Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Individuele-patiëntgegevens meta-analyse van signatuur voor achterwege laten van radiotherapie in mammacarcinoom (0)
2024-10-20 12:00   ( Nieuws )
Tags:  POLAR signature
Prof. Per KarlssonEr zijn geen moleculaire testen bekend die mammacarcinoom-patiënten kunnen identificeren die geen profijt hebben van radiotherapie (RT). Profile for the Omission of Local Adjuvant Radiotherapy (POLAR) is een 16-genen moleculair signatuur dat is ontwikkeld voor het identificeren van laag-risico tumoren zonder verder verlaging van het risico van recidief door RT. Een meta-analyse van individuele-patiëntgegevens van drie gerandomiseerde studies van RT voor kliernegatief ER-positief HER2-negatief vroeg-stadium mammacarcinoom heeft POLAR gevalideerd. Prof. Per Karlsson (Universiteit van Gothenburg, Zweden) en collega’s publiceren de analyse in het Journal of the National Cancer Institute.1

De drie studies telden tezamen 623 patiënten met voldoende tumormateriaal voor analyse. Onder deze patiënten hadden 429 (69%) een hoge POLAR-score en 194 (31%) een lage POLAR-score. Patiënten met een hoge POLAR-score hadden zonder RT een tien-jaars cumulatieve incidentie van locoregionaal recidief (LRR) van 20% (95%-bti 15-26), vergeleken met 5% (2-11) voor patiënten met een lage POLAR-score. Patiënten met een hoge POLAR-score hadden significant profijt van RT (versus geen RT: HR 0,37; p<0,001), terwijl patiënten met een lage POLAR-score geen detecteerbaar profijt hadden van RT (0,92; p=0,832). De test voor interactie tussen RT en POLAR-score was statistisch signifcant (p=0,022).

De onderzoekers concluderen dat POLAR prognostisch is voor LRR en predictief voor profijt van RT onder patiënten met kliernegatief ER+/HER2- vroeg-stadium mammacarcinoom.

1.Karlsson P, Fyles A, Chang SL et al. Validation of a breast cancer assay for radiotherapy omission: an individual participant data meta-analysis. J Natl Cancer Inst 2024.djae262

Summary: Individual participant data meta-analysis from three randomized trials found that the POLAR breast cancer assay is prognostic for locoregional recurrence and predictive of benefit from radiotherapy in node-negative ER+/HER2- early breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Single-center fase 2-studie van pyrotinib plus metronoom etoposide voor zwaar-voorbehandeld HER2-positief mBC (0)
2024-10-19 15:00   ( Nieuws )
Tags:  HER2-positive metastatic breast cancer pyrotinib plus metronomic etoposide
Prof. Binghe XuPyrotinib is een nieuwe, oraal beschikbare, pan-HER tyrosinekinaseremmer met in verscheidene fase 1 tot en met 3 studies gebleken werkzaamheid voor HER2-positief metastatisch mammacarcinoom (mBC). Verscheidene regimes van pyrotinib gecombineerd met andere middelen worden momenteel onderzocht. Een fase 2-studie van de Chinese Academy of Medical Sciences and Peking Union Medical College (Beijing, China) evalueerde pyrotinib in combinatie met metronoom etoposide voor zwaar-voorbehandeld HER2-positief mBC. Prof. Binghe Xu en collega’s publiceren de studie in BMC Cancer.1

De studie includeerde 22 patiënten die mediaan vier eerdere lijnen behandeling hadden gekregen (range 2-7), waaronder trastuzumab voor alle patiënten. De patiënten kregen oraal pyrotinib 400 mg eenmaal daags en metronoom oraal etoposide 50 mg per dag op de eerste 21 dagen van 28-daags cycli. De behandeling werd voortgezet tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat onder de twintig voor werkzaamheid evalueerbare patiënten de mediane PFS 9,0 maanden was (95%-bti (7,6-10,4) en de mediane overall survival 27,0 maanden was (20,9-33,1) en dat het aantal eerdere lijnen behandeling niet significant van invloed was op de werkzaamheid van pyrotinib plus etoposide. Er waren geen graad 4 of 5 treatment-related adverse events; de meest-waargenomen graad 3 TRAEs waren misselijkheid (15% van de patiënten), braken (15%), diarree (5%), anemie (5%), en perifere neuropathie (5%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van pyrotinib met metronoom etoposide veelbelovende werkzaamheid had onder patiënten met zwaar-voorbehandeld HER2-positief mBC, met een acceptabel bijwerkingenprofiel.

