Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van bevacizumab plus erlotinib voor erfelijk en sporadisch gevorderd papillair niercarcinoom (0)
2025-06-20 15:00   ( Nieuws )
Tags:  hereditary or sporadic pRCC
Dr. Ramaprasad SrinivasanHereditary leiomyomatosis and renal-cell cancer (HLRCC) is een erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door kiemlijm pathogene varianten in het gen voor fumaraathydratase en een verhoogd risico van papillair niercelcarcinoom (pRCC). Er is geen effectieve therapie voor patiënten met gevorderd HLRCC-geassocieerd pRCC, en de meeste patiënten overlijden aan progressie van de ziekte. Een fase 2-studie van het National Cancer Institute (Bethesda MD) heeft de combinatie van bevacizumab en erlotinib voor gevorderd HLRCC-geassocieerd of sporadisch pRCC geëvalueerd. Dr. Ramaprasad Srinivasan en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde 43 patiënten met HLRCC-geassocieerd gevorderd pRCC en 40 patiënten met sporadisch gevorderd pRCC. De patiënten kregen bevacizumab 10 mg/kg lichaamsgewicht iedere twee weken plus erlotinib 150 mg eenmaal daags. Het primaire eindpunt was overall respons; secundaire eindpunten waren progressievrije overleving en overall survival. De figuur laat zien dat onder de patiënten met HLRCC-geassocieerd pRCC respons werd gezien in 31 patiënten (72%; 95%-bti 57-83) met complete respons in twee patiënten; de mediane PFS was 21,1 maanden (15,6-26,6) en de mediane OS 44,6 maanden (32,7-NE). Onder de patiënten met sporadisch pRCC werd respons gezien in 14 patiënten (35%; 95%-bti 22-51) met mediane PFS 8,9 maanden (5,5-18,3) en mediane OS 18,2 maanden (12,6-29,3). De meest-waargenomen treatment-related adverse events waren rash (93%) diarree (89%), en proteïnurie (78%); de meest-waargenomen graad 3 of hoger TRAEs waren hypertensie (34%) en proteïnurie (17%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van bevacizumab en erlotinib antitumoractiviteit had voor gevorderd HLRCC-geassocieerd of sporadisch pRCC.

1.Srinivasan R, Gurram S, Singer EA et al. Bevacizumab and erlotinib in hereditary and sporadic papillary kidney cancer. N Engl J Med 2025;392:2346-2356

Summary: A phase 2 study at the National Cancer Institute (Bethesda, MD) found tolerability and activity of the combination of bevacizumab and erlotinib for advanced HLRCC-associated and sporadic papillary renal-cell carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 2-studie van eerstelijns glofitamab met Pola-R-CHP of R-CHOP voor hoog-risico LBCL in jongere patiënten (0)
2025-06-20 13:30   ( Nieuws )
Tags:  COALITION study
Prof. Michael DickinsonPatiënten met hoog-risico grootcellig B-cel lymfoom (HR-LBCL) hebben minder dan 50% waarschijnlijkheid van genezing met eerstelijns R-CHOP. Glofitamab is een CD20xCD3 bispecifiek antilichaam. De multicenter fase 2-studie COALITION in Australië heeft de combinatie van glofitamab met eerstelijns Pola-R-CHP of R-CHOP voor HR-LBCL in jongere patiënten geëvalueerd. Prof. Michael Dickinson (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten in de leeftijd van 65 jaar of jonger met LBCL en tenminste één HR-kenmerk. De patiënten kregen één cyclus R-CHOP en werden vervolgens gerandomiseerd naar vijf cycli glofitamab-Pola-CHP (n=40) of glofitamab-R-CHOP (n=40) gevolgd door twee cycli glofitamab consolidatie. Recrutering geschiedde voor of na de eerste cyclus R-CHOP om de tijd tussen diagnose en start van de behandeling te bekorten. Het primaire eindpunt was veiligheid/feasibiliteit; responspercentages en overleving waren secundaire eindpunten.

