Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Identficatie van KRAS-G12C remmer-resistentie veroorzakende veranderingen in gevorderd CRC en PDAC (0)
2025-03-04 16:00   ( Nieuws )
Tags:  colorectal cancer pancreatic ductal adenocarcinoma
Dr. Hao XieKRAS driver mutaties worden frequent aangetroffen in gevorderd colorectaalcarcinoom (CRC) en gevorderd pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). KRAS-mutaties zijn geassocieerd met slechte prognose en resistentie tegen chemotherapie. Specifieke remmers van de KRAS-G12C mutatie, die wordt gezien in ongeveer 3% van de CRCs en 1% tot 2% van de PDACs, zijn effectief in sommige patiënten met tumoren die deze mutatie herbergen, maar in veel patiënten wordt resistentie tegen deze remmers gezien hoewel ze niet eerder blootgesteld zijn geweest aan KRAS-G12C remmers. Een analyse in vier cohorten heeft onderzocht welke co-occurring genomische veranderingen de oorzaak kunnen zijn van deze resistentie. Dr. Hao Xie (Mayo Clinic, Rochester MN) en collega’s publiceren de analyse in Clinical Cancer Research.1

De onderzoekers analyseerden circulerend tumor DNA van in totaal 14.344 gevorderd CRC patiënten en 5438 gevorderd PDAC patiënten in twee nationale cohorten (13.603 CRC en 5016 PDAC) en twee Mayo-cohorten (747 CRC en 422 PDAC). Onder de patiënten met KRAS G12C-mutaties werden mede-bestaande veranderingen met resistentiepotentie gezien 46,5% respectievelijk 53,8% van de patiënten in de twee CRC-cohorten en 16,4% respectievelijk36,4% in de twee PDAC-cohorten. De meest-frequent co-occurring veranderingen in alle groepen waren andere non-G12C KRAS-veranderingen; daarnaast werden in de CRC-patiënten ook puntmutaties en amplificaties van NRAS, BRAF, MAPK2K1, en EGFR gezien, terwijl in de PDAC-patiënten ook MYC-amplificaties werden gedetecteerd. Aanwezigheid van deze resistentie-veranderingen was geassocieerd met een trend van slechtere overall survival in KRAS-G12C gemuteerd CRC (p=0,05).

De onderzoekers concluderen dat mede-bestaande resistentieverandering prevalent zijn in KRAS-G12C gemuteerd CRC en PDAC.

1.Jazieh K, Tsai J, Solomon S et al. Identification of candidate alterations mediating KRASG12C inhibitor resistance in advanced colorectal and pancreatic cancer. Clin Cancer Res 2025; epub ahead of print

Summary: Analysis of circulating tumor DNA from four cohorts of advanced CRC and advanced PDAC patients harboring the KRAS-G12C mutation identified co-occurring genomic alterations resulting in resistance to KRAS-G12C inhibitors.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Ibrutinib plus chemo-immuuntherapie voor CLL: predictieve waarde van BCL-2 afhankelijkheid (0)
2025-03-04 14:30   ( Nieuws )
Tags:  ibrutinib plus chemoimmunotherapy for CLL BCL-2 dependence
Dr. Matthew DavidsGenetische biomarkers in CLL kunnen de respons op chemo-immuuntherapie voorspellen, maar zijn minder predictief voor de respons op gerichte therapie. Een multinationale studie heeft de predictieve waarde van BCL-2 afhankelijkheid van CLL voor respons op ibrutinib plus chemo-immuuntherapie geïnventariseerd. Dr. Matthew Davids (Dana-Farber Cancer Institute, Boston MA) en collega’s publiceren de studie in Molecular Cancer.1

