Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Fase 2-studie van ramucirumab plus somatostatine-analoog therapie voor gevorderde neuro-endocriene tumoren (0)
2025-01-22 13:00   ( Nieuws )
Tags:  NET ramucirumab plus somatostatin analog therapy
Dr. Kimberly PerezGoed-gedifferentieerde neuro-eondocriene tumoren (NET) zijn sterk-gevasculariseerde tumoren die worden gekenmerkt door expressie van vascular endothelial growth factor (VEGF). Een fase 2-studie in vier centra in Boston (Dana-Farber Cancer Institute, Boston University,Massachusetts General Hospital, en Harvard Medical School) heeft de activiteit van het op VEGF receptor-2 (VEGFR-2) gerichte monoklonaal antilichaam ramucirumab in combinatie met somatostatine-analoog therapie voor gevorderd extra-pancreas NET geëvalueerd. Dr. Kimberly Perez (Dana-Farber) en collega’s publiceren de studie in The Oncologist.1

De studie includeerde 43 patiënten, ongeacht het aantal eerdere lijnen behandeling. De primaire tumorlocaties waren dunne darm (46%), long (23%), thymus (7%), rectum (2%), nier (1%) of onbekend (18%). De patiënten hadden ECOG performance status 0 of 1. De patiënten kregen intraveneus ramucirumab 8 mg/kg op dagen één en vijftien van vier-weekse cycli, in combinatie met octreotide long-acting release depot of lanreotide. De behandeling werd voorgezet tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was progressievrije overleving. De figuur laat zien dat de mediane progressievrije overleving (A) 14,2 maanden was (95%-bti 9,0-25,6), terwijl de mediane overall survival (B) 24,9 maanden bedroeg (20,7-43,1). De meest-voorkomende all-grade adverse events waren vermoeidheid (84%; graad 3: 35%) en hypertensie (84%; graad 2: 12%).

De onderzoekers concluderen dat ramucirumab in combinatie met somatostatine-analoog therapie werkzaam en veilig was voor patiënten met gevorderd extrapancreas NET.

1.Perez K, Kulke MH, Zheng H et al. A phase II study of ramucirumab and somatostatin analog therapy in patients with advanced neuroendocrine tumors. The Oncologist 2025, oyae364

Summary: A single-arm, phase 2 trial at four centers in Boston, MA, found activity and tolerability of the combination of ramucirumab and somatostatin analog therapy for advanced extrapancreatic neuroendocrine tumors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale noninferioriteits fase 3-studie van thermale ablatie versus resectie voor kleine colorectale levermetastasen (0)
2025-01-21 16:00   ( Nieuws )
Tags:  COLLISION trial small CLM thermal ablation versus surgical resection
Prof. Martijn MeijeringOnder patiënten met kleine (ten hoogste 3 cm) levermetastasen van colorectaalcarcinoom (CLM) zijn er aanwijzingen voor minder ongunstige bijwerkingen en sneller herstel na thermale ablatie dan na chirurgische resectie. De multinationale noninferioriteits fase 3-studie COLLISION, in veertien centra in België, Italië, en Nederland heeft uitkomsten met thermale ablatie versus resectie vergeleken. Prof. Martijn Meijerink (Amsterdam UMC) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Oncology.1

De studie includeerde volwassen patiënten met ten hoogste tien kleine CLM, zonder extrahepatische metastasen, en een ECOG performance status 2 of beter. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar thermale ablatie (n=146) of chirurgische resectie (n=150). Bij de eerste interimanalyse was de mediane duur van follow-up 28,9 maanden (IQR 0,3-77,8). De mediane overall survival werd in geen van beide groepen bereikt, met een OS-HR voor thermale ablatie versus chirurgische resectie van 1,05 (p=0,83). De lokale controle was niet inferieur in de ablatiegroep (HR 0,13; p=0,057). De veiligheid was superieur in de ablatiegroep vergeleken met de chirurgiegroep, met adverse events in 19% versus 46% (p<0,0001) en ernstige AEs in 7% versus 20%. Er waren geen behandelingsgerelateerde gevallen van overlijden in de ablatiegroep vergeleken met drie in de chirurgiegroep. De studie werd na de eerste interimanalyse voortijdig gestopt wegens het bereiken van de vooraf-gedefinieerde criteria voor beëindiging.

De onderzoekers concluderen dat de aanname dat thermale ablatie gereserveerd dient te blijven voor niet-resectabele CLMs aan herziening toe is.

