Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 2-studie van curatieve strategie voor hoog-risico smeulend myeloom (0)
2024-07-24 12:00   ( Nieuws )
Tags:  high-risk smoldering myeloma
Dr. Maria-Victoria MateosEerdere studies hebben laten zien dat vroege behandeling van hoog-risico smeulend myeloom progressie naar multipel myeloom kan vertragen. Een multicenter fase 2-studie in Spanje heeft onderzocht of een behandeling die wordt gebruikt voor nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom curatief kan zijn onder patiënten met hoog-risico smeulend myeloom. Dr. Maria-Victoria Mateos (Hospital Universitario de Salamanca) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie includeerde patiënten (leeftijd 18 tot en met 70 jaar) met hoog-risico smeulend myeloom (twee-jaars risico van progressie hoger dan 50%). De patiënten kregen inductietherapie met carfilzomib, lenalidomide, en dexamethason (KRd), gevolgd door hoge-dosering melfalan autologe stamceltransplantatie (HDM-ASCT), twee KRd-consolidatiecycli, en twee jaar onderhoudsbehandeling met Rd. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met niet-detecteerbare meetbare residuele ziekte (uMRD) na ASCT. Een secundair eindpunt was uMRD-status vier jaar na ASCT.

De studie includeerde 90 patiënten met een mediane follow-up van 70,1 maanden (range 28,4-89,9). Drie maanden na ASCT had 62% van de patiënten uMRD, en vier jaar na ASCT was deze uMRD-status behouden gebleven in 31%. Progressie tot multipel myeloom werd gezien in vijf patiënten, en biochemische progressie in 36 patiënten. Niet-bereiken van uMRD aan het eind van de behandeling voorspelde biochemische progressie. Het 70-maands overall survival percentage was 92%. Neutropenie en infecties waren de meest-frequente adverse events, resulterend in één geval van behandelingsgerelateerd overlijden. Drie patiënten hadden volgende primaire maligniteiten.

De onderzoekers concluderen dat deze curatieve benadering resulteerde in een veelbelovend percentage van 31% van de patiënten met uMRD-status vier jaar na HDM-ASCT.

1.Mateos M-V, Martinez-López J, Rodriguez Otero P et al. Curative strategy for high-risk smoldering myeloma: carfilzomib, lenalidomide, and dexamethasone (KRd) followed by transplant, KRd consolidation, and Rd maintenance. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: A multicenter phase 2 trial in Spain evaluated a curative approach for high-risk smoldering myeloma, resulting in uMRD-status in 31% of patients four years after stem-cell transplantation.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 4-studie van eerstelijns pembrolizumab plus carboplatine en paclitaxel voor R/M HNSCC (0)
2024-07-23 15:00   ( Nieuws )
Tags:  KEYNOTE-B10
Dr. Marcin DzienisDe standaard eerstelijns behandeling voor recidiverend of metastatisch squameus celcarcinoom van hoofd en hals (R/M HNSCC) is pembrolizumab plus platina en fluorouracil (FU). FU is echter geassocieerd met potentiële uitdagingen, zoals continu vier-daags infuus, hoge kosten, en cardiovasculaire en gastroïntestinale toxiciteiten. De multinationale fase 4-studie KEYNOTE-B10 evalueerde eerstelijns pembrolizumab plus carboplatine en paclitaxel voor R/M HNSCC. Dr. Marcin Dzienis (Gold Coast University Hospital, Southport, Australië) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1


KEYNOTE-B10 werd uitgevoerd in 33 centra in Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, en de Verenigde Staten. De studie includeerde volwassen patiënten met niet-eerder behandeld R/M HNSCC ongeacht de PD-L1 status. De patiënten kregen ten hoogste 35 cycli intraveneus pembrolizumab 200 mg iedere drie weken, plus ten hoogste 6 cycli carboplatine AUC 5 mg/ml/min, en naar keus van de lokale onderzoeker intraveneus paclitaxel 100 mg/m2 op dagen één en acht of 175 mg/m2 op dag één iedere drie weken. Het primaire eindpunt was centraal geblindeerd beoordeelde objectieve respons.

