Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Schatten van risico van ipsilateraal recidief in vrouwen met DCIS van de borst: waarde van VNPI en MSKCC-nomogram (0)
2023-07-31 12:00   ( Nieuws )
Tags:  DCIS Van Nuys Prognostic Index Memorial Sloan Kettering Cancer Center nomogram
Dr. Manisha BahlDe Van Nuys Prognostic Index (VNPI) en de Memorial Sloan Kettering Cancer Center (MSKCC) ductal carcinoma in situ (DCIS) nomogram zijn beide ontworpen voor het schatten van het risico van ipsilateraal recidief in vrouwen met DCIS van de borst. Een retrospectieve studie in Massachusetts General Hospital (MGH, Boston) heeft de VNPI en het MSKCC-nomogram toegepast op DCIS-patiënten met bekende lange-termijn uitkomsten. Dr. Kimberlee Hashiba en dr. Manisha Bahl publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

Tussen begin 2007 en eind 2014 ondergingen in MGH 456 vrouwen (leeftijd 30-87 jaar; gemiddeld 57) borstsparende chirurgie voor DCIS met tenminste vijf jaar follow-up. Eenendertig vrouwen (6,8%) hadden ipsilateraal recidief. Onder vrouwen met versus zonder recidief waren de gemiddelde baseline VNPI scores 7 (range 5-9) respectievelijk 7 (range 4-10) met p-waarde voor het verschil 0,14. Volgens het baseline MSKCC-nomogram was het gemiddelde vijf-jaars risico van recidief 5% (range 1-12%) in de groep vrouwen met werkelijk recidief tijdens de follow-up en 4% (range 1-38) in de groep vrouwen zonder recidief (p=0,09).

De onderzoekers concluderen dat de VNPI en het MSKCC-nomogram resulteren in gelijke schattingen onder vrouwen met versus zonder recidief. Er is behoefte aan meer-robuuste prognostische modellen.

1.Hashiba KA, Bahl M. Ipsilateral tumor recurrence risk in women with ductal carcinoma in situ: application of the Van Nuys Prognostic Index and the Memorial Sloan Kettering Cancer Center nomogram. Breast Cancer Res Treat 2023; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at Massachusetts General Hospital (Boston) found that baseline Van Nuys Prognostic Index and Memorial Sloan Kettering Cancer Center DCIS nomogram both did not significantly discriminate between DCIS patients with versus without recurrence.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Gerandomiseerde studie van protonentherapie versus transarteriële chemo-embolisatie voor levercelcarcinoom (0)
2023-07-30 15:00   ( Nieuws )
Tags:  HCC PBT versus TACE
Dr. David BushDe incidentie van levercelcarcinoom (HCC) neemt toe. Chirurgische resectie is in de meerderheid van de patiënten niet mogelijk vanwege onderliggende cirrose of andere comorbiditeiten. Een gerandomiseerde studie van Loma Linda University Medical Center en Jerry Pettis Memorial Veterans Hospital (Loma Linda, CA) heeft proton beam radiotherapy (PBT) vergeleken met transarterial chemoembolization (TACE) voor HCC. Dr. David Bush en collega’s publiceren de studie in Cancer.1


Deze figuur toont het CONSORT-diagram van de studie. De 76 geïncludeerde patiënten, met niet-eerder behandeld HCC, werden gerandomiseerd naar PBT (70,2 Gy in vijftien fracties over drie weken; n=36) of TACE (herhaald tot complete of maximale respons; n=40). Het primaire eindpunt was overall survival.

Deze figuur toont resultaten van de studie. Er was geen significant verschil tussen beide groepen voor het eindpunt overall survival percentage na twee jaar (68% met PBT versus 65% met TACE). De mediane progressievrije overleving was niet bereikt met PBT versus 12 maanden met TACE (HR 3,62; p=0,002), en ook lokale controle was beter met PBT dan met TACE (HR 5,64; p=0,003). Het gemiddelde aantal posttreatment dagen in het ziekenhuis was 24 voor PBT versus 166 voor TACE. De totale kosten per patiënt kwamen 28% lager uit met PBT dan met TACE.

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met niet-eerder behandeld HCC, PBT vergeleken met TACE niet resulteerde in betere OS maar wel in verbetering in secundaire eindpunten en lagere kosten.