In een ontdekkiingscohort van 73 CLL-patiënten zagen de onderzoekers dat sterkere afhankelijkheid van het anti-apoptose eiwit BCL-2 geassocieerd was met prognostisch gunstige genetische biomarkers. BCL-2 afhankelijkheid was sterk geassocieerd met genexpressiepatronen en signaal-routes die wezen op een verhoogde waarschijnlijkheid van respons op behandeling. In cellijnen en monsters van additionele CLL-patiënten toonden de onderzoekers aan dat deze associaties causaal waren. Om deze bevindingen te valideren gebruikten de onderzoekers primaire CLL-cellen van 54 patiënten die deelnamen aan een prospectieve fase 2-studie van de BTK-remmer ibrutinib in combinatie met chemo-immuuntherapie (fludarabine, cyclofosfamide en rituximab), en zagen dat in dit validatiecohort hogere BCL-2 afhankelijkheid voorspellend was voor gunstige klinische respons, onafhankelijk van de genetische kenmerken van de CLL-cellen.

De onderzoekers concluderen dat de studie aannemelijk maakt dat BCL-2 afhankelijkheid van CLL een potentiële predictieve marker is voor respons op ibrutinib plus chemo-immuuntherapie.

1.Chong SJF, Lu J, Valentin R et al. BCL-2 dependence is a favorable predictive marker of response to therapy for chronic lymphocytic leukemia. Molecular Cancer 2025-02260-7

Summary: A multinational study found that BCL-2 dependence is a potential predictive biomarker of treatment response in CLL.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multinationale fase 1a-studie van zongertinib voor gevorderde solide tumoren met HER2-veranderingen (0)
2025-03-04 13:05   ( Nieuws )
Tags:  Beamion LUNG-1 zongertinib
Dr. John V. HeymachHER2-veranderingen worden gezien in veel solide maligniteiten, waaronder niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). De multinationale fase 1-studie Beamion LUNG-1 evalueerde de HER2-selectieve tyrokinaseremmer zongertinib (aka BI 1810631 voor volwassen patiënten met lokaal-gevorderd of metastatisch NSCLC en andere solide tumoren. Dr. John Heymach (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

Fase 1a evalueerden zongeritinib tweemaal daags in doseringen 15 tot en met 150 mg of éénmaal daags in doseringen 60 tot 360 mg. Op het moment van data cutoff voor de nu gepubliceerde analyse waren 105 patiënten behandeld. Er waren twee doseringslimiterende toxiciteiten; de hoogst-verdragen dosering werd niet bereikt. De aanbevolen doseringen voor nader onderzoek waren 120 mg tweemaal daags en 240 mg éénmaal daags. Treatment-related adverse events werden gezien in 82% van de patiënten; graad 3 en hoger TRAEs in 10%. De figuur laat zien dat de door lokale onderzoekers beoordeelde overall response rate over alle doseringen en tumoren 30% (95%-bti 23-40) was, met mediane duur van respons 12,7 maanden (6,9-NR); onder de 54 patiënten met NSCLC was de bevestigde ORR 35% (24-49). Antitumoractiviteit werd ook gezien in patiënten die eerder HER2-gerichte therapie hadden gekregen, met ORR 28%. Onder NSCLC-patiënten die zongertinib eenmaal daags kregen was de mediane progressievrije overleving 17,2 maanden (95%-bti 8,3-NR).

De onderzoekers concluderen dat zongertinib een manageable veiligheidsprofiel had, en preliminaire antitumoractiviteit heeft laten zien onder patiënten met HER2-veranderde tumoren, onder wie patiënten het HER2-gemuteerd gevorderd NSCLC.

1.Heymach JV, Opdam F, Barve M et al. HER2-selective tyrosine kinase inhibitor, zongertinib (BI1810631), in patients with advanced/metastatic solid tumors with HER2 alterations: a phase 1a dose-escalation study. J Clin Oncol 2025; epub ahead of print