De mediane leeftijd van de tachtig patiënten was 58 jaar, en het mediane totale metabole tumorvolume was 842 cm3. De behandeling begon mediaan veertien dagen na de diagnose. Meer dan 95% van de patiënten voltooiden de therapie en de mediane relatieve doseringsintensiteit was hoger dan 94%. Cytokine release syndrome werd gezien in 21% van de patiënten en was graad 2 of lager en manageable. De overall response rate was 100% en de complete reponse rate was 98%. De mediane duur van follow-up was 20,7 maanden; de twee-jaars percentages voor progressievrije overleving en overall survival waren 86% respectievelijk 92%.

De onderzoekers dat de combinatie van glofitamab met eerstelijns Pola-R-CHP of R-CHOP feasible was en resulteerde in hoge responspercentages in jonger patiënten met HR-LBCL.

1.Minson A, Verner E, Giri P et al. Glofitamab combined with Pola-R-CHP or R-CHOP as first therapy in younger patients with high-risk large B-cell lymphoma: results from the COALITION study. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 2 COALITION study in Australia found that the combination of glofitamab with first-line R-CHOP or Pola-R-CHP was deliverable and resulted in high rates of durable response in a population of younger patients with high-burden, hihg-risk LBCL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van anlotinib plus irinotecan als tweedelijns therapie voor extensief-stadium SCLC met recidief binnen zes maanden (0)
2025-06-20 11:51   ( Nieuws )
Tags:  extensive-stage small cell lung cancer
Prof. Bing XiaEr is geen effectieve behandeling bekend voor patiënten met extensief-stadium kleincellig longcarcinoom (ES-SCLC) met recidief binnen zes maanden na eerstelijns behandeling. Een fase 2-studie van Hangzhou Cancer Hospital (Hangzhou, China) heeft de combinatie van anlotinib plus irinotecan voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Bing Xia en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1

De studie includeerde 37 patiënten met progressie binnen zes maanden na eerstelijns platina-gebaseerde chemotherapie (n=24) of na eerstelijns combinatie van chemotherapie en immuuntherapie (n=13). De patiënten kregen ten hoogste vier drie-weekse cycli kregen van anlotinib 12 mg eenmaal daags op dagen één tot en met veertien en irinotecan 65 mg/m2 op dagen één en acht gevolgd door anlotinib onderhoudstherapie. Het primaire eindpunt was objective response rate. De ORR was 62,2% (23/37) en de disease control rate was 91,9% (34/47). De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving 4,5 maanden was (95%-bti 3,5-5,6) en de mediane overall survival 7,2 maanden (5,9-10,1) met langere PFS en OS voor patiënten met later recidief na eerstelijns behandeling. Deze figuur laat zien dat de combinatie even werkzaam was in de groepen patiënten na alleen-chemotherapie en na chemotherapie plus immuuntherapie. Slechts drie patiënten (8,5%) hadden graad 3 adverse events, te weten trombocytopenie, leukopenie, en anemie.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van anlotinib plus irinotecan een werkzame en tolerabele tweedelijns behandeling is voor ES-SCLC patiënten met recidief binnen zes maanden na eerstelijns therapie.

1.Zhang M, Tang Y, Liang J et al. Combination of anlotinib and irinotecan as second-line therapy in extensive-stage small-cell lung cancer relapsed within six months: a single-arm phase II study. Lung Cancer 2025.108630

Summary: A phase 2 trial in Hangzhou (China) found that the combination of anlotinib and irinotecan is an effective and well tolerated second-line therapy for ES-SCLC with relapse within 6 months of first-line therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 3-studie van neoadjuvant en adjuvant pembrolizumab voor lokaal-gevorderd HNSCC (0)
2025-06-19 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-689 LA HNSCC pembrolizumab
Prof. Ravindra UppaluriEen standaard-behandeling voor lokaal-gevorderd squameus celcarcinoom van hoofd en hals (LA-HNSCC) is chirurgie en adjuvante radiotherapie met of zonder concurrent cisplatine. De multinationale fase 3-studie KEYNOTE-689 heeft toevoeging van neoadjuvant en adjuvant pembrolizumab voor LA-HNSCC geëvalueerd. Prof. Ravindra Uppaluri (Brigham and Women’s Hospital, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in The New England Journal of Medicine.1

De studie includeerde patiënten met LA-HNSCC die 1:1 werden gerandomiseerd naar 2 cycli neoadjuvant en 15 cycli adjuvant pembrolizumab 200 mg iedere drie weken toegevoegd aan standaard-zorg (pembrolizumabgroep) of alleen standaard-zorg (controlegroep). Het primaire eindpunt was gebeurtenisvrije overleving (EFS), sequentieel bepaald in deelnemers met PD-L1 combined positive score 10 of hoger (CPS-10 populatie), 1 of hoger (CPS-1 populatie), alle deelnemers.

