Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Meta-analyse van incidentie van veneuze trombo-embolie met neoadjuvante chemotherapie voor gevorderd ovariumcarcinoom (0)
2024-03-05 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ovarian cancer NACT VTE
Dr. Amy MetcalfeVeneuze trombo-embolie (VTE) is geassocieerd met significante morbiditeit en mortaliteit, en kan onder patiënten met maligniteiten resulteren in vertraging van de behandeling. Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft de incidentie van VTE onder patiënten die neoadjuvante chemotherapie (NACT) krijgen voor gevorderd ovariumcarcinoom geïnventariseerd. Dr. Amy Metcalfe (University of Calgary, Canada) en collega’s publiceren de resultaten in het International Journal of Gynecological Cancer.1

In de literatuur tot en met 21 december 2023 identificeerden de onderzoekers tien voor het onderwerp relevante retrospectieve cohortstudies en één gerandomiseerde gecontroleerde studie. De incidentie van VTE in de studies liep uiteen van 0% tot 18,9%; met een in meta-analyse gepoolde incidentie van 10% (95%-bti 7-13). In gepoolde analyse van alleen studie met laag risico van bias was de incidentie van VTE 11% (95%-bti 9-14). Body mass index 30 kg/m2 of hoger was in gepoolde analyse een significante risicofactor voor VTE (versus lagere BMI OR 1,76; 95%-bti 1,13-2,76).

De onderzoekers concluderen dat de meta-analyse uitwijst dat onder patiënten die NACT kregen voor gevorderd ovariumcarcinoom, de incidentie van VTE 10% bedroeg, hetgeen suggereert dat er een rol kan zijn voor algemene tromboprofylaxe in deze populatie.

1.Black KA, Bowden S, Chu P et al. Incidence of venous thromboembolism in patients with ovarian cancer receiving neoadjuvant chemotherapy: systematic review and meta-analysis. Int J Gynecol Cancer 2024; epub ahead of print

Summary: Systematic review and meta-analysis of 11 studies found that among patients receiving neoadjuvant chemotherapy for advanced ovarian cancer, the pooled incidence of venous thromboembolism was 10%.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten met parenterale voeding voor patiënten met gevorderde maligniteiten en maligne darmobstructie (0)
2024-03-05 13:00   ( Nieuws )
Tags:  MBO in advanced cancer patients PN
Dr. Dejan MicicMaligne darmobstructie (MBO) is niet ongebruikelijk onder patiënten met gevorderde maligniteiten. De overleving van patiënten met gevorderde maligniteiten en niet-resectabele MBO loopt uiteen van vier tot negen weken. Een retrospectieve studie van de University of Chicago (IL) Medicine heeft uitkomsten met parenterale voeding (PN) voor deze patiënten geïnventariseerd. Dr. Dejan Micic en collega’s publiceren de studie in Supportive Care in Cancer.1

De studie includeerde 68 patiënten met inoperabele MBO die over een periode van acht jaar bij de universiteit werden behandeld, en naar huis ontslagen werden met PN. De mediane overleving na ontslag was 142 dagen (IQR 63,3-239,5). De patiënten werden mediaan 2 maal heropgenomen (range 0-10), en verbleven mediaan 29 dagen (range 0-105) in het ziekenhuis. Achttien patiënten (26,5%) ontwikkelden katheter-gerelateerde bloedstroominfectie. Patiënten met appendixcarcinoom hadden significant betere overleving dan patiënten met andere diagnosen (HR 0,53; p=0,023).

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan verbetering van gebruik van PN onder patiënten met gevorderde maligniteiten en MBO.

1.Velasquez DA, Dhiman A, Brottman C et al. Outcomes of parenteral nutrition in patients with advanced cancer and malignant bowel obstruction. Supp Care Cancer 2024;32:206

Summary: A retrospective study at the University of Chicago (IL) Medicine found less than optimal outcomes with use of parenteral nutrition for patients with advanced cancer and inoperable malignant bowel obstruction.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trastuzumab plus pertuzumab voor niet-borst/maag/slokdarm tumoren met HER2-amplificatie (0)
2024-03-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  NCI-MATCH Subprotocol J HER2-amplified non-breast gastroesophageal tumors
Prof. Roisin ConnollyIn de multicenter prospectieve NCI-MATCH studie worden patiënten met eerder-behandelde gevorderde maligniteiten behandeld op geleide van vastgestelde genomische veranderingen in het tumorweefsel. Subprotocol J van de studie evalueerde de combinatie van trastuzumab en pertuzumab (HP) voor niet-borst/maag/slokdarm tumoren met HER2-amplificatie, gedefinieerd als copy number (CN) tenminste zeven. Prof. Roisin Connolly (Johns Hopkins University, Baltimore MD) en collega’s publiceren resultaten van het subprotocol in Clinical Cancer Research.1

