Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Gepoolde analyse van toevoegen van palbociclib aan endocriene therapie voor HER2-0 en HER2-laag metastatisch mammacarcinoom (0)
2024-06-12 13:30   ( Nieuws )
Tags:  PALOMA-2 and PALOMA-3 pooled analysis HER2-0 and HER2-low mBC
Dr. Sheng LuoDe combinatie van CDK4/6-remmers met endocriene therapie (ET) is de aanbevolen eerstelijns behandeling voor HR-positief/HER2-negatief metastatisch mammacarcinoom (mBC). Het profijt van toevoegen van CDK4/6-remmer aan eerstelijns ET voor de subgroepen met HER2-negatieve (0) en HER2-laagpositieve ziekte is nog niet duidelijk. Een gepoolde analyse van de PALOMA-2 en PALOMA-3 studies heeft dit profijt geïnventariseerd. Dr. Sheng Luo (Duke University School of Medicine, Durham NC) en collega’s publiceren de analyse in eBioMedicine.1



In PALOMA-2 werd in de HER2-0 populatie geen significant PFS-verschil gezien tussen palbociclib-letrozol en placebo-letrozol (p=0,34), terwijl in de HER2-laagpositieve populatie palbociclib-letrozol resulteerde in significant betere PFS dan placebo-letrozol (HR 0,52; p<0,0001). In PALOMA-3, met patiënten die progressie hadden gehad op eerdere ET, resulteerde palbociclib-fulvestrant in betere PFS dan placebo-fulvestrant in zowel de HER2-0 subgroep (HR 0,54; p=0,034) als de HER2-laagpositieve subgroep (HR 0,39; p<0,0001).

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van palbociclib aan ET resulteerde in betere PFS in de HER2-laagpositieve subgroep, terwijl de toevoeging in de HER2-0 subgroep alleen resulteerde in betere PFS onder patiënten met progressie op eerdere ET.

1.Li H, Wu Y, Zou H et al. Clinical efficacy of CDK4/6 inhibitor plus endocrine therapy in HR-positive/HER2-0 and HER2-low-positive metastatic breast cancer: a secondary analysis of PALOMA-2 and PALOMA-3 trials. eBioMedicine 2024.105186

Summary: Pooled analysis of the PALOMA-2 and PALOMA-3 randomized trials found that among patients with HR-positive metastatic breast cancer addition of palbociclib to ET significantly improved PFS in HER2-low-positive patients, while HER2-0 patients derived limited benefit from this addition.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Subcutaan versus intraveneus amivantamab, beide samen met lazertinib, voor refractair EGFR-gemuteerd NSCLC (0)
2024-06-12 12:00   ( Nieuws )
Tags:  PALOMA-3 study refractory EGFR-mutated NSCLC amivantamab
Dr. Natasha LeighlFase 3-studies van intraveneus amivantamab hebben werkzaamheid laten zien voor EGFR-gemuteerd gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (aNSCLC). Een subcutane formulering zou de tolerabiliteit kunnen bevorderen en de toedieningstijd kunnen reduceren. De multinationale fase 3-studie PALOMA-3 heeft subcutaan amivantamab vergeleken met intraveneus amivantamab, beide in combinatie met lazertinib voor refractair EGFR-gemuteerd aNSCLC vergeleken. Dr. Natasha Leighl (Princess Margaret Cancer Centre, Toronto, Canada) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


De studie includeerde 418 patiënten met progressieve ziekte na osimertinib en platina-gebaseerde chemotherapie. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar subcutaan amivantamab plus lazertinib (n=206) of intraveneus amivantamab plus lazertinib (n=212). Farmacokinetische analyses lieten noninferioriteit van subcutane versus intraveneuze toediening zien. De objective response rate was 30% in de subcutane groep versus 33% in de intraveneuze groep; de mediane progressievrije overleving was 6,1 respectievelijk 4,3 maanden; en de mediane overall survival was significant langer in de subcutane groep dan in de intraveneuze groep (HR 0,62; p=0,02). Infusiereacties werden gezien in 13% versus 66%, en veneuze tromboëmbolie in 9% versus 14%. De mediane toedieningstijd van de eerste toediening was 4,8 minuten versus 5 uur. Op eerste dag van de toediening rapporteerde 85% versus 52% van de patiënten de behandeling convenient te vinden; aan het eind van de behandeling gold dit voor 85% versus 35%.

De onderzoekers concluderen dat subcutaan vergeleken met intraveneus amivantamab farmacokinetisch niet-inferieur was en resulteerde in minder infusiereacties, meer convenience, en langere overall survival.