De pembrolizumabgroep bestond uit 363 deelnemers, onder wie 234 met CPS ≥ 10 en 347 met CPS ≥ 1, en de controlegroep uit 351 deelnemers, onder wie 231 met CPS ≥10 en 335 met CPS ≥ 1. Chirurgie werd voltooid in ongeveer 88% van de deelnemers in beide groepen. De figuur laat zien dat onder alle deelnemers het drie-jaars EFS-percentage 57,6% was in de pembrolizumabgroep en 46,4% in de controlegroep (HR 0,73; p=0,008). In de CPS-10 populatie was het drie-jaars EFS-percentage 59,8% versus 45,9% (HR 0,66; p=0,004) en in de CPS-1 populatie 58,2% versus 44,9% (HR 0,70; p=0,003). Graad 3 of hoger treament-related adverse events werend gerapporteerd voor 44,6% van de patiënten in de pembrolizumabgroep en 42,9% van de patiënten in de controlegroep (graad 5: 1,1% versus 0,3%).

De onderzoekers concluderen dat toevoeging van perioperatief pembrolizumab aan standaard-zorg voor LA-HNSCC resulteerde in significante verlenging van de EFS, en dat neoadjuvant pembrolizumab geen effect had op waarschijnlijkheid van voltooiing van chirurgie.

1.Uppalari R, Haddad RI, Tao Y et al. Neoadjuvant and adjuvant pembrolizumab in locally advanced head and neck cancer. N Engl J Med 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 KEYNOTE-689 trial found that the addition of perioperative pembrolizumab to standard care for locally advanced HNSCC improved event-free survival, while neoadjuvant pembrolizumab did not affect the likelihood of surgical completion.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Analyse van associatie tussen vroeg ctDNA en overleving van ICI-behandeld metastatisch colorectaalcarcinoom (0)
2025-06-19 13:30   ( Nieuws )
Tags:  SAMCO-PRODIGE 54
Prof. Julien TaïebHet is niet duidelijk of niveaus van circulerend tumor DNA voorspellend zijn voor progressievrije overleving en overall survival onder patiënten die immuuncheckpointremmers krijgen voor dMMR/MIS-H metastatisch colorectaalcarcinoom. Een vooraf-gespecificeerde secundaire analyse van de gerandomiseerde SAMCO-PRODIGE 54 studie, in 49 centra in Frankrijk, heeft de prognostische en predictieve rol van ctDNA in deze patiënten geëvalueerd. Prof. Julien Taïeb (Université Paris Cité) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1

De analyse includeerde patiënten die avelumab of standaard chemotherapie kregen voor dMMR/MSI-H mCRC. Bij aanvang van de behandeling (T1) en een maand later (T2) stonden de patiënten bloedmonsters af voor ctDNA-analyse. Er waren 99 patiënten met analyseerbare monsters op T1 en 74 patiënten met analyseerbare bloedmonsters op T2. Onder de 99 patiënten met T1-monsters waren ctDNA-niveaus niet voorspellend voor klinische uitkomsten. Verandering in ctDNA tussen T1 en T2 (afsnijpunt mediane waarde) was significant geassocieerd met PFS (HR 2,98; p<0,001) en OS (HR 3,61; p<0,001). Deze associatie was meer evident in de groep patiënten die avelumab kregen (PFS HR 4,22; p=0,001; OS HR 17,40; p<0,001) dan in de groepe patiënten die chemotherapie kregen (PFS HR 2,09; p=0,04; OS HR 1,51; p=0,38). Avelumab versus chemotherapie verbeterde de PFS in patiënten met gunstige ctDNA-respons (HR 0,33; p=0,008) maar niet in patiënten met ongunstige ctDNA-respons (HR 1,32; p=0,42). In multivariate analyse was gebrek aan ctDNA-respons geassocieerd met verhoogd risico van progressie of overlijden in de avelumabgroep (HR 7,27; p=0,001) maar niet in de chemotherapiegroep (HR 1,61; p=0,30).