Van de 149 gescreende patiënten werden er 101 behandeld. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse was de mediane follow-up 18,9 maanden (range 9,1-27,0). Respons werd gezien in 49 van 101 patiënten (ORR 48%; 95%-bti 38,4-58,7), met complete respons in zeven patiënten. De figuur laat zien dat na een jaar 20,7% van de patiënten nog respons had (A), dat na een jaar 12,1% nog progressievrij was (B), en dat na een jaar 52,3% nog in leven was (C). Graad 3 tot en met 5 treatment-related adverse events werden gezien in 75% van de patiënten. Drie patiënten (3%) overleden aan oorzaken die door de lokale onderzoekers werden beoordeeld als samenhangend met de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van pembrolizum met carboplatine en paclitaxel als eerstelijns behandeling van R/M HNSCC veelbelovende antitumor werkzaamheid en een manageable veiligheidsprofiel had.

Summary: The multinational phase 4 KEYNOTE-B10 trial found that the combination of pembrolizumab plus carboplatin and paclitaxel had promising antitumor activity and a manageable safety profile in first-line R/M HNSCC.






  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Liquide biopten voor detectie van minimaal residuele ziekte in patiënten met vroeg-stadium colorectaalcarcinoom (0)
2024-07-23 13:30   ( Nieuws )
Tags:  UK TRACC Part B early CRC liquid biopsies for detecting MRD
Dr. Naureen StarlingAfwezigheid van postoperatief circulerend tumor DNA (ctDNA) identificeert patiënten die na resectie van colorectaalcarcinoom (CRC) een laag risico van recidief hebben en die mogelijk kandidaat zijn voor deëscalatie van adjuvante chemotherapie (ACT). De UK TRACC Part B studie is de tot op heden grootste studie die aan de hand van ctDNA-niveau minimaal-residuele ziekte (MRD)-status in patiënten met vroeg-stadium CRC bepaalt. Dr. Naureen Starling (The Royal Marsden, London) en collega’s publiceren de studie in Clinical Cancer Research.1

TRACC (‘tracking mutations in cell-free tumor DNA to predict relapse in early colorectal cancer’) includeerde patiënten met stadium I tot en met III resectabel CRC. Prospectieve plasmamonstername voor ctDNA-bepaling vond plaats voor en na de chirurgie, na ACT, iedere drie maanden in het eerste jaar en iedere zes maanden in het tweede en derde jaar, met jaarlijkse imaging. Het primaire eindpunt was de associatie tussen ctDNA-detectie na de chirurgie en het twee-jaars recidiefvrije overlevings (RFS)-percentage.

Tussen november 2016 en september 2022 includeerde TRACC Part B 1203 patiënten. Voor de nu gepubliceerde analyse werd MRD-status aan de hand van ctDNA bepaald in 997 plasmamonsters van 214 patiënten. Honderddrieënveertig patiënten waren evalueerbaar voor het primaire eindpunt (1,4% stadium I, 44,8% stadium II, en 53,8% stadium III). De mediane follow-up was 30,3 maanden. Het twee-jaars RFS-percentage was 91,1% in de groep patiënten met niet-detecteerbaar postoperatief ctDNA, en 50,4% in de groep patiënten met detecteerbaar postoperatief ctDNA (HR 6,5; p<0,0001). De mediane lead time van ctDNA-detectie en radiologisch recidief was 7,3 maanden (IQR 3,3-12,5).

De onderzoekers concluderen dat MRD-detectie in liquide biopten recidief voorspelt in patiënten met stadium I tot en met III CRC. UK TRACC Part C onderzoekt momenteel de mogelijkheid van ACT-deëscalatie in patiënten met niet-detecteerbaar postoperatief ctDNA.

