Veneuze
trombo-embolie (VTE) is geassocieerd met significante morbiditeit en
mortaliteit, en kan onder patiënten met maligniteiten resulteren in vertraging
van de behandeling. Een systematisch overzicht en meta-analyse van
gepubliceerde studies heeft de incidentie van VTE onder patiënten die
neoadjuvante chemotherapie (NACT) krijgen voor gevorderd ovariumcarcinoom
geïnventariseerd. Dr. Amy
Metcalfe (University of Calgary, Canada) en collega’s publiceren de resultaten in het International Journal of Gynecological
Cancer.1
In de
literatuur tot en met 21 december 2023 identificeerden de onderzoekers tien
voor het onderwerp relevante retrospectieve cohortstudies en één
gerandomiseerde gecontroleerde studie. De incidentie van VTE in de studies liep
uiteen van 0% tot 18,9%; met een in meta-analyse gepoolde incidentie van 10%
(95%-bti 7-13). In gepoolde analyse van alleen studie met laag risico van bias
was de incidentie van VTE 11% (95%-bti 9-14). Body mass index 30 kg/m2
of hoger was in gepoolde analyse een significante risicofactor voor VTE (versus
lagere BMI OR 1,76; 95%-bti 1,13-2,76).
De
onderzoekers concluderen dat de meta-analyse uitwijst dat onder patiënten die
NACT kregen voor gevorderd ovariumcarcinoom, de incidentie van VTE 10% bedroeg,
hetgeen suggereert dat er een rol kan zijn voor algemene tromboprofylaxe in
deze populatie.
1.Black KA, Bowden S, Chu P et al.
Incidence of venous thromboembolism in patients with ovarian cancer receiving
neoadjuvant chemotherapy: systematic review and meta-analysis. Int J Gynecol
Cancer 2024; epub ahead of print
Summary: Systematic review and meta-analysis of 11 studies found that among patients receiving neoadjuvant chemotherapy for
advanced ovarian cancer, the pooled incidence of venous thromboembolism was
10%.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)