De onderzoekers concluderen dat vroege verandering in ctDNA-niveau voorspellend was voor lange-termijn uitkomsten onder ICI-behandelde patiënten met dMMR/MSI-H mCRC.

1.Taïeb J, Sullo FG, Lecanu A et al. Early ctDNA and survival in metastatic colorectal cancer treated with immune checkpoint inhibitors. A secondary analysis of the SAMCO-PRODIGE 54 randomized clinical trial. JAMA Oncol 2025.1646

Summary: Secondary analysis of the French multicenter randomized SAMCO-PRODIGE 54 trial found that among patients with dMMR/MSI-H mCRC treated with ICIs, change in ctDNA at 1 month post-treatment can predict long-term outcomes.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van adjuvante chemoradiotherapie voor mondholte squameus celcarcinoom met extranodale extensie (0)
2025-06-19 12:00   ( Nieuws )
Tags:  OSCC ENE adjuvant CRT
Dr. John de AlmeidaExtranodale extensie (ENE) in squameus celcarcinoom van de mondholte (OSCC) is een ongustig prognostisch kenmerk en wordt gezien als een indicatie voor adjuvante chemoradiotherapie (CRT). Een retrospectieve studie in vier centra in Australië, Canada, en de Verenigde Staten heeft de rol van adjuvante CRT in OSCC met mineure (≤2 mm) en majeure (>2 mm) ENE geëvalueerd. Dr. John de Almeida (Princess Margaret Cancer Centre, Toronto) en collega’s publiceren de studie in JAMA Otolaryngology – Head & Neck Surgery.1

De studie includeerde 126 patiënten met mineure ENE en 243 patiënten met majeure ENE. Onder de patiënten met mineure ENE kregen 50 patiënten adjuvante chemotherapie aan hun behandeling toegevoegd; dit was het geval voor 116 patiënten met majeure ENE. In multivariate analyse was chemotherapie niet geassocieerd met betere locoregionale controle, ziektevrije overleving, en overall survival onder de patiënten met mineure ENE. Onder de patiënten met majeure ENE was toevoeging van chemotherapie wel geassocieerd met betere ziektevrije overleving (HR 0,58; 95%-bti 0,41-0,81) en overall survival (0,61; 0,38-0,98).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met OSCC toevoeging van adjuvante chemotherapie aan de behandeling geassocieerd was met betere uitkomsten onder patiënten met majeure ENE, maar niet onder patiënten met mineure ENE.

1.Manojlovic-Kolarski M, Su S, Weinreb I et al. Adjuvant chemoradiotherapy for oral cavity SCC with minor and major extranodal extension. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2025.1721

Summary: A retrospective cohort study at 4 centers in 3 countries found that among patients with oral cavity squamous cell carcinoma, adjuvant chemoradiotherapy was beneficial in patients with major extranodal extension but not in patients with minor extranodal extension.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lokale craniële bestraling plus derde-generatie TKIs voor EGFR-gemuteerd NSCLC met hersenmetastasen (0)
2025-06-18 15:00   ( Nieuws )
Tags:  EGFR-mutated NSCLC with BMs LCR plus third generation TKIs LM-DFS
Dr. Linbo CaiEr is geen duidelijkheid over de waarde van lokale craniële bestraling (LCR) in combinatie met derde-generatie TKIs voor EGFR-gemuteerd niet-kleincellig longcarcinoom met hersenmetastasen (BM). Een retrospectieve studie van Guangdong Sanjiu Brain Hospital (Guangzhou, China) heeft onderzocht of deze behandeling kan resulteren in verlenging van de leptomeningeale (LM)-ziektevrije overleving. Dr. Linbo Cai (en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