1.Van der Lei S, Puijk RS, Dijkstra M et al. Thermal ablation versus surgical resection of small-size colorectal liver metastases (COLLISION): an international, randomised, controlled, phase 3 non-inferiority trial. Lancet Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 3 noninferiority COLLISION trial found noninferiority of thermal ablation versus surgical resection for small-sized (≤ 3 cm) colorectal liver metastases.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Pan-tumor analyse van obesitasparadox in immuuncheckpointblokkade (0)
2025-01-21 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ICIs obesity paradox
Dr. Mark YarchoanObesitas is een risicofactor voor het ontwikkelen van maligniteiten maar is ook geassocieerd met betere uitkomsten na behandeling met immuuncheckpointremmers, een fenomeen dat bekend staat als de obesitasparadox. Een prospectieve studie van Johns Hopkins University (Baltimore MD) heeft gezocht naar mechanismen die deze paradox kunnen verklaren. Dr. Mark Yarchoan en collega’s publiceren de studie in het Journal for ImmunoTherapy of Cancer.1

De studie includeerde 94 patiënten met gevorderde of metastatische solide tumoren die standaard-ICIs kregen, onder wie 30 (32%) met een BMI 30 kg/m2 of hoger bij aanvang van de behandeling en 64 (68%) met een BMI 18,5-30 kg/m2; patiënten met ondergewicht werden geëxcludeerd. De onderzoekers namen seriële perifeer-bloedmonsters voor de bepaling van de concentratie van 37 cytokines en voor het karakteriseren van immuuncelclusters.

De figuur laat zien dat vergeleken met de groep van niet-obese patiënten de groep van obese patiënten betere progressievrije overleving (na twaalf maanden 51,7% versus 26,5%; HR 0,44; p=0,01) en overall survival (na twaalf maanden 88,5% versus 58,0%; HR 0,24; p=0,02) had. Er waren 86 patiënten met beschikbare cytokine-gegevens (27 obese patiënten en 59 niet-obese patiënten). Obese patiënten hadden bij aanvang van de behandeling significant lagere serum IL-15 niveaus en tijdens de behandeling significant lagere serum IL-6, IL-8, en IL-15 niveaus. Laag on-treatment niveau van IL-6 (HR 0,27; p=0,03) en IL-8 (0,19; p=0,01) waren geassocieerd met betere overall survival. Obese patiënten hadden lagere niveaus van T effector cellen met verlaagde expressie van cytotoxiciteitsmarkers en hogere expressie van uitputtingsmarkers, zowel bij baseline als on-treatment.

De onderzoekers concluderen dat obese versus niet-obese patiënten met maligniteiten uiteenlopende immunologische respons op ICIs hebben.

1.Alden SL, Charmsaz S, Li H et al. Pan-tumor analysis to investigate the obesity paradox in immune checkpoint blockade. J ImmunoTher Cancer (2025) 2024-009734

Summary: A prospective study at Johns Hopkins University (Baltimore, MD) found that obese compared with non-obese patients with cancer have divergent immunological responses to ICIs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prognostische en klinische relevantie van contrast enhancement op preoperatieve MRI in WHO graad 2 oligodendroglioom (0)
2025-01-21 12:54   ( Nieuws )
Tags:  ODG CE
Er is geen duidelijkheid over de prognostische en klinische relevantie van contrast enhancement (CE) op preoperatieve MRI in WHO graad 2 oligodendroglioom (ODG). Een retrospectieve studie van Capital Medical University (Beijing, China) heeft de associatie van CE met klinische uitkomsten geïnventariseerd. Dr. Dabiao Zhou en collega’s publiceren de studie in het Journal of Neuro-Oncology.1

De studie includeerde 258 patiënten die tussen begin 2009 en eind 2016 in het Tiantan Ziekenhuis van de universiteit werden behandeld voor graad 2 ODG met IDH-mutatie en 1p/19q-codeletie. CE op preoperatieve MRI werd gezien in 133 patiënten (51,6%). De CE-groep had vergeleken met de niet-CE groep significant slechtere progressievrije overleving (mediaan 133 maanden versus NR; p=0,001) en overall survival (p=0,021). In multivariate analyse was aanwezigheid van CE een onafhankelijke prognostische factor. Factoren die geassocieerd waren met hogere incidentie van sterke CE waren non-frontal lobe locatie, hogere Ki-67 index, en 1q/19p polysomie.

De onderzoekers concluderen dat CE op preoperatieve MRI een prognostische marker is in WHO graad 2 ODG.

