Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nieuws

Commentaar in Nature: verandering in benaming van maligniteiten gewenst (0)
2024-02-01 13:00   ( Nieuws )
Tags:  naming of cancers needs to change
Prof. Fabrice AndréDe traditionele naamgeving van maligniteiten is gebaseerd op het orgaan waarin ze ontstaan. Deze aanduidingen dienen te worden vervangen door moleculair-gebaseerde naamgeving, stellen prof. Fabrice André (Institut Gustave Roussy, Villejuif) en collega’s in een commentaar in Nature.1 Moleculair-gebaseerde naamgeving van maligniteiten kan bijdragen aan verbetering van de behandeling van miljoenen patiënten, aldus de auteurs.


De auteurs geven als voorbeeld behandelingen met nivolumab. Het is al ongeveer tien jaar bekend dat dergelijke behandelingen tot aanzienlijke respons kunnen leiden in tumoren met expressie van PD-L1. Toch zijn in die tien jaar veel patiënten niet met nivolumab behandeld omdat geen klinische studies waren uitgevoerd voor hun type maligniteit volgens de orgaan-gebaseerde naamgeving. Vergelijkbare conclusies kunnen worden getrokken voor een groot aantal middelen die de afgelopen tien jaar getest zijn. Verandering van de naamgeving zou ook kunnen leiden tot beter begrip van de ziekte en behandeling onder patiënten. Moleculair-gebaseerde naamgeving van maligniteiten is ‘een eerste stap op weg naar precisie-oncologie en een dieper begrip van de biologie van maligniteiten’, aldus de auteurs.

1.André F, Rassy E, Marabelle A et al. The way we name cancers need to change. Nature 2024;626:26-29

Summary: A shift is required for using organ-based classifications of cancer to using molecular-based ones, according to a Comment in Nature.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Volgende behandeling en uitkomsten in patiënten met ziekteprogressie na QUAD en autoSCT voor NDMM (0)
2024-01-31 16:00   ( Nieuws )
Tags:  newly diagnosed multiple myeloma
Prof. Luciano CostaDe combinatie van een anti-CD38 monoklonaal antilichaam met een proteasoomremmer, een immuunmodulerend middel, en dexamethason (quadruplet combinations; QUAD) gevolgd door autologe stamceltransplantatie (autoSCT) resulteert in diepe en duurzame respons van nieuw-gediagnostiseerd multipel myeloom (NDMM). Een retrospectieve studie van de University of Alabama at Birmingham heeft volgende behandelingen en uitkomsten van NDMM-patiënten met progressie na QUAD plus autoSCT geïnventariseerd. Prof. Luciano Costa en collega’s publiceren de studie in het British Journal of Haematology.1


De studie includeerde 274 achtereenvolgende NDMM patiënten die QUAD plus autoSCT kregen. Na mediaan 21,3 maanden follow-up was progressie gezien in 41 patiënten: in 20 patiënten binnen achttien maanden na start van QUAD en in 21 patiënten achttien maanden of langer na start van QUAD. Al deze patiënten kregen volgende anti-MM therapie. Drieënzeventig procent kregen T-cell redirecting therapie in de loop van de volgende behandelingen, onder wie 21,0% als eerste behandeling na progressie op QUAD. De respons op volgende therapie was 26,3% onder de patiënten met progressie binnen achttien maanden na begin van QUAD, en 52,6% onder de patiënten met latere progressie. De figuur laat zien dat ook de progressievrije overleving en overall survival na volgende behandeling beter waren onder de patiënten met latere progressie na start van QUAD.

De onderzoekers concluderen dat er behoefte is aan nieuwe behandelingen voor patiënten met progressie na QUAD plus autoSCT voor NDMM.

1.Ravi G, Bal S, Joiner L et al. Subsequent therapy and outcomes in patients with newly diagnosed multiple myeloma experiencing disease progression after quadruplet combinations. Br J Haematol 2024.19303

Summary: A retrospective study at the University of Alabama at Birmingham evaluated subsequent therapy and outcomes in patients with progression after QUAD and autoSCT for newly diagnosed multiple myeloma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Associatie tussen hoog TIL-niveau en pathologisch complete respons van TNBC op neoadjuvant K522 chemo-immuuntherapie (0)
2024-01-31 14:30   ( Nieuws )
Tags:  neoadjuvant K522 chemoimmunotherapy for TNBC high TIL and pCR
Prof. Xiaoxian LiOp basis van resultaten van de KEYNOTE-522 studie studie is de standaard-behandeling voor vroeg-stadium lokaal-gevorderd triple-negatief mammacarcinoom (TNBC) het neoadjuvante KEYNOTE-522 (K522)-regime, bestaande uit chemotherapie plus pembrolizumab. De studie liet zien dat pCR meer waarschijnlijk was onder patiënten die K522 kregen dan onder patiënten met standaard chemotherapie. Factoren die pCR op K522 voorspellen zijn nog niet goed onderzocht in real-world populaties. Een retrospectieve studie van Emory University (Atlanta GA) heeft deze factoren geïnventariseerd. Prof. Xiaoxian Li en collega’s publiceren de studie in Breast Cancer Research and Treatment.1

