijn met ziektecontrole.

1.McMillan MT, Sheperd A, Cooper AJ et al. Association of the time of day of chemoradiotherapy and durvalumab with tumor control in lung cancer. Radiotherapy & Oncology 2024.110658

Summary: A retrospective study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found that the time of day of radiotherapy and durvalumab infusions may be associated with disease control in locally advanced non-small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van derde- of laterelijns mirvetuximab soravtansine voor FRα-positief platinagevoelig ovariumcarcinoom (0)
2024-12-01 16:00   ( Nieuws )
Tags:  PICCOLO trial recurrent FRα-positive PSOC MIRV
Dr. Angeles Alvarez SecordMirvetuximab soravtansine-gynx (MIRV) is een op folaatreceptor-α gericht antibody-drug conjugate. De multinationale fase 2-studie PICCOLO evalueerde MIRV als derde- of laterelijns behandeling voor FRα-positief (75% van de cellen met tenminste 2+ kleuringsintensiteit) recidiverend platina-gevoelig ovariumcarcinoom (PSOC). Dr. Angeles Alvarez Secord (Duke University School of Medicine, Durham NC) en collega’s publiceren de studie in Annals of Oncology.1


De studie includeerde 79 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten. De patiënten kregen MIRV 6 mg/kg iedere drie weken tot progresie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde objective response rate. De ORR was 51,9% (95%-bti 40,4-63,3) waarmee voldaan werd aan het werkzaamheidscriterium voor het primaire eindpunt. De mediane duur van respons was 8,25 maanden (95%-bti 5,55-10,78), de mediane progressievrije overleving was 6,93 maanden (5,85-9,59), en de mediane overall survival was op het moment van data cutoff nog niet bereikt. Onder de 59 patiënten met progressieve ziekte op of binnen dertig dagen na eerdere PARP-remmer was de ORR 45,8% (95%-bti 32,7- 59,2). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen. Treatment-emergent adverse events leidden tot discontinuering in dertien patiënten (16%) en tot overlijden in twee patiënten (3%).

De onderzoekers concluderen dat MIRV als derde- of laterelijns behandeling voor zwaar-voorbehandeld FRα-positief PSOC werkzaamheid en tolerabiliteit heeft laten zien.

1.Alvarez Secord A, Lewin SN, Murphy CG et al. The efficacy and safety of mirvetuximab soravtansine in FRα-positive, third-line and later, recurrent platinum-sensitive ovarian cancer: the single-arm phase 2 PICCOLO trial. Ann Oncol 2024.11.011

Summary: The multinational phase 2 PICCOLO trial found efficacy and tolerable safety of mirvetuximab soravtansine as third- or later-line treatment for heavily pretreated recurrent FRα-positive platinum-sensitive ovarian cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Incidentie van pancreascarcinoom onder vrouwen met een BRCA1- of BRCA2-kiemlijnmutatie (0)
2024-12-01 13:00   ( Nieuws )
Tags:  BRCA1 2 germline mutation in women pancreatic cancer risk
Prof. Steven NarodHet levenslang risico van pancreascarcinoom in vrouwen met een kiemlijnmutatie in BRCA1 en BRCA2 is niet goed bekend. Een multinationale prospectieve studie door de Hereditary Breast Cancer Clinical Study Group (HBCCSG) is de cumulatieve incidentie van pancreascarcinoom onder vrouwen met een BRCA1/2-mutatie in de leeftijd van 40 tot 80 jaar geïnventariseerd. Prof. Steven Narod (University of Toronto, Canada) en collega’s publiceren publiceren de studie in Cancer.1

Onder 8925 vrouwen met een BRCA1- of BRCA2-mutatie werden tijdens de follow-up 34 pancreascarcinoom-diagnosen gesteld. Het jaarlijks risico van pancreascarcinoom tussen de leeftijd 40 en 80 jaar was 0,04% onder BRCA1-dragers en 0,09% onder BRCA2-dragers, met een cumulatieve incidentie van 2,2% respectievelijk 2,7%. Slechts twee van de 34 patiënten rapporteerden een eerstegraads verwant met pancreascarcinoom. Risicofactoren in het cohort waren alcoholgebruik en diabetes. Het vijf-jaars overlevingspercentage onder de 34 patiënten was 8,8%.