1.Bush DA, Volk M, Smith JC et al. Proton beam radiotherapy versus transarterial chemoembolization for hepatocellular carcinoma: results of a randomized trial. Cancer 2023.34965

Summary: A randomized trial compared proton beam radiotherapy (PBT) versus transarterial chemoembolization (TACE) for previously untreated hepatocellular carcinoma. The study found no significant difference between the two groups in two-year overall survival. Median progression-free survival and local control were improved with PBT versus TACE.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Onderhoudsbehandeling met lenalidomide-dexamethason met of zonder ixazomib na transplantatie voor multipel myeloom (0)
2023-07-30 13:30   ( Nieuws )
Tags:  MM posttransplantation maintenance with IRd versus Rd
Dr. Laura RosiñolEen multicenter gerandomiseerde studie in Spanje includeerde 332 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom na bortezomib-lenalidomide-dexamethason (VRd) inductie, autologe stamceltransplantatie, en VRd consolidatie. De patiënten werden gerandomiseerd naar onderhoudsbehandeling met Rd met of zonder ixazomib (I). Dr. Laura Rosiñol (IDIBAPS, Barcelona) en collega’s publiceren in Blood resultaten van de studie.1

De Rd-groep bestond uit 161 patiënten en de IRd-groep uit 171 patiënten. Het percentage patiënten met minimaal residuele ziekte (MRD)-negativiteit (2 x 10-6) na twee jaar nam toe van 50,9% tot 71,8% in de Rd-groep en van 59,6% tot 72,4% in de IRd-groep. Na twee jaar onderhoudsbehandeling werd de behandeling gestaakt in de MRD-negatieve groep. Mediaan 69 maanden na begin van de onderhoudsbehandeling was de progressievrije overleving in geen van beide groepen bereikt, zonder significant verschil tussen de groepen (na zes jaar 61,3% met Rd en 55,6% met IRd; HR 1,136; 95%-bti 0,809-1,603). Discontinuering van de behandeling onder de patiënten die na twee jaar MRD-negatief waren resulteerde in laag progressiepercentage (17,2% na vier jaar).

De onderzoekers concluderen dat Rd-onderhoud resulteerde in een zes-jaars PFS-percentage van 61,3%. Toevoegen van I aan Rd-onderhoud resulteerde niet in verbetering van de PFS. Discontinuering van de onderhoudsbehandeling onder MRD-negatieve patiënten was geassocieerd met laag progressiepercentage.

1.Rosiñol L, Oriol A, Ríos-Tamayo R et al. Lenalidomide and dexamethasone with or without ixazomib maintenance tailored by residual disease status in myeloma. Blood 2023; epub ahead of print

Summary: A multicenter trial in Spain found that among patients with newly diagnosed myeloma, posttransplant maintenance with lenalidomide and dexamethasone resulted in 6-year PFS of 61.3% without benefit of adding ixazomib. Discontinuation of maintenance in patients with MRD negativity at two years was associated with a low progression rate.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 3-studie van adjuvant everolimus na resectie van niercelcarcinoom (0)
2023-07-30 12:00   ( Nieuws )
Tags:  EVEREST trial RCC adjuvant everolimus
Prof. Christopher RyanPatiënten die resectie van niercelcarcinoom (RCC) ondergaan hebben een verhoogd risico van recidief van de ziekte. De multicenter fase 3-studie EVEREST in de Verenigde Staten heeft het effect van de mTOR-remmer everolimus op dit risico geïnventariseerd. Prof. Christopher Ryan (Oregon Health and Science University, Portland) en collega’s publiceren de studie in The Lancet.1


EVEREST werd uitgevoerd in 398 centra. De studie includeerde 1545 patiënten die nefrectomie voor RCC hadden ondergaan. De patiënten werden gerandomiseerd naar adjuvant everolimus (n=775) of placebo (n=770), onder wie 755 respectievelijk 744 in de analyse van werkzaamheid konden worden geïncludeerd. Het primaire eindpunt was recidiefvrije overleving. De mediane follow-up was 76 maanden (IQR 61-92). Het vijf-jaars RFS-percentage was 67% met everolimus versus 63% met placebo (HR 0,85; p=0,051), een verschil dat niet voldeed aan het vooraf-gespecificeerde criterium voor significantie (p=0,044). De RFS was langer met everolimus dan met placebo in de groep met hoog-risico patiënten (HR 0,79; p=0,022) maar niet in de groep met intermediair-risico patiënten (HR 0,99; p=0,96). Graad 3 of hoger adverse events werden gerapporteerd voor 46% van de patiënten in de everolimusgroep versus 11% van de patiënten in de placebogroep.

De onderzoekers concluderen dat deze resultaten niet het gebruik van adjuvant everolimus na nefrectomie steunen onder niet-geselecteerde patiënten met RCC.