Het subprotocol includeerde 35 patiënten met mediaan CN 28. De mediane leeftijd was 66 jaar (range 31-80), en de helft van de patiënten hadden drie of meer eerdere lijnen therapie gekregen (range één tot elf). De patiënten kregen intraveneus HP eens per drie weken tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was objective response rate. Onder de 25 voor werkzaamheid evalueerbare patiënten waren er drie met partiële respons (ORR 12%; 90%-bti 3,4-28,2; colorectaalcarcinoom, cholangiocarcinoom, en urotheelcarcinoom), met één additionele partiële respons in een patiënt met urotheelcarcinoom met niet-bevestigd CN. De mediane progressievrije overleving was 3,3 maanden (90%-bti 2,0-4,1) en de mediane overall survival was 9,4 maanden (5,0-18,9). Treatment-emergent adverse events waren consistent met resultaten van eerdere studies. Er was geen associatie tussen HER2-CN en respons.

De onderzoekers concluderen dat HP bescheiden activiteit had voor een selectie van niet-borst/maag/slokdarmtumoren met HER2-amplificatie, maar niet voldeed aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor werkzaamheid.

1.Connolly RM, Wang V, Hyman DM et al. Trastuzumab and pertuzumab in patients with non-breast/gastroesophageal HER2-amplified tumors: results from the NCI-MATCH ECOG-ACRIN trial (EAY131) subprotocol J. Clin Cancer Res 2024; epub ahead of print

Summary: Subprotocol J of the NCI-MATCH study found that the combination of trastuzumab and pertuzumab was active in a selection of HER2-amplified non-breast/gastroesophageal tumors, but did not meet the prespecified efficacy benchmark.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nab-sirolimus voor gevorderde maligne perivasculaire epithelioïde celtumor: lange-termijn follow-up van AMPECT (0)
2024-03-04 14:30   ( Nieuws )
Tags:  phase 2 AMPECT trial PEComa nab-sirolimus
Dr. Andrew WagnerOp basis van resultaten van de primaire analyse van de fase 2-studie AMPECT (‘advanced malignant perivascular epithelioid cell tumors’) is in de Verenigde Staten nab-sirolimus goedgekeurd voor de behandeling van lokaal-gevorderd of metastatisch maligne perivasculaire epithelioïde celtumor (PEComa). Op het moment van publicatie van de primaire analyse was de mediane duur van respons (mDOR) nog niet bereikt. Dr. Andrew Wagner (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren nu in Journal of Clinical Oncology lange-termijn resultaten van AMPECT.1

De primaire analyse werd uitgevoerd zes maanden na inclusie van de laatste patiënt; de nu gepubliceerde analyse werd drie jaar later uitgevoerd. De figuur laat zien dat bevestigde overall response rate 38,7% bedroeg (95%-bti 21,8-57,8). De mDOR werd bereikt 39,7 maanden. De mediane progressievrije overleving was 10,6 maanden (95%-bti 5,5-41,2) en de mediane overall survival was 53,1 maanden (22,2-NR). De meest-waargenomen treatment-related adverse events waren stomatitis (82% van de patiënten), vermoeidheid (61,8%), en rash (61,8%). Er waren geen onverwachte en geen graad 4 of 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten de lange-termijn werkzaamheid van nab-sirolimus voor PEComa laten zien.

1.Wagner AJ, Ravi V, Riedel RF et al. Phase II trial of nab-sirolimus in patients with advanced malignant perivascular epithelioid cell tumors (AMPECT): long-term efficacy and safety update. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: Long-term follow-up of the phase 2 AMPECT trial found continued benefit with nab-sirolimus for advanced PEComa.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve fase 2-studie van venetoclax plus lage-dosering cytarabine voor eerste recidief van AML (0)
2024-03-04 13:00   ( Nieuws )
Tags:  VALDAC trial AML in first relapse venetoclax plus LDAC
Prof. Andrew WeiPatiënten met recidief van AML binnen twee jaar na het bereiken van remissie hebben een slechte prognose. De multicenter prospectieve fase 2-studie VALDAC in Australië evalueerde de combinatie van venetoclax en lage-dosering cytarabine (LDAC) in een cohort van patiënten met eerste meetbare residuele ziekte (MRD)-relapse (tenminste een log10 toename) en in een cohort met oligoblastische relapse (5%-15% blasten). Prof. Andrew Wei (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