Summary: The multinational phase 1a Beamion LUNG-1 trial found manageable safety and preliminary antitumor activity of the HER2-selective tyrosinekinase inhibitor zongertinib in patients with avanced HER2-altered solid tumors, including HER2-mutant NSCLC.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Incidentie en prognostische relevantie van neurologische symptomen in patiënten met hersenmetastasen van mammacarcinoom (0)
2025-03-03 16:00   ( Nieuws )
Tags:  BCBM neurologic symptoms
Dr. Anna BerghoffBestaande prognostische modellen voor hersenmetastasen van mammacarcinoom (BCBM) houden geen rekening met neurologische symptomen. Een retrospectieve studie van de Medische Universiteit Wenen heeft incidentie en prognostische relevantie van neurologische symptomen bij de BCBM-diagnose geïnventariseerd. Dr. Anna Berghof en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Cancer.1

In de Vienna Brain Metastasis Registry identificeerden de onderzoekers 716 BCBM-patiënten tussen begin 1992 en eind 2020. De figuur toont resultaten van de studie. Tachtig procent (573/716) van de patiënten hadden neurologische symptomen bij de BCBM-diagnose (a). Het percentage asymptomatische BCBM-patiënten nam in de loop van de tijd niet-significant toe (b), de BM-vrije overleving verschilde niet significant tussen symptomatische en niet-symptomatische patiënten (c), en de percentages symptomatische patiënten verschilden significant tussen de verschillende subtypen (d). Deze figuur laat zien dat asymptomatische patiënten langere mediane overall survival hadden dan symptomatische patiënten (p<0,05): HR+ BC 29 versus 9 maanden; HER2+ BC 24 versus 12 maanden; en TN BC 12 versus 6 maanden. In multivariabele analyse was aanwezigheid van neurologische symptomen bij diagnose een onafhankelijke voorspeller van de OS vanaf het moment van BCBM-diagnose (HR 1,6; p<0.001).

De onderzoekers concluderen dat de neurologische-symptoombelasting bij de BCBM-diagnose voorspellend is voor de overleving.

1.Steindl A, Zach C, Berchtold L et al. Prognostic relevance of the neurological symptom burden in brain metastases from breast cancer. Br J Cancer 2025-02967-w

Summary: A retrospective study at the Medical University Vienna (Austria) found that the neurological symptom burden has prognostic relevance among patients with brain metastases from breast cancer.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Perioperatieve en lange-termijn uitkomsten van robotische, laparoscopische, en open chirurgie voor rectumcarcinoom (0)
2025-03-03 14:30   ( Nieuws )
Tags:  rectal cancer surgery
Dr. Lior SegevLange-termijn oncologische uitkomsten na robotische chirurgie voor rectumcarcinoom zijn niet goed bekend. Een retrospectieve studie van het Chaim Sheba Ziekenhuis in Tel Hashomer (Israël) heeft perioperatieve en lange-termijn oncologische uitkomsten van robotische, laparoscopische, en open chirurgie voor rectumcarcinoom geïnventariseerd. Dr. Lior Segev en collega’s publiceren de studie in Cancers.1


De studie includeerde 526 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2020 chirurgie ondergingen voor rectumcarcinoom. De mediane leeftijd was 64 jaar (range 31-89). De robotische groep telde 103 patiënten, de open groep 144, en de laparoscopische groep 279. De robotische groep had een hoger percentage patiënten met laag rectumcarcinoom (24,3% versus 12,7% versus 6%; p<0,001), lokaal-gevorderde tumoren (65,5% versus 51,2% versus 50,2%; p=0,004), en een hoger percentage patiënten die neoadjuvante radiotherapie kregen (70,9% versus 54,2% versus 39,5%; p<0,001). De open groep had een hoger percentage intraoperatieve complicaties (23,2% vergeleken met 10,7% in de robotische groep en 13,5% in de laparoscopische groep; p=0,011), langer verblijf in het ziekenhuis (gemiddeld 10 versus 7 versus 8 dagen; p<0,001) en hoger percentage postoperatieve complicaties (76% versus 68,9% versus 59,1%; p=0,002). De figuur laat zien dat er geen significante verschillen tussen de groepen waren in overlevingsuitkomsten.