1.Leighl NB, Akamatsu H, Lim SM et al. Subcutaneous versus intravenous amivantamab, both in combination with lazertinib, in refractory EGFR-mutated NSCLC: primary results from the phase 3 PALOMA-3 study. J Clin Oncol 2024.01001

Summary: The multinational phase 3 PALOMA-3 study found that among patients with previously treated EGFR-mutated aNSCLC, the combination of subcutaneous amivantamab and lazertinib was noninferior to the combination of intravenous amivantamab and lazertinib, offering a consistent safety profile with reduced infusion-related reactions, increased convenience, and prolonged survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten met radiotherapie met of zonder androgeendeprivatietherapie in zwarte en blanke mannen met prostaatcarcinoom (0)
2024-06-11 15:00   ( Nieuws )
Tags:  prostate cancer in Black and White men RT ADT
Dr. Brent RoseEr zijn aanwijzingen dat prostaatcarcinoom (PrC) in zwarte mannen meer gevoelig is voor radiotherapie (RT) dan PrC in blanke mannen. De relatieve uitkomsten met androgeendeprivatietherapie (ADT) in beide groepen zijn niet goed bekend. Een retrospectieve USA-brede cohortstudie van zwarte en blanke PrC-patiënten in het US Veterans Healthcare system heeft impact van ras en ADT op de uitkomsten na RT geïnventariseerd. Dr. Brent Rose (University of California San Diego, La Jolla) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 8716 zwarte en 17.826 blanke mannen die tussen begin 2000 en eind 2020 definitieve RT ondergingen voor niet-metastatisch PrC. Primaire eindpunten van de studie waren biochemisch recidief (BRC) en ontwikkeling van metastatische ziekte of PrC-mortaliteit na BCR. BCR werd tijdens de follow-up gezien in 5144 patiënten (1760 zwart en 3384 blank). De cumulatieve incidentie van BCR na tien jaar was niet significant verschillend tussen beide groepen (22,14% versus 20,13%; p=0,33). Onder patiënten die ADT kregen hadden zwarte vergeleken met blanke mannen een BCR-HR van 0,90 (p=0,03), terwijl onder patiënten die geen ADT kregen zwarte vergeleken met blanke mannen een BCR-HR hadden van 1,13 (p=0,002). Zwart ras was geassocieerd met lager risico van ontwikkeling van metastische ziekte na BCR (HR 0,90; p=0,02) en PrC-mortaliteit (sHR 0,72; p<0,001).

De onderzoekers concluderen dat zwarte vergeleken met blanke patiënten na RT voor PrC meer baat hebben bij ADT voor het eindpunt BCR. BCR in zwarte vergeleken met blanke patiënten was geassocieerd met lager risico van metastatische ziekte en PrC-mortaliteit.

1.Morgan KM, Riviere P, Nelson TJ et al. Androgen deprivation therapy and outcomes after radiation therapy in black patients with prostate cancer. JAMA Network Open 2024;7:e2415911

Summary: A multicenter retrospective cohort study in the USA found that Black patients receiving ADT after RT for prostate cancer, as compared to White patients, had a significantly lower risk of biochemical recurrence, but when not receiving ADT, had a greater risk of biochemical recurrence than White patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van stereotactische bestraling als brug naar levertransplantatie voor levercelcarcinoom (0)
2024-06-11 13:30   ( Nieuws )
Tags:  uHCC DDLT SBRT
Dr. Victor Ho-Fun LeeHet is niet duidelijk of stereotactische bestraling (SBRT) effectief en veilig is als brug naar deceased donor liver transplant (DDLT) in patiënten met niet-eerder behandeld niet-resectabel levercelcarcinoom (uHCC). Een fase 2-studie van de The University of Hong Kong heeft SBRT in deze setting geëvalueerd. Dr. Victor Ho-Fun Lee en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 32 patiënten (22 mannen en 10 vrouwen; mediane leeftijd 59 jaar; IQR 54-63) met tezamen 56 lesies geïdentificeerd met dual-tracer PET en MRI. De patiënten kregen 35 tot 50 Gy SBRT in vijf fracties tijdens de wachtperiode voor DDLT. Toxische effecten van SBRT werden gezien in negen patiënten (28,1%) met één graad 3 gebeurtenis. De mediane follow-up was 74,6 maanden (IQR 40,1-102,9). De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 17,6 maanden was (95%-bti 6,6-28,6) en de mediane overall survival 60,5 maanden (29,7-91,2). De objective response rate was 87,5%. Twintig patiënten met 36 lesies kregen DDLT, met pathologisch complete respons in vijftien patiënten (75%) met 21 lesies. Factoren die geassocieerd waren met PFS en OS waren pretreatment metabolisch tumorvolume en complete metabolische respons.

De onderzoekers concluderen dat de studie heeft laten zien dat onder uHCC-patiënten SBRT voorafgaand aan DDLT effectief en veilig is.

