Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Multicenter fase 1b-studie van gedatolisib plus palbociclib en endocriene therapie voor HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (0)
2024-03-28 12:55   ( Nieuws )
Tags:  HR+ HER2- aBC gedatolisib plus palbociclb and ET
Prof. Rachel LaymanIn patiënten met mammacarcinoom wordt frequent dysregulering van de PI3K-mTOR route gezien. Het is denkbaar dat combinatie van remming van de PI3K-mTOR-route met een CDK4/6-remmer en endocriene therapie (ET) meer effectieve tumorcontrole kan leveren dan standaard-behandelingen. Een multicenter fase 1b-studie in de Verenigde Staten heeft de combinatie van de pan-PI3K-mTOR remmer gedatolisib met de CDK4/6-remmer palbociclib en ET voor HR-positief HER2-negatief gevorderd mammacarcinoom (HR+ HER2- aBC) geëvalueerd. Prof. Rachel Layman (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren resultaten van vier expansiegroepen van de studie in The Lancet Oncology.1

De studie, uitgevoerd in 17 centra, includeerde 103 vrouwen met HR+HER2- aBC en ECOG performance status 0 of 1. De vier expansiegroepen bestonden uit niet-eerder in de gevorderd setting behandelde patiënten (groep A; n=31), patiënten met progressie op één of twee lijnen ET maar CDK4/6-remmer naïef (groep B; n=13), en patiënten met één of meer eerdere lijnen therapie inclusief een CDK4/6-remmer (groep C; n=32; en groep D (n=27). Gedatolisib 180 mg werd intraveneus wekelijks toegediend in 28-daagse cycli in groepen A, B, en C, en op dagen één, acht, en vijftien in groep D. Letrozol (groep A), fulvestrant (groepen B, C, en D) en palbociclib (alle groepen) werden in standaarddoseringen en –schemas gegeven. Het primaire eindpunt was door lokale onderzoekers beoordeelde objectieve respons.

De mediane follow-up was 16,6 maanden in groep A; 11,0 maanden in groep B; 3,6 maanden in groep C; en 9,4 maanden in groep D. De combinatie van gedatolisib, palbociclib, en ET induceerde objectieve respons in 85,2% (90%-bti 69,2-94,8) van de patiënten in groep A; 61,5% (35,5-83,4) van de patiënten in groep B; 25,0% (12,4-41,9) van de patiënten in groep C; en 55,6% (38,2-72,0) van de patiënten in groep D. Ernstige treatment-related adverse events werden gerapporteerd voor 22% van de patiënten; en 9% van de patiënten discontinueerden de behandeling vanwege TRAEs. Er waren geen graad 5 TRAEs.

De onderzoekers concluderen dat de combinatie van gedatolisib met palbociclib en ET veelbelovende ORR induceerde en een acceptabel veiligheidsprofiel had.

1.Layman RM, Han HS, Rugo HS et al. Gedatolisib in combination with palbociclib and endocrine therapy in women with hormone receptor-positive, HER2-negative advanced breast cancer: results from the dose expansion groups of an open-label, phase 1b study. Lancet Oncol 2024;25:474-487

Summary: Results from four expansion cohorts of a multicenter phase 1b trial showed that the combination of gedatolisib with palbociclib and endocrine therapy for HR-positive, HER2-negative advanced breast cancer induced a promising objective response rate compared with published results for standard-of-care therapies and had an acceptable safety profile.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 2-studie van trastuzumab deruxtecan voor metastatisch NSCLC met HER2-overexpressie (0)
2024-03-27 16:00   ( Nieuws )
Tags:  DESTINY-Lung01 HER2-overexpressing mNSCLC T-DXd
Prof. Egbert SmitDESTINY-Lung01 is een multinationale fase 2-studie van het op HER2-gerichte antibody-drug conjugate trastuzumab deruxtecan (T-DXd) voor niet-resectabel of metastatisch niet-kleincellig longcarcinoom (mNSCLC) met HER2-overexpressie of HER2-mutatie. De resultaten van het cohort met HER2-gemuteerd mNSCLC zijn gepubliceerd. Prof. Egbert Smit (LUMC) en collega’s publiceren in The Lancet Oncology resultaten van de cohorten met mNSCLC met HER2-overexpressie.1