De studie includeerde patiënten met EGFR exon 19 del of exon 21 L858R gemuteerd NSCLC met LM tussen begin 2018 en eind 2023. Onder de 93 geïncludeerde patiënten waren er 60 die tijdens de periode van BM tot LM alleen derde-generatie TKIs hadden gekregen en 33 die TKIs plus LCR hadden gekregen. Deze figuur laat zien dat zowel voor (panel A) als na (panel B) propensity score matching de LM-ziektevrije overleving significant langer was in de LCR+TKI groep dan in de alleen-TKI groep. De twee-jaars LM-percentages waren 45,5% versus 78,3% onder alle patiënten (p<0,01) en 50,0% versus 76,8% onder de gematchte patiënten (p=0,02).

De onderzoekers concluderen dat toevoegen van LCR aan derde-generatie TKIs voor EGFR-gemuteerd NSCLC met hersenmetastasen de LM-ziektevrije overleving verbeterde.

1.Wang Q, Wang H, Hong W et al. Local cranial radiation combined with third-generation tyrosine kinase inhibitors improve leptomeningeal metastasis disease-free survival in patients with EGFR-mutated non-small cell lung cancer and brain metastasis. J Neuro-Oncol 2025-05045-6

Summary: A retrospective study at Guangdong Sanjiu Brain Hospital (Guangzhou, China) found that addition of local cranial radiation to third-generation TKIs improved leptomeningeal disease-free survival among patients with EGFR-mutated NSCLC with brain metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve cohortstudie van behandelingen en uitkomsten na platina-gebaseerd chemotherapie en anti-PD-(L)1 voor aNSCLC (0)
2025-06-18 13:30   ( Nieuws )
Tags:  advanced non-small cell lung cancer platinum-based chemotherapy and anti-PD-(L)1
Prof. Vamsidhar VelchettiEr zijn weinig effectieve behandelingen voor gevorderd of metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (a/m NSCLC). Een retrospectieve cohortstudie die gebruik maakte van gegevens in een US-brede database heeft behandelingen en uitkomsten na platina-gebaseerde chemotherapie en anti-PD-(L)1 therapie voor a/m NSCLC in volwassen patiënten geïnventariseerd. Prof. Vamsidhar Velchetti (New York University) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde 1793 volwassen patiënten die tussen begin 2018 en eind 2023 tweede- of derdelijns behandeling kregen voor a/m NSCLC, met mediane follow-up van 7,8 maanden (range 0 tot 65,0). De patiënten hadden een ECOG performance status 0 of 1, en hadden platina-gebaseerde chemotherapie en anti-PD-(L)1 behandeling gekregen in de eerste lijn (gecombineerd) of in de eerste en tweede lijn (sequentieel). De mediane tijd van diagnose gevorderde ziekte en start van de index-behandeling was 10,5 maanden (range 1,1-103,8).

De meest-gebruikte index-behandelingen waren docetaxel plus ramucirumab (17,5% van de patiënten), docetaxel monotherapie (8,8%), en carboplatine plus paclitaxel (7,6%). De mediane tijd van start tot discontinuering van de index-therapie was 3,71 maanden (95%-bti 3,48-3,94) met een mediane progressievrije overleving 5,29 maanden (5,03-5,52) en mediane overall survival 11,20 maanden (10,48-11,93). In exploratieve analyses waren deze uitkomsten numeriek korter onder patiënten die chemotherapie monotherapie als index-behandeling kregen vergeleken met de overall groep, en numeriek langer onder patiënten die immuuntherapie of chemotherapie plus immuuntherapie kregen als index-behandeling.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten de behoefte aan nieuwe behandelingen voor deze patiënten onderstrepen.

1.Velchetti V, Moore J, Solem CT. Treatments and outcomes after platinum-based chemotherapy and anti-PD-(L)1 in NSCLC. JAMA Network Open 2025;8:e2514527

Summary: A retrospective cohort study using data from a US nationwide database investigated treatments and outcomes after platinum-based chemotherapy and anti-PD-(L)1 therapy for advanced or metastatic NSCLC. In this study of 1793 patients receiving various treatments, median time to treatment discontinuation was 4 months, median progression-free survival was 5 months, and median overall survival was 11 months.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)