1.Lee VH-F, Vardhanabhuti V, Wong TC-L et al. Stereotactic body radiotherapy and liver transplant for liver cancer. A nonrandomized controlled trial. JAMA Network Open 2024;7:e2415998

Summary: A phase 2 trial at the University of Hong Kong found that SBRT was an effective and safe bridging therapy to liver transplant for previously untreated unresectable hepatocellular carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van garsorasib voor eerder-behandeld niet-kleincellig longcarcinoom met KRAS–G12C mutatie (0)
2024-06-11 12:00   ( Nieuws )
Tags:  KRAS G12C-mutated NSCLC garsorasib
Prof. Shun LuGarsorasib is een remmer van KRASG12C. Een fase 2-studie in 43 centra in China heeft garsorasib geëvalueerd voor patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom met KRASG12C-mutatie, die eerder behandeld waren met platina-gebaseerde chemotherapie en immuuncheckpointremmers. Prof. Shun Lu (Shanghai Jiao Tong Universiteit) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Respiratory Medicine.1

De studie includeerde 123 patiënten (mediane leeftijd 64 jaar, 108 mannen en 15 vrouwen) die oraal garsorasib 600 mg tweemaal per dag kregen. Het primair eindpunt van de studie was centraal-beoordeelde objective response rate. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse was de mediane duur van follow-up 7,9 maanden (IQR 5,3-10,4) en hadden 82 patiënten (67%) de behandeling gediscontinueerd. Respons werd gezien in 61 van 123 patiënten (ORR 50%; 95%-bti 41-59). Treatment-related adverse events werden gerapporteerd door 117 patiënten (95%) met graad 3 of hoger TRAEs in 61 patiënten (50%). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen, en de meeste adverse events werden goed gemanaged.

De onderzoekers concluderen dat garsorasib langdurig werkzaam kan zijn in eerder-behandelde patiënten met KRASG12C-gemuteerd NSCLC, met een acceptabel en manageable veiligheidsprofiel.

1.Li Z, Dang X, Huang D et al. Garsorasib in patients with KRASG12C-mutated non-small cell lung cancer in China: an open-label, multicentre, single-arm, phase 2 trial. Lancet Respir Med 2024-00110-3

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found that garsorasib had a high response rate, long duration of response, and an acceptable and manageable safety profile among patients with previously treated KRASG12C-mutated NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Overall survival met dostarlimab plus chemotherapie voor endometriumcarcinoom in de RUBY-studie (0)
2024-06-10 15:00   ( Nieuws )
Tags:  ENGOT-EN6 GOG-3031 RUBY endometrial cancer dostarlimab
Prof. Mansoor MirzaDe multinationale fase 3-studie RUBY randomiseerde patiënten met primair gevorderd (stadium III of IV) of eerst-recidiverend endometriumcarcinoom naar dostarlimab (anti-PD-1) plus carboplatine-paclitaxel chemotherapie of placebo plus carboplatine-paclitaxel gedurende zes drie-weekse cycli, gevolgd door drie jaar dostarlimab of placebo onderhoudstherapie. Vorig jaar is gepubliceerd dat de progressievrije overleving significant langer was in de dostarlimabgroep dan in de placebogroep. Prof. Mansoor Mirza (Rigshospitalet Kopenhagen, Denemarken) en collega’s publiceren nu in Annals of Oncology resultaten voor het coprimaire eindpunt overall survival.1




RUBY includeerde 494 patiënten die werden gerandomiseerd naar de dostarlimabgroep (n=245) of de placebogroep (n=249). De analyse van OS werd uitgevoerd met 51% maturiteit. Onder alle patiënten tezamen was dostarlimab versus placebo geassocieerd met significante verbetering van de OS (HR 0,69; p=0,0020). De OS-impact van dostarlimab was sterker in de dMMR/MSI-H subgroep (HR 0,32; p=0,0002), en niet-significant in de MMRp/MSS subgroep (HR 0,47; p=0,0493). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van dostarlimab aan carboplatine-paclitaxel chemotherapie resulteerde in significante verbetering van de OS onder patiënten met primair gevorderd of recidiverend endometriumcarcinoom, met een acceptabel veiligheidsprofiel.