De onderzoekers concluderen dat de drie benaderingen resulteerden in vergelijkbare lange-termijn oncologische uitkomsten, en dat open chirurgie geassocieerd was met meer perioperatieve morbiditeit. De robotische benadering is een veilige en effectieve keus in chirurgie voor rectumcarcinoom.

1.Laks S, Goldenshluger M, Lebedeyev A et al. Robotic rectal cancer surgery: perioperative and long-term oncological outcomes of a single-center analysis compared with laparoscopic and open approach. Cancers 2025;17:859

Summary: A retrospective study in Israel found that robotic, laparoscopic, and open surgery for rectal cancer had similar long-term oncological outcomes, while the open approach was associated with higher rates of perioperative morbidity.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Meta-analyse van studies van adjuvante chemotherapie voor gelokaliseerd resectabel STS van romp en extremiteiten (0)
2025-03-03 13:00   ( Nieuws )
Tags:  soft tissue sarcoma adjuvant chemotherapy
Dr. Santiago Lozano-CalderonEr is geen consensus over de rol van adjuvante chemotherapie voor patiënten met gelokaliseerd resectabel wekedelensarcoom (STS). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde studies heeft de waarde van adjuvante chemotherapie voor deze patiënten geïnventariseerd, met ziektevrije overleving en overall survival als eindpunten. Dr. Santiago Lozano-Calderon (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s publiceren de analyse in Cancer.1




In de literatuur vonden de onderzoekers 19 voor het onderwerp relevante RCTs die aan de inclusiecriteria van de meta-analyse voldeden. De studies telden tezamen 2128 patiënten. In meta-analyse was adjuvante chemotherapie geassocieerd met significant betere ziektevrije overleving (HR 0,78; p=0,002) en overall survival (HR 0,80; p=0,002). Adjuvante doxorubine-gebaseerde monotherapie was geassocieerd met significant betere DFS (HR 0,74; p=0,003) en OS (HR 0,80; p=0,01) terwijl doxorubine-ifosfamide combinatietherapie niet geassocieerd was met significant betere DFS (HR 0,94; p=0,770) en OS (HR 0,78; p=0,078).

De onderzoekers concluderen dat de analyse gebruik van adjuvante chemotherapie voor gelokaliseerd resectabel STS steunt, hoewel de heterogeniteit van STSs individuele afwegingen van profijt en risico’s wenselijk maakt.

1.Goh MH, Gonzalez MR, Heiling HM et al. Adjuvant chemotherapy in localized, resectable extremity and truncal soft tissue sarcoma and survival outcomes – A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Cancer 2025.35792

Summary: Systematic review and meta-analysis of randomized controlled trial found OS and DFS benefit of adjuvant chemotherapy with adjuvant chemotherapy in the treatment of localized, resectable soft tissue sarcomas of extremities or trunk.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Chinese multicenter fase 2-studie van pirtobrutinib voor recidiverende of refractaire B-cel maligniteiten (0)
2025-03-02 16:00   ( Nieuws )
Tags:  R R B-cell malignancies pirtobrutinib
Prof. Jun ZhuPirtobrutinib is een selectieve reversibele (niet-covalente) Bruton tyrosinekinaseremmer (BTKi). Een fase 2-studie in negentien centra in China heeft pirtobrutinib geëvalueerd voor eerder-behandelde recidiverende of refractaire (R/R) B-celmaligniteiten. Prof. Jun Zhu (Peking University Cancer Hospital & Institute, Beijing) en collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1