De cohorten includeerden volwassen patiënten met niet-squameus mNSCLC na progressie op standaard-behandeling, met HER2 IHC-score 3+ of 2+ (zonder bekende HER2-mutatie) en een ECOG performance score 0 of 1. Patiënten in cohort 1 (n=49) kregen intraveneus T-DXd 6,4 mg/kg iedere drie weken en patiënten in cohort 1A (n=41) kregen intraveneus T-DXd 5,4 mg/kg iedere drie weken. Het primaire eindpunt was centraal-beoordeelde objectieve respons. De mediane duur van behandeling was 4,1 maanden in cohort 1 en 5,5 maanden in cohort 1A; de mediane follow-up was 12,0 respectievelijk 10,6 maanden. In cohort 1 werden bevestigde partiële reponsen gezien in dertien patiënten (ORR 26,5%; 95%-bti 15,0-41,1) en in cohort 1A werden twee complete en twaalf partiële responsen gezien (34,1; 20,1-50,6). Graad 3 of hoger treatment-related adverse events werden gezien in 35 van 90 patiënten (39%). Twee patiënten overleden aan met de behandeling samenhangende oorzaak.

De onderzoekers concluderen dat gelet op de lage antitumoractiviteit van bestaande behandelingen, T-DXd kan voorzien in een unmet need van patiënten met mNSCLC met HER2-overexpressie.

1.Smit EF, Felip E, Uprety D et al. Trastuzumab deruxtecan in patients with metastatic non-small-cell lung cancer (DESTINY-Lung01): primary results of the HER2-overexpressing cohorts from a single-arm, phase 2 trial. Lancet Oncol 2024;25:439-454

Summary: The multinational phase 2 DESTINY-Lung01 trial found promising activity of trastuzumab deruxtecan in patients with HER2-overexpressing metastatic non-small cell lung cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen duur van exclusieve borstvoeding en risico van maligniteiten in kinderen (0)
2024-03-27 14:30   ( Nieuws )
Tags:  exclusive breastfeeding duration risk of childhood cancers
Dr. Signe Holst SøegaardEr zijn aanwijzingen dat borstvoeding beschermt tegen maligniteiten in kinderen, met name ALL. Deze aanwijzingen zijn echter alleen gezien in patiënt-controlestudies. Een bevolkings-gebaseerde cohortstudie in Denemarken heeft de associatie tussen duur van exclusieve borstvoeding en het risico van maligniteiten in kinderen geïnventariseerd. Dr. Signe Holst Søegaard (Kraeftens Bekaempelse, Kopenhagen) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.1

De studie includeerde alle kinderen die tussen begin 2005 en eind 2018 in Denemarken geboren werden en voor wie informatie over duur van exclusieve borstvoeding beschikbaar was. De kinderen werden gevolgd vanaf de leeftijd van één jaar tot diagnose van een maligniteit, loss to follow-up of emigratie, overlijden, leeftijd vijftien jaar, of eind 2020.


Onder de 309.473 geïncludeerde kinderen (51,3% jongens) werd tijdens 1.679.635 persoonsjaren follow-up een maligniteit voor de leeftijd van vijftien jaar gezien in 332 patiënten (0,1%; gemiddelde leeftijd bij diagnose 4,24 ± 2,67 jaar). In 124 patiënten (37,3%) werd een hematologische maligniteit gezien, in 81 van deze patiënten (65,3%) ALL, en in 74 van de ALL-patiënten (91,4%) B-cel precursor ALL (BCP-ALL). Er waren 44 patiënten (13%) met tumoren van het centraal zenuwstelsel, 80 patiënten (24,1%) met solide tumoren, en 84 patiënten (25,3%) met andere maligne neoplasmen. Vergeleken met exclusieve borstvoeding korter dan drie maanden was exclusieve borstvoeding gedurende drie maanden of langer geassocieerd met verlaagd risico van hematologische maligniteiten (aHR 0,66; 95%-bti 0,46-0.95), vooral gedreven door verlaagd risico van BCP-ALL (0,62; 0,39-0,99), maar niet met risico van CBS-tumoren (0,96; 0,51-1,88) of solide tumoren (0,87; 0,55-1,41).

De onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie langere duur van exclusieve borstvoeding geassocieerd was met verlaagd risico van BCP-ALL in kinderen.

1.Holst Søegaard S, Mølgaard Andersen M, Rostgaard K et al. Exclusive breastfeeding duration and risk of childhood cancers. JAMA Network Open 2024;7:e243115

Summary: A population-based cohort study in Denmark found that longer duration of exclusive breastfeeding (ie, for a period of at least 3 months) was associated with reduced risk of childhood B-cell precursor ALL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 3-studie van pazopanib versus placebo in mRCC-patiënten zonder aanwijzing van ziekte na metastasectomie (0)
2024-03-27 13:00   ( Nieuws )
Tags:  ECOG-ACRIN E2810 mRCC pazopanib
Dr. Leonard ApplemanPatiënten zonder aanwijzing van ziekte (NED) na metastasectomie voor metastatisch niercelcarcinoom (mRCC) hebben een hoog risico van recidief. De VEGFR-remmer pazopanib verbetert de progressievrije overleving onder patiënten met mRCC. De multicenter fase 3-studie ECOG-ACRIN E2810 in de Verenigde Staten heeft pazopanib vergeleken met placebo in NED-patiënten na metastasectomie voor mRCC. Dr. Leonard Appleman (University of Pittsburgh PA) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

E2810 includeerde 129 NED-patiënten na metastasectomie. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd naar pazopanib 800 mg eenmaal daags (n=63) of placebo (n=66) voor de duur van 52 weken. Het primaire eindpunt was ziektevrije overleving. Na mediaan 60,5 maanden follow-up waren 83 DFS-gevallen waargenomen. De drie-jaars DFS-overlevingspercentages waren 27,4% in de pazopanibgroep en 21,9% in de placebogroep (HR 0,90; p=0,29). De drie-jaars overall survival percentages waren 81,9% in de pazopanibgroep en 91,4% in de placebogroep (HR 2,55; p=0,012). De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven nam in de pazopanibgroep af tijdens de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat onder mRCC-patiënten zonder aanwijzing van ziekte na metastasectomie, pazopanib vergeleken met placebo niet resulteerde in significant betere DFS en wel in significant slechtere OS.

1.Appleman LJ, Kim SE, Harris WB et al. Randomized, double-blind phase III study of pazopanib versus placebo in patients with metastatic renal cell carcinoma who have no evidence of disease after metastasectomy: ECOG-ACRIN E2810. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 ECOG-ACRIN E2810 trial found that among metastatic renal cell carcinoma patients who had no evidence of disease after metastasectomy, pazopanib compared with placebo was not associated with improved disease-free survival, and was associated with worse overall survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nomogram voor het voorspellen van pathologische respons op neoadjuvante behandeling in lokaal-gevorderd maagcarcinoom (0)
2024-03-26 16:00   ( Nieuws )
Tags:  Neo-CRAG trial LAGC nomogram for predicting pathological respons to neoadjuvant treatment
Dr. Yu-Jing ZhangNeoadjuvante chemotherapie (nCT) of chemoradiotherapie (nCRT) kan de uitkomsten van lokaal-gevorderd maagcarcinoom (LAGC) verbeteren. Een analyse in het cohort van de doorlopende fase 3-studie Neo-CRAG van Sun Yat-sen University Cancer Center (Guangzhou, China) heeft geresulteerd in een nomogram dat de pathologische respons op nCT of nCRT in patiënten met LAGC kan voorspellen. Dr. Yu-Jing Zhang en collega’s publiceren de analyse in Cancer Medicine.1


De analyse includeerde 221 LAGC-patiënten die tussen juni 2013 en augustus 2022 nCT of nCRT ondergingen. De onderzoekers definieerden complete of bijna-complete pathologische regressie en ypN0 als goede respons (GR). GR werd gezien in 54 patiënten (24,4%). De figuur laat zien dat GR geassocieerd was met betere progressievrije overleving en overall survival. Vijf onafhankelijke factoren waren geassocieerd met GR: pretreatment tumordifferentiatie, klinisch T-stadium, monocytengetal, CA724-niveau, en gebruik van nCRT. Het nomogram op basis van deze vijf factoren voorspelde GR met een AUC van 0,777 (95%-bti 0,705-0,850) en een bias-gecorrigeerde AUC van 0,752.