Het VALDAC-regime bestond uit vier-weekse cycli van venetoclax 600 mg eenmaal daags en LDAC eenmaal daags op dagen één tot en met tien. VALDAC includeerde 48 volwassen patiënten, onder wie 26 in het MRD-relapse cohort en 22 in het oligoblastische relapse cohort. De mediane leeftijd was 67 jaar (range 18-80) en 94% van de patiënten hadden eerder intensieve chemotherapie gekregen. De patiënten kregen mediaan vier cycli venetoclax-LDAC therapie; 17% van de patiënten voltooiden tenminste twaalf cycli. Graad 3 of hoger anemie (32% versus 4%; p=0,02) en infecties (36% versus 8%; p=0,03) waren meer frequent in het cohort met oligoblastische relapse dan in het MRD-relapse cohort, terwijl er geen significante verschillen waren voor graad 4 neutropenie (32% versus 23%) en trombocytopenie (27% versus 15%). Na cyclus twee werd in het MRD-relapse cohort een log10 afname van MRD gezien in 69% van de patiënten en MRD-negatieve remissie in 46%. In het cohort met oligoblastische relapse bereikte 73% complete remissie (CR/CRh/CRi). Eenentwintig patiënten (44%) ondergingen hematopoïetische celtransplantatie. De mediane overall survival werd in geen van beide cohorten bereikt; de twee-jaars OS-percentages waren 67% (95%-bti 50-89) in het MRD-relapse cohort en 53% (34-84) in het cohort met oligoblastische relapse.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met AML met eerste MRD- of oligoblastische relapse het VALDAC-regime goed verdragen werd en zeer effectief was.

1.Tiong IS, Hiwase DK, Abro E et al. Targeting molecular measurable residual disease and low-blast relapse in AML with venetoclax and low-dose cytarabine: a prospective phase II study (VALDAC). J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 VALDAC trial in Australia found that among AML patients with first MRD- or oligoblastic relapse, the combination of venetoclax and low-dose cytarabine was well tolerated and highly effective.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van Helicobacter pylori-infectie en -behandeling op het risico van colorectaalcarcinoom (0)
2024-03-03 16:00   ( Nieuws )
Tags:  Helicobacter pylori CRC risk
Dr. Shailja ShahHelicobacter pylori is de meest-frequente oorzaak van infectie-gerelateerde maligniteiten. Een retrospectieve cohortstudie onder volwassenen binnen de Veterans Health Administration heeft de impact van H. pylori-infectie en –behandeling op het risico van colorectaalcarcinoom (CRC) gekwantificeerd. Dr. Shailja Sjah (University of California San Diego) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


De studie includeerde 812.736 volwassenen die getest werden op H. pylori-infectie, onder wie 205.178 (25,2%) met een positief testresultaat. Tijdens 15 jaar follow-up was de incidentie van CRC en de daarmee samenhangende mortaliteit statistisch significant hoger in de H. pylori-positieve groep dan in de H. pylori-negatieve groep, en was H. pylori-behandeling versus geen behandeling geassocieerd met lagere CRC-incidentie en -mortaliteit. De gecorrigeerde HR van CRC-incidentie voor H. pylori-positiviteit versus –negativiteit was 1,18 (95%-bti 1,12-1,24) en de gecorrigeerde HR van CRC-mortaliteit was 1,12 (1,03-1,21). Personen met niet-behandelde versus behandelde H. pylori-infectie hadden verhoogd risico van CRC (aHR 1,23; 95%-bti 1,13-1,34) en verhoogde CRC-mortaliteit (1,40; 1,24-1,58).

De onderzoekers concluderen dat H. pylori-positiviteit geassocieerd was met een licht maar statistisch significant verhoogd risico van CRC-incidentie en –mortaliteit, in het bijzonder onder personen met niet-behandelde actieve infectie.