1.Slater S, Bryant A, Aresu M et al. Tissue-free liquid biopsies combining genomic and methylation signals for minimal residual disease detection in patients with early colorectal cancer from the UK TRACC Part B study. Clin Cancer Res 2024-0226

Summary: The UK TRACC Part B trial found that tissue-free MRD detection with longitudinal sampling predicts recurrence in patients with stage I to III CRC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Informatie over maligniteiten: veranderingen in vertrouwen in health agencies van de Amerikaanse overheid in het COVID-19 tijdperk (0)
2024-07-23 12:00   ( Nieuws )
Tags:  change in trust in US government health agencies
Dr. Sanjay SheteHet publieke vertrouwen in de overheid van de Verenigde Staten is suboptimaal, maar health agencies hebben tot voor kort een aanzienlijk vertrouwen genoten. Een analyse van een nationaal representatieve survey (US Health Information National Trends Survey; HINTS) in 2020 (HINTS 5) en 2022 (HINTS 6) heeft het niveau van vertrouwen in van deze instellingen afkomstige informatie over maligniteiten onder volwassen inwoners van de Verenigde Staten onderzocht. Dr. Sanjay Shete (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Network Open.1

De 2020-survey had 3582 respondenten (responspercentage 37,7%) en de 2022-survey had 5979 respondenten (responspercentage (28,1%). In 2022 vergeleken met 2020 was er een significante afname van het percentage respondenten die aangaven vertrouwen te hebben in de door de overheidsinstellingen verstrekte informatie over maligniteiten (70,1%; 95%-bti 68,1-72,0% vergeleken met 77,8%; 95%-bti 75,4-80,0). Het percentage respondenten met vertrouwen nam eveneens af onder respondenten in de leeftijd van 18 tot 35 jaar; respondenten met college opleiding, non-Hispanic White respondenten, onder respondenten met een jaarinkomen van $ 75.000 of hoger, onder mannelijke respondenten, en onder urbane respondenten.

De onderzoekers concluderen dat in de Verenigde Staten tijdens de COVID-19 pandemie het algemene vertrouwen in door de overheid verstrekte informatie over maligniteiten aanzienlijk is afgenomen.

1.Chido –Amajuoyi OG, Talluri R, Oneyaka HK et al. Change in trust in US government health agencies for cancer information in the COVID-19 era. JAMA Network Open 2024;7:e2423744

Summary: Comparison of results of US Health Information National Trends Survey (HINTS) in 2020 and 2022 showed a significant decrease in public trust in cancer information distributed by US government health agencies.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Werkzaamheid en veiligheid van anti-PD-1 ICIs plus chemoradiotherapie voor lokaal-gevorderd nasofarynxcarcinoom (0)
2024-07-22 15:00   ( Nieuws )
Tags:  LA NPC anti-PD-1 plus CRT
De standaard eerstelijns behandeling voor lokaal-gevorderd nasofarynxcarcinoom (LA-NPC) is chemoradiotherapie (CRT). Een retrospectieve studie in het Eerste Geaffilieerde Ziekenhuis van Zhengzhou Universiteit (volgens deze bron het grootste ziekenhuis ter wereld; meer dan tienduizend bedden) heeft de combinatie van anti-PD-1 immuuncheckpointremming plus CRT voor LA-NPC geëvalueerd. Prof. Daoke Yang en collega’s publiceren de studie in Cancer Medicine.1

De studie werd uitgevoerd in twee delen. In het eerste deel werden 40 LA-NPC patiënten die eerstelijns anti-PD-1 plus CRT kregen (observatiegroep) vergeleken met 70 LA-NPC patiënten die alleen eerstelijns CRT kregen (controlegroep). Na drie maanden follow-up was objectieve respons gezien in 75% van de patiënten in de observatiegroep en 40% van de patiënten in de controlegroep (p<0,001). De figuur laat zien dat overall survival, progressievrije overleving, en afstandsmetastasevrije overleving, maar niet de locoregionaal-recidiefvrije overleving, significant langer waren in de observatiegroep dan in de controlegroep. Treatment-related adverse events waren in beide groepen voornamelijk graad 1 of 2. Alleen voor gastroïntestinale TRAEs was er een significant verschil tussen beide groepen (p=0,027). In het tweede deel van de studie werden 88 patiënten vergeleken die verschillende typen anti-PD-1 behandeling plus CRT kregen. De overall ORR was 53,4%. De hoogste ORR werd gezien met tislelizumab (63,3%) en camrelizumab (56,8%).

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van eerstelijns anti-PD-1 plus CRT voor LA-NPC kan resulteren in verbetering van de uitkomsten.