De studie includeerde 76 patiënten die neoadjuvant K522 kregen voor vroeg-stadium TNBC. Voor 29 patiënten waren pre-treatment biopsy slides beschikbaar, aan de hand waarvan de onderzoekers nucleaire graad, Nottingham histologische graad, Ki-67, lymfovasculaire invasie, en tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL)-niveau bepaalden. Voor de overige 47 patiënten werden deze variabelen betrokken uit beschikbare pathologierapporten. Op het moment van de nu gepubliceerde analyse hadden 64 van de 76 patiënten na neoadjuvant K522 chirurgie ondergaan. Eenendertig patiënten (48,4%) hadden pCR. De figuur laat zien dat in univariate analyse TIL-niveau significant geassocieerd was met pCR (p=0,014); deze associatie bleef significant in multivariate analyse. De associaties van leeftijd, ras, nucleaire graad, Nottingham graad, Ki-67, LVI, BMI, pre-treatment tumorgrootte, en lymfeklierstatus met pCR waren niet significant (alle p>0,1).

De onderzoekers concluderen dat onder real-world patiënten die neoadjuvant K522 chemo-immuuntherapie kregen voor TNBC, hoog TIL-niveau significant geassocieerd was met pCR.

1.Wood SJ, Gao Y, Lee J-H et al. High tumor infiltrating lymphocytes are significantly associated with pathological complete response in triple negative breast cancer treated with neoadjuvant KEYNOTE-522 chemoimmunotherapy. Breast Cancer Res Treat 2024;07233-2

Summary: A retrospective study at Emory University (Atlanta, GA) found that among patients receiving neoadjuvant K522 chemoimmunotherapy for early-stage triple-negative breast cancer, high TIL levels were associated with pCR.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Fase 2-studie van hoge-dosering chemotherapie en autoHSCT voor PCNSL in oudere fitte patiënten (0)
2024-01-31 13:00   ( Nieuws )
Tags:  MARTA trial PCNSL in fit older patients HDCT plus autoHSCT
Dr. Elisabeth SchorbBeschikbare behandelingen voor oudere patiënten met primair diffuus grootcellig B-cel CNS lymfoom (PCNSL) resulteren in progressievrije overleving tot 16 maanden. De fase 2-studie MARTA, in vijfien centra in Duitsland, heeft geïntensiveerde behandeling met hoge-dosering chemotherapie (HDCT) en autologe hematopoïetische stamceltransplantatie (autoHSCT) in fitte 65-plussers met PCNSL geëvalueerd. Dr. Elisabeth Schorb (Uniklinik Freiburg) en collega’s publiceren de studie in The Lancet Haematology.1


De studie includeerde oudere patiënten met niet-eerder behandeld PCNSL en een ECOG performance status 2 of beter, die werden beoordeeld als geschikt voor HDCT en autoHSCT. De patiënten kregen twee 3-weekse cycli inductie (methotrexaat, cytarabine, en rituximab), gevolgd door HDCT (rituximab, busulfan, en thiothepa) en autoHSCT. Het primaire eindpunt was progressievrije-overlevingspercentage twaalf maanden na de start van de inductietherapie.

De full analysis set bestond uit 51 patiënten (27 vrouwen en 24 mannen) van de 54 patiënten die met inductietherapie waren begonnen. De mediane leeftijd was 71 jaar (IQR 68-75). Na mediaan 23,0 maanden follow-up was progressie, relapse, of overlijden waargenomen in 23 patiënten (45%). De figuur laat zien dat het PFS-percentage twaalf maanden na de start van inductietherapie 58,8% bedroeg (95%-bti 44,1-70,9). Gedurende de inductietherapie waren de meest-frequente graad 3 tot en met 5 toxiciteiten trombocytopenie (96% van de patiënten) en leukopenie (96%); tijdens HDCT en autoHSCT was de meest-frequent graad 3 tot en met 5 toxiciteit leukopenie (100%). Drie van 54 patiënten (6%) hadden behandelings-gerelateerde graad 5 infectie.

De onderzoekers concluderen dat korte inductie gevolg door HDCT en autoHSCT activiteit heeft laten zien onder oudere fitte patiënten met nieuw-gediagnostiseerd PCNSL.