1.Liu J, He M, Jiang M et al. Pyrotinib combined with metronomic etoposide in heavily pretreated HER2-positive metastatic breast cancer: a single-arm, phase II study. BMC Cancer 2024;24:1290

Summary: A phase 2 trial at the Chinese Academy of Medical Sciences and Peking Union Medical College (Beijing, China) found promising clinical activity of the combination of pyrotinib with metronomic oral etoposide in heavily pretreated patients with HER2-positive metastatic breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen voedingskwaliteit en overleving van zwarte vrouwen met epitheliaal ovariumcarcinoom (0)
2024-10-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  EOC in Black women diet and survival
Dr. Bo QinOnder patiënten met epitheliaal ovariumcarcinoom (EOC) hebben zwarte vrouwen vergeleken met alle andere raciale en etnische groepen de slechtste overleving. Een mogelijke verklaring zou slechte kwaliteit van de voeding kunnen zijn. Een prospectieve analyse in het cohort van de African American Cancer Epidemiology Study (AACES) heeft de associatie tussen kwaliteit van de voeding en overleving van EOC-patiënten onderzocht. Dr. Bo Qin (Rutgers Cancer Institute, Ne Brunswick NJ) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De analyse includeerde 483 zwarte vrouwen met een diagnose EOC (gemiddelde leeftijd 58,1 ± 10,5 jaar) tussen begin december 2010 en begin december 2015. De vrouwen beantwoordden bij inclusie een voedselfrequentievragenlijst die betrekking had op hun voedingsgewoonten in het jaar voorafgaand aan de diagnose. De onderzoekers beoordeelden de kwaliteit van de voedingspatronen op basis van de Healthy Eating Index-2020 (HEI-2020) en de Alternative Healthy Eating Index-2010 (AHEI-2010). Tijdens mediaan 4,3 jaar follow-up (IQR 2,0-8,2) overleden 310 deelnemers. De figuur laat zien dat onder alle EOC-patiënten kwaliteit van de voeding niet geassocieerd was met de overleving. Deze figuur laat zien dat onder de 325 patiënten met hooggradig sereus ovariumcarcinoom (HGSOC) zowel de HEI-2020 score als de AHEI-2010 score significant geassocieerd waren met de overleving.

De onderzoekers concluderen dat onder zwarte vrouwen met HGSOC kwaliteit van de voeding in het jaar voorafgaand aan de diagnose geassocieerd was met de overleving.

1.Armidie TA, Bandera EV, Johnson CE et al. Diet and survival in black women with epithelial ovarian cancer. JAMA Network Open 2024;7:e2440279

Summary: Analysis in the cohort of the prospective African American Cancer Epidemiology Study found that among Black women with epithelial ovarian cancer diet quality in the year before the diagnosis was not associated with survival, whereas in the subgroup with high-grade serous ovarian cancer diet quality in the year before the diagnosis was associated with survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter studie van brexucabtagene autoleucel voor volwassenen met R/R B-cel ALL in de klinische praktijk (0)
2024-10-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  R R B-ALL in adults brexu-cel as standard therapy
Dr. Lori MufflyOp basis van resultaten van de ZUMA-3 studie is de CD19-gerichts CAR T-cel therapie brexucabtagene autoleucel (brexu-cel) in oktober 2021 door de FDA goedgekeurd voor de behandeling van recidiverend of refractair B-cel ALL (R/R B-ALL) in volwassen patiënten. Het ROCCA (‘real-world outcomes collaborative of CAR-T in adult ALL’)-Consortium, een samenwerkingsverband van 31 centra in de VS, heeft uitkomsten met brexu-cell voor R/R B-ALL in volwassen patiënten in de klinische praktijk geëvalueerd. Dr. Lori Muffly (Stanford University, Stanford CA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde studie hadden (tussen oktober 2021 en oktober 2023) 204 patiënten aferese ondergaan en hadden 189 patiënten brexu-cel gekregen. De mediane duur van follow-up was 11,4 maanden. Tweeënveertig procent van de patiënten kregen brexu-cel in morfologische remissie en voldeden niet aan de inclusiecriteria van ZUMA-3. Brexu-cel resulteerde in complete remissie in 151 patiënten (79,9%) , onder wie 119 (79%) met MRD-negatieve remissie. De mediane progressievrije overleving was 9,5 maanden en de mediane overall survival werd niet bereikt. Graad 3 of 4 CRS werd gezien in 11% en graad 3 of 4 ICANS in 31%. In multivariate analyse hadden patiënten die consoliderende hematopoïetische celtransplantatie kregen superieure PFS vergeleken met patiënten zonder consolidatie of onderhoudstherapie (HR 0,34; 95%-bti 0,14-0,85).