1.Ryan CW, Tangen CM, Heath EI et al. Adjuvant everolimus after surgery for renal cell carcinoma (EVEREST): a double-blind, placebo-controlled, randomised, phase 3 trial. Lancet 2023; epub ahead of print

Summary: The multicenter phase 3 EVEREST trial, at 398 centers in the USA, evaluated adjuvant everolimus after nephrectomy for RCC. The 5- year recurrence-free survival rate was 67% with everolimus versus 63% with placebo (sHR 0.85; p=0.051), a difference that did not meet the prespecified p value for significance.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Klinische uitkomsten en gebruik van gezondheidszorg onder patiënten met Burkitt lymfoom (0)
2023-07-29 15:00   ( Nieuws )
Tags:  Klinische uitkomsten en gebruik van gezondheidszorg onder patiënten met Burkitt lymfoom
Dr. Connor JohnsonBurkitt lymfoom (BL) is een agressief B-cel lymfoom waarvoor intensieve therapie vereist is met hoog risico van ernstige toxiciteit. Een retrospectieve studie van Massachusetts General Hospital en Dana-Farber Cancer Institute (beide in Boston MA) heeft klinische uitkomsten en gebruik van gezondheidszorg onder BL-patiënten in de leeftijd van 40 jaar of ouder geïnventariseerd. Dr. Connor Johnson (MGH) en collega’s publiceren de studie in JCO Oncology Practice.1

Van februari 1999 tot en met december 2020 werden in MGH en DFCI 97 BL-patiënten in de leeftijd van 40 jaar of ouder behandeld. De mediane leeftijd was 69 jaar; 23,7% waren vrouwen; 19,3% had beenmergbetrokkenheid. Bijna de helft van de evalueerbare patiënten (38 van 83; 45,8%) werd tenminste eenmaal niet-gepland in het ziekenhuis opgenomen, onder wie 19 van 82 (23,2%) op de afdeling intensieve zorg. Beenmerg-betrokkenheid was geassocieerd met een niet-significant hogere waarschijnlijkheid van hospitalisatie (OR 3,00; p=0,069). Hogere leeftijd, Charlson comorbiditeits-index hoger dan 0, en hypo-albuminemie waren geassocieerd met hogere waarschijnlijkheid van opname op de afdeling intensieve zorg. De mediane overleving was 187 maanden (95%-bti 127,8 tot NR). Acht patiënten (8,7%; allen in de leeftijd van 70 jaar of ouder) overleden tijdens de behandeling.

De onderzoekers concluderen dat onder volwassen BL-patiënten een substantieel hoog percentage gehospitaliseerd wordt en op de ICU wordt opgenomen, en dat oudere patiënten een hoog risico hebben van overlijden tijdens de behandeling.

1.Johnson PC, Markovitz NH, Yi A et al. Clinical outcomes and health care utilization in patients with Burkitt lymphoma. JCO Oncology Practice 2023.00146

Summary: A retrospective study among Burkitt lymphoma patients aged 40 years or older at Massachusetts General Hospital and Dana-Farber Cancer Institute found that nearly half of these patients experienced an unplanned hospitalization, with around a quarter of patients experiencing an intensive care unit admission.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Momelotinib versus danazol voor eerder-behandelde patiënten met anemie en myelofibrose: update van MOMENTUM (0)
2023-07-29 13:30   ( Nieuws )
Tags:  phase 3 MOMENTUM trial update
Dr. Aaron GerdsMOMENTUM is een multinationale fase 3 studie (107 centra in 21 landen) die momelotinib (MMB) vergelijkt met danazol (DAN) onder eerder met een JAK-remmer behandelde symptomatische patiënten met anemie en myelofibrose. Vorig jaar is gepubliceerd dat na 24 weken behandeling MMB resulteerde in betere symptoomscores, transfusie-onafhankelijkheid, en miltrespons dan DAN. Na 24 weken gingen alle gerandomiseerde patiënten over op open-label MMB gedurende nog eens 24 weken. Dr. Aaron Gerds (Taussig Cancer Center, Cleveland OH) en collega’s publiceren in The Lancet Haematology resultaten van de open-label extensie van de studie.1

De studie includeerde 195 patiënten die 2:1 gerandomiseerd werden naar MMB (n=130) of DAN (n=65). Na 24 weken gingen 93 MMB-patiënten en 41 DAN-patiënten over op open-label MMB. De mediane follow-up was 48,4 weken vanaf de oorspronkelijke randomisatie (IQR 40,6-55,7). Onder patiënten die evalueerbaar waren voor total symptom score (TSS) werd na 48 weken respons gezien in 45% van de patiënten in de MMB-groep (was 25% na 24 weken) en 50% van de patiënten in de DAN-groep (was 9% na 24 weken). Transfusie-onafhankelijkheid na 48 weken werd gezien voor 57% van de MMB-patiënten met 60% van de DAN-patiënten. Miltvolumerespons tenminste 25% werd gezien in 64% van de MMB-patiënten en 37% van de DAN-patiënten. Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen tijdens langere follow-up. Twee fatale adverse events werden beschouwd als mogelijk samenhangend met MMB.

