
Onder de 740 gerandomiseerde patiënten voltooiden 737 patiënten de neoadjuvante behandeling (366 in de durvalumabgroep en 371 in de placebogroep), ondergingen 80,6% versus 80,7% chirurgie, voltooiden 77,6% versus 76,6% chirurgie, en hadden 17,3% versus 22,2% uitgestelde chirurgie. De mediane tijd tussen laatste neoadjuvante dosis en chirurgie was 34,0 dagen in beide groepen. Percentages met open en minimaal-invasieve chirurgie waren gelijk voor beide groepen; lobectomie was de meest-gebruikte procedure (88,1% versus 85,4%). Het R0-resectiepercentage was numeriek hoger in de durvalumabgroep (94,7% versus 91,3%), het percentage patiënten met chirurgische complicaties (vooral graad 1 of 2) was 59,1% versus 60,1%, en de mediane tijd tussen chirurgie en start van de adjuvante behandeling was 50,0 versus 52,0 dagen.
De onderzoekers concluderen dat toevoeging van durvalumab aan neoadjuvante chemotherapie geen ongunstig effect had op feasibiliteit, type, of timing van chirurgie.
1.Mitsudomi T, Heymach JV, Reck M et al. Surgical outcomes with neoadjuvant durvalumab plus chemotherapy followed by adjuvant durvalumab in resectable NSCLC. J Thor Oncol 2025.06.015
Summary: In the multinational randomized AEGEAN trial, the addition of durvalumab to neoadjuvant chemotherapy had no detrimental effect on the feasilibity, approach, type, or timing of surgery and was associated with a tolerable surgical safety profile compared with neoadjuvant chemotherapy alone.
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)