De onderzoekers concluderen dat het levenslang risico van pancreascarcinoom ruim 2% is onder vrouwen met een BRCA1-mutatie en bijna 3% onder vrouwen met een BRCA2-mutatie.

1.Katona BW, Lubinski J, Pal T et al. The incidence of pancreatic cancer in women with a BRCA1 or BRCA2 mutation. Cancer 2024.35666

Summary: A multinational prospective study by the Hereditary Breast Cancer Clinical Study Group found that the lifetime risk of pancreatic cancer is approximately 2% among women with a germline BRCA1 mutation and 3% among women with a germline BRCA2 mutation.



  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1a/1b-studie van op PD-1 en PD-L1 gericht bispecifiek antilichaam IBI318 voor gevorderde tumoren (0)
2024-11-30 16:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced tumors IBI318
Prof. Rui-Hua XuIBI318 (LY3434172) is een bispecifiek antilichaam gericht op PD-1 en PD-L1. Een multicenter fase 1a/1b-studie in China heeft IBI318 voor gevorderde tumoren geëvalueerd. Prof. Rui-Hua Xu (Sun Yat-sen Universiteit, Gungzhou) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Hematology & Oncology.1

In fase 1a van de studie kregen 55 patiënten met verschillende typen gevorderde tumoren IBI318 in doseringen uiteenlopende van 0,3 tot 1200 mg iedere twee weken om de aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) te bepalen. In de 300 mg-groep had 8,5% van de patiënten een graad 3 of hoger treatment-related adverse event. In de 600 mg-groep was de incidentie van graad 3 of hoger TRAEs 14,3%. In de 1200 mg-groep was de incidentie 33,3% waarna als RP2D gekozen werd voor 300 mg iedere twee weken. Met deze dosering werden in fase 1b 48 patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC) en gevorderd nasofarynxcarcinoom (aNPC) behandeld in verschillende cohorten afhankelijk van eerdere behandelingen. Onder alle 103 patiënten was de objective response rate 15,5% en de disease control rate 49,5%. In fase 1b was de bevestigde ORR 45,5% onder patiënten met niet-eerder behandeld aNSCLC en 30% onder immuuntherapie-naïeve patiënten met aNPC na falen van platina-gebaseerde chemotherapie.

De onderzoekers concluderen dat IBI318 een gunstig veiligheidsprofiel had en voorlopige werkzaamheid heeft laten zien onder patiënten met niet-eerder behandeld aNSCLC en immuuntherapie-naïef aNPC.

1.Ruan D-Y, Wei X-L, Liu F-R et al. The first-in-class bispecific antibody IBI318 (LY3434172) targeting PD-1 and PD-L1 in patients with advanced tumors: a phase 1a/1b study. J Hematol Oncol 2024-01644-4

Summary: A multicenter phase 1a/1b study in China found a favorable safety profile of the bispecific PD-1 and PD-L1 directed antibody IBI318, with preliminary efficacy in patients with treatment-naïve advanced NSCLC and immunotherapy-naïve advanced NPC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vijf-jaars uitkomsten van fase 3-studie van eerstelijns camrelizumab plus chemotherapie voor gevorderd nsqNSCLC (0)
2024-11-30 14:30   ( Nieuws )
Tags:  CameL trial 5-year outcomes
Prof. Caicun ZhouDe multicenter fase 3-studie CameL in China randomiseerde patiënten met niet-eerder behandeld gevorderd niet-squameus niet-kleincellig longcarcinoom (ansqNSCLC) zonder EGFR/ALK-veranderingen 1:1 naar vier tot zes drie-weekse cycli van camrelizumab plus carboplatine en pemetrexed (n=205) of alleen carboplatine en pemetrexed (n=207), gevolgd door camrelizumab plus pemetrexed of alleen pemetrexed onderhoud. Na ziekteprogressie was crossover van de chemotherapiegroep naar camrelizumab monotherapie toegestaan. In 2021 is gepubliceerd dat na mediaan 11,9 maanden follow-up de progressievrije overleving significant beter was in de camrelizumabgroep. Prof. Caicun Zhou (Tongji Universiteit, Shanghai) en collega’s publiceren nu in het Journal for Immunotherapy of Cancer vijf-jaar uitkomsten van CameL.1


Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 65,2 maanden (range 59,7-72,2). De figuur toont de resultaten. De HR voor overall survival was 0,74 (p=0,0043) en na correctie voor crossover 0,62 (p<0,0001). De vijf-jaars OS-percentages waren 31,2% met camrelizumab plus chemotherapie en 19,3% met alleen chemotherapie. Onder de 33 patiënten die twee jaar camrelizumab voltooiden was het vijf-jaars OS-percentage 84,3% (95%-bti 66,4-93,2) en was het vijf-jaars duur van respons-percentage 46,5% (24,9-65,6). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met ansqNSCLC eerstelijns camrelizumab plus carboplatine en pemetrexed resulteerde in lange-termijn OS-profijt met manageable toxiciteit.

1.Zhou C, Chen G, Huang Y et al. Camrelizumab plus carboplatin and pemetrexed as first-line therapy for advanced non-squamous non-small-cell lung cancer: 5-year outcomes of the CameL randomized phase 3 study. J ImmunoTher Cancer 2024-009240

Summary: Five-year outcomes of the multicenter phase 3 CameL trial found that among patients with previously untreated advanced non-squamous NSCLC addition of camrelizumab to chemotherapy was associated with long-term OS benefit, with manageable toxicity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van sintilimab plus HPV-vaccin voor recidiverend of metastatisch cervixcarcinoom (0)
2024-11-30 13:00   ( Nieuws )
Tags:  R M CC sintilimab plus HPV vaccine
Patiënten met recidiverend of metastatisch cervixcarcinoom (R/M CC)na falen van eerstelijns therapie hebben beperkte behandelingsopties. Een multicenter fase 2-studie in China heeft sintilimab (anti-PD-1) in combinatie met een profylactisch HPV quadrivalent vaccin als tweedelijns behandeling voor R/M CC geëvalueerd. Dr. Buhai Wang (Yangzhou Universiteit, Jiangsu) en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 13 patiënten met R/M CC die eerder niet-responsief of intolerant waren voor standaard-behandelingen. De patiënten kregen sintilimab (3 mg/kg voor patiënten met een lichaamsgewicht lager dan 60 kg of 200 mg voor zwaardere patiënten) iedere drie weken gedurende ten hoogste twee jaar, plus drie doses van het vaccin (eerste dosis voor aanvang van sintilimab, met volgende doses na twee en zes maanden. Het primaire eindpunt was objective response rate.

De figuur laat zien dat de ORR 53,8% bedroeg (95%-bti 25,1-80,8) en dat de disease control rate 76,9% was (46,2-95,0). De mediane duur van follow-up was 16,07 maanden (range 3,64-48,2). De mediane progressievrije overleving was 7,16 maanden (95%-bti 1,91-NA) en de mediane overall survival werd niet bereikt (9,89-NA). Hypothyreoïdie in 15,6% van de patiënten was de meest-gerapporteerde treatment-related adverse event; er waren geen graad 3 of hoger TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van sintilimab plus profylactisch HPV-vaccin een mogelijk veelbelovende optie is voor patiënten met R/M CC zonder respons op of intolerant tegen standaard-behandelingen.

1.Wang B, Liang Y, Wu Y et al. Sintilimab plus HPV vaccine for recurrent or metastatic cervical cancer. J ImmunoTher Cancer 2024-009898

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that the combination of sintilimab plus prophylactic HPV vaccine offers a potentially promising therapeutic strategy for patients with recurrent or metastatic cervical cancer unresponsive or intolerant to standard therapies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)