De onderzoekers concluderen dat onder eerder-behandelde symptomatische patiënten met anemie en myelofibrose, MMB geassocieerd was met duurzame respons.

1.Gerds AT, Verstovsek S, Vannucchi AM et al. Momelotinib versus danazol in symptomatic patients with anaemia and myelofibrosis previously treated with a JAK inhibitor (MOMENTUM): an updated analysis of an international, double-blind, randomised phase 3 study. Lancet Haematol 2023; epub ahead of print

Summary: Updated analysis of the multinational phase 3 MOMENTUM trial found that among patients with myelofibrosis, momelotinib was associated with durable symptom, spleen, and anemia benefits, late responses after week 24, and favorable safety through week 48.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen beschikbaarheid van genotyperingsresultaten en overall survival van patiënten met gevorderd nsqNSCLC (0)
2023-07-29 12:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced nonsquamous NSCLC genotyping before first-line therapy
Dr. Charu AggarwalHuidige richtlijnen bevelen moleculaire genotypering aan voor patiënten met nieuw-gediagnostiseerd metastatisch niet-squameus niet-kleincellig longcarcinoom (nsqNSCLC) voor aanvang van de eerstelijns behandeling. Er is geen duidelijkheid over de associatie tussen de beschikbaarheid van de resultaten van genotypering en de overall survival van deze patiënten. Een real-world retrospectieve studie van de University of Pennsylvania (Philadelphia) heeft deze associatie geïnventariseerd. Dr. Charu Aggarwal en collega’s publiceren de studie in JCO Precision Oncology.1

De studie includeerde 326 patiënten, onder wie 261 (80%) met beschikbare genotyperings-resultaten voor aanvang van de eerstelijns therapie (‘available testing group’) en 65 (20%) zonder deze resultaten voor aanvang van de eerstelijns therapie (‘unavailable testing group’). De mediane follow-up was 14,2 maanden. De mediane OS was significant langer in de available testing group dan in de nonavailable testing group (aHR 0,43; p<0,0001). De waarschijnlijkheid van beschikbaarheid van de resultaten voor aanvang van de eerstelijns therapie was hoger met concurrent weefsel- en plasma- testen dan met alleen weefseltesten (aOR 2,06; p=0,26).

De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met nieuw-gediagnostiseerd metastatisch nsqNSCLC beschikbaarheid van resultaten van moleculaire genotypering voor aanvang van de eerstelijns therapie geassocieerd was met langere OS.

1.Aggarwal C, Marmarelis ME, Hwang W-T et al. Association between availability of molecular genotyping results and overall survival in patients with advanced nonsquamous non-small-cell lung cancer. JCO Precision Oncology 2023.00191

Summary: A real-world cohort study at the University of Pennsylvania (Philadelphia) found that among patients with newly diagnosed metastatic nonsquamous NSCLC, the median OS was significantly longer in the group of patients with availabe genotyping testing results before first-line therapy compared with the group of patients without these results.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Pathologische lymfeklier regressie na neoadjuvante chemotherapie voor slokdarmadenocarcinoom voorspelt overleving (0)
2023-07-28 15:00   ( Nieuws )
Tags:  EAC LN regression after NACT
Dr. Andrew DaviesDe prognostische waarde van pathologische lymfeklier (LN)-regressie na neoadjuvante chemotherapie (NACT) voor slokdarmadenocarcinoom (EAC). Een multicenter cohortstudie in het Verenigd Koninkrijk heeft deze waarde geïnventariseerd. Dr. Andrew Davies (King’s College London) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical Oncology.1

De studie werd uitgevoerd in vijf hoog-volume centra. De onderzoekers analyseerden 17.930 LNs na NACT en esofagectomie onder 763 patiënten. Ze zagen complete respons in 62 patiënten (8,1%), partiële respons in 155 (20,3%), slechte of geen respons in 303 (39,7%), en geen LNs in 243 (31,8%). De figuur laat zien dat de respons voorspellend was voor overall survival tijdens vijf jaar follow-up. Regressie van de primaire tumor en LN-regressie waren discordant in 165 patiënten (21,9%).

De onderzoekers concluderen dat pathologische LN-regressie een sterke prognostische factor was

1.Moore JL, Green M, Santaolalla A et al. Pathological lymph node regression after neoadjuvant chemotherapy predicts recurrence and survival in esophageal adenocarcinoma: a multicenter study in the United Kingdom. J Clin Oncol 2023; epub ahead of print

Summary: A cohort study at five centers in the United Kingdom found that pathological lymph node regression after neoadjuvant chemotherapy for esophageal adenocarcinoma was a strong prognostic factor, providing important information beyond pathological TNM staging and primary tumor regression grading.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)