1.Schorb E, Isbell LK, Kerkhoff A et al. High-dose chemotherapy and autologous haematopoietic stem-cell transplantation in older, fit patients with primary diffuse large B-cell CNS lymphoma (MARTA): a single-arm, phase 2 trial. Lancet Haematol 2024; epub ahead of print

Summary: The phase 2 MARTA trial, at 15 centers in Germany, found that short induction followed by high-dose chemotherapy and autologous hematopoietic stem cell transplantation was active for PCNSL among older, fit patients.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Multicenter fase 1-2 studie van ficonalkib voor ALK-TKI resistent gevorderd ALK-positief niet-kleincellig longcarcinoom (0)
2024-01-30 16:00   ( Nieuws )
Tags:  advanced ALK-positive NSCLC ficonalkib
Prof. Yuankai ShiPatiënten met gevorderd ALK-positief niet-kleincellig longcarcinoom dat resistent is tegen tweedegeneratie ALK tyrosinekinaseremmers hebben weinig behandelingsopties. Ficonalkib (SY-3505) is een derdegeneratie ALK-TKI. Een multicenter fase 1-2 studie in China heeft ficonalkib voor deze patiënten geëvalueerd. Prof. Yuankai Shi (Chinese Academie van Medische Wetenschappen) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Thoracic Oncology.1

Fase 1 includeerde 62 patiënten die oplopende doseringen ficonalkib kregen, van 25 tot 800 mg eenmaal daags. De hoogst-verdragen dosering en aanbevolen fase 2-dosering (RP2D) was 600 mg eenmaal daags. Met deze dosering werden in fase 2 nog 65 patiënten behandeld, waarmee het aantal patiënten die de RP2D kregen uitkwam op 88. Al deze patiënten hadden eerder een tweedegeneratie ALK-TKI gekregen voor gevorderd ALK-positief NSCLC. Treatment-related adverse events werden gezien in 90,9% van de patiënten, en graad 3 of hoger TRAEs in 14,8%. De objective response rate (primair eindpunt van fase 2) was 47,5% (95%-bti 36,2-59,0) en de intracraniële ORR onder patiënten met baseline hersenmetastasen was 37,5% (21.1-56.3).

De onderzoekers concluderen dat ficonalkib goed verdragen werd, met een gunstig veiligheidsprofiel en veelbelovende werkzaamheid onder patiënten met gevorderd ALK-positief NSCLC dat resistent was tegen tweedegeneratie ALK-TKI.

1.Shi Y, Hu X, Li X et al. Ficonalkib (SY-3505) in advanced ALK-positive non-small-cell lung cancer: a multicenter, open-label, single-arm phase I/II study. J Thorac Oncol 2024.01.015

Summary: A multicenter phase 1- trial in China found favorable safety and promising efficacy of the third-generation ALK TKI ficonalkib among patients with advanced ALK-positive NSCLC resistant to second-generation ALK TKIs.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Retrospectieve studie van klinisch management en uitkomsten van NUT-carcinoom in Duitsland (0)
2024-01-30 14:30   ( Nieuws )
Tags:  NC clinical management
Dr. Linus KlokerNUT-carcinomen (NCs) zijn zeldzame en zeer agressieve tumoren, die moleculair gedefinieerd worden door een schadelijke genfusie waarbij het NUTM1-gen betrokken is. NCs ontstaan meestal in de thorax of in de hoofd-hals regio, en zijn geassocieerd met slechte prognose. Een retrospectieve studie van de Universitätsklinikum Tübingen (Duitsland) heeft het klinisch management van NUT-carcinoom geïnventariseerd. Dr. Linus Kloker en collega’s publiceren de studie in Lung Cancer.1


De studie includeerde 35 volwassen patiënten die tussen begin 2016 en eind 2023 in het ziekenhuis in Tübingen werden behandeld. Van deze patiënten hadden 54% thorax-tumoren en hadden 65% een BRD4-NUTM1 genfusie. Initiële misdiagnose was een probleem in 31%. Chirurgie was de eerste behandeling in 46%, en 80% kregen polychemotherapie waarbij betere progressievrije overleving werd gezien met ifosfamide-gebaseerde dan met platina-gebaseerde regimes. De figuur laat zien dat onder de 30 patiënten met beschikbare gegevens de overall survival 7,5 maanden was (panel A), dat non-thorax NCs geassocieerd waren met significant betere OS dan thorax-NCs (panel B), dat patiënten zonder betrokken lymfeklieren en metastasen betere OS hadden (panel C), en dat het type NUTM1-fusiepartnergen (BRD4 versus non-BRD4) geen significante impact had op de OS (panel D).

De onderzoekers concluderen dat de studie in het tot op heden grootste cohort van Europese NC-patiënten moleculaire kenmerken en relevante klinische gegevens heeft laten zien.