1.Powell MA, Bjørge L, Willmott L et al. Overall survival in patients with endometrial cancer treated with dostarlimab plus carboplatin-paclitaxel in the randomized ENGOT-EN6/GOG-3031/RUBY trial. Ann Oncol 2024.05.546

Summary: The multinational phase 3 RUBY trial found that among patients with advanced or first recurrent endometrial cancer, overall survival was longer with dostarlimab plus chemotherapy than with placebo plus chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Database-analyse van patronen van gebruik van chemotherapie voor cervixcarcinoom (0)
2024-06-10 13:30   ( Nieuws )
Tags:  cervical cancer chemotherapy use
Dr. Jason WrightEr is weinig informatie beschikbaar over de real-world patronen van het gebruik van chemotherapie onder patiënten met cervixcarcinoom. Een analyse van een USA-brede database heeft deze patronen onderzocht. Dr. Jason Wright (Columbia University, New York) en collega’s publiceren de analyse in het International Journal of Gynecological Cancer.1

De analyse includeerde 5390 patiënten die tussen begin 2011 en eind 2020 primaire hysterectomie (49,5%) of primaire radiotherapie (50,5%) ondergingen voor cervixcarcinoom. Van de patiënten die primaire hysterectomie ondergingen kregen 36,7% adjuvante bestraling en 23,1% primaire chemotherapie. De meest-gebruikte chemotherapie-regimes waren single-agent platina (51,7%), platina-combinatietherapie (42,9%), en niet-platina chemotherapie (3,4%). Van de patiënten die primaire bestraling ondergingen, kregen 73,6% primaire of concurrente chemotherapie; hetzij alleen platina (66,4%), platina-combinatietherapie (32,2%), of niet-platina chemotherapie (1,4%). De mediane duur van primaire chemotherapie was 1,2 maanden.

Chemotherapie voor recidiverend cervixcarcinoom werd begonnen in 959 patiënten. De meest-gebruikte regimes waren platina-combinatietherapie (63,9%), niet-platina cytotoxische middelen (16,5%), single-agent platina (14,9%), gerichte therapie met bevacizumab (6,0%), en immuuntherapie met pembrolizumab (3,2%). Overall nam het percentage patiënten met single-agent platina therapie toe van 17,4% in 2011 tot 32,1% in 2019, terwijl platina-combinatietherapie in deze periode afnam van 64,1% tot 41,5%. Gebruik van niet-platina middelen nam toe van 18,5% in 2011 tot 26,4% in 2019.

De onderzoekers concluderen dat platina-gebaseerde chemotherapie in de Verenigde Staten de meest-gebruikte therapie is voor patiënten met cervixcarcinoom, zowel in de primaire setting als bij recidief.

1.Diggs A, Huang Y, Melamed A et al. Patterns of use of primary and first-line chemotherapy for recurrence among patients with cervical cancer. Int J Gynecol Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Retrospective analysis of data of 5390 patients with cervical cancer from 2011 to 2020 found that platinum-based chemotherapy is the most commonly used therapy, both in the primary setting and at the time of recurrence. The rate of use of non-platinum agents at first recurrence has increased over time.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn uitkomsten na protonentherapie voor niet-metastatisch CNS germinoom in kinderen en adolescenten (0)
2024-06-10 12:00   ( Nieuws )
Tags:  non-metastatic central nervous system germinoma proton therapy
Prof. Daniel IndelicatoRadiotherapie is een belangrijk onderdeel van de behandeling van pure germinoma (PG) van het centraal zenuwstelsel (CNS) in kinderen en adolescenten. Protonentherapie (PT) ontziet normaal weefsel beter dan conventionele radiotherapie. Een retrospectieve studie van University of Florida College of Medicine (Jacksonville) heeft ervaringen met PT voor het management van PG in jongeren geïnventariseerd. Prof. Daniel Indelicato en collega’s publiceren de studie in Radiotherapy & Oncology.1

Tussen juli 2007 en oktober 2021 werden in Jacksonville 35 kinderen en adolescenten met niet-metastatisch CNS PG behandeld met PT. De meeste patiënten kregen inductiechemotherapie (n=31; 89%) en whole ventricular irradiation with an involved field boost (n=29; 83%). De meest-gebruikte totale dosering was 30 cobalt gray equivalent (CGE; n=18; 51,4%). De medianen follow-up was 6,2 jaar (range 0,9-15,2). De tien-jaars percentages voor lokale controle, vrijblijven van afstandsmetastasen, vrijblijven van progressie, en overall survival waren 100%, 100%, 100%, en 94%. De meest-waargenomen adverse events waren gehoorstoornis waarvoor gehoorappartuur nodig was (n=3), transiënte insomnie waarvoor medicatie vereist was (n=3), en nieuw-ontstaan endocrinopathie (n=1).

De onderzoekers concluderen dat moderne PT voor CNS-PG in jongere patiënten resulteerde in goede ziektecontrole, met relatief weinig ernstige stralingsbijwerkingen.

1.Brisson RJ, Indelicato DJ, Bradley JA et al. Long-term outcomes following proton therapy for non-metastatic central nervous system germinoma in children and adolescents. Radiotherapy & Oncology 2024.110371

Summary: A retrospective study at the University of Florida (Jacksonville) found disease control with little serious radiation side effects of proton therapy for non-metastatic central nervous system germinoma in children and adolescents.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)