De onderzoekers concluderen dat brexu-cel voor R/R B-ALL in de klinische praktijk resulteerde in hoge percentages patiënten met MRD-negatieve complete respons.

1.Roloff GW, Aldoss I, Kopmar NE et al. Outcomes after brexucabtagene autoleucel administered as a standard therapy for adults with relapsed/refractory B-cell ALL. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter study by the ROCCA Consortium found that brexu-cel as standard treatment resulted in high rates of MRD-negative complete response among adult patients with R/R B-ALL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van inotuzumab ozogamicine en lage-intensiteit chemotherapie voor CD22+ Ph-B-ALL in oudere patiënten (0)
2024-10-18 15:00   ( Nieuws )
Tags:  EWALL-INO trial newly diagnosed CD22+ Ph- B-cell precursor acute lymphoblastic leukemia
Prof. Patrice ChevallierInotuzumab ozogamicine (InO) is een anti-CD22 monoklonaal antilichaam. De multinationale fase 2-studie EWALL-INO evalueerde InO in combinatie met lage-intensiteit chemotherapie voor nieuw-gediagnostiseerd CD22+ Ph- B-cell precursor (BCP) ALL in oudere patiënten (55 jaar of ouder). Prof. Patrice Chevallier (Universiteit van Nantes, Frankrijk) en zijn collega’s van EWALL (European Working Group for Adult Acute Lymphoblastic Leukemia) publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten die in een eerste inductiefase vincristine plus dexamethason en drie injecties InO kregen (0,8 mg/m2 op dag één; 0,5 mg/m2 op dagen acht en vijftien) gevolgd door een tweede inductiefase met cyclofosfamide, dexamethason, en twee injecties InO (0,5 mg/m2 op dagen één en acht). Responders kregen tot zes consolidatiecycli chemotherapie en achttien maanden chemotherapie onderhoud. Het primaire eindpunt was overall survival (OS).

De mediane leeftijd van de 131 geïncludeerde patiënten was 68 jaar. Van de 130 patiënten die de behandeling startten overleden er drie tijdens de eerste inductie (twee multipel orgaanfalen, één bloeding) en van de 120 patiënten die begonnen aan de tweede inductie overleed er geen. Na de tweede inductie had 90% van de patiënten complete remissie (CR) of CR met onvolledig plaatjesherstel (CRp) en had 80% meetbare residuele ziekte (MRD2) <10-4. Onder de 119 patiënten met respons hadden 47 relapse terwijl 14 overleden in CR/CRp. De één-jaars percentages waren 73,2% voor OS, 66% voor relapse-vrije overleving (RFS), en 25% voor cumulatieve incidentie van relapse (CIR). Hoog-risico cytogenetische kenmerken en CD22-expressie lager dan 70% waren geassocieerd met slechtere OS, terwijl hoog-risico cytogenetische kenmerken en MRD ≥ 10-4 geassocieerd waren met lagere RFS en hogere CIR. Tien patiënten ondergingen allotransplantatie na drie consolidatiecycli; deze patiënten hadden zeer gunstige uitkomsten (twee-jaars OS- en RFS-percentages 90%).

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten het gebruik van InO in eerstelijns regimes voor CD22+ Ph- BCP-ALL in oudere patiënten steunen.