1.Kloker LD, Sidiras M, Flaadt T et al. Clinical management of NUT carcinoma (NC) in Germany: analysis of survival, therapy response, tumor markers and tumor genome sequencing in 35 adult patients. Lung Cancer 2024.107496

Summary: A retrospective study at the University Clinic of Tübingen (Germany) revealed molecular features and relevant clinical data of NUT carcinoma.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Prospectieve observationele studie van biomarkers van respons op adjuvante chemotherapie voor pancreas ductaal adenocarcinoom (0)
2024-01-30 13:00   ( Nieuws )
Tags:  pancreatic ductal adenocarcinoma biomarkers of response to adjuvant chemotherapy
Prof. Baiyong ShenNa resectie van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC) kan adjuvante chemotherapie de uitkomsten van de patiënten verbeteren, maar de fysieke toestand van postoperatieve patiënten kan compliantie verlagen. Er is daarom behoefte aan biomarkers die patiënten met hoge kans op profijt van directe adjuvante chemotherapie kunnen identificeren. Een prospectieve observationele studie van de Shanghai Jiao Tong Universiteit (China) heeft eiwitbiomarkers voor respons van PDAC op adjuvante chemotherapie geïnventariseerd. Prof. Baiyong Shen en collega’s publiceren de studie in Nature Medicine.1

De onderzoekers voerden eiwitprofilering uit in bloedmonsters van 191 patiënten. Ze identificeerden twee eiwitbiomarkers van respons van PDAC-patiënten op adjuvante chemotherapie: NDUFB8 (een subunit van NADH dehydrogenase) en CEMIP2 (een transmembraaneiwit). Deze associaties werden gevalideerd in een cohort van 386 patiënten van de Shanghai Jiao Tong Universiteit, een cohort van 230 patiënten in Franse centra, en een cohort van 466 patiënten van twee academische centra in China.

De onderzoekers concluderen dat de studie het potentieel van proteomica-geleid gebruik van adjuvante chemotherapie in PDAC-patiënten heeft laten zien.

1.Jiang L, Qin J, Dai Y et al. Prospective observational study on biomarkers of response in pancreatic ductal adenocarcinoma. Nature Med 2024-02790-x

Summary: A prospective observational study at Shanghai Jiao Tong University (China) identified two protein biomarkers indicative of response of PDAC to adjuvant chemotherapy.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Voorspelling van met maligniteiten samenhangende mortaliteit in de Europese Unie in 2024 (0)
2024-01-29 16:00   ( Nieuws )
Tags:  EU cancer mortality predictions for 2024
Prof. Carlo LaVecchiaVoorspelling van de te verwachten mortaliteit ten gevolge van maligniteiten zijn van belang voor het beleid met betrekking tot de gezondheidszorg. Een groep onderzoekers van Italiaanse universiteiten publiceert sinds 2011 ieder jaar in januari een dergelijke voorspelling voor de mortaliteit aan maligniteiten in de Europese Unie. Prof. Carlo LaVecchia (Universiteit van Milaan) en collega’s publiceren de voorspelling voor het jaar 2024 in Annals of Oncology.1

De voorspelling is gebaseerd op lineaire regressie analyses van gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie en Eurostat sinds 1970 tot het meest recente jaar met beschikbare gegevens. De onderzoekers verwachten 1.270.800 gevallen van overlijden aan maligniteiten in de Europese Unie in 2024, overeenkomend met een age-standardized rate (ASR) van 123,2 per 100.000 mannen (-6,5% vergeleken met 2018) en 79,0 per 100.000 vrouwen (-4,3%). Sinds 1988 zijn er in de EU 6,2 miljoen gevallen van overlijden aan maligniteiten vermeden. De voorspelling voor pancreascarcinoom is ongunstig voor beide geslachten (ten opzichte van 2018: +1,6% onder mannen en +4,0% onder vrouwen) en de voorspelling voor longcarcinoom is ongunstig voor vrouwen (+0,3%). De voorspelling voor colorectaalcarcinoom laat een afname ten opzichte van 2018 zien met -4,8% onder mannen en -9,5% onder vrouwen, met de grootste afname onder zeventigplussers. Voor personen jonger dan vijftig jaar laat de CRC-mortaliteit ongunstige trends zien in Italië voor beide geslachten, in Polen en Spanje onder mannen, en in Duitsland onder vrouwen.

De onderzoekers concluderen dat de voorspelde mortaliteit ten gevolge van maligniteiten in de Europese Unie een gunstige trend laat zien, met name onder mannen. Er dient aandacht te worden besteed aan de voorspelde toename van CRC-mortaliteit onder jong-volwassenen.

1.Santucci C, Mignozzi S, Malvezzi M et al. European cancer mortality prediction for the year 2024 with focus on colorectal cancer. Ann Oncol 2024;2023.12.003

Summary: Linear regression analysis of the WHO and Eurostat databases found that predicted cancer mortality rates in the European Union remain favorable in the year 2024.


  Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)