1.Shi S, Li B, Zhou P et al. Analysis of the clinical efficacy and safety of anti-PD-1 immune checkpoint inhibitors in locally advanced nasopharyngeal cancer. Cancer Medicine 2024.4.7359

Summary: A trial at the First Affiliated Hospital of Zhengzhou University (China) found promising efficacy of the first-line combination of anti-PD-1 immune checkpoint inhibition and chemoradiotherapy for locally advanced nasopharyngeal carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Uitkomsten met gerichte therapie of immuuntherapie voor huid- of viscerale metastasen van melanoom (0)
2024-07-22 13:30   ( Nieuws )
Tags:  metastatic melanoma TT ICIs
Prof. Andrea ForschnerHet is bekend dat verschillende metastatische orgaansystemen uiteenlopende response kunnen hebben op immuuncheckpointremmers (ICIs). Een studie van Eberhard-Karls Universität (Tübingen, Duitsland) heeft respons van huid- en viscerale metastasen van melanoom op ICI’s en gerichte therapie (TT) in dezelfde patiënt geïnventariseerd. Prof. Andrea Forschner en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

Onder de 1957 melanoompatiënten die tussen begin 2021 en oktober 2023 in Tübingen werden behandeld waren er 119 met huidmetastasen van wie 89 systemische behandeling kregen. Tijdens de follow-up werden in 32 patiënten viscerale metastasen gezien. De overall response rate van huidmetastasen op eerstelijns ICI was 44.1%, terwijl de ORR van viscerale metastasen op ICIs 55,1% was (p=0,77). De ORR van huidmetastasen op TT was 57,1% en de ORR van viscerale metastasen op TT was 38,5% (p=0,59). De figuur toont de progressievrije-overlevingsresultaten. De PFS-percentages van huidmetastasen behandeld met ICI was 28,9% na zes maanden en 16,5% na twaalf maanden. De PFS-percentages van met ICI behandelde viscerale metastasen was 40,4% na zes maanden en 29,5% na twaalf maanden. De PFS-percentages van TT-behandelde huidmetastasen waren 56,5% na zes maanden en 33,9% na twaalf maanden. De PFS-percentages van TT-behandelde viscerale metastasen waren 25,0% na zes maanden en 18,8% na twaalf maanden.

De onderzoekers concluderen dat in patiënten met metastatisch melanoom huidmetastasen en viscerale metastasen verschillende respons hebben op ICIs en TT.

1.Forschner A, Nanz L, Maczey-Leber Y et al. Response and outcome of patients with melanoma skin metastases and immune checkpoint inhibition. Int J Cancer 2024.35103

Summary: A retrospective study at the University of Tübingen (Germany) found that in patients with metastatic melanoma, skin metastases and visceral metastases respond differently to immune checkpoint inhibitors and targeted therapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

SEER-database analyse van overlevingsimpact van adjuvante chemotherapie na radicale nefro-ureterectomie voor UTUC (0)
2024-07-22 12:00   ( Nieuws )
Tags:  upper tract urothelial carcinoma adjuvant chemotherapy after RNU
Dr. Francesco Di BelloEr is geen duidelijkheid over de waarde van adjuvante chemotherapie (AC) na radicale nefroureterectomie (RNU) voor upper tract urothelial carcinoma (UTUC). Een analyse van de SEER-database heeft overleving met of zonder AC geïnventariseerd na RNU in patiënten met pT2-4 UTUC. Dr. Francesco Di Bello (Université de Montréal, Canada) en collega’s publiceren de analyse in Annals of Surgical Oncology.1

In de database voor de periode 2007 tot en met 2020 identificeerden de onderzoekers 1995 UTUC-patiënten, onder 804 (40%) RNU plus AC kregen en 1191 (60%) alleen RNU. In de loop van de tijd nam gebruik van AC significant toe (estimated annual percentage change 4,5%; p<0,001). Deze toename werd gezien onder TanyN0 patiënten (van 28,8%% naar 50,0%; EAPC 7,8%) en onder TanyN1-2 patiënten (van 50,0% naar 70,9%; EAPC 2,3%; p=0,002). Onder de 691 patiënten met TanyN1-2 ziekte was de mediane ziektespecifieke overleving (CSM) 31 maanden met AC vergeleken met 16 maanden zonder AC (p<0,0001), en was AC onafhankelijk voorspellend voor lagere CSM (HR 0,64; p<0,001). Onder TanyN0 patiënten was AC niet geassocieerd met CSM.