De studie includeerde volwassen patiënten in drie cohorten. De patiënten kregen oraal pirtobrutinib 200 mg monotherapie eens per dag, tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was overall response rate. Deze figuur laat zien dat in het cohort van 35 patiënten met mantelcellymfoom (MCL) die eerder behandeld waren met covalente BTKi (cBTKi) de ORR 62,9% bedroeg (95%-bti 44,9-78,5). Deze figuur laat zien dat in dit cohort de mediane duur van respons na mediaan 12,0 maanden follow-up nog niet bereikt was, terwijl de mediane progressievrije overleving 6,8 maanden was en de mediane overall survival 15,5 maanden. In het cohort van 11 patiënten met CLL/SLL die eerder covalente BTKi hadden gekregen was de ORR 63,6% (95%-bti 30,8-89,1) met een twaalf-maands duur-van-responspercentage 83,3%. Onder de 87 patiënten in de veiligheidspopulatie waren de meest-gerapporteerde adverse events anemie (32,2% van de patiënten) en verlaagd neutrofielengetal (31,0%). Graad 3 of hoger bloeding werd gezien in 2,3% van de patiënten en er waren geen gevallen van atriumfibrilleren.

De onderzoekers concluderen dat pirtobrutinib klinisch relevante werkzaamheid had in cBTKi-voorbehandelde patiënten met R/R MCL en voorlopige antitumorwerkzaamheid heeft laten zien voor cBTKi-voorbehandelde patiënten met CLL/SLL, en over het algemeen goed werd verdragen.

1.Liu Y, Lin N, Yi S et al. Pirtobrutinib in Chinese patients with relapsed or refractory B-cell malignancies: a single-arm, open-label, phase 2, multicenter trial. Int J Cancer 2025.35339

Summary: A multicenter phase 2 trial in China found safety and clinically meaningful efficacy in patients with cBTKi pretreated R/R MCL and preliminary antitumor activity in patients with cBTKi pretreated R/R CLL/SLL.

  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve SEER-Medicare database analyse van gebruik van adjuvant capecitabine voor vroeg TNBC in oudere patiënten (0)
2025-03-02 13:00   ( Nieuws )
Tags:  early-stage TNBC in older patients use of adjuvant capecitabine
Dr. Mariana Chavez-MacGregorPatiënten met vroeg-stadium triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) en residuele ziekte na neoadjuvante chemotherapie (NACT) hebben baat bij adjuvant capecitabine. Oudere patiënten worden niet altijd behandeld volgens de richtlijnen, waarschijnlijk vanwege zorgen over tolerantie. Een retrospectieve analyse van de SEER-Medicare database heeft gebruik van adjuvant capecitabine in oudere patiënten (66 jaar en ouder) met vroeg TNBC geïnventariseerd. Dr. Mariana Chavez-MacGregor (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1


De analyse includeerde oudere patiënten met een diagnose vroeg-stadium TNBC tussen begin 2010 en eind 2019, die NACT kregen en chirurgie ondergingen. Onder de 1799 patiënten in de database kregen 239 (13,3%) adjuvant capecitabine. Gebruik van capecitabine nam toe van 1,3% in 2010 tot 29,6% in 2019. Leeftijd 71 jaar of ouder (OR 0,54; 95%-bti 0,32-0,92) en twee of meer comorbiditeiten (0,42; 0,20-0,90) waren geassocieerd met lagere waarschijnlijkheid van ontvangst van tenminste zes cycli capecitabine. Onder de patiënten die capecitabine kregen werden 55 (23%) behandeld op de spoedeisende-zorgafdeling of gehospitaliseerd. Ontvangst van vier of meer cycli capecitabine was geassocieerd met verlaagd risico van overlijden (HR 0,74; 95%-bti 0,66-0,83) en ziektespecifiek overlijden (0,73; 0,61-0,89).

De onderzoekers concluderen dat gebruik van adjuvant capectabine voor vroeg-stadium TNBC in oudere patiënten in het afgelopen decennium is toegenomen en geasssocieerd was met betere overleving.

1.Sullivan M, Lei X, Karuturi M et al. Use of adjuvant capecitabine in older patients with early-stage triple-negative breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2025-07637-2

Summary: Retrospective analysis of the SEER-Medicare database found that in recent years, adjuvant capecitabine is increasingly used for older patients with early-stage TNBC. Patients with older age and more comorbidities received fewer cycles of capecitabine. While one-fourth of patients had emergency room visits and hospitalizations, receipt of more cycles was associated with better survival.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)