1.Zhao X, Zhang Y, Wang Y et al. Prognostic and clinical significance of contrast enhancement in WHO grade 2 oligodendrogliomas. J Neuro-Oncol (2025) 024-04929-3

Summary: A retrospective study at Capital Medical University (Beijing, China) found that contrast enhancement on preoperative MRI is a valuable prognostic marker in WHO grade 2 oligodendrogliomas.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van overlevingsuitkomsten met adjuvante chemotherapie voor intrahepatisch cholangiocarcinoom (0)
2025-01-20 16:00   ( Nieuws )
Tags:  IHC adjuvant chemotherapy
Dr. Jeremy SharibGerandomiseerde studies hebben laten zien dat adjuvante chemotherapie geassocieerd is met betere overleving van patiënten met galwegcarcinoom. Het is niet duidelijk of dit ook het geval is in de subset van patiënten met intrahepatisch cholangiocarcinoom (IHC). Een retrospectieve analyse van datasets van twee instituten en de National Cancer Database heeft de associatie van adjuvante chemotherapie voor IHC met recidief en overall survival geïnventariseerd. Dr. Jeremy Sharib (Duke) en collega’s publiceren de analyse in Annals of Surgical Oncology.1

In de datasets van Duke University Medical Center (Durham NC) en Memorial Sloan Kettering Cancer Center ( New York NY) identificeerden de onderzoekers 347 patiënten die resectie voor IHC ondergingen, onder wie 149 patiënten (43%) die adjuvante cytotoxische chemotherapie kregen. Recidief werd gezien in 222 patiënten (64%). De recidiefvrije overleving was slechter in de patiënten die adjuvante chemotherapie kregen (p=0,04) hoewel in beide groepen de lever het meest frequente orgaan van recidief was. De mediane overall survival was 42 maanden in de groep met adjuvante chemotherapie en 49 maanden in de groep zonder adjuvante chemotherapie (p=0,13). In de NCDB identificeerden de onderzoekers 1159 patiënten die resectie voor IHC ondergingen. Ook onder deze patiënten was adjuvante chemotherapie niet geassocieerd met betere overall survival (mediaan 49 versus 57 maanden; p=0,1).

De onderzoekers concluderen dat na resectie voor IHC adjuvante chemotherapie niet geassocieerd was met betere overleving.

1.Sharib J, Rhodin KE, Liu A et al. Adjuvant cytotoxic chemotherapy may not be associated with a survival advantage for resected intrahepatic cholangiocarcinoma. Ann Surg Oncol (2025) 024-16799-0

Summary: Retrospective analysis of a bi-institutional dataset and the National Cancer Database found that after resection of intrahepatic cholangiocarcinoma, adjuvant chemotherapy was not associated with reduced recurrence and improved overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Longitudinale cohortstudie van lange-termijn gebruik van lage-dosering aspirine voor preventie van maligniteiten (0)
2025-01-20 14:30   ( Nieuws )
Tags:  low-dose aspirin use cancer prevention
Prof. Kelvin TsoiEr zijn aanwijzingen dat frequent gebruik van lage-dosering aspirine geassocieerd is met verlaging van het risico van mortaliteiten. Een bevolkings-gebaseerde cohortstudie in Hong Kong heeft deze associatie gekwantificeerd. Prof. Kelvin Tsoi (The Chinese University of Hong Kong) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1

De onderzoekers identificeerden 538.147 aspirinegebruikers (80 mg per dag voor 90%; gemiddelde leeftijd 64,8 jaar) tussen begin 2000 en eind 2019. Deze gebruikers werden 1:2 voor leeftijd en geslacht gematcht met niet-gebruikers (n=968.378). De duur van follow-up was 9.543.399 persoonsjaren. Gebruik van aspirine was geassocieerd met verlaagd risico van maligniteiten (sHR 0,92; 95%-bti 0,91-0,94) en verlaagde met maligniteiten samenhangende mortaliteit (0,80; 0,79-0,82). Gebruik van aspirine gedurende langer dan 10 jaar was geassocieerd met verlaagd risico van longcarcinoom (sHR 0,56; 95%-bti 0,51-0,60), mammacarcinoom (0,34; 0,29-0,38), en colorectaalcarcinoom (0,37; 0,33-0,40) maar niet van blaascarcinoom en leukemie.

De onderzoekers concluderen dat gebruik van lage-dosering aspirine geassocieerd was met verlaging van het risico van maligniteiten en daarmee samenhangende mortaliteit (graphical abstract).