De onderzoekers concluderen dat gebruik van AC na RNU voor UTUC tussen 2007 en 2020 is toegenomen, en geassocieerd was met betere CSM onder patiënten met lymfeklierpositieve ziekte maar niet onder patiënten met lymfekliernegatieve ziekte.

1.Di Bello F, Janello LMI, Siech C et al. Adjuvant systemic therapy improved survival after radical nephroureterectomy for upper tract urothelial carcinoma. Ann Surg Oncol 2024-15814-8

Summary: Analysis of the SEER database found that after radical nephrourecterectomy for upper tract urothelial carcinoma, adjuvant chemotherapy was associated with significantly lower cancer-specific mortality in lymph node-positive patients (N1-2) but not in lymph node-negative patients (N0).


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Lange-termijn effecten van eenmalige flexibele sigmoïdoscopie screening op incidentie en mortaliteit van colorectaalcarcinoom (0)
2024-07-21 15:00   ( Nieuws )
Tags:  UK Flexible Sigmoidoscopy Screening trial 21-year follow-up
Prof. Amanda CrossFlexibele sigmoïdoscopie screening is geassocieerd met verlaging van de incidentie en mortaliteit van colorectaalcarcinoom (CRC), maar er is geen duidelijkheid over de duur van deze bescherming. De gerandomiseerde UK Flexible Sigmoidoscopy Screening studie heeft CRC-incidentie en –mortaliteit tijdens 21 jaar follow-up na eenmalige sigmoïdoscopie geïnventariseerd. Prof. Amanda Cross (Imperial College London) en collega’s publiceren de resultaten in The Lancet Gastroenterology & Hepatology.1

De studie recruteerde mannen en vrouwen in de leeftijd van 55 tot 65 jaar uit eerstelijns-praktijken die aangesloten waren bij 14 ziekenhuizen. Deelnemers die aangaven dat ze sigmoïdoscopie wilden ondergaan, mits daartoe uitgenodigd, werden 2:1 gerandomiseerd naar een controlegroep (geen verder contact; n=113.195) of een interventiegroep (eenmalige flexibele sigmoïdoscopie; n=57.237). Onder de deelnemers die werden uitgenodigd voor de screening ondergingen 71% daadwerkelijk flexibele sigmoïdoscopie. Primaire eindpunten waren CRC-incidentie en –mortaliteit.

De figuur laat de 21-jaars follow-up resultaten zien. De cumulatieve CRC-incidentie was 3,18% in de interventiegroep versus 4,16% in de controlegroep (HR 0,76; 95%-bti 0,72-0,81); de cumulatieve CRC-mortaliteit was 0,97% versus 1,33% (0,75; 0,67-0,83); de effecten van de screening waren vooral evident in het distale colorectum (0,59; 0,54-0,64) maar niet in het proximale colon (0,98; 0,91-1,07). De HR voor CRC incidentie was lager in mannen (HR 0,70; 95%-bti 0,65-0,76) dan in vrouwen (0,86; 0,79-0,93; p voor interactie 0,0007). Leeftijd had geen impact op het effect van de interventie.

De onderzoekers concluderen dat eenmalige flexibele sigmoïdoscopie resulteert in verlaging van de CRC-incidentie en –mortaliteit over een periode van tenminste twee decennia.

1.Wooldrage K, Robbins EC, Duffy SW, Cross AJ. Long-term effects of once-only flexible sigmoidoscopy screening on colorectal cancer incidence and mortality: 21-year follow-up of the UK Flexible Sigmoidoscopy Screening randomised controlled trial. Lancet Gastroenterol Hepatol 2024-00190-0

Summary: The UK Flexible Sigmoidoscopy Screening Trial found that once-only flexible sigmoidoscopy reduced colorectal cancer incidence and mortality over a period of at least two decades.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)