De onderzoekers concluderen dat GR geassocieerd was met betere overlevingsuitkomsten, en dat het nomogram op basis van routinematig beschikbare parameters een sterk GR-voorspellend vermogen heeft.

1.Shao H, Li N, Ling Y-h et al. Nomogram for predicting pathological response to neoadjuvant treatment in patients with locally advanced gastric cancer: data from a phase III clinical trial. Cancer Med 2024.4.7122

Summary: Analysis in the cohort of the ongoing Neo-CRAG trial in China resulted in a nomogram to predict pathological response to neoadjuvant treatment in patients with locally advanced gastric cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Vergelijking van lange-termijn oncologische uitkomsten van centrale lumpectomie en conventionele borstsparende chirurgie (0)
2024-03-26 14:30   ( Nieuws )
Tags:  breast cancer CL versus cBCS
Prof. Wonshik HanCentrale lumpectomie (CL) is een techniek van borstsparende chirurgie (BCS) voor centraal in de borst gelokaliseerde tumoren waarbij resectie van het tepel-areola complex met de tumor plaatsvindt. Een retrospectieve analyse in Zuid-Korea heeft lange-termijn oncologische uitkomsten van CL vergeleken met die van conventionele borstsparende chirurgie (cBCS). Prof. Wonshik Han (Seoel Nationale Universiteit) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 6533 patiënten met invasief mammacarcinoom die tussen begin 2004 en eind 2018 BCS met schone resectiemarges ondergingen. Onder deze patiënten waren er 106 (1,6%) die CL ondergingen. De mediane duur van follow-up was 73,4 maanden. De figuur laat zien dat zowel voor als na 1:3 propensity score matching de CL-groep significant hoger ipsilateral breast tumor recurrence (IBTR)-percentage had dan de cBCS-groep. Er waren echter geen significante verschillen tussen de groepen voor de uitkomsten regionaal recidief, afstandsmetastase, en overall survival.

De onderzoekers concluderen dat voor patiënten met centraal gelokaliseerde tumoren die voorkeur hebben voor borstbehoud, CL gevolgd zorgvuldige surveillance dooroverwogen kan worden.

1.Jung J-J, Cheun J-H, Kim H-K et al. Comparison of long-term oncologic outcomes of central lumpectomy and conventional breast-conserving surgery for invasive breast cancer: propensity score matching analysis. Breast Cancer Res Treat 2024-07297-8

Summary: Retrospective analysis of breast cancer patients in South Korea found that central lumpectomy was associated with a higher ipsilateral breast tumor recurrence rate compared to conventional breast-conserving surgery, while other survival outcomes were comparable.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Impact van klinische en leefstijlkenmerken op overleving van verschillende leeftijdsgroepen van mammacarcinoompatiënten (0)
2024-03-26 13:00   ( Nieuws )
Tags:  female invasive breast cancer patients age at diagnosis clinical and lifestyle characteristics
Dr. Jason LiuDe incidentie van op vroege leeftijd gediagnostiseerd mammacarcinoom (BC) neemt wereldwijd toe. Er is geen informatie over de impact van klinische en leefstijlkenmerken op de prognose van BC gediagnostiseerd in verschillende leeftijdscategorieën. Een retrospectieve analyse in Taiwan heeft deze impact geïnventariseerd. Dr. Jason Liu (Nationale Yang Ming Chiao Tung Universiteit, Taipei) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research and Treatment.1

De analyse includeerde vrouwelijke patiënten met invasief BC gediagnostiseerd tussen begin 2002 en eind 2015, met follow-up tot eind 2020. Het cohort omvatte 8471 jonge patiënten (gediagnostiseerd op de leeftijd van 20 tot 40 jaar), 57.695 patiënten van middelbare leeftijd (40-65), en 14.074 oudere patiënten (65 of ouder). De onderzoekers analyseerden impact van klinische factoren (tumor- en behandelingskenmerken) en leefstijlfactoren (body mass index, roken van sigaretten, en alcoholgebruik) op de vijf-jaars overleving.