1.Chevallier P, Leguay T, DeLord M et al. Inotuzumab ozogamicin and low-intensity chemotherapy in older patients with newly diagnosed CD22+ Philadelphia chromosome-negative B-cell precursor acute lymphoblastic leukemia. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 2 EWALL-INO study found clinical activity and acceptable safety of inotuzumab ozogamicin and low-intensity chemotherapy in older patients with newly diagnosed CD22+ Ph- B-cell precursor ALL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen kenmerken van lichaamssamenstelling en overleving van mPDAC-patiënten (0)
2024-10-18 13:30   ( Nieuws )
Tags:  metastatic pancreatic ductal adenocarcinoma morphomics and survival
Dr. Vaibhav SahaiStudies van de associatie tussen body mass index (BMI) en overleving van patiënten met metastatisch pancreas ductaal adenocarcinoom (mPDAC) hebben uiteenlopende resultaten laten zien. BMI is mogelijk een inadequate maat voor kenmerken van de lichaamssamenstelling (‘morfomica’), waaronder subcutaan en visceraal vet, spier, en fascia, die onafhankelijke biologische rollen en associaties met overleving van mPDAC-patiënten zouden kunnen hebben. Een secundaire analyse van de multinationale fase 3-studie Avenger500 heeft associaties tussen morfomische kenmerken en overleving van mPDAC geïnventariseerd. Dr. Vaibhav Sahai (University of Michigan, Ann Arbor) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

Avenger500 was een gerandomiseerde studie in 74 centra in zes landen, die devimlistat (CPI-613) plus gemodificeerd FOLFIRINOX vergeleek met FOLFIRINOX voor niet-eerder behandeld mPDAC. Eerder dit jaar is gepubliceerd dat er geen significante verschillen waren tussen beide armen voor korte- of lange-termijn uitkomsten van de patiënten. De nu gepubliceerde analyse includeerde 476 (van de 528) Avenger500-patiënten (mediane leeftijd 63 jaar; IQR 56-68; 58.8% mannen; mediane BMI 25,0; IQR 22,1-25,9). De figuur toont de uitkomsten van de analyse. Baseline BMI was niet geassocieerd met overall survival. Meer subcutaan vet was geassocieerd met langere OS. Hogere visceraal-vetdichtheid was geassocieerd met kortere progressievrije overleving en OS. Hogere spier-fascia ratio was geassocieerd met langere PFS en OS.

De onderzoekers concluderen dat de analyse associaties tussen baseline morfomische kenmerken en overlevingsuitkomsten van patiënten met niet-eerder behandeld mPDAC heeft geïnventariseerd.

1.Gunchick V, Brown E, Liu J et al. Morphomics, survival, and metabolites in patients with metastatic pancreatic cancer. JAMA Network Open 2024;7:e2440047

Summary: Secondary analysis of the multinational phase 3 Avenger500 trial found that among patients with mPDAC, body mass index was not associated with survival. Higher visceral fat density, subcutaneous fat area, and muscle-to fascia ratio were associated with survival independent of BMI.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Voedingskwaliteit en risico van progressie naar hogere graad prostaatcarcinoom tijdens actieve surveillance (0)
2024-10-18 12:00   ( Nieuws )
Tags:  diet quality and risk of prostate cancer grade reclassification during active surveillance
Prof. Bruce TrockEr is geen informatie over de impact van de kwaliteit van de voeding op het risico van prostate cancer grade reclassification in mannen die actieve surveillance ondergaan. Het Johns Hopkins active surveillance program is een prospectief cohort van mannen die na een diagnose gunstig-risico prostaatcarcinoom gevolgd worden met actieve surveillance bij Johns Hopkins University (Baltimore MD). Een prospectieve cohortstudie onder mannen in het programma die na diagnose informatie over hun voedingsgewoonten gaven heeft de associatie tussen voedingskwaliteit en het risico van reclassificatie naar hogere graad prostaatcarcinoom geïnventariseerd. Prof. Bruce Trock en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1

Tussen begin 2005 en maart 2017 includeerde de studie 886 mannen (mediane leeftijd bij diagnose 66 jaar; IQR 61-69) met grade group (GG) 1 prostaatcarcinoom die bij diagnose een gevalideerde voedselfrequentievragenlijst beantwoordden en actieve surveillance ondergingen. De onderzoekers berekenden voor alle deelnemers een Healthy Eating Index Index 1999-2000 (HEI)-score en een energie-gecorrigeerde HEI (E-HEI)-score als maat voor adherentie aan de Dietary Guidelines for Americans, en een Dietary Inflammatory Index (DII)-score en energie-gecorrigeerde DII (E-DII)-score als maat voor het inflammatiepotentieel van de voeding.