1.Lam A, Hao Z, Yiu K et al. Long-term use of low-dose aspirin for cancer prevention: a 20-year longitudinal cohort study of 1,506,525 Hong Kong residents. Int J Cancer 2025.35331

Summary: A population-based longitudinal cohort study in Hong Kong found that use of low-dose aspirin was associated with lower risk of cancer, with even stronger association for use longer than 10 years.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van cryotherapie voor preventie van perifere neuropathie door (nab)-paclitaxel voor mammacarcinoom (0)
2025-01-20 13:00   ( Nieuws )
Tags:  BC PN cryotherapy
Dr. Prashant Ashok KumarCryotherapie is een niet-invasieve strategie voor preventie van perifere neuropathie (PN) onder patiënten die chemotherapie krijgen voor mammacarcinoom (BC), maar de werkzaamheid van deze benadering is niet bewezen. Een meta-analyse van gepubliceerde studies heeft cryotherapie voor PN-preventie onder BC-patiënten die paclitaxel of nab-paclitaxel krijgen geëvalueerd. Dr. Prashant Ashok Kumar (George Washington University, Washington DC) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

De onderzoekers identificeerden veertien voor het onderwerp relevante gerandomiseerde studies die voldeden aan de inclusiecriteria van de meta-analyse. De gepoolde cryotherapiegroep telde 326 patiënten en de gepoolde controlegroep 170 patiënten. CTCAE graad 2 of hoger PN werd gezien in 81 patiënten in de cryotherapiegroep (24,9%) en in 72 patiënten in de controlegroep (42,4%). Het relatief risico (RR) van graad 2 of hoger PN in de cryotherapiegroep vergeleken met de controlegroep was 0,45 (p=0,0031). Het RR voor sensorische PN was 0,19 (p=0,009) en het RR voor motor PN was 0,18 (p=0,0491). Het RR voor Patient Neurotoxicity Questionnaire score D of hoger (ernstige neuropathie) was 0,24 (p=0,0035). Koude-intolerantie was het meest-gerapporteerde adverse effect van cryotherapie, met een prevalentie van 15%.

De onderzoekers concluderen dat onder BC-patiënten die paclitaxel of nab-paclitaxel kregen gebruik van cryotherapie resulteerde in verlaging van het voorkomen van graad 2 of hoger PN met 55%.

1.Kumar PA, Sampat P, Sandhu M et al. A meta-analysis of the utility of cryotherapy for preventing peripheral neuropathy among breast cancer patients receiving paclitaxel and nab-paclitaxel. Breast Cancer Res Treat (2025) 024-07597-z

Summary: Meta-analysis of 14 studies found that among patients receiving paclitaxel or nab-paclitaxel for breast cancer, use of crytotherapy was associated with decrease of grade 2 or higher peripheral neuropathy by 55%.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van tucatinib plus trastuzumab voor HER2-gemuteerd metastatisch mammacarcinoom (0)
2025-01-19 16:00   ( Nieuws )
Tags:  SGNTUC-019 mBC cohort tucatinib plus trastuzumab
Dr. Paula PohlmannHER2-signalering bevordert de celgroei en differentiatie, en wordt tot overexpressie gebracht in verschillende typen maligniteiten. De multinationale fase-2 basket studie SGNTUC-019 evalueert de combinatie van de HER2-gerichte tyrosinekinaseremmer tucatinib en trastuzumab voor HER2-veranderde solide maligniteiten. Dr. Paula Pohlmann (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren in Nature Medicine resultaten in het cohort van patiënten met metastatisch mammacarcinoom (mBC).1

Het cohort bestond uit 31 patiënten die tenminste één eerdere lijn behandeling hadden gekregen in de metastatische setting. De mediane leeftijd was 64,0 jaar (range 43-76), en het mediane aantal eerdere lijnen in de gevorderde setting was 3 (range 1-7). De patiënten kregen tucatinib plus trastuzumab, en de HR-positieve patiënten kregen ook fulvestrant. Het primaire eindpunt was overall response rate. De overall response rate was 41,9% (90%-bti 26,9-58,2) met duur van respons 12,6 maanden (4,6-NE) en responsen in patiënten met uiteenlopende HER2-mutaties. De mediane progressievrije overleving en overall survival waren 9,5 maanden (90%-bti 5,4-13,8) respectievelijk 30,1 maanden (15,9-NE). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen.

De onderzoekers concluderen dat het chemotherapievrije regime van tucatinib plus trastuzumab klinisch relevante antitumoractiviteit met duurzame responsen heeft laten zien onder eerder-behandelde patiënten met HER2-gemuteerd mBC.

1.Okines AFC, Curigliano G, Mizuno N et al. Tucatinib and trastuzumab in HER2-mutated metastatic breast cancer: a phase 2 basket trial. Nature Med (2025) 024-03462-0

Summary: In the metastatic breast cancer cohort of the multinational phase 2 basket SGNTUC-019 trial, the chemotherapy-free regimen of tucatinib and trastuzumab showed clinically meaningful antitumor acitvity with durable responses and favorable tolerability in pretreated patients with HER2 mutations.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)