De verdeling van de klinische en leefstijlkenmerken was verschillend over de drie leeftijdsgroepen, maar hadden in het algemeen een vergelijkbare richting van associatie met de overleving. Het ontvangen van any behandeling was geassocieerd met langere overleving, met name in de groep oudere patiënten. Ondergewicht bij de initiële behandeling was geassocieerd met slechtere overleving vergeleken met normaal gewicht, met name in de groep oudere patiënten. Huidige rokers hadden slechtere overleving dan nooit-rokers, in de groepen middelbare en oudere patiënten. De vijf-jaars BC-specifieke overleving was niet significant beter onder patiënten in de leeftijd van 45 tot 50 jaar vergeleken met patiënten in de leeftijd van 40 tot 45 jaar, hoewel in Taiwan de aanbevolen leeftijd voor start van screening 45 jaar is.

De onderzoekers concluderen dat deze gegevens bijdragen aan beter begrip van kenmerken en prognose van early-onset en later-onset BC, en van de impact van klinische en leefstijlfactoren.

1.Teng Y-T, Wang YA, Dong Y-H, Liu JJ. Five-year survival prognosis of young, middle-aged, and elderly adult female invasive breast cancer patients by clinical and lifestyle characteristics. Breast Cancer Res Treat 2024-07280-3

Summary: A retrospective analysis in Taiwan evaluated the impact of clinical and lifestyle characteristics on prognosis of young, middle-aged, and elderly adult female invasive breast cancer patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Trends in mortaliteit door subtypen van colorectaalcarcinoom in de Verenigde Staten, 1999 tot en met 2020 (0)
2024-03-25 16:00   ( Nieuws )
Tags:  US CRC mortality trends 1999-2020
Dr. Justin BradyIn de afgelopen twee decennia is de mortaliteit door colorectaalcarcinoom (CRC) in de Verenigde Staten verminderd. Trends in de mortaliteit door verschillende subtypen van CRC zijn echter niet duidelijk. Dr. Justin Brady (Mayo Clinic Arizona, Phoenix) en collega’s publiceren in het International Journal of Cancer een analyse van gegevens in de database van de Wide-Ranging Online Data for Epidemiologic Research van de Centers for Disease Control and Prevention.1

De leeftijd-gestandaardiseerde incidentie van overall CRC daalde in de studieperiode van 26,42 naar 15,98 per 100.000 personen, met een Average Annual Percent Change (AAPC) van -2,41. De figuur laat zien dat de mortaliteit door coloncarcinoom en rectumcarcinoom in de studieperiode daalde, maar dat de leeftijd-gestandaardiseerde mortaliteit (AAMR) door rectosigmoïdcarcinoom significant toenam van 0,82 tot 1,08 per 100.000 personen, met een AAPC van +1,10. Mannen (23,90 per 100.000) en Zwarte personen (26,93 per 100.000) hadden de hoogste AAMRs. De overall AAMR door CRC nam af onder personen in de leeftijd van 50 jaar of ouder, maar nam significant toe van 1,02 tot 1,58 per 100.000 onder personen in de leeftijd van 15 tot en met 49 jaar.

De onderzoekers concluderen dat de overall CRC-mortaliteit afnam, maar dat er toenemende trends waren van mortaliteit door early-onset CRC en rectosigmoïdcarcinoom.

1.Tan JY, Yeo Y-H, Ng WL et al. How have US colorectal cancer mortality trends changed in the past 20 years? Int J Cancer 2024.34926

Summary: Analysis of colorectal cancer mortality data in the USA in the last two decades showed that overall CRC mortality declined, while there were rising trends in mortality due to young-onset CRC and rectosimoid cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)