1.Shah SC, Camargo MC, Lamm M et al. Impact of Helicobacter pylori infection and treatment on colorectal cancer in a large, nationwide cohort. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A retrospective cohort study among adults within the Veterans Health Administration found that H. pylori positivity may be associated with increased risk of CRC incidence and mortality.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen etniciteit en ontwikkeling van prostaatcarcinoom na verhoogd PSA-testresultaat (0)
2024-03-03 14:30   ( Nieuws )
Tags:  association of ethnicity and prostate cancer after raised PSA test result
Dr. Tanimola MartinsZwarte mannen hebben hogere PSA-waarden en hogere prostaatcarcinoom (PrCa)-incidentie en –mortaliteit dan blanke mannen, terwijl Aziatische mannen lagere PrCA-incidentie en –mortaliteit hebben dan blanke mannen. Een retrospectieve cohortstudie onder mannen in de eerstelijns zorg in het Verenigd Koninkrijk heeft de associatie tussen etniciteit en de ontwikkeling van PrCa na een verhoogd PSA-testresultaat geïnventariseerd. Dr. Tanimola Martins (University of Exeter) en collega’s publiceren de studie in BMC Medicine.1

In de Clinical Practice Research Datalink van Britse huisartsenpraktijken (2010 tot en met 2017) identificeerden de onderzoekers 730.515 mannen (88,9% blank) in de leeftijd van 40 jaar of ouder die tenminste één PSA-test hadden ondergaan, met bekende etniciteit, en zonder geschiedenis van een maligniteit. Zwarte mannen hadden over het algemeen hogere PSA-waarden dan blanke mannen, vooral onder mannen in de leeftijd hoger dan 60 jaar. De figuur laat zien dat in het jaar na een test met een verhoogd PSA-resultaat zwarte mannen een hogere incidentie van PrCa hadden dan blanke mannen, en dat Aziatische mannen een lagere incidentie van PrCa hadden dan blanke mannen, maar dat er geen etniciteit-gebonden verschillen waren in incidentie van gevorderd PrCa (T-stadium 3 or 4 of M-stadium 1) in het eerste jaar na een verhoogd PSA-testresultaat. De piek-incidentie van PrCa werd in alle etnische groepen gezien in de leeftijd van 70 tot 80 jaar.

De onderzoekers concluderen dat in het eerste jaar na een verhoogd PSA-testresultaat PrCa meer frequent werd gediagnostiseerd onder zwarte mannen dan onder blanke mannen

1.Down L, Barlow M, Bailey SER et al. Association between patient ethnicity and prostate cancer diagnosis following a prostate-specific antigen test: a cohort study of 730,000 men in primary care in the UK. BMC Med 2024;22:82

Summary: A retrospective study among men with a raised PSA test result in primary care in the UK found that in the first year after the test more prostate cancer was diagnosed in Black men compared with White men, while Asian men had the lowest incidence of prostate cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van gerandomiseerde studies van glutamine voor behandeling van radiodermatitis in patiënten met maligniteiten (0)
2024-03-03 13:00   ( Nieuws )
Tags:  radiodermatitis glutamine
Prof. Tsai-Wei HuangRadiodermatitis, resulterend in pijn, infectie, en slechte kwaliteit van leven, wordt gezien in een substantieel percentage van patiënten die radiotherapie krijgen. Glutamine is een populair voedingssupplement onder patiënten met maligniteiten. Een meta-analyse van gerandomiseerde studies heeft de impact van gebruik van glutamine op radiodermatitis geïnventariseerd. Prof. Tsai-Wei Huang (Taipei Medische Universiteit, Taiwan) en collega’s publiceren de meta-analyse in Supportive Care in Cancer.1

In de literatuur tot maart 2023 identificeerden de onderzoekers vijf voor het onderwerp relevante gerandomiseerde studies, met tezamen 218 deelnemers, onder wie 110 gerandomiseerd waren naar gebruik van glutamine 10 tot 30 mg per dag, en 108 naar placebo. Radiodermatitis werd gezien in 89 van 110 glutaminegebruikers versus 99 van 108 placebogebruikers (RR 0,90; p=0,05; I2=7%). De figuur laat zien dat matige of ernstige radiodermatitis significant minder frequent was in de glutaminegroep dan in de placebogroep (RR 0,49; p=0,001; I2=52%). Deze heterogeniteit was lager onder patiënten die 20 tot 30 g glutamine per dag gebruikten (RR 0,60; 95%-bti 0,41-0,87; I2=0%).


De onderzoekers concluderen dat onder patiënten die radiotherapie kregen voor maligniteiten, gebruik van glutamine geassocieerd was met lagere incidentie van radiodermatitis, en dat gebruik van dosering 20-30 g per dag geassocieerd was met lagere incidentie van matige tot ernstige radiodermatitis.

1.Chang H-C, Huang W-Y, Chen P-H et al. Effectiveness of glutamine for the treatment of radiodermatitis in cancer patients: a meta-analysis of randomized controlled trials. Supp Care Cancer 2024; 32:201

Summary: Meta-analysis of five randomized clinical trials found that among patients receiving radiotherapy for cancer, use of glutamine 20-30 g/d was associated with significantly reduced incidence of radiodermatitis.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)