Na mediaan 6,5 jaar follow-up (IQR 4,0-9,1) hadden 187 mannen (21%) reclassificatie naar GG2 of hoger, inclusief 55 mannen (6%) met reclassificatie naar GG3 of hoger (‘extreme reclassificatie’). De cumulatieve incidentie van reclassificatie was 7% na drie jaar en 33% na tien jaar; de cumulatieve incidentie van extreme reclassificatie was 2% na drie jaar en 10% na tien jaar. Hogere baseline HEI (per 1 SD toename van de score sHR 0,85; p=0,03) en E-HEI 0,86; p=0,047) waren geassocieerd met significant lager risico van reclassificatie; hogere baseline HEI (0,72; p=0,01) en E-HEI (0,73; p=0,01) waren eveneens geassocieerd met significant lager risico van extreme reclassificatie. Baseline DII en E-DII waren niet geassocieerd met risico van reclassificatie of extreme reclassificatie.

De onderzoekers concluderen dat onder mannen die actieve surveillance ondergaan na een diagnose GG1 prostaatcarcinoom kwaliteit van de voeding van invloed kan zijn op het risico van graad-reclassificatie.

1.Su ZT, Mamawal M, Landis PK et al. Diet quality, dietary inflammation potential, and risk of prostate cancer grade reclassification. JAMA Oncol 2024.4406

Summary: A prospective study at Johns Hopkins University (Baltimore, MD) found that among men diagnosed with GG1 prostate cancer and undergoing active surveillance, higher adherence to dietary guidelines recommendations may be associated with a lower risk of grade classification.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van stereotactische radiotherapie voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom (0)
2024-10-17 15:00   ( Nieuws )
Tags:  PACE-B trial localized prostate cancer SBRT
Prof. Nicholas van AsHet is niet duidelijk of stereotactische radiotherapie (SBRT) voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom niet-inferieur is vergeleken met conventioneel-gefractioneerde of matig-hypogefractioneerde radiotherapie (RT) voor het eindpunt biochemisch of klinisch falen. De multinationale fase 3-studie PACE (‘prostate advances in comparative evidence’)-B heeft SBRT vergeleken met controle-RT voor gelokaliseerd prostaatcarcinoom. Prof. Nicholas van As (Royal Marsden Hospital, London UK) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1




PACE-B werd uitgevoerd in 38 centra in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, en Canada. De studie includeerde mannen met stadium T1 of T2 prostaatcarcinoom, een Gleason score 3+4 of lager, en een PSA-niveau van ten hoogste 20 ng/ml. De mannen werden gerandomiseerd naar SBRT (36,25 Gy in vijf fracties over een periode van 1 of 2 weken) of controle-RT (78 Gy in 39 fracties over 7,5 weken of 62 Gy in twintig fracties over 4 weken). Androgeendeprivatietherapie was niet toegestaan. Het primaire eindpunt was de periode van vrijblijven van biochemisch of klinisch falen.

De SBRT-groep telde 433 mannen en de controle-RT groep 441 mannen. De mediane leeftijd van de patiënten was 69,8 jaar en het mediane PSA-niveau was 8.0 ng/ml; de NCCN-risicocategorie was laag voor 8,4% van de patiënten en intermediair voor 91,6%. De mediane follow-up was 74,0 maanden. De vijf-jaars incidentie van vrijblijven van biochemisch of klinisch falen was 95,8% in de SBRT-groep en 94,6% in de controle-RT groep (p=0,004 voor noninferioriteit). De vijf-jaars cumulatieve incidentie van graad 2 of hoger GU-toxiciteit was 26,9% met SBRT en 18,3% met controle-RT (p<0,001) en de vijf-jaars cumulatieve incidentie van graad 2 of hoger GI-toxiciteit was 10,7% respectievelijk 10,2% (p=0,94).

De onderzoekers concluderen dat vijf-fractie SBRT niet-inferieur was aan controle-RT voor het eindpunt biochemisch of klinisch falen, en een werkzame behandelingsoptie kan zijn voor patiënten met laag- tot intermediair-risico gelokaliseerd prostaatcarcinoom.

1.Van As N, Griffin C, Tree A et al. Phase 3 trial of stereotactic body radiotherapy in localized prostate cancer. N Engl J Med 2024;391:1413-1425

Summary: The multinational phase 3 PACE-B trial found that among men with low-risk or intermediate-risk localized prostate cancer, five-fraction SBRT was noninferior to control radiotherapy with respect to biochemical or clinical failure.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)